4De bijbel is de
sleutel en de
maatstaf voor kunst
BOEKENLEGGER
KINDERBOEKEN
Louis Couperus compleet
poëzie
Een geheel
van ritme
Het mysterie van de zee
BOEKENGIDS
DE STEM
Schrijver Dick Schouten en zijn niet te beteugelen geestdrift
Kinderboekenweekgeschenk
Oudste kerk van Brazilië,
't Suykerlandt van Holland
VRIJDAG 19 JANUARI
Door Johan Diepstraten
„Als een pianist moet optreden, gaat hij
eerst niet even snel boodschappen doen.
Nee, hij komt tot rust, concentreert zich en
probeert in de juiste sfeer te komen. Voor
een lezer zou dat ook moeten gelden als hij
aan een boek begint. Er zijn romans waar je
ieder moment kunt binnenvallen en je glijdt
er wel doorheen. Maar als het goed is, heb
ben mijn boeken een ander soortelijk
gewicht."
De verhalen en romans van Dick Schouten
(Breda, 1953) zijn met niets vergelijkbaar in
de Nederlandse literatuur. Met de titel van
zijn debuut Zee geheel wit (1984) gaf hij iets
over zijn schrijversopvatting prijs: „Zee
geheel wit luidt de formule die aangeeft
waartoe een spiegelgladde zee in staat is
wanneer een windstilte langzaam maar
zeker verandert in een tomeloze orkaan."
Wat in deze verhalenbundel gebeurt, moet
ook in het hoofd van de lezer ontstaan. In de
roman De ziel als zweep (1990) verwoordde
Schouten het zo: het gaat om 'de spanning
tussen gezond verstand en heroïsch enthou
siasme, de spanning tussen zinnige en
bevlogen visies op de bestemming van de
mens.'
De hoofdpersoon in zijn nieuwe roman De
maaier heet John Melville. Als beroepsdob
belaar leidt hij een rondreizend bestaan. Hij
heeft de overtuiging dat de onderlinge ver
houdingen tussen mensen, mensen en din
gen, schepsels en de schepping een soorte
lijk gewicht hebben dat niet te doorgronden
is voor de filosofie, ethiek, psychologie en
'andere' realistische pogingen om chocolade
van de wereld te maken. De maaier is dan
ook als een ideeënroman ontvangen.
Heftig
Dick Schouten: „Ik begrijp niet dat recen
senten denken dat de roman geschreven is
om ideeën te illustreren. Literatuur behoort
zo heftig te zijn dat zij het niveau van ideeën
overstijgt. Een goed geschreven verhaal of
roman is complexer, diepzinniger, ongrijp
baarder en ook fundamenteler dan welk
filosofisch idee. Het gaat mij om beelden,
sferen en samenhangen. De onderdelen van
een roman moet je in het licht van elkaar
lezen, verschillende passages becommenta
riëren elkaar. Een roman is net als een schil
derij: je moet de onderdelen op elkaar
betrekken en dan worden de sferen en waar
heden zichtbaar.
Als het goed is krijgt de lezer een encyclope
dische staalkaart aan sferen. Die wil ik zin
tuiglijk oproepen. De bedoeling is dat de
lezer een kunstzinnige combinatie van sfe
ren ontwikkelt en het uiteindelijke effect
moet zijn dat hij extatisch overweldigd
wordt, overmeesterd als het ware.
Alleen de lezer met een bezielde verbeelding
is in staat om de kleuren, toon en lading van
kunstzinnige combinaties op te vangen. Met
die verbeelding is het mogelijk om verschil
lende dingen op elkaar te betrekken. Dat
vereist een bepaalde leestechniek.
Critici die De maaier bespraken, blijken tot
op grote hoogte onbekend te zijn met sferen
en verbanden die kunnen worden opgeroe
pen dankzij die bezielde verbeelding. Daar
om raakte De maaier onder hun goedbedoe
lende vingers gedeeltelijk misvormd en
krantenlezers kregen niet echt de kans om
zich een indruk te vormen van de wereld
van John Melville. De bestsellerstatus is De
maaier vooralsnog onthouden."
Je boeken worden meestal niet op juiste wij
ze beoordeeld. Hoe is het om te moeten wer
ken in zo'n literair klimaat
Prins Willem-Alexander krijgt
donderdag 8 februari het eerste
exemplaar aangeboden van de
serie Volledige Werken Louis
Couperus. De uitreiking
geschiedt tijdens de presentatie
van de complete serie in het
gebouw van de Raad van State.
De serie Volledige Werken Louis
Couperus bestaat uit vijftig
delen. De eerste twee delen zijn
verschenen in november 1987. De
daarop volgende jaren werden
telkens zes delen gepubliceerd.
De reeks is nu voltooid.
De uitgave is een zogenaamde
kritische leeseditie, bedoeld
zowel voor een groot publiek ak
voor de wetenschappelijk on(}er
zoeker.
De delen werden samengesteld
aan het Constantijn Huygens
Instituut, een instituut van de
Koninklijke Nederlandse Akade
mie van Wetenschappen.
De boeken worden, met steun van
het Nederlands Literair Produk
tie- en Vertalingenfonds, uit®"
geven door uitgeverij L.J. Veen
Het is de eerste maal dat het vol
ledige prozawerk van een van dê
grootste Nederlandse auteurs on
deze, wetenschappelijk verant
woorde, wijze is uitgegeven.
Door Y. Né
Het zij van Elly de Waard is het
derde deel van een omvangrijke
cyclus gedichten. De eerste twee
delen verschenen onder de titels
Eenzang en Eenzang twee. Alle
gedichten van de cyclus bestaan
uit tweeregelige strofen, waarbij
de zinnen over deze strofen heen
lopen. Omdat alle versregels op
een zorgvuldige manier zijn afge
broken, krijgen de woorden extra
aandacht en nuance. Verhuld
rijm en een prachtig ritme, dat de
lezer in een dwingend en traag
tempo door de gedichten heen
leidt, hebben een sterk bindende
functie.
In de twee vorige bundels voor
kwam dit niet, dat er soms weinig
van de regels uitging. De afzon
derlijke gedichten sluiten thema
tisch op elkaar aan, zodat de hele
bundel als één zang te lezen is.
Het doorlopende karakter wordt
benadrukt door het voegwoord
EN waarmee veel gedichten
beginnen.
Het zij is De Waards evenwich
tigste en meest ingehouden bun
del. De vrouwelijke geliefde
speelt ook hierin een belangrijke
rol, maar zij wordt nu minder
direct ten tonele gebracht. In de
twee andere bundels werd zij al
als Muze benaderd, maar zij was
toch bovenal een lichamelijk
begeerd personage. Het lijkt
erop, dat De Waard nu genoeg
afstand tot haar onderwerp weet
te houden om het poëtisch in een
nieuw licht te kunnen plaatsen.
Zij is, behalve geliefe, op te vat
ten als Muze, maar ook als het
lichaam van het gedicht. Deze
ander, deze zij vertegenwoordigt
tegelijk een onbekend deel van de
dichteres zelf. Naast of zelfs bin
nen het ik staat het zij, als een
veelomvattend begrip. Het obses
sief najagen van de beminde
ander krijgt vorm in het dichter
lijk proces.
Dit betekent niet, dat de gedich
ten abstracte en gesloten maak
sels zijn geworden. Daartegen is
De Waard altijd zeer gekant
geweest. Ze was de belangrijkste
vertegenwoordigster van de
voormalige dichteressenbent De
Nieuwe Wilden, die de concrete
werkelijkheid en toegankelijk
heid van het hoogste belang acht
te. Observaties in de natuur en in
de stad verschaffen haar de beel
den, die elkaar versterken in een
ongekunsteld geheel vol melan
cholie.
Haar poëzie heeft een bijzondere
toon en schoonheid, die vooral
aan het terloopse en open karak
ter van haar regels te danken is.
Ze getuigt van muzikaliteit. De
gelijkmatigheid hierin toont, dat
De Waard haar vak verstaat. Het
is alsof zij nu moeiteloos haar
herinneringen in- en uitloopt om
er de beelden voor haar poëzie te
vinden.
De Waard was vroeger grillig en
zelfs slordig in de wijze waarop
ze met haar materiaal omsprong.
Ze lijkt zich nu heel bewust van
de noodzaak tot beteugeling,
maar zij spreekt in een gedicht
Bredero aan met het verzoek de
lichten te doven van haar tien
duizend-sterren-logement, opdat
haar liefdej/naar behoren/blind
kan zijn. Spreekt het tegen een al
te rationele sturing van het
gedicht? Ook lijkt het opnieuw
een verwijzing te zijn naar de
dood.
Ze beschrijft haar verwondering,
die ook vrees inhoudt voor de
grotere orde, waar zij deel van
uitmaakt. Hiertoe leent zich
onder ander het beeld van de
ruwe zee, waarin ze zich bevindt.
Eerst moet ze door de branding
heen, voordat de zee en zij samen
een geheel van ritme kunnen zijn.
Dan eerst lijkt het juiste even
wicht bereikt. Dan kan ze het
hoofd buigen, kopje onder gaan,
herrijzen en zich laten drijven:
Pas alsf/de wereld mij is verge
ten/kan ik met haar omgaan, kan
ik/lmij meten. Falen en verlies
speelden in eerder werk van De
Waard een grote rol. Het particu
liere verlies krijgt er nu een kos
mische dimensie bij. Daarnaast
bevat de bundel diverse verwij
zingen naar en bespiegelingen
over de dood en de dichteres ziet
in, dat het bestaan vraagt!/om de
dood, dat er een dood en/eeuwig
heid voor nodig zijn/lom te beko
men van/die hevigheid.
Het zij is in mijn ogen het hoogte
punt in het oeuvre van Elly de
Waard.
Dros (1936) is onder meer schrijf,
ster van Odysseus. Een man vu
verhalen, waarvoor zij vorig jaar
haar negende Zilveren Griffe!
kreeg. De auteur, die in 19Ji
debuteerde, kreeg vooral bekend
heid door haar vertaling van
Homeros' Odysseia. Het prenten
boekje voor de kleinsten wordt
getekend en geschreven door
Annemarie van Haeringen.
Imme Dros schrijft dit jaar het
Kinderboekenweekgeschenk. De
week, die van 2 tot en met 12
oktober duurt, draagt Heksenke
tel als titel. Centraal staan de
boeken met sprookjes, mythen,
sagen, legenden, fabels en volks
verhalen. Dat heeft de Stichting
Collectieve Propaganda van het
Nederlandse Boek (CPNB)
bekend gemaakt.
Jenny kan haar angst heel lang
beheersen, maar uiteindelijk
smeekt ze oma het beeld terug te
geven. Die ziet in dat er niets
anders op zit. Als de storm
geluwd is, stemt oma ermee in om
bij haar zoon in huis te komen
wonen. Op de dag van vertrek
vindt Jenny in zee een rode lelie,
een amaryllis, de bloem die de
kapitein vroeger voor zijn vrouw
meebracht.
Babbitt laat je de zee in al haar
gedaanten zien. Met schuim als
een kanten zakdoekje, met tere
porseleinslakjes, parelroze als
babyteentjes. 'Maar de zee kan
ook schepen verzwelgen, spuugt
walvissen op het strand als zaad
jes van een watermeloen. Een
zwakke greep die je hebt op het
vleugje leven dat je overeind
houdt, kan de zee in een oogwenk
loswurmen', waarschuwt Seward
in zijn proloog.
Ik heb het verhaal achter elkaar
uitgelezen, met het geluid van
kabbelende golven, sissende
branding en donderend waterge
weld in mijn oren. Doordat dt
zinnen tamelijk kort zijn, zullen
ook kinderen die niet zulke
geweldige lezers zijn, zich door
dit mysterieuze verhaal laten
meeslepen.
Magie
Turias en de dansende beer heeft
geen proloog, maar wel een epi
loog. Joke en Mieke van der Wey
(van de tv-rubriek Kunstmest!,
schreven een verhaal dat in de
late middeleeuwen speelt; in een
tijd dat magie het leven van men
sen sterk beïnvloedde. Turias is
het hulpje van alchemist Zosi-
mos.
Op de jaarmarkt in Heusden ont
moet Turias het meisje Florets
Zij is de dochter van de direct®'
van het rondreizen circus. Daar
hoort Sandor, de dansende beet,
ook bij. Zodra Sandor muziek
hoort, gaat hij op zijn achterpo
ten staan en danst, dat ziet er
vrolijk uit, maar de omstanders
weten niet dat Sandor dat hees
geleerd doordat zijn baas hem op
een gloeiende plaat zette en er
muziek bij speelde.
Op den dag neemt Sandor wraas
op de berentemmer. De heer
wordt opgesloten en krijgt een
proces.
Ook Thea Beekman schreef e®
een verhaal over een hond
voor de rechter moest kom®
Turias en Floreta willen het m
redden. Zosimos bedenkt
toverdrank waarvoor de kin®-
ren o.a. meeldraden van de dui
velsklauw moeten halen, en
groeit alleen in de gif tuin var.»
duivelse Trosmosin. Alles W
goed af, de beer wor
gered en mag vef
■1^ leven in de hos-
Door Muriel Boll
De ogen van de Amaryllis is een
verhaal over de zee, over eb en
vloed, over de kracht van de zee
en over de kracht van de liefde.
Niet voor niets gaf de Ameri
kaanse schrijfster Natalie Bab
bitt haar boek een motto mee uit
het Hooglied van Salomo: 'Veel
wateren kunnen de liefde niet
blussen en rivieren spoelen haar
niet weg.' Misschien wat hoog
dravend voor een kinderboek,
maar het dekt de lading perfect.
Die lading is een boeiend en mys
terieus verhaal, dat halverwege
de vorige eeuw speelt.
In 1850 sloeg de brik de Amaryl
lis tegen de rotsen en verging met
man en muis voor de ogen van de
vrouw van de kapitein en zijn
zoon. Het schip verdween in zee
en de zee gaf niets terug, geen
plank en geen flard zeildoek. 'De
zee neemt wat hij wil, en behoudt
wat hij heeft genomen, en je mag
hem niet afnemen wat hij niet
wenst te geven', waarschuwt een
van de boekfiguren in de proloog.
Jenny leert de kracht van de zee
kennen als zij bij haar grootmoe
der Geneva Reade in huis komt.
Die heeft haar enkel gebroken en
Jenny zal een paar weken voor
haar zorgen. Jenny heeft de oce
aan nooit eerder gezien. Haar
vader heeft het ouderlijk huis na
de schipbreuk verlaten en is bij
zijn tante in Springfield, een
stadje vijftig kilometer verderop,
in huis gekomen. Voor hem is de
zee een begraafplaats, het einde
van dingen. Daarom heeft hij zijn
dochter bij de zee vandaan
gehouden.
Jenny's grootmoeder gelooft niet
in het einde van dingen, liefde
houdt toch niet zomaar op? Vol
gens haar is er nog een andere
wereld en daarvandaan zal de
kapitein ooit iets voor haar aan
de zee meegeven, als teken van
liefde die nooit voorbij gaat.
Daarom moet Jenny bij vloed het
strand afzoeken. Ze doet dat
graag, de zee geeft haar een
gevoel van vrijheid". Er is nog
iemand die altijd op zoek is naar
wat de zee achterlaat. Seward,
waker van de zee. Die wilde zich
zelf ooit verdrinken om een onge
lukkige liefde. Op het nippertje
bedacht hij zich, hij wilde toch
liever leven. Maar de zee wilde
hem alleen teruggeven als hij
beloofde alles wat voor de zee
van waarde was, terug in zee te
gooien.
Het merkwaardige is dat nie
mand die Seward kan zien, alleen
oma en Jenny. Hij is iemand van
de andere wereld. Vroeger was
hij beeldhouwer. Hij heeft het
boegbeeld van de Amaryllis
gemaakt en
gebruikte
daar-
Dick Schouten: „Alle ideeën van Connie Palmen over wat fundamenteel belangrijk is,
wat diepzinnig is, zijn voor de hand liggend, kinderachtig en natte vinger-werk."
FOTO GERHARD JAEGER
ZON lichaam dat
onder de liefdesdruk
van het moment
plotseling bezwijkt
en in de eigen, andere
taal uitbreekt -
wat geeft het
wat het spreekt
wat geeft het wie het is
en dat je het niet
kent, wat geeft het
tijd was Brueghel angstaanjagend vanwege
de diepe waarheden in zijn schilderijen.
Literatuur die er voor mij toe doet, verbij
stert mensen, jaagt schrik aan en is tegelij
kertijd inspirerend. In die traditie wil ik
werken. Neem het Oude en het Nieuwe Tes
tament, overweldigende literatuur als je die
geschriften leest zoals ze gelezen moeten
worden. Dan krijg je niet een ééndimensio
naal, monotoon godsbeeld voorgeschoteld.
De schepping van de wereld heeft zulke
tegenstrijdige kanten, zij is te heftig voor
het menselijke denken, het vuur dat ervan
afslaat is te sterk. Dat zichtbaar maken kan
alleen maar in virtuoze literatuur.
Voor mij is een van de meest intrigerende
problemen hoe de tegenwoordige literatuur
zich verhoudt tot de openbaringsliteratuur.
Het gaat dus om teksten die in de buurt
komen van dat soortelijk gewicht. Dat is één
van de kernkwesties die mij al jaren interes
seren.
Of je nu wel of niet gelovig bent: de bijbel is
de sleutel en de maatstaf voor de kunst, In
de middeleeuwen werd alles vertaald naar
de bedoelingen van Gods plan. In dat grote
eeuwige licht werd alles bekeken. Dan krij
gen dingen toch een andere sfeer en waar
heid dan wat je met je 20e eeuwse verstand
bedenkt. Menselijke verhoudingen zijn
vreemder, scherper en complexer dan je met
spontane emoties kunt peilen. Literatuur
probeert dat soortelijk gewicht tastbaar te
maken."
wat indianenreservaten heten. Tot mijn ver
bazing kwam ik erachter dat daar bij de
Sioux-indianen visioenen heel erg centraal
staan. Een indiaan ging naar een eenzame
heuveltop en mediteerde daar zonder eten
en drinken. Zo kwam hij in hogere sferen en
als hij voorbestemd was, kreeg hij een
visioen. Dat bestond uit concrete beelden
die aangeven wat de roeping in zijn leven is.
De indiaanse cultuur is gegroepeerd rond
dat persoonlijke visioen. Dat was een open
baring omdat ook bij mijn favoriete 16e
eeuwse schrijvers een persoonlijk visioen als
de kern van hun leven en werk werd
beschouwd.
Dat was het startpunt voor De maaier: een
Zonnedans. De sfeer van die ceremonie,
overweldigend, plechtig, beeldend, onbe
grijpelijk, vergezocht, die wisselwerking.
Dat moet de lezer toch met ontzag vervul
len? Er gebeuren duizend dingen tegelijk, er
zit zoveel in opgesloten."
Stel dat de lezer deel gaat uitmaken van de
wereld van het boek, met dezelfde furieuze
energie als de schrijver. Wat is dan het
resultaatHeeft hij dan een boodschap mee
gekregen, een inzicht ontwikkeld, iets
geleerd?
„Dan kom je op een mooi vergezicht uit
waarop je kunt uitkijken. Dan is zowel de
schrijver als de lezer heroïsch enthousiast
gestemd en wie in zo'n sfeer leeft, heeft zin
om goede dingen te doen in de wereld. Voor
mij is het heel vanzelfsprekend, dan klikt
het met elkaar. Ik nodig de lezer uit, ik geef
hem een verhaal met een heleboel sporen en
die moet hij volgen. Als hij dat niet doet,
dan komt hij op dwaalwegen terecht. Negen
van de tien boeken streven, geloof ik, niet na
wat ik wil. Dat geeft niet, alles heeft zijn
plaats onder de zon.
De maaier is door een recensent van
NRC/Handelsblad een queeste genoemd,
maar dat is het helemaal niet. De maaier is
een droomproza in de traditie van het laat
middeleeuwse droomgedicht. Ergens staat
ook dat de hoofdpersoon van de roman in
een ver verleden een scriptie heeft geschre
ven over middeleeuwse droomgedichten.
Het staat er! Natuurlijk ben ik door mijn
studie thuisgeraakt in de laat-middeleeuw-
se tradities die tegenwoordig achter de hori
zon zijn verdwenen. Veel lezers zullen er
niet bekend mee zijn en dan is het moeilijk
om die signalen eruit te pikken. Ik probeer
de lezer wel op het spoor te zetten, maar hij
moet er ook enige affiniteit mee hebben om
er ontvankelijk voor te zijn."
De hoofdpersoon heet Melville. Iedereen
denkt aan de schrijver van Moby Dick.
„Melville is een van mijn grote voorbeelden.
In het begin schreef hij realistische reisver
halen en werd zeer gewaardeerd. Maar al
snel haakte iedereen af toen hij in zijn boe
ken heftige en vreemde kwesties aansneed.
Pas een eeuw na zijn dood merkten de men
sen dat Melville op een betoverend spoor
terecht was gekomen.
Wie weet wachten mijn boeken eenzelfde
toekomst, maar het gevaar dat er niets
gebeurt, moet ik maar op de koop toenne-
men. Het soort boeken dat ik overigens echt
wil schrijven, kan een mens pas maken als
hij vijftig jaar of ouder is. Je moet veel
gestudeerd hebben en verschillende leeftij
den zijn gepasseerd. De kostbaarste boeken
hoop ik, ijs en weder dienende, tussen mijn
50e en 70e te schrijven.'
Dick Schouten: 'De maaier'. Uitg. Prometheus,
prijs 34,90.
aan wiepj
je geeft; wat er toe deed
is of van jou
gezegd kon zijn: zo een
men moet wel ver zijn om zo
vreemd te gaan, ver
heen
Elly de Waard: 'Het zij'. Uitg. De
Harmonie, prijs 32,50
„Ik voel me er wel prettig bij. Misschien is er
wel het gevaar dat ik op den duur niet meer
word uitgegeven, maar dat risico moet ik
dan maar nemen. Er is nu sprake van een
groen en vruchtbaar klimaat waarin zelfs
zwakke plantjes welig kunnen tieren. Mis
schien gedij ik beter in een woestijnklimaat,
want daarin komen andere dingen naar
boven.
Tegenwoordig bestaat er in de Nederlandse
literatuur een gouden wet: schrijven is
schrappen. Geen woord te veel, dat is de
hoogste lof die je als schrijver kunt krijgen.
In mijn opvatting betekent schrijven iets
heel anders. Voordat ik begin heb ik de loop
van het vertelde verhaal bedacht, gebeurte
nissen, spannende momenten, maar zij zijn
alleen de springplanken om de verbeelding
en ononderbroken woordenstroom op gang
te brengen.
Schrijven is voor mij een soort van optre
den. Ik ben gevuld met een niet te beteuge
len geestdrift, omdat ik het gevoel heb dat er
iets moois voor het oprapen ligt. Dat moet
ter plekke in één klap op papier komen. In
het vuur van het spel kunnen sommige for
muleringen niet goed zijn, maar andere for
muleringen nemen vormen aan die nooit
met schrappen en vijlen te bereiken zijn.
In die furieuze schrijfstemming komt er
hopelijk een onstuitbare energie los. Tege
lijk moet er ook een soort afstand zijn, alsof
je jezelf bezig ziet in je bevlogenheid. Dan
wordt schrijven een vreemde bezigheid. De
afstand kleurt de bezetenheid tot een nuch
tere extase en de som van de delen is meer
dan het geheel.'
Je studeerde Nederlands en promoveerde op
een proefschrift over de laat-middeleeuwse
'cluchten'. In hoeverre heeft de studie je
werk beïnvloed
winstbeluste lieden hun West
Indische Compagnie op, om 'de
West' af te romen. De bekende
kapitein Piet Heyn landde in
1628, mét de door hem veroverde
Zilvervloot, op de kust van Brazi
lië. De Hollanders veroverden
aansluitend de hele kust. De stad
Igarassu werd geplunderd (1632),
vrouwen verkracht, ringen van
vingers gerukt. En de hele stad
werd in brand gestoken.
In 1636 werd Johan Maurits van
Nassau de Nederlandse gouver
neur van Brazilië, met als taak
om 'de Gereformeerde Religie soo
veel doenlick is onder de blinde
heydenen te doen voortplanten',
en vooral om de Hollandse han
delsbelangen veilig te stellen.
In Recife bouwde de gouverneur
het paleis Vrijburg en het buiten
Schoonzicht. Joden uit allerlei
Europese landen mochten hier
hun geloof belijden, in Recife
verrees de eerste synagoge van
Amerika.
De verlichte Johan Maurits
bevorderde de wetenschappelijke
beschrijving van natuur, geschie
denis en bewoners van Brazilië,
kreeg de bijnaam 'De Braziliaan'
en werd teruggeroepen omdat de
Hollandse kapitalisten hem te
soft vonden. In Den Haag bouw
de hij na zijn Braziliaanse avon
tuur het Mauritshuis.
In 1661 werd de kolonie, het Suy
kerlandt Brezijl (Vondel) uitein
delijk aan Portugal teruggeven.
Tegenwoordig is Igarassu
100.000 inw.) een drukke bad
plaats.
Daarmee heeft J. Zuring de
geschiedenis belicht van een
stukje aarde waarover weinig
Nederlanders iets weten. In een
notedop is je kennis verrijkt. Dat
is een hele verdienste. Maar zoals
gezegd houd je er een lichte
teleurstelling aan over.
Dr. J. Zuring: 'De bewogen histo
rie van de Cosmas en Damanius-
kerk in Igarassu, het oudste kerkje
van Brazilië'. Uitg. Van Spijk, Ven-
lo/Antwerpen.
Door Hans Rooseboom
Je verwacht een interessant ver
haal, en het is ook wel een inte
ressant verhaal. Maar je nieuws
gierigheid blijft onbevredigd, en
dat komt omdat in de allereerste
zin van het boekje die nieuwsgie
righeid wordt gewekt.
De auteur, zo lees je, is al tiental
len jaren gefascineerd door het
verschijnsel tweelingen. Hij heeft
van het verschijnsel studie
gemaakt in West-Afrika, waar
een tweelingen-verering bestaat
onder de Yoruba.
Daarop vertelt de auteur dat de
zwarte slaven uit West-Afrika
hun geloof niet mochten belijden
in het Portugese rk Brazilië. Ter
wijl het boekje gaat over de oud
ste kerk van Brazilië, gewijd aan
de christelijke tweeling-heiligen
Damianus en Cosmas.
Dan verwacht je toch een prach
tig verhaal over slavenhandel,
religies, voodoo en de rk kerk, de
vermenging van afrikaanse en
christelijke geloofselementen, en
de rol van de Hollanders daarin -
want de Hollanders waren zowel
de slavenhandelaars als kort
stondig heren van Brazilië.
Maar dat verhaal komt niet. Wel
een verhaal over een boeiend stuk
van de wereld: het uiterste
noordoosten van Brazilië. Het is
geschreven door dr. J. Zuring,
arts in ruste, woonachtig in Bre
da.
In het kort gaat het verhaal zo: al
direct na de ontdekking van de
Nieuwe Wereld in 1492 verdeel
den de grootmachten Portugal en
Spanje Amerika onder elkaar.
Reden waarom nu 150 miljoen
Zuidamerikanen Portugees spre
ken en de rest Spaans.
De Portugezen vestigden zich in
de havenstad Igarassu op 27
november 1535, de naamdag van
de H. Damianus en H. Cosmas, en
daarom werd er in de stad een
kerk aan hen gewijd. Het was de
eerste kerk in Brazilië.
Alles ging goed tot de Hollanders
kwamen. In 1621 richtten deze
Wat betekent dat precies: het soortelijk
gewicht?
„Dat is niet zo in een paar zinnen uit te leg
gen. Aan iedere verhouding zitten duizend
kanten. Maar ook aan voorwerpen. Neem de
stillevens uit de 17e eeuw: voorwerpen naast
elkaar. Druiven, vruchten, glaswerk, licht
val. Hoe langer je ernaar kijkt, hoe meer je
opmerkt. Ieder herkenbaar voorwerp heeft
meer kwaliteiten en eigenschappen dan je in
het dagelijkse verkeer zou vermoeden. Zo is
het ook met menselijke verhoudingen.
Het lijkt soms in mijn boeken om onwaarhe
den en halve waarheden te gaan, maar lang
zaam maar zeker komt er via die omweg iets
als de naakte waarheid in zicht. Dan raak je
aan dingen die je niet op een andere manier
kunt bereiken. Dat gebeurt alleen in
muziek, schilderkunst en literatuur.
Het is eigenlijk zeer verontrustend dat we
nu een klimaat hebben met filosofische lite
ratuur waarvan Connie Palmen het boeg
beeld is. Een fijne collega, daar niet van,
maar al haar ideeën over wat fundamenteel
belangrijk is, wat diepzinnig is, zijn bij haar
voor de hand liggend, kinderachtig en natte
vinger-werk.
Op de een of andere manier is er ooit het
misverstand gerezen dat filosofie synoniem
is aan diepzinnigheid. Maar de diepzinnig
heid van de filosofie is geen schim van wat
er met religie en literatuur bereikt kan wor
den. Filosofie is een overschat fenomeen. De
maaier is haast een oorlogsverklaring aan
de wijsbegeerte.'
De opening van je roman is heel verrassend.
De proloog betsaat uit de beschrijving van
een zonnedans, een indiaans ritueel, dat
bedoeld is om de oorspronkelijke inspiratie
van een stam te herstellen. Het gaat, ik
citeer de achterflap, om 'de wisselwerking
tussen vreemdheid, wildheid, glorie, onbe
grijpelijkheid, nederigheid, liefde, oneindig
heid en kracht'. Vanwaar dit uitgangspunt?
„In Amerika, in het kader van het project
writers in residence, woonde ik niet ver van
„In onze tijd worden de cluchten gezien als
moppenboekjes, korte prozateksten met
dwaze situaties en grappige opmerkingen.
In die tijd hadden ze een religieuze en hoge
literaire lading en werden dan ook
beschouwd als kostbare goudstukken die
verheffend werkten op de menselijke geest.
Ze hadden een directe, heftige uitwerking
op de menselijke emoties.
Als je aan een hedendaagse lezer een mid
deleeuws boek voorlegt, dan vindt hij het
eentonig, saai en vergezocht, want hij leest
het met de verwachtingen van de tegen
woordige tijd. Eigenlijk is het een soort hei
ligschennis om de huidige maatstaven daar
op toe te passen. Daarmee schend je die boe
ken.
Vroeger was kunst angstaanjagend, denk
aan de werken van Michelangelo of van
Brueghel die nu als place mate in een res
taurant ligt. Zo zie je maar hoe de lading
ongelooflijk kan verpieteren en tegenwoor
dig alleen de eetlust kan opwekken. In zijn
voor
Jenny's
grootmoeder als
model. Het boegbeeld kreeg
dezelfde rode haren, Jenny heeft
trouwens ook rood haar. Op een
dag komt het hoofd van het boeg
beeld op de golven meedrijven.
Seward lijkt te weten dat er iets
waardevols is aangespoeld en
waarschuwt dat oma het in zee
moet teruggooien: zonder ogen
kan de Amaryllis niet over de
zeebodem varen. Oma wil het
beeld houden. Dan komt de zee
het halen. Er steekt een orkaan
op met muren van water en hui
zenhoge golven. Het water komt
zo hoog dat het het huis op de
klip binnenkomt, de stormwind
rukt deuren en ramen uit.