4De bijbel is de sleutel en de maatstaf voor kunst BOEKENLEGGER KINDERBOEKEN Louis Couperus compleet poëzie Een geheel van ritme Het mysterie van de zee BOEKENGIDS DE STEM Schrijver Dick Schouten en zijn niet te beteugelen geestdrift Kinderboekenweekgeschenk Oudste kerk van Brazilië, 't Suykerlandt van Holland VRIJDAG 19 JANUARI Door Johan Diepstraten „Als een pianist moet optreden, gaat hij eerst niet even snel boodschappen doen. Nee, hij komt tot rust, concentreert zich en probeert in de juiste sfeer te komen. Voor een lezer zou dat ook moeten gelden als hij aan een boek begint. Er zijn romans waar je ieder moment kunt binnenvallen en je glijdt er wel doorheen. Maar als het goed is, heb ben mijn boeken een ander soortelijk gewicht." De verhalen en romans van Dick Schouten (Breda, 1953) zijn met niets vergelijkbaar in de Nederlandse literatuur. Met de titel van zijn debuut Zee geheel wit (1984) gaf hij iets over zijn schrijversopvatting prijs: „Zee geheel wit luidt de formule die aangeeft waartoe een spiegelgladde zee in staat is wanneer een windstilte langzaam maar zeker verandert in een tomeloze orkaan." Wat in deze verhalenbundel gebeurt, moet ook in het hoofd van de lezer ontstaan. In de roman De ziel als zweep (1990) verwoordde Schouten het zo: het gaat om 'de spanning tussen gezond verstand en heroïsch enthou siasme, de spanning tussen zinnige en bevlogen visies op de bestemming van de mens.' De hoofdpersoon in zijn nieuwe roman De maaier heet John Melville. Als beroepsdob belaar leidt hij een rondreizend bestaan. Hij heeft de overtuiging dat de onderlinge ver houdingen tussen mensen, mensen en din gen, schepsels en de schepping een soorte lijk gewicht hebben dat niet te doorgronden is voor de filosofie, ethiek, psychologie en 'andere' realistische pogingen om chocolade van de wereld te maken. De maaier is dan ook als een ideeënroman ontvangen. Heftig Dick Schouten: „Ik begrijp niet dat recen senten denken dat de roman geschreven is om ideeën te illustreren. Literatuur behoort zo heftig te zijn dat zij het niveau van ideeën overstijgt. Een goed geschreven verhaal of roman is complexer, diepzinniger, ongrijp baarder en ook fundamenteler dan welk filosofisch idee. Het gaat mij om beelden, sferen en samenhangen. De onderdelen van een roman moet je in het licht van elkaar lezen, verschillende passages becommenta riëren elkaar. Een roman is net als een schil derij: je moet de onderdelen op elkaar betrekken en dan worden de sferen en waar heden zichtbaar. Als het goed is krijgt de lezer een encyclope dische staalkaart aan sferen. Die wil ik zin tuiglijk oproepen. De bedoeling is dat de lezer een kunstzinnige combinatie van sfe ren ontwikkelt en het uiteindelijke effect moet zijn dat hij extatisch overweldigd wordt, overmeesterd als het ware. Alleen de lezer met een bezielde verbeelding is in staat om de kleuren, toon en lading van kunstzinnige combinaties op te vangen. Met die verbeelding is het mogelijk om verschil lende dingen op elkaar te betrekken. Dat vereist een bepaalde leestechniek. Critici die De maaier bespraken, blijken tot op grote hoogte onbekend te zijn met sferen en verbanden die kunnen worden opgeroe pen dankzij die bezielde verbeelding. Daar om raakte De maaier onder hun goedbedoe lende vingers gedeeltelijk misvormd en krantenlezers kregen niet echt de kans om zich een indruk te vormen van de wereld van John Melville. De bestsellerstatus is De maaier vooralsnog onthouden." Je boeken worden meestal niet op juiste wij ze beoordeeld. Hoe is het om te moeten wer ken in zo'n literair klimaat Prins Willem-Alexander krijgt donderdag 8 februari het eerste exemplaar aangeboden van de serie Volledige Werken Louis Couperus. De uitreiking geschiedt tijdens de presentatie van de complete serie in het gebouw van de Raad van State. De serie Volledige Werken Louis Couperus bestaat uit vijftig delen. De eerste twee delen zijn verschenen in november 1987. De daarop volgende jaren werden telkens zes delen gepubliceerd. De reeks is nu voltooid. De uitgave is een zogenaamde kritische leeseditie, bedoeld zowel voor een groot publiek ak voor de wetenschappelijk on(}er zoeker. De delen werden samengesteld aan het Constantijn Huygens Instituut, een instituut van de Koninklijke Nederlandse Akade mie van Wetenschappen. De boeken worden, met steun van het Nederlands Literair Produk tie- en Vertalingenfonds, uit®" geven door uitgeverij L.J. Veen Het is de eerste maal dat het vol ledige prozawerk van een van dê grootste Nederlandse auteurs on deze, wetenschappelijk verant woorde, wijze is uitgegeven. Door Y. Né Het zij van Elly de Waard is het derde deel van een omvangrijke cyclus gedichten. De eerste twee delen verschenen onder de titels Eenzang en Eenzang twee. Alle gedichten van de cyclus bestaan uit tweeregelige strofen, waarbij de zinnen over deze strofen heen lopen. Omdat alle versregels op een zorgvuldige manier zijn afge broken, krijgen de woorden extra aandacht en nuance. Verhuld rijm en een prachtig ritme, dat de lezer in een dwingend en traag tempo door de gedichten heen leidt, hebben een sterk bindende functie. In de twee vorige bundels voor kwam dit niet, dat er soms weinig van de regels uitging. De afzon derlijke gedichten sluiten thema tisch op elkaar aan, zodat de hele bundel als één zang te lezen is. Het doorlopende karakter wordt benadrukt door het voegwoord EN waarmee veel gedichten beginnen. Het zij is De Waards evenwich tigste en meest ingehouden bun del. De vrouwelijke geliefde speelt ook hierin een belangrijke rol, maar zij wordt nu minder direct ten tonele gebracht. In de twee andere bundels werd zij al als Muze benaderd, maar zij was toch bovenal een lichamelijk begeerd personage. Het lijkt erop, dat De Waard nu genoeg afstand tot haar onderwerp weet te houden om het poëtisch in een nieuw licht te kunnen plaatsen. Zij is, behalve geliefe, op te vat ten als Muze, maar ook als het lichaam van het gedicht. Deze ander, deze zij vertegenwoordigt tegelijk een onbekend deel van de dichteres zelf. Naast of zelfs bin nen het ik staat het zij, als een veelomvattend begrip. Het obses sief najagen van de beminde ander krijgt vorm in het dichter lijk proces. Dit betekent niet, dat de gedich ten abstracte en gesloten maak sels zijn geworden. Daartegen is De Waard altijd zeer gekant geweest. Ze was de belangrijkste vertegenwoordigster van de voormalige dichteressenbent De Nieuwe Wilden, die de concrete werkelijkheid en toegankelijk heid van het hoogste belang acht te. Observaties in de natuur en in de stad verschaffen haar de beel den, die elkaar versterken in een ongekunsteld geheel vol melan cholie. Haar poëzie heeft een bijzondere toon en schoonheid, die vooral aan het terloopse en open karak ter van haar regels te danken is. Ze getuigt van muzikaliteit. De gelijkmatigheid hierin toont, dat De Waard haar vak verstaat. Het is alsof zij nu moeiteloos haar herinneringen in- en uitloopt om er de beelden voor haar poëzie te vinden. De Waard was vroeger grillig en zelfs slordig in de wijze waarop ze met haar materiaal omsprong. Ze lijkt zich nu heel bewust van de noodzaak tot beteugeling, maar zij spreekt in een gedicht Bredero aan met het verzoek de lichten te doven van haar tien duizend-sterren-logement, opdat haar liefdej/naar behoren/blind kan zijn. Spreekt het tegen een al te rationele sturing van het gedicht? Ook lijkt het opnieuw een verwijzing te zijn naar de dood. Ze beschrijft haar verwondering, die ook vrees inhoudt voor de grotere orde, waar zij deel van uitmaakt. Hiertoe leent zich onder ander het beeld van de ruwe zee, waarin ze zich bevindt. Eerst moet ze door de branding heen, voordat de zee en zij samen een geheel van ritme kunnen zijn. Dan eerst lijkt het juiste even wicht bereikt. Dan kan ze het hoofd buigen, kopje onder gaan, herrijzen en zich laten drijven: Pas alsf/de wereld mij is verge ten/kan ik met haar omgaan, kan ik/lmij meten. Falen en verlies speelden in eerder werk van De Waard een grote rol. Het particu liere verlies krijgt er nu een kos mische dimensie bij. Daarnaast bevat de bundel diverse verwij zingen naar en bespiegelingen over de dood en de dichteres ziet in, dat het bestaan vraagt!/om de dood, dat er een dood en/eeuwig heid voor nodig zijn/lom te beko men van/die hevigheid. Het zij is in mijn ogen het hoogte punt in het oeuvre van Elly de Waard. Dros (1936) is onder meer schrijf, ster van Odysseus. Een man vu verhalen, waarvoor zij vorig jaar haar negende Zilveren Griffe! kreeg. De auteur, die in 19Ji debuteerde, kreeg vooral bekend heid door haar vertaling van Homeros' Odysseia. Het prenten boekje voor de kleinsten wordt getekend en geschreven door Annemarie van Haeringen. Imme Dros schrijft dit jaar het Kinderboekenweekgeschenk. De week, die van 2 tot en met 12 oktober duurt, draagt Heksenke tel als titel. Centraal staan de boeken met sprookjes, mythen, sagen, legenden, fabels en volks verhalen. Dat heeft de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) bekend gemaakt. Jenny kan haar angst heel lang beheersen, maar uiteindelijk smeekt ze oma het beeld terug te geven. Die ziet in dat er niets anders op zit. Als de storm geluwd is, stemt oma ermee in om bij haar zoon in huis te komen wonen. Op de dag van vertrek vindt Jenny in zee een rode lelie, een amaryllis, de bloem die de kapitein vroeger voor zijn vrouw meebracht. Babbitt laat je de zee in al haar gedaanten zien. Met schuim als een kanten zakdoekje, met tere porseleinslakjes, parelroze als babyteentjes. 'Maar de zee kan ook schepen verzwelgen, spuugt walvissen op het strand als zaad jes van een watermeloen. Een zwakke greep die je hebt op het vleugje leven dat je overeind houdt, kan de zee in een oogwenk loswurmen', waarschuwt Seward in zijn proloog. Ik heb het verhaal achter elkaar uitgelezen, met het geluid van kabbelende golven, sissende branding en donderend waterge weld in mijn oren. Doordat dt zinnen tamelijk kort zijn, zullen ook kinderen die niet zulke geweldige lezers zijn, zich door dit mysterieuze verhaal laten meeslepen. Magie Turias en de dansende beer heeft geen proloog, maar wel een epi loog. Joke en Mieke van der Wey (van de tv-rubriek Kunstmest!, schreven een verhaal dat in de late middeleeuwen speelt; in een tijd dat magie het leven van men sen sterk beïnvloedde. Turias is het hulpje van alchemist Zosi- mos. Op de jaarmarkt in Heusden ont moet Turias het meisje Florets Zij is de dochter van de direct®' van het rondreizen circus. Daar hoort Sandor, de dansende beet, ook bij. Zodra Sandor muziek hoort, gaat hij op zijn achterpo ten staan en danst, dat ziet er vrolijk uit, maar de omstanders weten niet dat Sandor dat hees geleerd doordat zijn baas hem op een gloeiende plaat zette en er muziek bij speelde. Op den dag neemt Sandor wraas op de berentemmer. De heer wordt opgesloten en krijgt een proces. Ook Thea Beekman schreef e® een verhaal over een hond voor de rechter moest kom® Turias en Floreta willen het m redden. Zosimos bedenkt toverdrank waarvoor de kin®- ren o.a. meeldraden van de dui velsklauw moeten halen, en groeit alleen in de gif tuin var.» duivelse Trosmosin. Alles W goed af, de beer wor gered en mag vef ■1^ leven in de hos- Door Muriel Boll De ogen van de Amaryllis is een verhaal over de zee, over eb en vloed, over de kracht van de zee en over de kracht van de liefde. Niet voor niets gaf de Ameri kaanse schrijfster Natalie Bab bitt haar boek een motto mee uit het Hooglied van Salomo: 'Veel wateren kunnen de liefde niet blussen en rivieren spoelen haar niet weg.' Misschien wat hoog dravend voor een kinderboek, maar het dekt de lading perfect. Die lading is een boeiend en mys terieus verhaal, dat halverwege de vorige eeuw speelt. In 1850 sloeg de brik de Amaryl lis tegen de rotsen en verging met man en muis voor de ogen van de vrouw van de kapitein en zijn zoon. Het schip verdween in zee en de zee gaf niets terug, geen plank en geen flard zeildoek. 'De zee neemt wat hij wil, en behoudt wat hij heeft genomen, en je mag hem niet afnemen wat hij niet wenst te geven', waarschuwt een van de boekfiguren in de proloog. Jenny leert de kracht van de zee kennen als zij bij haar grootmoe der Geneva Reade in huis komt. Die heeft haar enkel gebroken en Jenny zal een paar weken voor haar zorgen. Jenny heeft de oce aan nooit eerder gezien. Haar vader heeft het ouderlijk huis na de schipbreuk verlaten en is bij zijn tante in Springfield, een stadje vijftig kilometer verderop, in huis gekomen. Voor hem is de zee een begraafplaats, het einde van dingen. Daarom heeft hij zijn dochter bij de zee vandaan gehouden. Jenny's grootmoeder gelooft niet in het einde van dingen, liefde houdt toch niet zomaar op? Vol gens haar is er nog een andere wereld en daarvandaan zal de kapitein ooit iets voor haar aan de zee meegeven, als teken van liefde die nooit voorbij gaat. Daarom moet Jenny bij vloed het strand afzoeken. Ze doet dat graag, de zee geeft haar een gevoel van vrijheid". Er is nog iemand die altijd op zoek is naar wat de zee achterlaat. Seward, waker van de zee. Die wilde zich zelf ooit verdrinken om een onge lukkige liefde. Op het nippertje bedacht hij zich, hij wilde toch liever leven. Maar de zee wilde hem alleen teruggeven als hij beloofde alles wat voor de zee van waarde was, terug in zee te gooien. Het merkwaardige is dat nie mand die Seward kan zien, alleen oma en Jenny. Hij is iemand van de andere wereld. Vroeger was hij beeldhouwer. Hij heeft het boegbeeld van de Amaryllis gemaakt en gebruikte daar- Dick Schouten: „Alle ideeën van Connie Palmen over wat fundamenteel belangrijk is, wat diepzinnig is, zijn voor de hand liggend, kinderachtig en natte vinger-werk." FOTO GERHARD JAEGER ZON lichaam dat onder de liefdesdruk van het moment plotseling bezwijkt en in de eigen, andere taal uitbreekt - wat geeft het wat het spreekt wat geeft het wie het is en dat je het niet kent, wat geeft het tijd was Brueghel angstaanjagend vanwege de diepe waarheden in zijn schilderijen. Literatuur die er voor mij toe doet, verbij stert mensen, jaagt schrik aan en is tegelij kertijd inspirerend. In die traditie wil ik werken. Neem het Oude en het Nieuwe Tes tament, overweldigende literatuur als je die geschriften leest zoals ze gelezen moeten worden. Dan krijg je niet een ééndimensio naal, monotoon godsbeeld voorgeschoteld. De schepping van de wereld heeft zulke tegenstrijdige kanten, zij is te heftig voor het menselijke denken, het vuur dat ervan afslaat is te sterk. Dat zichtbaar maken kan alleen maar in virtuoze literatuur. Voor mij is een van de meest intrigerende problemen hoe de tegenwoordige literatuur zich verhoudt tot de openbaringsliteratuur. Het gaat dus om teksten die in de buurt komen van dat soortelijk gewicht. Dat is één van de kernkwesties die mij al jaren interes seren. Of je nu wel of niet gelovig bent: de bijbel is de sleutel en de maatstaf voor de kunst, In de middeleeuwen werd alles vertaald naar de bedoelingen van Gods plan. In dat grote eeuwige licht werd alles bekeken. Dan krij gen dingen toch een andere sfeer en waar heid dan wat je met je 20e eeuwse verstand bedenkt. Menselijke verhoudingen zijn vreemder, scherper en complexer dan je met spontane emoties kunt peilen. Literatuur probeert dat soortelijk gewicht tastbaar te maken." wat indianenreservaten heten. Tot mijn ver bazing kwam ik erachter dat daar bij de Sioux-indianen visioenen heel erg centraal staan. Een indiaan ging naar een eenzame heuveltop en mediteerde daar zonder eten en drinken. Zo kwam hij in hogere sferen en als hij voorbestemd was, kreeg hij een visioen. Dat bestond uit concrete beelden die aangeven wat de roeping in zijn leven is. De indiaanse cultuur is gegroepeerd rond dat persoonlijke visioen. Dat was een open baring omdat ook bij mijn favoriete 16e eeuwse schrijvers een persoonlijk visioen als de kern van hun leven en werk werd beschouwd. Dat was het startpunt voor De maaier: een Zonnedans. De sfeer van die ceremonie, overweldigend, plechtig, beeldend, onbe grijpelijk, vergezocht, die wisselwerking. Dat moet de lezer toch met ontzag vervul len? Er gebeuren duizend dingen tegelijk, er zit zoveel in opgesloten." Stel dat de lezer deel gaat uitmaken van de wereld van het boek, met dezelfde furieuze energie als de schrijver. Wat is dan het resultaatHeeft hij dan een boodschap mee gekregen, een inzicht ontwikkeld, iets geleerd? „Dan kom je op een mooi vergezicht uit waarop je kunt uitkijken. Dan is zowel de schrijver als de lezer heroïsch enthousiast gestemd en wie in zo'n sfeer leeft, heeft zin om goede dingen te doen in de wereld. Voor mij is het heel vanzelfsprekend, dan klikt het met elkaar. Ik nodig de lezer uit, ik geef hem een verhaal met een heleboel sporen en die moet hij volgen. Als hij dat niet doet, dan komt hij op dwaalwegen terecht. Negen van de tien boeken streven, geloof ik, niet na wat ik wil. Dat geeft niet, alles heeft zijn plaats onder de zon. De maaier is door een recensent van NRC/Handelsblad een queeste genoemd, maar dat is het helemaal niet. De maaier is een droomproza in de traditie van het laat middeleeuwse droomgedicht. Ergens staat ook dat de hoofdpersoon van de roman in een ver verleden een scriptie heeft geschre ven over middeleeuwse droomgedichten. Het staat er! Natuurlijk ben ik door mijn studie thuisgeraakt in de laat-middeleeuw- se tradities die tegenwoordig achter de hori zon zijn verdwenen. Veel lezers zullen er niet bekend mee zijn en dan is het moeilijk om die signalen eruit te pikken. Ik probeer de lezer wel op het spoor te zetten, maar hij moet er ook enige affiniteit mee hebben om er ontvankelijk voor te zijn." De hoofdpersoon heet Melville. Iedereen denkt aan de schrijver van Moby Dick. „Melville is een van mijn grote voorbeelden. In het begin schreef hij realistische reisver halen en werd zeer gewaardeerd. Maar al snel haakte iedereen af toen hij in zijn boe ken heftige en vreemde kwesties aansneed. Pas een eeuw na zijn dood merkten de men sen dat Melville op een betoverend spoor terecht was gekomen. Wie weet wachten mijn boeken eenzelfde toekomst, maar het gevaar dat er niets gebeurt, moet ik maar op de koop toenne- men. Het soort boeken dat ik overigens echt wil schrijven, kan een mens pas maken als hij vijftig jaar of ouder is. Je moet veel gestudeerd hebben en verschillende leeftij den zijn gepasseerd. De kostbaarste boeken hoop ik, ijs en weder dienende, tussen mijn 50e en 70e te schrijven.' Dick Schouten: 'De maaier'. Uitg. Prometheus, prijs 34,90. aan wiepj je geeft; wat er toe deed is of van jou gezegd kon zijn: zo een men moet wel ver zijn om zo vreemd te gaan, ver heen Elly de Waard: 'Het zij'. Uitg. De Harmonie, prijs 32,50 „Ik voel me er wel prettig bij. Misschien is er wel het gevaar dat ik op den duur niet meer word uitgegeven, maar dat risico moet ik dan maar nemen. Er is nu sprake van een groen en vruchtbaar klimaat waarin zelfs zwakke plantjes welig kunnen tieren. Mis schien gedij ik beter in een woestijnklimaat, want daarin komen andere dingen naar boven. Tegenwoordig bestaat er in de Nederlandse literatuur een gouden wet: schrijven is schrappen. Geen woord te veel, dat is de hoogste lof die je als schrijver kunt krijgen. In mijn opvatting betekent schrijven iets heel anders. Voordat ik begin heb ik de loop van het vertelde verhaal bedacht, gebeurte nissen, spannende momenten, maar zij zijn alleen de springplanken om de verbeelding en ononderbroken woordenstroom op gang te brengen. Schrijven is voor mij een soort van optre den. Ik ben gevuld met een niet te beteuge len geestdrift, omdat ik het gevoel heb dat er iets moois voor het oprapen ligt. Dat moet ter plekke in één klap op papier komen. In het vuur van het spel kunnen sommige for muleringen niet goed zijn, maar andere for muleringen nemen vormen aan die nooit met schrappen en vijlen te bereiken zijn. In die furieuze schrijfstemming komt er hopelijk een onstuitbare energie los. Tege lijk moet er ook een soort afstand zijn, alsof je jezelf bezig ziet in je bevlogenheid. Dan wordt schrijven een vreemde bezigheid. De afstand kleurt de bezetenheid tot een nuch tere extase en de som van de delen is meer dan het geheel.' Je studeerde Nederlands en promoveerde op een proefschrift over de laat-middeleeuwse 'cluchten'. In hoeverre heeft de studie je werk beïnvloed winstbeluste lieden hun West Indische Compagnie op, om 'de West' af te romen. De bekende kapitein Piet Heyn landde in 1628, mét de door hem veroverde Zilvervloot, op de kust van Brazi lië. De Hollanders veroverden aansluitend de hele kust. De stad Igarassu werd geplunderd (1632), vrouwen verkracht, ringen van vingers gerukt. En de hele stad werd in brand gestoken. In 1636 werd Johan Maurits van Nassau de Nederlandse gouver neur van Brazilië, met als taak om 'de Gereformeerde Religie soo veel doenlick is onder de blinde heydenen te doen voortplanten', en vooral om de Hollandse han delsbelangen veilig te stellen. In Recife bouwde de gouverneur het paleis Vrijburg en het buiten Schoonzicht. Joden uit allerlei Europese landen mochten hier hun geloof belijden, in Recife verrees de eerste synagoge van Amerika. De verlichte Johan Maurits bevorderde de wetenschappelijke beschrijving van natuur, geschie denis en bewoners van Brazilië, kreeg de bijnaam 'De Braziliaan' en werd teruggeroepen omdat de Hollandse kapitalisten hem te soft vonden. In Den Haag bouw de hij na zijn Braziliaanse avon tuur het Mauritshuis. In 1661 werd de kolonie, het Suy kerlandt Brezijl (Vondel) uitein delijk aan Portugal teruggeven. Tegenwoordig is Igarassu 100.000 inw.) een drukke bad plaats. Daarmee heeft J. Zuring de geschiedenis belicht van een stukje aarde waarover weinig Nederlanders iets weten. In een notedop is je kennis verrijkt. Dat is een hele verdienste. Maar zoals gezegd houd je er een lichte teleurstelling aan over. Dr. J. Zuring: 'De bewogen histo rie van de Cosmas en Damanius- kerk in Igarassu, het oudste kerkje van Brazilië'. Uitg. Van Spijk, Ven- lo/Antwerpen. Door Hans Rooseboom Je verwacht een interessant ver haal, en het is ook wel een inte ressant verhaal. Maar je nieuws gierigheid blijft onbevredigd, en dat komt omdat in de allereerste zin van het boekje die nieuwsgie righeid wordt gewekt. De auteur, zo lees je, is al tiental len jaren gefascineerd door het verschijnsel tweelingen. Hij heeft van het verschijnsel studie gemaakt in West-Afrika, waar een tweelingen-verering bestaat onder de Yoruba. Daarop vertelt de auteur dat de zwarte slaven uit West-Afrika hun geloof niet mochten belijden in het Portugese rk Brazilië. Ter wijl het boekje gaat over de oud ste kerk van Brazilië, gewijd aan de christelijke tweeling-heiligen Damianus en Cosmas. Dan verwacht je toch een prach tig verhaal over slavenhandel, religies, voodoo en de rk kerk, de vermenging van afrikaanse en christelijke geloofselementen, en de rol van de Hollanders daarin - want de Hollanders waren zowel de slavenhandelaars als kort stondig heren van Brazilië. Maar dat verhaal komt niet. Wel een verhaal over een boeiend stuk van de wereld: het uiterste noordoosten van Brazilië. Het is geschreven door dr. J. Zuring, arts in ruste, woonachtig in Bre da. In het kort gaat het verhaal zo: al direct na de ontdekking van de Nieuwe Wereld in 1492 verdeel den de grootmachten Portugal en Spanje Amerika onder elkaar. Reden waarom nu 150 miljoen Zuidamerikanen Portugees spre ken en de rest Spaans. De Portugezen vestigden zich in de havenstad Igarassu op 27 november 1535, de naamdag van de H. Damianus en H. Cosmas, en daarom werd er in de stad een kerk aan hen gewijd. Het was de eerste kerk in Brazilië. Alles ging goed tot de Hollanders kwamen. In 1621 richtten deze Wat betekent dat precies: het soortelijk gewicht? „Dat is niet zo in een paar zinnen uit te leg gen. Aan iedere verhouding zitten duizend kanten. Maar ook aan voorwerpen. Neem de stillevens uit de 17e eeuw: voorwerpen naast elkaar. Druiven, vruchten, glaswerk, licht val. Hoe langer je ernaar kijkt, hoe meer je opmerkt. Ieder herkenbaar voorwerp heeft meer kwaliteiten en eigenschappen dan je in het dagelijkse verkeer zou vermoeden. Zo is het ook met menselijke verhoudingen. Het lijkt soms in mijn boeken om onwaarhe den en halve waarheden te gaan, maar lang zaam maar zeker komt er via die omweg iets als de naakte waarheid in zicht. Dan raak je aan dingen die je niet op een andere manier kunt bereiken. Dat gebeurt alleen in muziek, schilderkunst en literatuur. Het is eigenlijk zeer verontrustend dat we nu een klimaat hebben met filosofische lite ratuur waarvan Connie Palmen het boeg beeld is. Een fijne collega, daar niet van, maar al haar ideeën over wat fundamenteel belangrijk is, wat diepzinnig is, zijn bij haar voor de hand liggend, kinderachtig en natte vinger-werk. Op de een of andere manier is er ooit het misverstand gerezen dat filosofie synoniem is aan diepzinnigheid. Maar de diepzinnig heid van de filosofie is geen schim van wat er met religie en literatuur bereikt kan wor den. Filosofie is een overschat fenomeen. De maaier is haast een oorlogsverklaring aan de wijsbegeerte.' De opening van je roman is heel verrassend. De proloog betsaat uit de beschrijving van een zonnedans, een indiaans ritueel, dat bedoeld is om de oorspronkelijke inspiratie van een stam te herstellen. Het gaat, ik citeer de achterflap, om 'de wisselwerking tussen vreemdheid, wildheid, glorie, onbe grijpelijkheid, nederigheid, liefde, oneindig heid en kracht'. Vanwaar dit uitgangspunt? „In Amerika, in het kader van het project writers in residence, woonde ik niet ver van „In onze tijd worden de cluchten gezien als moppenboekjes, korte prozateksten met dwaze situaties en grappige opmerkingen. In die tijd hadden ze een religieuze en hoge literaire lading en werden dan ook beschouwd als kostbare goudstukken die verheffend werkten op de menselijke geest. Ze hadden een directe, heftige uitwerking op de menselijke emoties. Als je aan een hedendaagse lezer een mid deleeuws boek voorlegt, dan vindt hij het eentonig, saai en vergezocht, want hij leest het met de verwachtingen van de tegen woordige tijd. Eigenlijk is het een soort hei ligschennis om de huidige maatstaven daar op toe te passen. Daarmee schend je die boe ken. Vroeger was kunst angstaanjagend, denk aan de werken van Michelangelo of van Brueghel die nu als place mate in een res taurant ligt. Zo zie je maar hoe de lading ongelooflijk kan verpieteren en tegenwoor dig alleen de eetlust kan opwekken. In zijn voor Jenny's grootmoeder als model. Het boegbeeld kreeg dezelfde rode haren, Jenny heeft trouwens ook rood haar. Op een dag komt het hoofd van het boeg beeld op de golven meedrijven. Seward lijkt te weten dat er iets waardevols is aangespoeld en waarschuwt dat oma het in zee moet teruggooien: zonder ogen kan de Amaryllis niet over de zeebodem varen. Oma wil het beeld houden. Dan komt de zee het halen. Er steekt een orkaan op met muren van water en hui zenhoge golven. Het water komt zo hoog dat het het huis op de klip binnenkomt, de stormwind rukt deuren en ramen uit.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 16