'Wielrennen is topsport, voetbal een spel' omst Professor Francesco Conconi, de man achter veel Italiaanse wielersuccessen Generaties taiend, DËSTBM SPORT B3 Ie Gliniclowns ïeldje te bestellen. Italiaanse wielerprofs domineerden de afgelopen vijf jaar op indrukwek kende wijze het peloton. In 1991 wonnen ze 120 wedstrijden, in 1992 boekten ze 135 overwinningen, in 1993 liefst 175, in 1994 liep het aantal zeges zelfs op tot 210 en vorig jaar werd opnieuw een record gebroken: 221 overwin ningen. Aan de basis van veel suc cessen van de Azzurri staat professor Francesco Conconi uit Ferrara. DONDERDAG 18 JANUARI 1996 een speciale modem- beft u de mogelijkheid Immunicatie. Bovendien voorbereid op toekom- i in de mobiele telefonie, een carkit in uw auto I-den, al of niet voor [is toekomstmuziek...! bewijs, planten) Pocketline dealer: ■218342; Automat Breda 07 6-5717044;! |0; TB BAM B.V. 076-5787888. HULST:! L: Next Telecommunicatie 0 1 65-558000; J |68-323590. U krijgt het beeldje in uw bezit door 49,50 over te maken op giro 8378, te Amersfoort, o.v.v. 'Cliniclowns beeldje' of bel eerst 06-8998807 (40 ct. p.m.). De Cliniclowns. De specialisten van de lach. Dankzij het werelduurrecord van zijn landgenoot Francesco Moser (in '84) werd de aanpak van professor Conconi pas echt een begrip in de sportwe- Professor Conconi voor zijn centrum sportonderzoek in Ferrara. reld. foto archief de stem FOTO TONNY STROUCKEN Door Jarr Seuren Ferrara - De Italiaan Francesco Conconi is al jarenlang verbonden aan de universiteit van Ferrara, een stad met 155.000 inwoners. Ferrara is bekend om zijn culinai re tradities en middeleeuwse paardenkoersen. Maar ook van de universiteit waar Conconi en zijn medewerkers topsporters op belangrijke evenementen voorbe reiden. Professor Conconi (60) is vice-rector van de universiteit, voorzitter van de afdeling biochemie en directeur van het centrum sportonderzoek in Ferrara. Daarnaast is hij ook nog voorzitter van de medische commissie van de internationale wieler- unie (UCI) en als arts verbonden aan de commissie van het Internationaal Olym pisch Comité (IOC). Tijdens de kerstdagen opende hij met gepaste trots een nieuw gebouw voor zijn staf, even buiten het centrum van Ferra ra. In het gebouw, een voormalige boer derij, staat de meest moderne trainings- apparatuur. Jaarlijks melden zich zes honderd sporters bij Conconi. Onder hen de Italiaanse skiër Alberto Tomba, atle- tiekvedetten als Cova, Dorio, Pizzolato, Da Milano en Bordin en Olympisch lang- laufkampioen De Zolt. Zij maakten in het begin van de jaren tachtig carrière dankzij de 'Conconi-formule'. Zijn aan pak kreeg echter pas bekendheid toen Francesco Moser op 19 januari 1984 op 34-jarige leeftijd in Mexico het werel duurrecord van Eddy Merckx verpulver de. Moser passeerde als eerste renner in de geschiedenis de grens van de vijftig kilometer. Daarvoor had Moser vierhon derd testen van Conconi gevolgd. Omslagpunt Jaren geleden raakte Conconi tijdens zijn revalidatie van enkele opgelopen breuken geboeid door het mechanismen van het menselijk lichaam. Ontdekte toen een relatie tussen de hoogte van de hartfre- quentie en de verzuring van de spieren. Dat gegeven vormde de basis voor zijn befaamde schema's, waarin het zoge naamde 'omslagpunt' centraal staat. Het omslagpunt of de overslagpols is het moment waarop een sporter grote inspanningen kan blijven doen zonder dat veel verzuring in de spieren optreedt. Die methode is nu bekend als de Conco- ni-test. Met zijn assistent Michele Ferrari, vorm de Conconi aanvankelijk een vermaard duo. Ferrari vertrok met veertig Italiaan se topatleten naar Mexico waar hij hun reacties peilde bij inspanningen onder extreme omstandigheden op een hoogte van vierduizend meter. Een voorbeeld dat later door Moser en vervolgens door honderden wielrenners werd gevolgd. Ferrari en Conconi gingen echter uit elkaar. Ferrari zorgde twee jaar geleden voor grote opschudding met uitlatingen over het gebruik van doping in de wieler sport. Ferrari verklaarde dat het gebruik van allerhande produkten is toegestaan als ze niet tijdens medische controles opgespoord kunnen worden. Die uitspra ken leidden tot zijn ontslag bij de Gewiss-wielerploeg. „Mijn collega is een andere weg ingesla gen," zegt Conconi diplomatiek. „We zien elkaar alleen nog tijdens de nieuwjaars receptie." Agenda overvol Ondanks zijn leeftijd bruist Conconi nog van energie. Zijn bureau ligt vol met gra fieken en schema's. Aangezien hij voor tal van congressen over de hele wereld wordt uitgenodigd, is zijn agenda over vol. Fietsen voor zijn plezier kan hij dan ook nauwelijks meer. Vroeger fietste hij zo'n twaalfduizend kilometer per jaar. Enkele jaren geleden organiseerde hij een wielerkoers op de Stelvio, de beruchte col in de Dolomieten. De deelnemers starten op negenhonderd meter hoogte en eindi gen na 24,7 kilometer op 2500 meter boven de zeespiegel. Conconi eindigde de afgelopen twee jaar op de derde plaats eindigde. Achter Olympisch kampioen langlaufen Maurizio de Zolt en Francesco Moser. Op jeugdige leeftijd was Conconi ooit atletiekkampioen op de duizend meter. Daarna gaf hij de voorkeur aan zijn studie. „Het is niet belangrijk hoe lang je traint, maar welke inspanningen je doet," zegt Conconi. „Daar zijn ook onze testen op gebaseerd. Maar niet iedereen die onze raadgevingen volgt, komt tot opvallende prestaties. Moser, de eerste coureur die in in 1983 begeleidde, was een uitzonderlij ke atleet. En ook mijn aandeel in de suc cessen van Tomba en Indurain is eigen lijk te verwaarlozen. Ik heb hen alleen geadviseerd hun gewicht met zes kilo gram terug te brengen." Vijf jaar geleden meldde Chiappucci, toen nog een bescheiden knecht, zich voor de eerste keer bij II professore. Mede door de medische begeleiding in Ferrara ontwikkelde de Italiaan zich tot een wereldtopper. Gianni Bugno volgde één maand voor zijn eerste wereldtitel in 1991 de trainingsaanpak van Conconi. Ook Maurizio Fondriest meldt zich regel matig in Ferrara. „Alles staat of valt met talent. Als dat er niet is, kan niemand ter wereld je hel pen," zegt Conconi. „Wij begeleiden uit sluitend individuele sporters. Het heeft geen enkele zin om voor tien sporters dezelfde trainingsschema's samen te stel len. Er zijn geen twee personen ter wereld die precies gelijk zijn. Topspor ters zijn wat mij betreft wielrenners, langlaufers, skiërs en bi-atleten. Voetbal lers niet. Als iemand na 45 minuten een kwartier mag uitrusten, kan ik dat niet onder de noemer topsport rangschikken." Hoewel de aanpak van Conconi in de loop der jaren in tal van landen navol ging heeft gevonden, lijkt het overwicht van de Italiaanse wielrenners nog elk jaar groter te worden. Rusland Conconi had die vraag verwacht. Toch denkt hij even na voor zijn antwoord. „Rusland domineert al jaren de biatlon- wedstrijden. Niet vreemd aangezien twee miljoen mensen in dat land die sport beoefenen. Italië beschikt over verreweg de meeste profrenners. Zij zijn sterk in eendagskoersen, maar in grote etappe wedstrijden worden ze verslagen. Dat komt omdat Italiaanse trainers hun oefenstof op snelheid baseren. Indurain traint daarentegen als klassementsrenner op inhoud en kracht. Hij mist daardoor explosiviteit. Indurain kan in normale omstandigheden tien keer tegen Cipollini sprinten. Hij zal geen enkele keer win nen. Dat heeft met de opbouw van de spieren te maken." Francesco Conconi kijkt er niet van op dat de Italiaanse successen in verband worden gebracht met het gebruik van verboden middelen. Hij vermoedt dat in Italië dezelfde verhalen zouden opduiken als een andere wielernatie er met kop en schouders bovenuit zou steken. Volgens hem weet de internationale dopingcom- missie van het gebruik van drie verboden produkten in het peloton. EPO (erytro- poëtine), groeihormonen en cortisonen kunnen echter tijdens de dopingcontroles nog niet worden opgespoord. „Doping is een maatschappelijk pro bleem. Kijk maar eens naar de drugsver slaafden over de hele wereld. Ook in de sport zal tot in lengte van jaren de strijd tegen verboden middelen gevoerd wor den." De professor ontkent dat een geheim schuilt achter de Italiaanse overheersing. „De basis daarvan is dat onze renners alles opzij zetten voor hun beroep. En dat kan ik geen geheim noemen," glimlacht hij. „De vakantie van wielertoppers duurt hooguit twee weken en zelfs dan nemen zij de fiets nog mee. Of ze houden zich fit met zwemmen, joggen of fietsen. In december trekken ze al de bergen in. De kopmannen volgen persoonlijke sche ma's en bereiden zich in hun eentje voor op een koers. Anders heeft de aparte aan pak geen enkel nut." Conconi heeft niet de indruk dat trainers in België, Nederland, Frankrijk of welk ander land minder onderlegd zijn. Italia nen hebben echter het grote voordeel dat beloftevolle coureurs al in een vroeg sta dium geselecteerd en professioneel bege leid worden. Zonder dat van buitenaf prestaties worden geëist. „En vergeet niet dat het klimaat in Italië in ons voordeel is," zegt hij. „In Sicilië, Toscanië en aan de Tyrreense Zee kan in de wintermaan den optimaal getraind worden. Regen, sneeuw en kou zijn niet de meest ideale omstandigheden om je op het seizoen voor te bereiden." Allez Jalabert Het afgelopen wielerjaar stond in het teken van Laurent Jalabert. 'Allez Jala bert' was de vaakst te horen kreet langs de kant. Conconi is niet verbaasd over de progressie van de Fransman. Hij acht de nummer één van de wereld echter niet in staat om de Tour te winnen, ook al pres teerde hij afgelopen seizoen boven ver wachting in de Franse etappewedstrijd. Dat Jalabert met overmacht de Ronde van Spanje won, is volgens Conconi voor een groot gedeelte te danken aan zijn sterke ploeg. „Ik verwacht in de komende grote etappekoersen meer van wereld kampioen Abraham Olano. In de Vuelta was de.Spanjaard in alle tijdritten opper machtig. Tijdens het WK in Colombia bewees Olano dat hij ook kan klimmen." Conconi noemt het dansen op de cols een natuurlijke gave. „Niemand kan dat leren. Op veel hellingen kan een renner door intensieve training wel verbeteren. Maar in het hooggebergte gelden andere wetten. Indurain, die in de afgelopen Tour indruk maakte in de cols, reken ik echter niet tot de klimmers. Bij een beklimming met een stijgingspercentage van acht procent kan hij nog goed volgen, maar echte klimmers komen pas tot hun recht als de stijgingen tot twaalf procent of meer oplopen. Dan zie je de echte berggeiten. Zoals Pantani en in de toe komst misschien nog enkele anderen. Namen noem ik niet. Die houd ik nog even voor me." Computer De techniek, computer en aërodynamica spelen een steeds grotere rol in de wieler sport. Daar heeft Tony Rominger dertien maanden geleden tijdens zijn geslaagde aanval op het werelduurrecord in Bor deaux (55,291 kilometer) optimaal van geprofiteerd. De Zwitser schroefde de afstand zó hoog op dat zelfs Miguel Ind urain zich er stuk op reed. De meest opzienbarende ontdekking voor Conconi was echter de fiets die de Schot Graeme Obree zelf ontwierp en waarmee hij twee maal het werelduurrecord ver brak. „Jammer dat de 'ligfiets' van de Schot door de technische commissie van de UCI niet werd getolereerd," vindt hij. „De positie op de fiets is van extreem belang geworden. Obree heeft laten zien hoe het moet. Met zijn fiets verbeterde Moser tien jaar later op 44-jarige leeftijd zijn eigen wereldrecord met zeshonderd meter. Dat zegt eigenlijk alles."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1996 | | pagina 13