AAR! Digitaal is niet meer van deze tijd IHOUT De oudste gegevens dateren uit de veertiende eeuw maandag gesloten) Ingebakken Kermis Wenskaarten Horloges zijn net zo persoonlijk als parfum Wikken en wegen Andere metalen Digitaal SnuQes bart boeren binnenhuisarchitect nde genaderd is, n ue jaar lillen vieren, allen met de prijzen! '.ubelen ij u aanbieden met ite kortingen. langs et mee van ons ide nspektakel!7 iens in Oosterhout! Surpiu VRIJDAG 29 DECEMBER 1995 DEEL u in de daluren maar minuut aan gespreks- entreekosten bedragen tline Tango is de extra ■service 3,36 per ig. Met deze pakket- behalve de telefoon ocketline dealer: 1342; Automat Breda 076-5717044 TB BAM B.V. 076-5787888. HULS NextTelecommunicatie0165^58W Door Jeanet Zandbergen Met oudjaar eet je oliebollen. Het nieuwe jaar wordt ingeluid met een hoop lawaai. Kerst-en nieuwjaarskaarten hangen aan linten in de kamer. De krantebezorger wenst je gelukkig nieuwjaar en krijgt in ruil daarvoor een fooi. Dat zijn zo van die tradities, die in de don kere dagen rond oud en nieuw nog steeds in ere worden gehouden. Maar waar komen die oliebollen eigenlijk vandaan? Zeker, zo'n schaal vol, dik onder de poedersuiker staat beslist decoratief op het oudejaars- buffet. Maar smaken die bultige ballen eigenlijk wel bij de mousse de saumon et son caviarEn dan die lawine kerst- en nieuwjaarskaarten, waar slaat dat eigen lijk op? De wortels van al die gebruiken liggen diep in de geschiedenis verankerd. Ineke Strou- ken, directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur, maakte een studie van de tradities rond Kerstmis en oud en nieuw, die al eeuwen lang hetzelfde patroon als basis hebben: eten en drinken en dan zo veel mogelijk. „Die patronen zitten er bij ons ingebak ken," zegt ze. „Ook al moet half Nederland eigenlijk aan de lijn doen, in die tijd nemen we het ervan. Vooral met Kerstmis natuur lijk. Kerstavond heette vroeger al 'Dikke Vreetavond'. Nu is al dat eten in feite niet meer nodig. Maar zeker tot in het begin van deze eeuw was dat wel het geval." Strouken vertelt hoe de bevolking op het platteland in-de zomermaanden voorraden aanlegde voor de winter. Mislukte de oogst echter, dan was er in de winter grote schaarste. Om ervoor te zorgen dat er in de allerdonkerste periode van het jaar toch iets te eten was, werd tijdens de adventstijd voedsel opgespaard. Daarnaast waren er - vaste dagen waarop gebedeld mocht wor den. Dat waren onder meer met Sint Tho mas, tijdens de kerstdagen, met Onnozele Kinderen en op nieuwjaarsdag. Arbeiders klopten dan aan bij rijke boeren en adel en kregen eten mee. Dat waren vooral oliebollen en wafels, later werden ook kerstbrood en chocolademelk uitge deeld. Overigens, op paleis Soestdijk wordt dat gebruik in ere gehouden. Op het kerst feest voor het personeel wordt chocolade melk geschonken. Oliebollen werden niet alleen in de winter tijd gebakken. Ook na een periode van zwaar werk, bijvoorbeeld de oogst in juli, waren oliebollen troef. Tijdens feesten, werd menige bol weggehapt. En ook nu nog zie je op elke kermis wel een oliebollen- kraam. „Maar vooral in de dagen rond Kerstmis waren vroeger die in olie gekook te bollen broodnodig. Juist door het hoge aantal calorieën en het vetgehalte," zegt Strouken. Destijds woonde de plattelandsbevolking in huizen met eensteens- of lemen muren. Als er al tegels op de vloer lagen, dan waren die direct op de grond gelegd. En wat de verwarming betreft: dat was veelal een houtvuur. Dat is eeuwen zo gebleven en al werd het open vuur dan op den duur door een kachel vervangen, zeker in de wintermaanden werd er veel kou geleden. In de huizen tochtte het meestal flink. Het was niks bijzonders om 's morgens met een laagje sneeuw op bed wakker te worden. Stevige kost was gewoon noodzakelijk om warm te blijven en dus te overleven. De oudste gegevens over oliebollen dateren uit de veertiende eeuw. „Er is een voor- raadlijst bewaard gebleven van een van de graven van Holland, waar de ingrediënten voor oliebollen op staan: meel, bier, gedroogde appeltjes en geconfijt fruit. „Het bier zorgde ervoor dat het deeg gistte, van het beslag werden oliebollen gebak ken, die destijds olie- of lijnzaadkoeken en smoutballen genoemd werden." Appelflap pen duiken in het begin van de-zestiende eeuw op en zijn in feite niets anders dan een variant. Het vieren van oud en nieuw zoals wij dat nu kennen en waarbij er voor miljoenen aan vuurwerk de lucht in geschoten wordt, is helemaal van deze tijd. Pas in de jaren dertig werd vuurwerk door Indiëgangers en Chinezen geïntroduceerd. Wel wordt er van oudsher een hoop herrie gemaakt. Strouken: „Maar dat begon eigenlijk al met Sint Thomas. Dan werden de klokken dag en nacht geluid, werd er met pannedeksels geslagen en buskruit onder emmers afgestoken. Doel was, de zielen van de overledenen te verjagen die in die tijd op aarde terug zouden zijn, een volksgeloof dat sterk leefde. En aangezien bij al die herrie ook veel bier en jenever gedronken werd, raakten de gemoederen voortdurend verhit. Met als gevolg vecht partijen. Maar net zo goed zochten de men sen bij elkaar warmte en gezelligheid. Pandverbeuren was in. En zingen en stoei en waarbij je elkaar in het stof duwde ook." Het sturen van wensen rond oud en nieuw is afkomstig van het nieuwjaarszingen. Nieuwjaarsdag was een van de offiële bedeldagen. Niet alleen op het platteland, ook in de steden gingen arbeiders langs de huizen om nieuwjaar te wensen in de hoop wat eten of geld te krijgen. Dat liep voortdurend uit de hand, de nieuwjaarszingers waren nogal eens opdringerig of maakten te veel lawaai. Gevolg was, dat het nieuwjaarszingen regelmatig verboden werd. Daar trokken de nieuwjaarszingers zich niets van aan. Verkopen aan de deur mocht wel. Het resultaat was, dat er naarstig nieuwjaarswensen gemaakt werden. Dat waren vaak fraai versierde kaarten met een gedichtje en vooral de wens de lantaarnop steker of de nachtwacht te gedenken. „Daaraan kan je zien hoe sterk zo'n tradi tie is. Geen mens denkt er bij na als de krantebezorger met zijn nieuwjaarswens aanbelt, maar pakt zijn portemonnee. Tra dities zijn als oliebollen. Ze horen er gewoon bij." In de dagen rond Kerstmis waren vroe ger die in olie gekookte bollen broodno dig. Juist door het hoge aantal calorieën en het vetgehalte. foto marc bolsius Door Jetty Ferwerda Extra plat, klassiek klokje, Baume Mercier. 'De nieuwe Irony-collectie van Swatch. Vroeger kreeg je op je achttiende verjaardag of een andere heuglij ke dag een horloge met inscrip tie, waar je voor de rest van je leven mee kon doen. Jongeman nen kregen een stoer klokje met metalen band, vrouwen een klein rond horloge met smal, zwartle ren bandje. Horloges waren ech te gebruiksvoorwerpen. Van life style had niemand nog gehoord. In deze tijd zijn horloges typi sche accessoires waaraan je iemands levensstijl af kunt lezen, maar ook de manier waarop die persoon vindt dat de buitenwe reld hem/haar moet zien. Het horloge als statussymbool is immers na de yuppie jaren nog springlevend, al is de kast in dit geval wél van hergebruikt zilver. Echte 'gearriveerden' kiezen voor een Rolex Oyster (Placido Domingo), Cartier Panthere (Madonna), Bvlgari (Joan Col lins), Timex (Sharon Stone) of Omega (Cindy Crawford). Een horloge kopen blijkt in de praktijk net zo moeilijk als de aanschaf van kleding of parfum. Wikken en wegen. De spiegel erbij. Denken: hoe komt hij over op mijn pols, onder mijn colbert, bij die ene trui, die jurk. Staren. De arm vooruit gestoken, draai en, buigen. Toch maar die andere proberen. Het is ook niet makkelijk. Afge zien van tijdloze (en dure) klas siekers lopen de meeste horloge- merken in de pas met mode en trends. Al is de golfbeweging wat trager dan bij kleding. De prij zen zijn niet meer uitsluitend hoog, zodat de aanschaf van een Een horloge is in deze periode van het jaar een bijna symbolisch voorwerp. Nooit staan we, letterlijk en figuurlijk, zo vaak stil bij de tijd als nu. Niet alleen om te checken hoe lang de koopavond nog duurt en of de oliebollen al in het vet moeten, maar ook om die laatste minuut van het jaar af te tellen. De laatste trends in horloges op een rijtje. tweede (derde, vierde) klokje nauwelijks pijn doet. Het is alle maal zo'n beetje de schuld van Swatch. Niet alleen de tweejaar lijkse collecties maakten hebbe rig, ook de specials ontworpen door mensen als Keith Haring, Vivienne Westwood of Christian Lacroix. Meer dan 140 miljoen klokjes zijn verkocht sinds de lancering. En het houdt niet op. De nieuwste serie van Swatch heet Irony, bestaande uit horlo ges van staal en aluminium. Met die materiaalkeuze loopt het merk in de pas met de laatste horlogetrend. Was het vroeger vooral geelgoud dat de klok sloeg (voor een klassiek ontwerp is dat nog steeds hét materiaal), nu doen andere materialen hun intrede. Roodachtig en rozekleu- rig goud, witgoud, platina en het futuristische keramiek (licht, sterk, krasbestendig). Titanium wordt ook veel toegepast, met het uiterlijk van hoogglanzend staal of zo zwart als de nacht. Esprit introduceerde onlangs horloges van gerecycled zilver, herwonnen uit oude films. Qua vormgeving hebben de jaren veertig, vijftig en zestig flink wat invloed gehad. De vorm van de klokjes is elegant en gracieus: rechthoekige en vierkante klok jes hebben afgeronde hoeken en zijkanten, ronde en ovale vormen komen ook voor. Horloge-ont werpers besteden ook veel aan-, dacht aan wijzers en wijzerpla ten, de cijfers, de bandjes en de knopjes. Zelfs over de manier waarop het bandje aan het klok je wordt bevestigd, is nagedacht. Wat gewoon echt niet meer kan zijn digitale horloges. Een enke ling loopt nog te pronken met zo'n grote knol aan z'n pols en springt verheugd op als de bieper klinkt. Horloges die de maan stand aangeven zijn ook uit, evenals grote logo's óp wijzer platen. Bescheidenheid siert in dit geval. Liefhebbers zien zo ook wel of het een 'echte' is. Een modern horloge is op z'n minst waterdicht, heeft een klokje met gehard glas (krasbe stendig, shockproof) en een tweede secondewijzer (waarom weet niemand). Mode zijn momenteel Romeinse cijfers, twee tijdzones op de wijzerplaat, extra platte klokjes en kleur. Bandjes zijn niet meer alleen bruin of zwart, maar metallic groen, rood of nachtblauw. Dat geldt ook voor de wijzerplaten. Sinds kort zijn horloges op de markt die hun energie uit licht halen. Onder de échte horlogefreaks is een tendens gaande naar mecha nische uurwerken in plaats van .quartz. Ook het kinetisch uur werk doet voorzichtig zijn intre de. Dit zijn klokjes die hun ener gie ontlenen aan de beweging van de pols. Batterijen of opwin den zijn dus overbodig. De nieu we kinetische horloges zijn veel nauwkeuriger dan hun voorgan gers van al tientallen jaren gele den. Sportievelingen hebben zo hun eigen voorkeuren: felle kleuren, kunststof of roestvrijstaal en snufjes als kompas, alarm, stop watch, thermometer en diepte meter. Opvallend zijn in dit geval de horloges van het Ameri kaanse merk FSL. Maar liefst vier verschillende series voor beoefenaars van beachvolleybal en basketball, surfen en snow- boarden, sandboarden en moun- tainbiken, skaten. Klokjes met afneembare schokdempers van kunststof, die de bovenkant beschermen tegen stoten. Fluori- serende wijzers. Horlogebanden met een siliconenlaag, die ze beschermt tegen water. Natuurlijk blijven genoeg mer ken het proberen met horloges met iets extra's: waar een pols- klokje van te maken is, een oor clip of broche, een bureauklokje, sleutelhanger of ring. Nieuw zijn de 'bouwpakketten', bestaande uit 20 tot 40 losse kunststof onderdelen (polsbandjes en rin gen), waarmee 'elke dag een ander horloge te maken is. Het is het soort doe-het-zeif-design dat eigenlijk niet meer bij deze tijd past. Te bedacht. Te onregelma tig van vorm. Als klassieker zul len ze de historie zeker niet in gaan. Verschillende klokjes in jaren '40 en '50-stijl van Fóssil. Sportief horloge met kompas van Esprit.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 23