begin
W aul pas op hè, dit is nog
maar het
Handel in honden en katten verdwijnt per 1 januari van Vogelmarkt in Antwerpen
DE STEM
VOGELTJESMARKT
VRIJDAG 29 DECEMBER 1995
.•^rss
'Thuis zien ze dat het geen bloempot is
Telkens weer smelten de laatste twijfels weg.
FOTO'S DE STEM/BEN STEFFEN
Vanaf 1 januari mag er
op de Belgische markten
niet meer gehandeld wor
den in honden en katten.
Eindelijk een diervrien
delijke maatregel in dit
land, juichen de dieren
beschermers. Pure brood
roof, klagen de handela
ren die op nog een neven
effect wijzen. De dood
steek voor beroemde
markten als de Antwerp
se Vogelmarkt die de
Ollanders hardnekkig
Vogeltjesmarkt noemen.
Door Romain van Damme
De snerpende decemberkou heeft
geen schijn van kans tegen het
warme enthousiasme waarmee
bezoekers van de Antwerpse
Vogelmarkt zich naar het begin
van de Blauwtorenstraat spoe
den.
Daar worden ze onthaald op
gekef en geblaf van de tientallen
hondjes die er iedere zondagoch
tend te koop worden aangeboden.
Telkens weer smelten daar de
laatste twijfels weg. Papa, die
zwarte met dat vlekske, wat een
lieveke!
Hapklare brokken voor de han
delaren. Mooi beestje meneer,
sterk ook. Daar zult u nooit spijt
van krijgen. Twee keer gevacci
neerd meneer. Papieren heb ik
hier allemaal bij me.
Zo gaat het al jaren op de Ant
werpse Vogelmarkt waar vooral
de Ollanders hun weg zoeken. Ze
komen van heinde en verre naar
de markt waarvan de rasechte
Antwerpenaren zeggen: dat is al
lang onze markt niet meer.
Broodroof
Roelands Eric brengt er al jaren
diverse hondenrassen aan de
man. Hij mag het nog één zondag
doen. Uitgerekend de laatste dag
van het jaar. Daarna is Roelands
Eric als hondenhandelaar niet
meer welkom op de Vogelmarkt
of welke markt dan ook in België.
„Mooie boel," moppert hij. ,,'t Is
broodroof. Gelukkig heb ik in
Basel, dat is niet ver van Antwer
pen, nog een kennel. Ik zal me
wel overeind kunnen houden,
maar inleveren moet ik. Dit was
iets extra's. Maar dat is ons blijk
baar niet gegund."
Roelands Eric is boos, erg boos
zelfs. Zijn verhaal is dan ook
doorspekt met gepeperde uit
spraken. Hij vertelt het met hor
ten en stoten. Want tussen alle
verwijten door is hij druk doende
om de hokken voor zijn levende
handel in elkaar te zetten.
Aan repen gescheurd krantenpa
pier dient als vloerverwarming
en stukken plastic langs het gaas
moeten de nog jonge dieren
enigszins tegen de gure kou
beschermen. Boven de honden
kopjes loeien de butagaskachel-
tjes. Vast gemaakt aan het zeil
van zijn kraam waaronder ook
zijn vrouw en de verkoophulp
i beschutting zoeken.
Het is de zondag voor kerst en
nog vroeg. Maar de overbuurman
van Roelands Eric staat al in de
startblokken. „Van Damme Ray
mond, uit Dendermonde. Eigen-
'Straks verdwijnen die andere dieren ook van de markt'.
lijk was ik niet van plan om met
de feestdagen hier te staan. Maar
ik heb nog wat jong spul, dus
dacht ik, ik ga d'er nog eens voor
een paar uurkes naar toe. Mis
schien ben ik straks los."
Ook voor hem is het een bijver
dienste. „Ik zit al in het pensioen.
Dit is pure liefhebberij van mij,
zo een beetje handelen en wat
fokken. Straks mag het niet meer,
dat klopt. Ik snap dat niet. En ik
niet alleen. De stad Antwerpen
wil dat ook behouden, het is ten
slotte een attractie voor de
markt."
„Ze maken de Vogelmarkt kapot
meneer," mengt een passant zich
in het gesprek. „Want pas op hè,
dit is nog maar het begin. Straks
verdwijnen die andere dieren ook
van de markt. Geen vogelkes
meer, niets meer. Zullen we toch
eens serieus naar een andere
naam moeten zoeken."
Pluimvee
De naam Vogelmarkt stamt uit de
zestiende eeuw. Toen werden er
op de Oude Vaartplaats en in
omliggende straten vooral een
den, ganzen en ander pluimvee
verkocht. Later kwamen daar
allerlei dieren bij. Nog niet eens
zö lang geleden kon er op Belgi
sche markten moeiteloos een
aapje, een slang of een ander exo
tisch dier aangeschaft worden.
„Gelukkig is dat wel voorbij,"
zegt Michel Vandenbosch van
Gaia, een vereniging die zich
inzet voor het welzijn van de die
ren. „Daar hebben we ook hard
voor moeten knokken, jaren zelfs.
Zoals we nu jaren gevochten heb
ben om de handel van honden en
katten op openbare plaatsen,
veelal markten, aan banden te
leggen."
Eindelijk een diervriendelijke
maatregel in dit land, zegt een
tevreden Vandenbosch. „Het
werd tijd, want in dit land moet
er op het gebied van dierenwel
zijn nog veel gebeuren. We zijn
dan ook dolgelukkig met deze
nieuwe wet. Dat is een belangrij
ke eerste stap."
Rasechtheid
Bij Roelands Eric verdringen zich
de eerste klanten van die dag. Ze
kijken vertederd naar jonge bou
viers, een Dalmatiër, een Ierse
setter, een Duitse staander en nog
wat andere rassen. Natte neuzen
tegen aaiende handen.
„Meneer, deze honden zijn twee
keer gevaccineerd. Twee keer!
Die beestjes mankeren niets en
hier krijgt u altijd een garantie
bewijs. Geen gesjoemel meneer.
En luister, iedere zondag sta ik
hier. Als u hier een hondje koopt
en u bent niet tevreden, dan weet
u mij toch te vinden? Voila!
Dat is niet zozeer het probleem,
antwoordt Michel Vandenbosch.
„Deze wet is vooral bedoeld om
die stroom honden en katten
richting asiel eindelijk eens te
doen afnemen. Iedere week is het
raak in die asiels. Komen ze die
hondjes weer brengen, want ze
hebben er thuis toch meer last
van dan gedacht was."
Zal best wel eens voorkomen,
geven de handelaren toe. Maar zij
geven eerlijke adviezen. Vraag
naar het echtheidbewijs is er op
een stuk karton geschreven.
„Kijk nou toch eens goed. Ik
breng geen piepjonge honden op
de markt. Dit zijn sterke honden,
prima beestjes waarmee je geen
problemen hebt."
Liefdevol
Het wordt ook verteld tegen een
jong stel uit Rotterdam dat lief
devol naar al dat opspringend
jonge grut kijkt. Zij zijn er speci
aal voor naar Antwerpen geko
men. „Omdat het goedkoper is en
we er ook nog eens een gezellig
dagje Antwerpen aan vast kun
nen plakken."
Bang om een kat in de zak te
kopen, zijn ze niet. „Je moet een
beetje uitkijken, dat wel. Maar je
ziet snel genoeg of je te maken
hebt met een serieuze handelaar
of niet. Vroeger zag je wel eens
hondjes in een kartonnen doos.
Daar moest je dus voorbij lopen."
Dat past nou precies in het
kraampje van Roelands Eric.
„Het probleem is niet van nu hè.
Die particulieren kwamen hier
ook zitten. Die hadden een hond
je gekocht en dat beviel niet.
Hup, in n'en doos meneer en de
markt op. Zo ging dat ook als ze
een nest jongen hadden."
Die dozen zijn er praktisch niet
meer. „Meneer, dat selecteert
zich zelf. Weet u dat we goed
gecontroleerd worden? Prima,
dat mag. Wij hebben hier niets te
verbergen. Als handelaren heb
ben we zelf van alles voorgesteld.
We hebben gezegd, maak een
goede wet waarin al die zaken
goed geregeld zijn."
„Dat is toch gebeurd," vindt
Michel Vandenbosch van Gaia.
„Die handelaren moeten eens
stoppen met jammeren. Bijna
allemaal hebben ze een winkel of
een kennel. Daar kunnen ze rus
tig verder gaan met hun handel.
Bovendien, ze wisten een half
jaar geleden al dat deze wet er
aan kwam. Ik heb daar zeker
geen medelijden mee."
Vol
Langzaam maar zeker stroomt
het plein voor de Stadsschouw
burg vol. De kou trotserend zijn
het toch weer de Ollanders die
langs de ongeveer 700 kramen
schuifelen. Zowat alles is er te
koop. Van een streng knoflook tot
een fiets, van kolenkit tot een
koekenpan die altijd schoon
blijft.
Vaak aangeprezen door marktlie
den die in sappig Vlaams de voor
bijgangers tot staan proberen te
brengen. „Die Ollanders blijven
wel komen," zegt een uitbater
van een van de vele cafeetjes en
eettenten die het decor van de
Vogelmarkt vormen.
„Het is niet alleen die markt. Ze
komen ook voor de stad. Als het
mooi weer is, drinken en eten ze
wat op een terraske. Of nu, met
die kou, komen ze binnen. U ziet
het, het is hier stampensvol. Ze
combineren het. Met een visite
aan de Zoo bijvoorbeeld. Een
dagje Antwerpen en dan weer
naar Olland."
Roelands Eric en zijn collega's
zijn daar niet zo zeker van. „Die
dieren geven de markt toch een
apart karakter. Het hoort erbij.
Al jaren. En ineens moet dat ver
dwijnen. Luister, dat de excessen
aangepakt worden, akkoord.
Maar waarom moeten de goeden
daar ook weer onder lijden."
Broedplaaatsen
„Wie lijden er nou," vraagt
Michel Vandenbosch zich hardop
af. „Het zijn de dieren die lijden.
Die markten zijn broedplaatsen
van ondoordacht handelen, kom,
u weet dat zelf wel. Een leuk hon-
dekopke, zo schoon en lief. Wie
kan daar nou weerstand aan bie
den?"
Op de Vogelmarkt niet iedereen,
maar thuis verandert dat, weet
Michel Vandenbosch uit een
jarenlange ervaring. „Thuis zien
ze dat het geen bloempot is, maar
een levend wezen met al zijn vro
lijkheden maar ook met zijn nuk
ken. Awel, dat was niet verwacht
en na een paar weken komt dat
beestje in een asiel. En dat willen
we nou eens zien te voorkomen."
De handelaren hebben zich
inmiddels suf gepiekerd om de
wet te omzeilen. Drie weken gele
den meldden ze zich op het schit
terend stadhuis van Antwerpen.
Misschien was het wel een idee
om iedere zondag een tentoon
stelling te houden in een gebouw
aan de Scheldekade.
Dan hoefde er niet meteen
gekocht te worden, maar konden
er afspraken voor later bij de
kennel of in de winkel gemaakt
worden. „Dat is toch ongehoord,"
is Michel Vandenbosch veront
waardigd. „In Gent is er zelfs
door de politie gezegd dat uitzon
deringen mogelijk zijn. Geen
'Mooi beestje meneer, sterk ook.'
sprake van. Wet is wet en daar
moet iedereen zich aan houden."
„Weet u hoe we dat noemen in
Vlaanderen? GefoefeV. Lokale
overheden doen er aan mee, laten
ballonnetjes op. Misschien is er
ergens nog een ontsnappingsweg-
getje te vinden. Het ministerie is
echter heel duidelijk, nee is nee.
Wet is wet."
Het is de schuld van de groenen,
weet Roelands Eric heel zeker.
„Die krijgen hier alles voor
mekaar. Die Vandenbosch is ook
zo n'en groene. Ge wordt er niet
goed van. Ze weten alles beter.
Zitten ze zeven hoog in Brussel.
Ze weten niet eens hoe ze met een
hond moeten omgaan."
Michel Vandenbosch hoort het
grinnikend aan. „Het komt wel
goed. We hebben alle burgemees
ters van plaatsen waar dieren
markten zijn, aangeschreven.
Van de marktmeester van La
Batte, een grote dierenmarkt in
Luik, hebben we een brief gekre
gen. Hij houdt zich nauwgezet
aan de wet. Prachtig!"
„Onze strijd is nog niet gestre
den. Wij vinden dat de handel in
alle gezelschapsdieren op mark
ten verboden moet worden. In
Groot Kortenberg, een gemeente
tussen Zaventem en Leuven, is
dat al ingevoerd. Het zal nog even
duren voor dat gemeengoed is.
Met deze eerste stap zijn we al
blij. Voor het eerst gaat in dit
land het welzijn van dieren boven
het winstbejag."
Zeg het niet tegen de handelaren
op de Vogelmarkt. „Gezever alle
maal. Weet u waar het allemaal
op uitdraait? Dat u straks geen
enkel huisdier meer mag houden.
Dat is een plezante gedachte!"
'Voor het eerst gaat in dit
land het welzijn van dieren
boven het winstbejag.'