Een jaar zonder de grote namen KINDERBOEKEN Berlijn-3 Verbeelding lijkt weer aan de macht te komen in Nederlandse literatuur Kerstcadeau voor elk kind DESTEM BOEKENGIDS DE STEM Het portret VRIJDAG 22 DECEMBER 1995 D2 Door Johan Diepstraten De meeste publiciteit in 1995 kre gen de boeken die een jaar eerder verschenen: de aandacht ging naar Indische duinen van Van Dis, Gewassen vlees van Thomas Roosenboom, Gesloten huis van Nicolaas Matsier en Asbestem- ming van A.F.Th, van der Heijden. Normaal gesproken moet 1996 in het teken staan van weer zo'n rijtje titels, maar de kans dat de verschillende jury's met dezelfde kanshebbers komen, is uitgesloten. De vriendschap van Connie Pal men kwam precies op tijd om in het jaar van verschijnen nog een grote prijs te krijgen. Niemand zal raar opkijken als deze roman in ieder geval nog één onder scheiding in de wacht sleept. De Mekka-prijs van de literaire kri tiek bijvoorbeeld, omdat Palmen nu alleen hoeft te concurreren met de boeken die in 1995 zijn verschenen. Dat is de consequen tie van het merkwaardige sys teem dat de meeste prijzen een looptijd hebben dwars door het kalenderjaar heen, meestal van mei tot mei of juni tot juni. Als over enkele maanden de nominaties bekend zijn voor de nieuwe reeks prijzen, zijn verras singen niet uitgesloten. Er zijn geen gedoodverfde kandidaten, dus de samenstelling van de jury zal dit keer zeer bepalend zijn. Zet in de Libris-jury mensen die houden van verhalende literatuur - zo'n gezelschap is tegenwoordig alleen met veel moeite samen te stellen - en het lijst je met de bestsellers ligt klaar. Zo zijn er jury's te bedenken met liefhebbers van het autobiografische verhaal of met mensen die zweren bij literatuur waarin het nadrukkelijk om de vorm, de stijl, het filosofische gehalte of het labyrint gaat. Nodig juryleden met verschillende voorkeuren uit om de pot te verdelen en het gebakkelei zal hevig zijn. Zelfkant Ook al is het een verheugende ontwikke ling in de Nederlandse literatuur dat de allochtonen zich in 1995 prominent heb ben laten horen, hun kansen zijn mini maal. De publiciteit voor Hoezo bloed mooi van Hans Sahar en De weg naar het noorden van Naima El Bezas mocht er zijn, over de geringe literaire kwaliteiten is iedereen het eens. Hooguit als sociolo gische portretten van een nieuwe gene ratie die zich ophoudt aan de zelfkant van de maatschappij, zijn deze romans van waarde. In literair opzicht veel interessanter was het verschijnen van De onschuld van een vis van Alfred Birney. De roman mag qua thema's, opzet en structuur veel lij ken op de bestsellers van Van Dis en Matsier, de eigen toon van Birney ver dient een groot lezerspubliek. Als geen ander verbeeldt hij het opgroeien van de tweede generatie Indië-gangers in Nederland. Onbegrijpelijk is het dat Sahar en El Bezas wel de volle aandacht van de media kregen en Birney bijna werd doodgezwegen. Reputatie Opvallend was ook de geringe aandacht voor schrijvers met een zekere reputatie. Het wonder van Maarten Biesheuvel heeft zo goed als niets gedaan in de pers, en dat geldt eveneens voor Adolf Eva de Dood van Jeroen Brouwers, De ver voering van Rudolf Geel, Wat wil de koe van Koos van Zomeren, Piranesi en zijn dochter van Dirkje Kuik, Oorlogsbruid van Jan Cartens, Niet verstaan van Ger ard Durlacher en Broederweelde van Jean-Paul Franssens. Stuk voor stuk verdienstelijke boeken, maar nauwelijks opgemerkt. Misschien is het overdreven om van een teleurstelling te spreken, maar nogal wat Jan Brokken talenten van de aanstormende generatie kunnen niet terugkijken op een succes vol jaar. De doorbraak kwam niet voor Jan Tetteroo met De korte historie van het Nederlandse volk, voor Hendrikje Spoor met Een huwelijk, voor Joris Moens met Zondagskind, voor Philip Markus met het vrijwel onleesbare Het verlossende woord en voor Paul Ver- huyck met De binnendienst. Ze zagen er zo mooi uit in de aanbiedingsfolders, de aanprijzingen vooraf waren indrukwek kend, maar het lezen van deze romans was in een aantal gevallen zonder meer een straf. Gerenommeerden Het zou dus moeten komen van de gear- riveerden. Helaas, de meesten publiceer den niet. De twee omvangrijke romans van A.F.Th, van der Heijden komen in het voorjaar van 1996. Geen oorspronke lijk nieuw werk verscheen van Harry Mulisch, Hugo Claus, Hella S. Haasse, Tessa de Loo, Maarten 't Hart, Kees van Kooten, F. Springer en Cees Nooteboom. De gerenommeerden die wel iets van zich lieten horen, maakten hun faam niet waar: de verhalenbundel van Margriet de Moor, Ik droom dus, behoort zeker niet tot haar sterkste werk, de postuum gepubliceerde novelle Ruisend gruis van Willem Frederik Hermans draagt veel sporen van haast. Uit de hoek van de gearriveerden kwamen alleen Zionoco van Leon de Winter en Geestgrond van Boudewijn Büch, romans die volgens goed Nederlands gebruik door de ene helft worden verafschuwd, door de andere geprezen. Het zou niet aardig zijn om te beweren dat de beste boeken van 1995 geschreven zijn door de tweede garnituur auteurs, wel is het een gegeven dat de bekende schrijvers hooguit de onderste regionen van de bestsellerslijsten haalden. Hoe duur was de suiker? van Cynthia McLe- od bijvoorbeeld, een boek over Suriname in de periode dat de slavernij haar lang ste tijd heeft gehad. Het is een roman vol dramatiek. Door de vele korte hoofd stukken, telkens vanuit een ander perso nage, en door de grote hoeveelheid spec taculaire gebeurtenissen, blijft de span ningsboog in tact. In Suriname was Hoe duur was de suiker? bij het verschijnen in 1987 onmiddellijk een bestseller, het zag er in de zomer even naar uit dat deze meeslepende en bij vlagen melodramati sche historische roman in Nederland hetzelfde succes zou behalen. Brand Een andere bijzondere historische roman, Het plezier van de duivel van Daphne Meijer, speelt in de tweede helft van de 18e eeuw. Aanleiding is de brand van de Amsterdamse schouwburg aan de Keizersgracht in 1772. Het is de tijd van de godsdiensttwisten met gomaristen, remonstranten, mennonieten, papen en anti-papen. Het is ook de tijd van opko mende vreemdelingenhaat. Mooi verwe ven in Het plezier van de duivel is de afkeer van een deel van de Amsterdamse bevolking van de Vlaamse operisten die op het moment van de brand de schouw burg bespelen. Hoofdpersoon is de 52-jarige Anna Bar nard die door het leven gaat als bulte naar: zij is geen aantrekkelijke huwelijk se partij en de 'zonde des vlezes' is voor haar niet weggelegd. Zij observeert de wereld als een echte buitenstaander - als Daphne Meijer bijvoorbeeld -, maar er mankeert niets aan haar waarnemings vermogen. Na een enerverende reis naar Amsterdam probeert Anna Barnard een samenwerkingsverband met de Vlamin gen aan te gaan, wat op een catastrofe uitloopt. Het belangrijkste thema van de roman is bedrog. Intrige Er kunnen heel wat studies gewijd wor den aan een fenomeen in de Nederlandse literatuur dat echt van deze tijd is: romans waarin de verbeeldingskracht van de lezer danig op de proef wordt gesteld. Hoeveel romans zijn er dit jaar gepubliceerd met een intrige die abso luut ongeloofwaardig, maar binnen de context van het verhaal zowaar accepta bel is? Hermans overtuigde niet echt met Rui send gruis, en ook de verbeeldingsrijke verhalenbundel Ik droom dus van Mar griet de Moor kon me niet bekoren. Het gevaar dat de schrijver loopt is dat de lezer niet met de fantasie meegaat en de roman terzijde wil leggen. Maar andere schrijvers overtuigden weer wel met hun verbeelding. Hendrik van Teylingen daagde de lezer uit met de roman De verschijning van de godin Sarasvati in Hellevoet. In dit auto biografische relaas vertelt Van Teylin gen dat hij 3000 jaar voor Christus een vroom brahmaantje was, vervolgens een Chinese brokaatmagnaat, een Amazone indiaan, een Hollandse tabaksplanter en op 6 juni 1938 als zoon van de predikant Van Teylingen een nieuw lichamelijk omhulsel kreeg. Menigeen fronst de wenkbrauwen. Van Teylingen is een overtuigd aanhanger van de reïncarnatietheorie. In het boek wemelt het van de verhalen van mensen die hun vorige levens herbeleven en of ze nu waar zijn of niet, is niet van belang. Van Teylingen heeft een roman geschre ven en daarin zijn de mogelijkheden onbeperkt. Waarom zou niet in de nacht van 21 sep tember 1990 de godin Sarasvati - een lichtgevende vrouw met acht armen en handen - verschenen zijn aan Parmi van Breugel, therapeute in Helllevoetsluis? De wederhelft van Brahma, de schepper hier in deze wereld, geeft Parmi een reeks opdrachten: zoek een geestelijk leraar met wie je je volkomen verbindt als steun en toeverlaat. Dat wordt dus Van Teylingen. Deze voormalige discipel van Hara Krishna houdt zijn roman voor werkelijkheid, de lezer heef het recht het boek als een sprookje op te vatten. Een prachtig sprookje overigens. Rascha Peper komt er ten minste wel voor uit dat haar roman Russisch blauw fictie is. Lex Grol, een bijna dertigjarige mislukte geschiedenisleraar, verzamelde acht jaar lang alles wat er over de Romanovs geschreven is. Wat precies de reden is van deze gekte, is niet helemaal helder, maar hij voelt zich verbonden met het hemofiliepatiëntje Alexej Romanov. Russisch blauw bevat de meeslepende geschiedenis van de Romanovs inclusief de wilde geruchten over personen die aan het bloedbad zouden zijn ontkomen. De lezer krijgt het verhaal voorgescho teld via de wat labiele Hollandse jongen Lex Grol, die aan hemofilie lijdt en behept is met een grote fantasie. Rascha Peper stelde zichzelf voor de haast onmogelijke opdracht om die twee ver haallijnen te combineren tot een roman die voor de duur van 260 pagina's geloof waardig zou moeten zijn. En overtuigend is Rascha Peper. Hoe realistisch is De blinde passagiers van Jan Brokken? Het is het op het eerste oog onwaarschijnlijke verhaal van twee Russische jongens die in Amerika een nieuwe toekomst willen opbouwen. Zij verblijven in het onderste ruim van een schip waar het leven echt ondraaglijk is. Na bijna twee weken worden zij, meer dood dan levend, ontdekt. Net als deze twee verstekelingen zijn vrijwel alle romanpersonages in De blinde passagiers op reis om hun verleden te vergeten. De zee reis van Rotterdam naar Chili met tussenstops in Cuba en Curafao verloopt traag, maar ondanks de beperkte bewegings vrijheid van de romanpersonages gebeurt er veel in dit boek. Iedere hoofdstuk heeft verrassende ele menten en zet het voorafgaande weer in een ander licht. Het is een roman met veel parallelle ont wikkelingen en spiegeleffecten. Naarmate de karakters zich ont wikkelen, begint de lezer zich steeds meer te identificeren met hun lot. Een voortreffelijke roman, luidde het oordeel op deze pagina. Catastrofe Het zit Frank Martinus Arion niet mee. Na een kwart eeuw schreef hij weer eens een roman, De laatste vijand, die volledig losstaat van het realistische en, naar eigen zeggen, pessimistische foto kippa westerse denken. Het verhaal speelt zich af op het Caribische eiland Amber waar een catastrofe dreigt. De vulkaan staat op uitbarsten en daar om zijn 50.000 mensen geëvacueerd. Alleen de hoofdpersoon van de roman, de Antilliaan Daryll Guenepon, vertikt het om zijn eindelijk gevonden 'verloren paradijs uit de Genesis' te verlaten. Samen met zijn twee kinderen Sigui en Mau probeert hij de dreiging te weer staan. Ze dagen de dood uit door in het rampgebied te blijven. De mensen die haast niet van deze wereld zijn en mooie visioenen hebben, maken in het boek hun dromen mogelijk. Bij Arion is de verbeelding letterlijk aan de macht: een menselijke keten zou de vulkaan rustig kunnen houden. Onzinnig natuurlijk, maar fascinerend om te lezen. Frank Martinus Arion, Rascha Peper, Jan Brokken en Hendrik van Teylingen hebben dit jaar laten zien -en voeg daar bij op de valreep Leon de Winter met Zionoco aan toe - dat er wel degelijk leven zit in het niet-realistische genre. Zij hebben de ambitie om de lezer mee te tronen naar een gebied dat alleen in het hoofd kan bestaan. Wat in de dagelijkse realiteit ondenk baar is, laten zij in de romanwerkelijk heid gebeuren. En zo hoort het in litera tuur. Top-tien Het lijstje met mijn beste boeken van 1995: 1. Jan Brokken: 'De blinde passagiers' (Atlas) 2. Cynthia Mcleod: 'Hoe duur was de sui ker?' (Conserve) 3. Rascha Peper: 'Russisch blauw' (Con tact) 4. Leon de Winter: 'Zionoco' (De Bezige Bij) 5. Daphne Meijer: 'Het plezier van de duivel' (Nijgh Van Ditmar) 6. Alfred Birney: 'De onschuld van een vis' (Contact) 7. Hendrik van Teylingen: 'De verschij ning van de godin Sarasvati in Hellevoet' (De Bezige Bij) 8. Connie Palmen: 'De vriendschap' (Prometheus) 9. Geerten Meijsing: 'De ongeschreven leer' (De Arbeiderspers) 10. Frank Martinus Arion: 'De laatste vijand' (De Bezige Bij) Connie Palmen foto klaas koppe Nans Sahar foto klaas koppe Rascha Peper foto ronald hoeben Door Muriel Boll Mooie verhalen geven het kerst feest extra glans. Iedereen lijkt het daarover eens te zijn, want voor geen enkel jaarfeest bestaan zoveel speciale verhalen als voor kerst. Verhalen die geuren naar hyacinthen en dennegroen, om bij kaarslicht naar te'luisteren of zelf te lezen. Dit jaar kwam het bekende Christmas Carol (Een kerstverhaal) van Charles Dic kens uit in een vertaling van Ernst van Altena. Lisbeth Zwer- ger maakte er illlustraties bij van mannen in pandjesjas en hoge hoed, vrouwen in lange jurk en mutsjes met rimpelrandjes, heel sfeervol. Ik vind het zelf een minder geslaagd Dickens-verhaal, maar het feit dat het jaar in jaar uit de kast wordt gehaald, bewijst dat veel mensen er plezier aan bele ven. Het aardige van voorlezen of vertellen is, dat ouderwetse woorden absoluut niet storen, integendeel, ze versterken de sfeer juist. Dat is ook zo met de verhalen in Het goud van de armen van Georg Dreissig. Deze dikke bun del met meer dan vijftig verhalen begint met verhalen vor advent en gaat vervolgens de hele jaar- klok rond: Kerstmis, Driekonin gen, Pasen, Hemelvaart, Pinkste ren, via de zomer met het Sint- Jansfeest naar de herfst met het Michaelsfeest en de daaropvol gende maanden tot een nieuwe advent. Dreissig is een rasverteller die elementen uit sprookjes en bij belse verhalen mengt en kneedt tot nieuwe verhalen waarin koningen en bedelaars, dieren en planten, sterren en klingelende klokjes de sfeer en de kleur aan geven van het jaargetijde waar de verhalen bij horen. In 1989 ver scheen van Dreissig Het licht in de lantaarn, een adventskalender in verhalen die nog steeds te koop is. Een brief aan de kerstman van Hiawyn Oram en Tony Ross is een totaal ander verhaal. Het is een prentenboek over Emilie die alles wat bij kerstmis hoort, geweldig vindt, alleen is ze vrese lijk bang voor de kerstman. Zo bang dat ze de schoorsteen dicht stopt met speelgoed. Hoe moet dat nou als de kerstman met een zware zak speelgoed en zich ver velende rendieren vermoeid op het dak zit, vraagt haar moeder. Vast komen te zitten in de schoorsteen is wel het laatste waar hij op zit te wachten. Daar kan Emilie inkomen, ze schrijft de kerstman een brief om te vra gen of hij alsjeblieft gewoon door de keukendeur wil komen en dat werkt. Voortaan is Emilie nooit meer bang om te zeggen dat ze ergens bang voor is. Tony Ross deed voor de gelegenheid extra veel rood in zijn vrolijke tekenin gen. In Een kerstcadeau voor iedereen staan platen van besneeuwde dorpjes onder nachtblauwe ster renhemels. Er is zoveel sneeuw gevallen dat niemand de deur uit kan. Anne en Mischa wensen dat de kerstman de sneeuw komt wegblazen, dan kunnen ze weer met andere kinderen spelen. De kerstman stopt een groot pak in de zak die hij middenin het dorp bezorgt. De bewoners zijn zo niëuwsgierig dat ze de paden schoonscheppen om bij het cadeau te kunnen komen. Via het idee van een doos in een doos komt er een theepot tevoorschijn en die zorgt voor het mooiste kerstfeest. Minstens zo mooi zijn de die Loek Koopmans maakte vo™ Simons Kerstnacht. Een bos vn sneeuw, een door kaarsen ver licht landhuis, herders en konin' gen in kostbare mantels maken een klassiek kerstverhaal over de rijke Simon. Door het land gins het gerucht dat een koning 0d weg was om een herberg te zoe ken voor zijn zoon. De koning ZOtt zeker bij hem naar binnen komen, dacht Simon, maar toen een vreemdeling in armoedi» kleren aanklopte, stuurde Simot hem weg. Te laat begrijpt hij dat het de koning zelf was geweest en Simon gaat de koude, dockere nacht in om de koning te zoeken Barrevoets, slechts gekleed in hemd en broek komt hij bij de stal en de koningszoon aan. Een prachtig kerstboek. Tim en de engel van de klok vind ik vooral mooi om de platen van Christian Birmingham. Hij schil dert het zilverigste maanlicht op bergen, golven en velden. De arme Tim wordt door een engel prachtig geschilderd trouwens! meegenomen op een vlucht boven de wereld. In de verte hoort hij engelen een lied zingen dat in zijn hart kruipt. Tim krijgt de opdracht de mensen te vertellen over dat lied, over vrede en geluk. Het verhaal is me wat te zweve rig, maar het biedt zeker stof tot praten. Ook in De kleine Kerstman van Gabrielle Vincent zit een bood- schap(je). Als Isabelle door de sneeuw loopt, ziet ze plotseling een kerstmannetje aan een para chute uit de lucht komen. Hij heeft niets bij zich, geen speel goed, geen snoep. Het is een kerstmannetje van niks. Het meisje holt weg om later terug te komen met haar pop Carolien. Die is voor de kerstman die ver rukt met de pop in zijn armen wegzweeft; hij mag hem houden tot volgend jaar. Robin viert kerstfeest is een heer lijk verhaal om aan kleuters voor te lezen. Het is bijna kerstmis en het sneeuwt! Robin mag op de slee naar school, en papa is het paard voor de slee. In de klas ver tellen kinderen met elkaar het kerstverhaal. Alexander uit. Engeland weet veel over Meria, Djosef en Djiesus. Op kerstdag speelt Robin het verhaal na met zijn ouders, zijn opa en oma en de kleine Suze. Het is het vijfde boek dat Sjoerd Kuyper over Robin schreef en hel wordt vast en zeker net zo gi als de vorige boeken omdat veel in te herkennen is. Charles Dickens: 'Een kerstver haal'. Vertaling Ernst van Alten tekeningen Lisbeth Zwerqer. Uitg. De vier windstreken, al, prijs f 34,50 Georg Dreissig: 'Het goud van de armen'. Uitg. Christofoor, ai, prijs 42,50 A. Matthews en C. Birmingham: I 'Tim en de engel van de klok Uitg. Christofoor, 4 jaar, prijs f 23,50 H. Oram en T. Ross: 'Een brief aan I de kerstman'. Uitg. Leopold, 11 jaar, prijs 24,90 D. Lachner en M. Dusikova: 'Een kerstcadeau voor iedereen'. Uitg. j De vier windstreken, 3 jaar, prijs; 1 24,90 l.Koopmans en A. Lussert: 'Simons Kerstnacht'. Uitg. De v« windstreken, 4 jaar, prijs 24,90 G. Vincent: 'De kleine Kerstman Uitg. Zirkoon, 3 jaar, prijs 22,95 S. Kuyper: 'Robin viert kerstfeest Uitg. Leopold, 4 jaar, prijs 12,51 Kunstenaars beperkten z rein in de internationale vo de: de in Duitsland opgei structivist El Lissitzky s boekomslagen, maar ontwi vlaggemast, zoals hier voo uit 1927 Door Camiel Hamans Van Moskou naar Berlij meer dan een paar gaans en toch waren decennia lang vergelijk" nabuursteden. Het Berlij het begin van deze eeuw het rijk van de Pruisisch helminische traditie, mengeling van trots milit me en goed vaderlands gerdom. In Moskou, op moment nog veel mi wereldstad, regeerde de t Vorst over boeren, net vr maakte lijfeigenen, lan en revolutionare stude* De overeenkomsten 1' beperkt, maar de geschie liep anders. Rusland was arm en opsri Wie het onder de tsaar nie hield, trok naar het westen, lijn was de eerste pleisterp In 1910 al voor meer dan derdduizend Russen. Arme lui, handelslieden, politieke nelingen en artiesten. E" kunstenaars waren niet alle het ouderwets plattelan heerlijkende soort. Puissant Russische verzamelaars, Mozorov en Sjtsjoeskin, Ir enorme collecties modern schilderwerk opgekocht, st dat tentoon in Moskou en P burg en beïnvloedden de n Tekening van Maja Dusikova in het boek 'Een kerstcadeau1 iedereen' Een portret begint met Het maakt gebruik gelaat dat onvervreem van degene die zich laat teren. Een gelaatsuit wordt vastgelegd, eigenaardigheden word gistreerd en als de k daarop uit is ook nog ee het karakter. En wat vastgelegd is, is moeilij ontkennen en heeft kan taai bestaan. Er is weinig dat zo van vidu zelf is als de iden zijn gezicht en dat tege zo gemakkelijk beschi voor portrettering. E~ gens, in de vorm van Ring, schilderij of foto, verd is aan het oog van kende kijker. Hoe de openbaar wordt. De problematiek van h komt aan de orde in ee tatie in De Loods Madeleine Heijmans, Peulen en Erika Smulders stel len zich de waag: 'Hoe moet ik kijken?' en beantwoor den die artistiek in de vorm van Portretten. Heijmans toont toto's, Smulders schilderijen en Peulen tekenin gen en schilde rijen. De inrich ting van de ten toonstelling stuurt de richting op die wegvo geportretteerde in pe rin en uitkomt bij de en de thematiek van h als genre. Daar zit iets tegenst Waar het portret in binnendringt in het pe domein, een identite wendigt en in een een- zen vorm laat stollen, Vervolgens in de pub ontatie met de kijk rich zelf staand stuk. □an beschouwd en ats een tekening, als e een schilderij, en da vraag er ineens niet n Wat dat nou eigenlij

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 16