Een jaar zonder de grote namen
KINDERBOEKEN
Berlijn-3
Verbeelding lijkt weer aan de macht te komen in Nederlandse literatuur
Kerstcadeau voor elk kind
DESTEM BOEKENGIDS
DE STEM
Het portret
VRIJDAG 22 DECEMBER 1995 D2
Door Johan Diepstraten
De meeste publiciteit in 1995 kre
gen de boeken die een jaar eerder
verschenen: de aandacht ging
naar Indische duinen van Van
Dis, Gewassen vlees van Thomas
Roosenboom, Gesloten huis van
Nicolaas Matsier en Asbestem-
ming van A.F.Th, van der
Heijden. Normaal gesproken
moet 1996 in het teken staan van
weer zo'n rijtje titels, maar de
kans dat de verschillende jury's
met dezelfde kanshebbers komen,
is uitgesloten.
De vriendschap van Connie Pal
men kwam precies op tijd om in
het jaar van verschijnen nog een
grote prijs te krijgen. Niemand
zal raar opkijken als deze roman
in ieder geval nog één onder
scheiding in de wacht sleept. De
Mekka-prijs van de literaire kri
tiek bijvoorbeeld, omdat Palmen
nu alleen hoeft te concurreren
met de boeken die in 1995 zijn
verschenen. Dat is de consequen
tie van het merkwaardige sys
teem dat de meeste prijzen een
looptijd hebben dwars door het
kalenderjaar heen, meestal van
mei tot mei of juni tot juni.
Als over enkele maanden de
nominaties bekend zijn voor de
nieuwe reeks prijzen, zijn verras
singen niet uitgesloten. Er zijn
geen gedoodverfde kandidaten,
dus de samenstelling van de jury
zal dit keer zeer bepalend zijn.
Zet in de Libris-jury mensen die
houden van verhalende literatuur - zo'n
gezelschap is tegenwoordig alleen met
veel moeite samen te stellen - en het lijst
je met de bestsellers ligt klaar. Zo zijn er
jury's te bedenken met liefhebbers van
het autobiografische verhaal of met
mensen die zweren bij literatuur waarin
het nadrukkelijk om de vorm, de stijl,
het filosofische gehalte of het labyrint
gaat. Nodig juryleden met verschillende
voorkeuren uit om de pot te verdelen en
het gebakkelei zal hevig zijn.
Zelfkant
Ook al is het een verheugende ontwikke
ling in de Nederlandse literatuur dat de
allochtonen zich in 1995 prominent heb
ben laten horen, hun kansen zijn mini
maal. De publiciteit voor Hoezo bloed
mooi van Hans Sahar en De weg naar het
noorden van Naima El Bezas mocht er
zijn, over de geringe literaire kwaliteiten
is iedereen het eens. Hooguit als sociolo
gische portretten van een nieuwe gene
ratie die zich ophoudt aan de zelfkant
van de maatschappij, zijn deze romans
van waarde.
In literair opzicht veel interessanter was
het verschijnen van De onschuld van een
vis van Alfred Birney. De roman mag
qua thema's, opzet en structuur veel lij
ken op de bestsellers van Van Dis en
Matsier, de eigen toon van Birney ver
dient een groot lezerspubliek. Als geen
ander verbeeldt hij het opgroeien van de
tweede generatie Indië-gangers in
Nederland. Onbegrijpelijk is het dat
Sahar en El Bezas wel de volle aandacht
van de media kregen en Birney bijna
werd doodgezwegen.
Reputatie
Opvallend was ook de geringe aandacht
voor schrijvers met een zekere reputatie.
Het wonder van Maarten Biesheuvel
heeft zo goed als niets gedaan in de pers,
en dat geldt eveneens voor Adolf Eva
de Dood van Jeroen Brouwers, De ver
voering van Rudolf Geel, Wat wil de koe
van Koos van Zomeren, Piranesi en zijn
dochter van Dirkje Kuik, Oorlogsbruid
van Jan Cartens, Niet verstaan van Ger
ard Durlacher en Broederweelde van
Jean-Paul Franssens. Stuk voor stuk
verdienstelijke boeken, maar nauwelijks
opgemerkt.
Misschien is het overdreven om van een
teleurstelling te spreken, maar nogal wat
Jan Brokken
talenten van de aanstormende generatie
kunnen niet terugkijken op een succes
vol jaar. De doorbraak kwam niet voor
Jan Tetteroo met De korte historie van
het Nederlandse volk, voor Hendrikje
Spoor met Een huwelijk, voor Joris
Moens met Zondagskind, voor Philip
Markus met het vrijwel onleesbare Het
verlossende woord en voor Paul Ver-
huyck met De binnendienst. Ze zagen er
zo mooi uit in de aanbiedingsfolders, de
aanprijzingen vooraf waren indrukwek
kend, maar het lezen van deze romans
was in een aantal gevallen zonder meer
een straf.
Gerenommeerden
Het zou dus moeten komen van de gear-
riveerden. Helaas, de meesten publiceer
den niet. De twee omvangrijke romans
van A.F.Th, van der Heijden komen in
het voorjaar van 1996. Geen oorspronke
lijk nieuw werk verscheen van Harry
Mulisch, Hugo Claus, Hella S. Haasse,
Tessa de Loo, Maarten 't Hart, Kees van
Kooten, F. Springer en Cees Nooteboom.
De gerenommeerden die wel iets van
zich lieten horen, maakten hun faam niet
waar: de verhalenbundel van Margriet
de Moor, Ik droom dus, behoort zeker
niet tot haar sterkste werk, de postuum
gepubliceerde novelle Ruisend gruis van
Willem Frederik Hermans draagt veel
sporen van haast. Uit de hoek van de
gearriveerden kwamen alleen Zionoco
van Leon de Winter en Geestgrond van
Boudewijn Büch, romans die volgens
goed Nederlands gebruik door de ene
helft worden verafschuwd, door de
andere geprezen.
Het zou niet aardig zijn om te beweren
dat de beste boeken van 1995 geschreven
zijn door de tweede garnituur auteurs,
wel is het een gegeven dat de bekende
schrijvers hooguit de onderste regionen
van de bestsellerslijsten haalden. Hoe
duur was de suiker? van Cynthia McLe-
od bijvoorbeeld, een boek over Suriname
in de periode dat de slavernij haar lang
ste tijd heeft gehad. Het is een roman vol
dramatiek. Door de vele korte hoofd
stukken, telkens vanuit een ander perso
nage, en door de grote hoeveelheid spec
taculaire gebeurtenissen, blijft de span
ningsboog in tact. In Suriname was Hoe
duur was de suiker? bij het verschijnen
in 1987 onmiddellijk een bestseller, het
zag er in de zomer even naar uit dat deze
meeslepende en bij vlagen melodramati
sche historische roman in Nederland
hetzelfde succes zou behalen.
Brand
Een andere bijzondere historische
roman, Het plezier van de duivel van
Daphne Meijer, speelt in de tweede helft
van de 18e eeuw. Aanleiding is de brand
van de Amsterdamse schouwburg aan de
Keizersgracht in 1772. Het is de tijd van
de godsdiensttwisten met gomaristen,
remonstranten, mennonieten, papen en
anti-papen. Het is ook de tijd van opko
mende vreemdelingenhaat. Mooi verwe
ven in Het plezier van de duivel is de
afkeer van een deel van de Amsterdamse
bevolking van de Vlaamse operisten die
op het moment van de brand de schouw
burg bespelen.
Hoofdpersoon is de 52-jarige Anna Bar
nard die door het leven gaat als bulte
naar: zij is geen aantrekkelijke huwelijk
se partij en de 'zonde des vlezes' is voor
haar niet weggelegd. Zij observeert de
wereld als een echte buitenstaander - als
Daphne Meijer bijvoorbeeld -, maar er
mankeert niets aan haar waarnemings
vermogen. Na een enerverende reis naar
Amsterdam probeert Anna Barnard een
samenwerkingsverband met de Vlamin
gen aan te gaan, wat op een catastrofe
uitloopt. Het belangrijkste thema van de
roman is bedrog.
Intrige
Er kunnen heel wat studies gewijd wor
den aan een fenomeen in de Nederlandse
literatuur dat echt van deze tijd is:
romans waarin de verbeeldingskracht
van de lezer danig op de proef wordt
gesteld. Hoeveel romans zijn er dit jaar
gepubliceerd met een intrige die abso
luut ongeloofwaardig, maar binnen de
context van het verhaal zowaar accepta
bel is?
Hermans overtuigde niet echt met Rui
send gruis, en ook de verbeeldingsrijke
verhalenbundel Ik droom dus van Mar
griet de Moor kon me niet bekoren. Het
gevaar dat de schrijver loopt is dat de
lezer niet met de fantasie meegaat en de
roman terzijde wil leggen. Maar andere
schrijvers overtuigden weer wel met hun
verbeelding.
Hendrik van Teylingen daagde de lezer
uit met de roman De verschijning van de
godin Sarasvati in Hellevoet. In dit auto
biografische relaas vertelt Van Teylin
gen dat hij 3000 jaar voor Christus een
vroom brahmaantje was, vervolgens een
Chinese brokaatmagnaat, een Amazone
indiaan, een Hollandse tabaksplanter en
op 6 juni 1938 als zoon van de predikant
Van Teylingen een nieuw lichamelijk
omhulsel kreeg.
Menigeen fronst de wenkbrauwen. Van
Teylingen is een overtuigd aanhanger
van de reïncarnatietheorie. In het boek
wemelt het van de verhalen van mensen
die hun vorige levens herbeleven en of ze
nu waar zijn of niet, is niet van belang.
Van Teylingen heeft een roman geschre
ven en daarin zijn de mogelijkheden
onbeperkt.
Waarom zou niet in de nacht van 21 sep
tember 1990 de godin Sarasvati - een
lichtgevende vrouw met acht armen en
handen - verschenen zijn aan Parmi van
Breugel, therapeute in Helllevoetsluis?
De wederhelft van Brahma, de schepper
hier in deze wereld, geeft Parmi een
reeks opdrachten: zoek een geestelijk
leraar met wie je je volkomen verbindt
als steun en toeverlaat. Dat wordt dus
Van Teylingen. Deze voormalige discipel
van Hara Krishna houdt zijn roman voor
werkelijkheid, de lezer heef het recht het
boek als een sprookje op te vatten. Een
prachtig sprookje overigens.
Rascha Peper komt er ten minste wel
voor uit dat haar roman Russisch blauw
fictie is. Lex Grol, een bijna dertigjarige
mislukte geschiedenisleraar, verzamelde
acht jaar lang alles wat er over de
Romanovs geschreven is. Wat precies de
reden is van deze gekte, is niet helemaal
helder, maar hij voelt zich verbonden
met het hemofiliepatiëntje Alexej
Romanov.
Russisch blauw bevat de meeslepende
geschiedenis van de Romanovs inclusief
de wilde geruchten over personen die
aan het bloedbad zouden zijn ontkomen.
De lezer krijgt het verhaal voorgescho
teld via de wat labiele Hollandse jongen
Lex Grol, die aan hemofilie lijdt en
behept is met een grote fantasie. Rascha
Peper stelde zichzelf voor de haast
onmogelijke opdracht om die twee ver
haallijnen te combineren tot een roman
die voor de duur van 260 pagina's geloof
waardig zou moeten zijn. En overtuigend
is Rascha Peper.
Hoe realistisch is De blinde passagiers
van Jan Brokken? Het is het op het eerste
oog onwaarschijnlijke verhaal
van twee Russische jongens die in
Amerika een nieuwe toekomst
willen opbouwen. Zij verblijven
in het onderste ruim van een
schip waar het leven echt
ondraaglijk is. Na bijna twee
weken worden zij, meer dood dan
levend, ontdekt.
Net als deze twee verstekelingen
zijn vrijwel alle romanpersonages
in De blinde passagiers op reis om
hun verleden te vergeten. De zee
reis van Rotterdam naar Chili
met tussenstops in Cuba en
Curafao verloopt traag, maar
ondanks de beperkte bewegings
vrijheid van de romanpersonages
gebeurt er veel in dit boek. Iedere
hoofdstuk heeft verrassende ele
menten en zet het voorafgaande
weer in een ander licht. Het is een
roman met veel parallelle ont
wikkelingen en spiegeleffecten.
Naarmate de karakters zich ont
wikkelen, begint de lezer zich
steeds meer te identificeren met
hun lot. Een voortreffelijke
roman, luidde het oordeel op deze
pagina.
Catastrofe
Het zit Frank Martinus Arion
niet mee. Na een kwart eeuw
schreef hij weer eens een roman,
De laatste vijand, die volledig
losstaat van het realistische en,
naar eigen zeggen, pessimistische
foto kippa westerse denken. Het verhaal
speelt zich af op het Caribische
eiland Amber waar een catastrofe dreigt.
De vulkaan staat op uitbarsten en daar
om zijn 50.000 mensen geëvacueerd.
Alleen de hoofdpersoon van de roman,
de Antilliaan Daryll Guenepon, vertikt
het om zijn eindelijk gevonden 'verloren
paradijs uit de Genesis' te verlaten.
Samen met zijn twee kinderen Sigui en
Mau probeert hij de dreiging te weer
staan. Ze dagen de dood uit door in het
rampgebied te blijven. De mensen die
haast niet van deze wereld zijn en mooie
visioenen hebben, maken in het boek
hun dromen mogelijk. Bij Arion is de
verbeelding letterlijk aan de macht: een
menselijke keten zou de vulkaan rustig
kunnen houden. Onzinnig natuurlijk,
maar fascinerend om te lezen.
Frank Martinus Arion, Rascha Peper,
Jan Brokken en Hendrik van Teylingen
hebben dit jaar laten zien -en voeg daar
bij op de valreep Leon de Winter met
Zionoco aan toe - dat er wel degelijk
leven zit in het niet-realistische genre.
Zij hebben de ambitie om de lezer mee te
tronen naar een gebied dat alleen in het
hoofd kan bestaan.
Wat in de dagelijkse realiteit ondenk
baar is, laten zij in de romanwerkelijk
heid gebeuren. En zo hoort het in litera
tuur.
Top-tien
Het lijstje met mijn beste boeken van
1995:
1. Jan Brokken: 'De blinde passagiers'
(Atlas)
2. Cynthia Mcleod: 'Hoe duur was de sui
ker?' (Conserve)
3. Rascha Peper: 'Russisch blauw' (Con
tact)
4. Leon de Winter: 'Zionoco' (De Bezige
Bij)
5. Daphne Meijer: 'Het plezier van de
duivel' (Nijgh Van Ditmar)
6. Alfred Birney: 'De onschuld van een
vis' (Contact)
7. Hendrik van Teylingen: 'De verschij
ning van de godin Sarasvati in Hellevoet'
(De Bezige Bij)
8. Connie Palmen: 'De vriendschap'
(Prometheus)
9. Geerten Meijsing: 'De ongeschreven
leer' (De Arbeiderspers)
10. Frank Martinus Arion: 'De laatste
vijand' (De Bezige Bij)
Connie Palmen foto klaas koppe Nans Sahar foto klaas koppe Rascha Peper foto ronald hoeben
Door Muriel Boll
Mooie verhalen geven het kerst
feest extra glans. Iedereen lijkt
het daarover eens te zijn, want
voor geen enkel jaarfeest bestaan
zoveel speciale verhalen als voor
kerst. Verhalen die geuren naar
hyacinthen en dennegroen, om
bij kaarslicht naar te'luisteren of
zelf te lezen. Dit jaar kwam het
bekende Christmas Carol (Een
kerstverhaal) van Charles Dic
kens uit in een vertaling van
Ernst van Altena. Lisbeth Zwer-
ger maakte er illlustraties bij van
mannen in pandjesjas en hoge
hoed, vrouwen in lange jurk en
mutsjes met rimpelrandjes, heel
sfeervol.
Ik vind het zelf een minder
geslaagd Dickens-verhaal, maar
het feit dat het jaar in jaar uit de
kast wordt gehaald, bewijst dat
veel mensen er plezier aan bele
ven. Het aardige van voorlezen of
vertellen is, dat ouderwetse
woorden absoluut niet storen,
integendeel, ze versterken de
sfeer juist.
Dat is ook zo met de verhalen in
Het goud van de armen van
Georg Dreissig. Deze dikke bun
del met meer dan vijftig verhalen
begint met verhalen vor advent
en gaat vervolgens de hele jaar-
klok rond: Kerstmis, Driekonin
gen, Pasen, Hemelvaart, Pinkste
ren, via de zomer met het Sint-
Jansfeest naar de herfst met het
Michaelsfeest en de daaropvol
gende maanden tot een nieuwe
advent.
Dreissig is een rasverteller die
elementen uit sprookjes en bij
belse verhalen mengt en kneedt
tot nieuwe verhalen waarin
koningen en bedelaars, dieren en
planten, sterren en klingelende
klokjes de sfeer en de kleur aan
geven van het jaargetijde waar de
verhalen bij horen. In 1989 ver
scheen van Dreissig Het licht in
de lantaarn, een adventskalender
in verhalen die nog steeds te koop
is.
Een brief aan de kerstman van
Hiawyn Oram en Tony Ross is
een totaal ander verhaal. Het is
een prentenboek over Emilie die
alles wat bij kerstmis hoort,
geweldig vindt, alleen is ze vrese
lijk bang voor de kerstman. Zo
bang dat ze de schoorsteen dicht
stopt met speelgoed. Hoe moet
dat nou als de kerstman met een
zware zak speelgoed en zich ver
velende rendieren vermoeid op
het dak zit, vraagt haar moeder.
Vast komen te zitten in de
schoorsteen is wel het laatste
waar hij op zit te wachten. Daar
kan Emilie inkomen, ze schrijft
de kerstman een brief om te vra
gen of hij alsjeblieft gewoon door
de keukendeur wil komen en dat
werkt. Voortaan is Emilie nooit
meer bang om te zeggen dat ze
ergens bang voor is. Tony Ross
deed voor de gelegenheid extra
veel rood in zijn vrolijke tekenin
gen.
In Een kerstcadeau voor iedereen
staan platen van besneeuwde
dorpjes onder nachtblauwe ster
renhemels. Er is zoveel sneeuw
gevallen dat niemand de deur uit
kan. Anne en Mischa wensen dat
de kerstman de sneeuw komt
wegblazen, dan kunnen ze weer
met andere kinderen spelen. De
kerstman stopt een groot pak in
de zak die hij middenin het dorp
bezorgt. De bewoners zijn zo
niëuwsgierig dat ze de paden
schoonscheppen om bij het
cadeau te kunnen komen. Via het
idee van een doos in een doos
komt er een theepot tevoorschijn
en die zorgt voor het mooiste
kerstfeest.
Minstens zo mooi zijn de
die Loek Koopmans maakte vo™
Simons Kerstnacht. Een bos vn
sneeuw, een door kaarsen ver
licht landhuis, herders en konin'
gen in kostbare mantels maken
een klassiek kerstverhaal over de
rijke Simon. Door het land gins
het gerucht dat een koning 0d
weg was om een herberg te zoe
ken voor zijn zoon. De koning ZOtt
zeker bij hem naar binnen
komen, dacht Simon, maar toen
een vreemdeling in armoedi»
kleren aanklopte, stuurde Simot
hem weg. Te laat begrijpt hij dat
het de koning zelf was geweest en
Simon gaat de koude, dockere
nacht in om de koning te zoeken
Barrevoets, slechts gekleed in
hemd en broek komt hij bij de
stal en de koningszoon aan. Een
prachtig kerstboek.
Tim en de engel van de klok vind
ik vooral mooi om de platen van
Christian Birmingham. Hij schil
dert het zilverigste maanlicht op
bergen, golven en velden. De
arme Tim wordt door een engel
prachtig geschilderd trouwens!
meegenomen op een vlucht boven
de wereld. In de verte hoort hij
engelen een lied zingen dat in zijn
hart kruipt. Tim krijgt de
opdracht de mensen te vertellen
over dat lied, over vrede en geluk.
Het verhaal is me wat te zweve
rig, maar het biedt zeker stof tot
praten.
Ook in De kleine Kerstman van
Gabrielle Vincent zit een bood-
schap(je). Als Isabelle door de
sneeuw loopt, ziet ze plotseling
een kerstmannetje aan een para
chute uit de lucht komen. Hij
heeft niets bij zich, geen speel
goed, geen snoep. Het is een
kerstmannetje van niks. Het
meisje holt weg om later terug te
komen met haar pop Carolien.
Die is voor de kerstman die ver
rukt met de pop in zijn armen
wegzweeft; hij mag hem houden
tot volgend jaar.
Robin viert kerstfeest is een heer
lijk verhaal om aan kleuters voor
te lezen. Het is bijna kerstmis en
het sneeuwt! Robin mag op de
slee naar school, en papa is het
paard voor de slee. In de klas ver
tellen kinderen met elkaar het
kerstverhaal. Alexander uit.
Engeland weet veel over Meria,
Djosef en Djiesus. Op kerstdag
speelt Robin het verhaal na met
zijn ouders, zijn opa en oma en de
kleine Suze.
Het is het vijfde boek dat Sjoerd
Kuyper over Robin schreef en hel
wordt vast en zeker net zo gi
als de vorige boeken omdat
veel in te herkennen is.
Charles Dickens: 'Een kerstver
haal'. Vertaling Ernst van Alten
tekeningen Lisbeth Zwerqer. Uitg.
De vier windstreken, al, prijs f
34,50
Georg Dreissig: 'Het goud van de
armen'. Uitg. Christofoor, ai,
prijs 42,50
A. Matthews en C. Birmingham: I
'Tim en de engel van de klok
Uitg. Christofoor, 4 jaar, prijs f
23,50
H. Oram en T. Ross: 'Een brief aan I
de kerstman'. Uitg. Leopold, 11
jaar, prijs 24,90
D. Lachner en M. Dusikova: 'Een
kerstcadeau voor iedereen'. Uitg. j
De vier windstreken, 3 jaar, prijs; 1
24,90
l.Koopmans en A. Lussert:
'Simons Kerstnacht'. Uitg. De v«
windstreken, 4 jaar, prijs 24,90
G. Vincent: 'De kleine Kerstman
Uitg. Zirkoon, 3 jaar, prijs 22,95
S. Kuyper: 'Robin viert kerstfeest
Uitg. Leopold, 4 jaar, prijs 12,51
Kunstenaars beperkten z
rein in de internationale vo
de: de in Duitsland opgei
structivist El Lissitzky s
boekomslagen, maar ontwi
vlaggemast, zoals hier voo
uit 1927
Door Camiel Hamans
Van Moskou naar Berlij
meer dan een paar
gaans en toch waren
decennia lang vergelijk"
nabuursteden. Het Berlij
het begin van deze eeuw
het rijk van de Pruisisch
helminische traditie,
mengeling van trots milit
me en goed vaderlands
gerdom. In Moskou, op
moment nog veel mi
wereldstad, regeerde de t
Vorst over boeren, net vr
maakte lijfeigenen, lan
en revolutionare stude*
De overeenkomsten 1'
beperkt, maar de geschie
liep anders.
Rusland was arm en opsri
Wie het onder de tsaar nie
hield, trok naar het westen,
lijn was de eerste pleisterp
In 1910 al voor meer dan
derdduizend Russen. Arme
lui, handelslieden, politieke
nelingen en artiesten. E"
kunstenaars waren niet alle
het ouderwets plattelan
heerlijkende soort. Puissant
Russische verzamelaars,
Mozorov en Sjtsjoeskin, Ir
enorme collecties modern
schilderwerk opgekocht, st
dat tentoon in Moskou en P
burg en beïnvloedden de n
Tekening van Maja Dusikova in het boek 'Een kerstcadeau1
iedereen'
Een portret begint met
Het maakt gebruik
gelaat dat onvervreem
van degene die zich laat
teren. Een gelaatsuit
wordt vastgelegd,
eigenaardigheden word
gistreerd en als de k
daarop uit is ook nog ee
het karakter. En wat
vastgelegd is, is moeilij
ontkennen en heeft kan
taai bestaan.
Er is weinig dat zo van
vidu zelf is als de iden
zijn gezicht en dat tege
zo gemakkelijk beschi
voor portrettering. E~
gens, in de vorm van
Ring, schilderij of foto,
verd is aan het oog van
kende kijker. Hoe de
openbaar wordt.
De problematiek van h
komt aan de orde in ee
tatie in De Loods
Madeleine Heijmans,
Peulen en Erika
Smulders stel
len zich de
waag: 'Hoe
moet ik kijken?'
en beantwoor
den die artistiek
in de vorm van
Portretten.
Heijmans toont
toto's, Smulders
schilderijen en
Peulen tekenin
gen en schilde
rijen. De inrich
ting van de ten
toonstelling stuurt de
richting op die wegvo
geportretteerde in pe
rin en uitkomt bij de
en de thematiek van h
als genre.
Daar zit iets tegenst
Waar het portret in
binnendringt in het pe
domein, een identite
wendigt en in een een-
zen vorm laat stollen,
Vervolgens in de pub
ontatie met de kijk
rich zelf staand stuk.
□an beschouwd en
ats een tekening, als e
een schilderij, en da
vraag er ineens niet n
Wat dat nou eigenlij