)E STEM
'Het zijn watervlugge,
impulsieve doeners'
T
ADHD: Een aandachtstekort-stoornis
ra
Imoeder voel je dat er iets
'oed is met je kind. Deze
moeder, 29 jaar, woonachtig in
tongoede buurt in Roosendaal,
voelde dat ook. Maar het was
vooral de buitenwacht, die sig
nalen gaf dat er echt iets mis
«as met Timo, zoals we hem
zullen noemen.
Moeder van 4-jarig
ADHD-kind pleit
voor vroege behandeling
Vreemde vogels vogelvrij
De jeugdpsychiater Th. Dorele
ijers vindt dat justitie veel meer
aandacht besteden aan psychia
trische stoornissen bij jonge cri
minelen en vaker tot diagnos
tisch onderzoek besluiten. Dore
leijers heeft ontdekt dat twee
derde van die jongeren last heeft
van zo'n stoornis. Vooral de her
senfunctiestoornis ADHD speelt
volgens hem een belangrijke rol
speelt bij het ontwikkelen van
crimineel gedrag.
Justitie moet veel meer
aandacht besteden
aan psychiatrische
stoornissen bij jongeren
'Den Haag' dicteert gemeenteraad
De opmars van Jörg Haider
IBER 1995 D5
Weekend
ZATERDAG 16 DECEMBER 1995 DEEL I
O»
xz
c
at
Je
iS
OJÖ
S o
s .c
A W
a c-8
"ic
vS?
f e o
i> sis
g moi
■at:
i o.S
-M <2
<u -C Jf»
£:g£
a ra c
-b oi m
at - p
at £5
"O 3 -
"°_c
ag-Sgl
cl§-2
■S«c£
cn OJ fo
at ■*-> m (u
Q 5 .9 E
J5 <u
Q. C
3
<D JC
"S -5.
.3! :E"
sis
a> Ol'n
c
C C
at at
ot at n
~Q O
"O <u at
wn -c cn
«gS
E v ai
oj "S a;
-u ^X
<D O .*-»
"o *"2
,t: o
0)
13
2ÏS
01 2 c
+- a>
5
~2g
pi"
aj o
4_, .S m
.bi, "5 a> c
r O ni
Q.Q Q."0
2 f5 a}
£i «j a;
<u eb c
a> O J2 J2
+j at
r -C <U
3 ra
-
-o ~o
w? at
i> en a>
4jgJiS
s
O
V-£1
(D
(Q 0)
■A N
S2 c
at
03 QJ
[p
"t; 3
x:
v_>
OlJ l- W
gj-a
VJ
T3 c
2 SJ. 5 W
Q. ai S c
fill
lis 1
C .<u c
at ai
a-a J*
ai
c -
0) "O
ai cm ai
0 T3
Q c o
Ti 01 c
01
w 3 O)
-O c
c
1 o>a
s o
3
"5 .2 -3 -g
•EjZ "c ra c S
5- -g ro
.2.1 o t e s
°-£ 3i=
•a ff-Ü K I
5 c Ó1
01 C O C C "O
—i -a> +-< o ra
c >lg-£
01 01 e
ti r. c .-ti oi
E
ö"i
15 c
o Q>
Je.si.
3
UJ ie sf s ^=r
+-> u_ 5 O N
'5 ai oj c
M 5 K c O
43 o, at ai^ai
en^5ïe°=
</l T3 -w -O
«Scuïï
£-9 ra if! SI
5-1 I I
ra raiu
m«3« S o
"-I Q. JZ +5
9£ *N
c N
•o ai
a
ra - ra
ra c
n;
- 1 fl
c^
■O 01 T3
at oi
rotJ ra
E "2 o3 *5
tSi'B
o
E - N (O
o_ o.
-r u> vo +-»
- i- i- a>
COOt
«3 3ï
c
ril ct c ra
ra o S 5
•Na'
g ai O qj
c 1_ N 19
i- oi c at
oi -o
oi^oai
_oi
t+j ai k-
+-» a
O 1u 3
S°£o3
öJ C
oi c 9
in .i:
c
ai
0
.t; a
d c
-O 01
c .5> -
ftl r
xi 2
C
01 "O
-o c
'ai J2
Era
Jd gra
oi z a
C >c
c
'w<i -o u
i/» (0
oi ai ai
<TJ
«2 «o
Q.X N
Ü1
ro «2
"O
c
c c
- Ö1 01 5
- f0 c
3 c| ra
si?
- c ai c
01 -- oi
u. ai ai
xa i= oi
2 Sc
a o
m u o
öi -£ 01 V- E
ê!?SÜ
- O
ai "ai q
ai
-a 2 c
w. ai
o oi
ai
ïi
ü'ra
ai
o
J-ë^ i
g?|£|
S|g-s|
"II ISs
1 ra ^Sra
raiS
■S s« ïig
C C *- C Jrf
S gl O 't
ai c at 5=^oj
'X* "5 ai oi c
f ^-s^-ëg
Si p-c li
"lis If
O- 5 S' 3
ss gji-8 a-S
froeger heette het MBD (Minimal Brain Damage). De nieuwe benaming is ADHD (Atten-
,!:fipeficit Hyperactivity Disorder). Deze naam geeft aan waar het kernprobleem zit: een
.(jjchtstekort-stoornis. Het kind kan zijn aandacht niet bij belangrijke zaken Kouden.
ikundigen spreken wel over een ADHD-syndroom. Omdat die aandachts- en concen-
«tiestoornissen vaak in combinatie met een aantal andere opvallende gedragsverschijn-
J|!n voorkomen, zoals impulsiviteit, en overbeweeglijkheid. Het 'klassieke' ADHD-kind
i.jnoverbeweeglijk én impulsief (hij doet vóór hij denkt) én heeft een aandachts- en con-
■atratiestoornis. Maar het is ook bekend dat veel van deze kinderen nog andere proble-
^bben, zoals motorische of leerstoornissen, of zelfs licht autistische verschijnselen
Dat deze kinderen niet leren van ervaringen, is ook een veel voorkomend symp-
joeADHD ontstaat, is nog niet precies bekend. In veel gevallen is sprake van'erfelijke
iren. Soms zijn er problemen geweest tijdens de zwangerschap of de bevalling. Bij
andere groep spelen psycho-sociale factoren een rol, storende invloeden uit de
stress, angst, emoties, verkeerde opvoeding of overbeweeglijkheid van een van
finderen kunnen ook last hebben van een voedselallergie. Daardoor reageren ze 'abnor
maal' op bepaalde produkten in het voedsel.
Schattingen over het percentage ADHD-kinderen lopen uiteen van 2 tot 5 procent.
Met dank aan: Balans, de landelijke vereniging voor gedrags- en leerproblemen. Adres: de Kwin-
ltlier40,3722 AR Bilthoven, telefoon 030-2292204.
'In Timo's
hoofd is het
een chaos'
Door Marja Klein Obbink
Je moet er vroeg bij zijn. Met vroege
hulp zijn ADHD-kinderen het
meest gebaat en verminder je de
kans dat ze later ontsporen.
Th. Doreleijers vindt zelfs dat
kleuterschool al zijn leerlingen zou
jBten screenen op ADHD. „We kunnen de
Meren niet beter maken, maar we kunnen
uwel goed behandelen. Zo goed, dat zij later,
Metis zo na hun 18e jaar, goed kunnen
pijen in de maatschappij
zijn dan belangrijk, maar niet heilig.
®s zo belangrijk is een goede opvang
Juliet kind.
it hoe veel of hoe weinig we nog van
'«ficatie weten, één ding is zeker: als je stopt
"etmedicijnen, vervallen ADHD'ers zo weer
®m0UC'e Se(^aS- een moeder van een
™HD-kind van vier jaar: „Ik moet ervoor
een basis te leggen van waaruit mijn
mder kan. Mijn kind moet zich rustiger
prettiger gaat voelen. Ik moet ervoor
dat hij dat negatieve zelfbeeld kwijt-
*t, dat idee dat hij toch niks goed doet.
1 denkt dat hij toch niks goed doet
is, dan gaat hij zich ook als
toste kind
is haar eerste kind. „Ik wist wel dat er
»ut was, maar ik ging er zo mee om dat
situaties vermeed waarin het fout kon
J. ging voor Timo denken, als het ware.
ltd h 'le'3'3en miJn man en lange tijd
wacht dat de chronische diarree waar Timo
van "ad, hem parten speelde. Als hij niet
ln zijn lijf zat, dan had dat toch zijn
C?opziingedra§-?"
jj twee middagen naar een kinder-
»iR 'om(^at ik die tijd hard
8 had om bij te tanken' - kwam zijn
s, re gedrag duidelijker aan het licht. „Hij
invi! ,e^eegüjk," klaagden ze op het kin-
(jj? 'jf. Hij klom uit z'n kinderstoel,
o en k°n ®een twee seconden rustig
Üürtnnf LS?eeltie °P het speelkleed zitten.
m 'j woeg wel erg veel aandacht. Of
itj) r n'et heter een gastouder kon zoe-
k® Was 20 opeisend, dat de professionele
°P het kinderdagverblijf hem niet
,j Zetten ze hem óp het speelkleed,
P hij over de andere baby'tjes heen.
1 nn°" "on hij al vroeg, als de beste. Zijn
ijs: dat
>,Dat zie je wel vaker bij deze kinde-
iiiZe m 'lun ontwikkeling ver voor zijn.
di 26 zeer bijdehand, waardoor nogal
vergissing wordt gemaakt dat deze
kinderen voorlijk zijn. Mijn familie ook: die
vroeg zich af waar ik me druk om maakte.
Timo was gewoon een erg slimme en enthou
siaste jongen...toch? Maar zij wisten niet hoe
hij zich thuis gedroeg en hoe hij de boel ter
roriseerde. Niets was veilig voor hem. Soms
kon hij zomaar enorme driftbuien krijgen."
Baas spelen
Spelen met andere kindjes ging al helemaal
niet, want Timo speelde de baas. Zijn moeder
nu: „Timo eiste de andere kinderen voor zich
zelf op. Omdat hij zich niet goed kan concen
treren, moeten andere kinderen hem aan het
spelen houden."
Timo bleef een half jaar huis, maar het ging
niet beter met hem. Zijn ouders weten het nog
steeds aan zijn diarree. En met die klachten
bezochten ze een kinderarts in het Sofiakin-
derziekenhuis die de diagnose 'peuterdiarree'
stelde. Tegelijkertijd merkte hij op dat Timo
'wel een erg druk kind was'.
Maar dat wisten zijn ouders al. Toen zij later
een homeopathisch arts bezochten, zei deze
man iets dat de moeder van Timo altijd is bij
gebleven. „We kwamen voor een voedingsad
vies voor Timo. Maar de arts had alleen maar
oog voor het gedrag van mijn zoon. 'Dat is wel
een druk mannetje, zeg,' mompelde hij. En
toen: 'Als deze jongen niet goed behandeld
wordt, dan heb je kans dat hij aan de zelfkant
van de maatschappij terecht komt'."
„Daar sta je dan! Ik was te beduusd om ver
der iets te vragen. Ik weet wei dat ik daarna
allemaal literatuur ben gaan lezen."
Timo's moeder had voor zichzelf al een diag
nose gesteld, ze moest hem alleen nog beves
tigd krijgen. Een leidster van de peuterspeel
zaal hielp haar, ongevraagd: „Er was iets mis
met mijn zoon. Hij was een stuk drukker dan
de andere kinderen, reageerde heel impulsief,
was snel gefrusteerd, functioneerde chaotisch
en had enorme, soms onverklaarbare drift
buien. Zij adviseerde me naar een neuroloog
te stappen."
Hersenfilmpje
Timo was drie jaar toen deze arts de diagnose
ADHD stelde. Timo's moeder: „Hij zag het al
toen we nog geen vijf minuten binnen waren.
Maar verdere onderzoeken moesten zeker
heid brengen, zei hij. En op het hersenfilmpje
was duidelijk een lichte afwijking te zien. Hij
was heel blij dat hij iets kon zien, want bij de
meeste ADHD-kinderen is er niks te zien.
Ook wij waren blij, hoe gek het ook klinkt.
Wij kregen de bevestiging dat er met Timo
echt iets aan de hand was."
Vanaf dat moment wisten de ouders van Timo
waar ze aan toe waren en richtten ze al hun
energie op een goede behandeling van hun
kind. Zijn moeder: „Timo was nog te jong
voor medicijnen. Het ging er nu om hem op de
juiste manier te benaderen. Ik heb me hele
maal stuk gelezen. Het boek 'Zit Stil!van de
arts Compernolle werd mijn lijfboek. Veel
dingen wisten we ook wel, want je kent je
eigen kind."
Zij leerden dat zij hun kind structuur en
regelmaat moesten bieden, van de vroege
illustratie raymond van aalst
ochtend tot de laatste avond en tot in de
extreemste details. Timo's moeder: „In Timo's
hoofdje is het een chaos. Ik vergelijk zijn
hoofd wel eens met een lange hotelgang,
waaraan allemaal kamers grenzen. In een van
die kamers bevindt zich de informatie die hij
nodig heeft. Maar wat doet Timo: hij kijkt
ook in nog eens twee andere kamers. Hij kan
de informatie die tot hem komt, niet ordenen.
Dat betekent ook dat hij alles één voor één
moet doen. Je moet niet tegen Timo zeggen:
ga naar boven, je tanden poetsen, uitkleden
en naar bed. Je zegt: ga naar boven Timo. En
als hij boven is vraag je 'heb je je tanden al
gepoetst?' En zo ga je stapsgewijs verder."
Paniek
Wat ik ook heb geleerd, is dat zijn driftbuien
vaak ontstaan uit paniek. Hij heeft iets in zijn
hoofd gezet en als je dat in de war brengt,
raakt hij in paniek. Je moet hem dan ook
nooit verrassen met iets. Als opa en oma
komen, moet je dat dagen van tevoren aan
kondigen en steeds opnieuw herhalen. Hij
moet tijd hebben om een lijstje in zijn hoofd
te maken."
„Nog zoiets: toen Timo anderhalf was, reed ik
met hem in de buggy naar de Albert Heijn. De
weg daar naar toe leidt over een trottoir met
gele en grijze klinkers. Alle dagen reed ik
over de gele klinkers, alleen die ene dag niet..
Nou, hij begon me toch opeens te krijsen,
wees naar de gele, was hysterisch! Ik had toen
nog ziets van: kom, stel je niet aan, mama
mag best over die grijze tegels lopen. Nu weet
ik: niet doen!
Achteraf is veel van Timo's gedrag verklaar
baar. Zoals ook die keer dat hij samen met
zijn ouders gezellig naar de speeltuin ging.
Zijn moeder: „We stonden voor de glijbaan,
achter een hele rij wachtende kinderen. Hij
moest en zou die glijbaan af. Opeens wordt
hij hysterisch en werkt zich om zich heen
slaand en schoppend naar voren. Nu weet ik:
hij had zich al de hele dag in zijn hoofd gezet
dat hij die glijbaan af zou gaan. Daar mag
dan niks tussen komen anders raakt hij vol
komen in paniek."
Timo slikt nog steeds geen medicijnen, hoe
wel dat nu met vier jaar wel zou kunnen. Zijn
moeder stelt het zo lang mogelijk uit. „Ik wil
er niet afhankelijk van worden. Ik ben bang
dat als ik het even niet aan kan, dat ik hem
dan een pilletje geef. Bovendien: het is niet
niks, die medicijnen. Er is nog niet veel
bekend over het langdurig gebruik ervan.
Alleen als Timo zelf in de problemen komt,
bijvoorbeeld door concentratieproblemen op
school, dan is de tijd voor medicijnen geko
men."
Speciale school
Het gaat goed met Timo. Hij gaat naar een
speciale school, waar ze werken met kleine
klassen, een zogenaamde IOBK-school voor
in hun ontwikkeling bedreigde kleuters.
Thuis is hij rustiger.
Zijn moeder: „Ik merk dat onze aanpak suc
ces heeft. We bieden hem meer structuur. Ook
dringen we beter tot hem door, vooral als hij
zich rustig voelt. Het is op die momenten dat
ik weet dat de dingen die ik zeg, blijven han
gen. Laatst nog, ik was helemaal ontroerd.
Toen hij heel jong was, ging ik nogal eens op
woensdagmiddag met hem naar de biblio
theek. Maar daar ging het altijd mis. Hij
kreeg altijd ruzie met de kindjes daar. En
weet je wat Timo laatst zei toen ik hem vroeg
of we naar de bibliotheek zouden gaan?
'Mama, zullen we dat dan niet op een woens
dagmiddag doen, want dan wordt het zo druk
in mijn hoofdje'."
Door Marja Klein Obbink
ongeren worden steeds crimineler
I en gewelddadiger. Het aantal jon-
A geren dat wordt verdacht van
moord- en doodslag is de afgelo
pen tien jaar meer dan verdrievoudigd. Des
kundigen breken hun hoofd op het zoeken
naar oorzaken. Justitie bouwt er alvast cellen
bij-
Daarom zette de uitslag van een recent
onderzoek van jeugdpsychiater Th. Dorele
ijers de justitiële wereld even op zijn kop.
Doreleijers heeft ontdekt dat tweederde van
de jongeren tussen de 12 en 18 jaar die wor
den voorgeleid bij de rechter-commissaris
last heeft van een psychiatrische stoornis.
Zoals depressies of schizofrenie. Maar dat
vooral de hersenfunctiestoornis ADHD een
belangrijke rol speelt bij het ontwikkelen van
crimineel gedrag.
Bij de jongste groep onderzochte delinquen
ten, die van 12 tot 15 jaar, heeft zelfs een op
de drie last van ADHD. Komt bij dat uit een
Amerikaans onderzoek is gebleken blijkt dat
ADHD-kinderen een tien keer zo grote kans
maken om af te glijden naar het criminele cir
cuit.
De conclusie van Doreleijers is dan niet moei
lijk te raden: justitie moet veel meer aandacht
besteden aan psychiatrische stoornissen en
vaker tot diagnostisch onderzoek besluiten.
En wat de jongste criminelen betreft: die zou
de kinderrechter linea recta naar de psychia
ter moeten sturen.
Doreleijers schrijft dat in zijn proefschrift
'Diagnostiek tussen jeugdstrafrecht en hulp
verlening'. Doreleijers is verbonden aan het
Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag.
Op dit moment wordt voor nog niet de helft
van de gestoorde, jeugdige delinquenten een
diagnostisch onderzoek aangevraagd. Met
dat onderzoek in de hand kan de rechter
bepalen in hoeverre een jonge crimineel zijn
daden zijn toe te rekenen, maar ook als advies
voor de juiste hulpverlening. Want onderken
je een stoornis en zorg je snel voor adequate
hulp, dan kun je een verdere criminele ont
wikkeling voorkomen, meent Doreleijers.
Ongeremd
Van veel ADHD-jongeren is bekend dat zij
niet nadenken voordat zij iets doen. Dorele
ijers: „Het zijn watervlugge, ongeconcen
treerde, impulsieve doeners. Ze zijn onge
remd in hun daden en kunnen niet stilzitten.
Hun handen zijn al uitgeschoten, voordat ze
hun verstand gebruiken. Als je niet onderkent
dat dit een gevolg is van een stoornis in hun
hersenen, dan wordt het kind gestraft voor
iets waar het eigenlijk niks aan kan doen."
Bovendien kan deze stoornis behandeld wor
den.
Het gedrag van een ADHD-jongere wordt
veroorzaakt door een biochemische stoornis
in de hersenen. Vanaf het moment dat de
ADHD onderdrukt wordt met medicijnen die
de biochemie in de hersenen beïnvloeden, dan
komen deze kinderen meestal miet meer in
aanraking met de politie, weet Doreleijers.
Bij de Raad van de Kinderbescherming is het
onderzoek van Doreleijers hard aangekomen.
Als instantie die het eerst te maken krijgt met
criminele jongeren, wil de raad jongeren met
ADHD eerder kunnen opsporen. Doreleijers
gaat nu met een universiteit daarvoor een test
ontwikkelen.
Niet alleen bij de Raad, ook bij de ouders yan
ADHD-kinderen heeft het onderzoek zijn
sporen achtergelaten. Coby Roozenboom van
de landelijke vereniging voor leer- en
gedragsproblemen Balans: „Hyperactiviteit
is hartstikke in. We worden overal gevraagd.
Alleen toen ze ons vroegen op te draven voor
een televisieprogramma waarin gesproken
zou worden over ADHD en criminaliteit, heb
ben we geweigerd. Het gevaar bestaat dat
deze kinderen worden gestigmatiseerd. Zo
van: in elk ADHD'ertje schuilt een crimineel
tje."
Beïnvloedbaar
Dat er een verband bestaat tussen ADHD en
criminaliteit, daarover zijn ze bij Balans niet
verbaasd. Coby Roozenboom: „Deze kinderen
maken moeilijk vrienden. Daarom bestaat het
gevaar dat ze de verkeerde vrienden kiezen.
Dat ze worden misbruikt. ADHD'ers zijn heel
gemakkelijk te beïnvloeden."
Y. Verschuren van de afdeling West-Brabant
van Balans was evenmin verbaasd over de
uitslag van Doreleijers onderzoek: „Ik had dit
jaren geleden al voorzien. Ik had toen een
gesprek met iemand van het CAD (Consulta
tiebureau voor Alcohol en Drugs) in Breda en
al pratende kwamen wij toen tot de conclusie
dat er bij het CAD wel veel jongeren rondlie
pen die onbehandelde ADHD hadden."
Onbehandeld. Verschuren zegt het met
nadruk. „Het was in de tijd dat de deskundi
gen ontdekten dat medicatie hét wondermid
del vormde tegen ADHD."
Maar pilletjes zijn geen wondermiddel, voegt
Verschuren daar meteen aan toe. „Als je deze
mensen goed wilt behandelen dan heb je méér
nodig. Want stoppen ADHD'ers met de medi
catie, dan ligt het probleem er weer levens
groot. Pillen zijn een hulpmiddel voor de
behandeling. En dan bedoel ik behandeling in
de zin van de pedagogie, de benadering van
deze kinderen door hun ouders en omgeving.
Pilletjes zorgen ervoor dat je een kind beter
kunt benaderen, omdat het in die periode rus
tiger, geconcentreerder is. Het dringt beter
tot hem door wat je zegt. Daar moet je
gebruik van maken. Daarom moet medicatie
altijd gepaard gaan met therapie."
Cursus
Samen met een collega van het kruiswerk in
Roosendaal verzorgt Verschuren cursussen
voor ouders van ADHD-kinderen. In januari
start een nieuwe cursus. „We leren ouders
hun kind structuur en regelmaat te bieden.
Maar we leren ze ook om te kijken naar de
positieve kanten van hun kind. Dat je het
beloont als het eens een keer iets goéd doet.
Dat je je kind een goed gevoel geeft. Je moet
er naar toe werken dat het ook op latere leef
tijd zijn problemen aankan."
Van kinderen die goed begeleid zijn is bekend
dat hun stoornis in de puberteit en ook daar
na niet meer zo duidelijk manifest is. Alsof ze
er minder last van hebben. Verschuren: „Des
kundigen zeggen dat de stoornis verbleekt in
de puberteit."
Boven de 18 jaar blijken deze mensen zelfs
goed te kunnen gedijen in de maatschappij.
Doreleijers daarover: „Als ze maar goed en
vroegtijdig behandeld zijn." Hij meent dat
het zelfs voor de groep van 12 tot 15-jarigen
niet te laat is om met behandeling te begin
nen. „Deze kinderen zijn nog gevoelig voor
behandeling. Hun ouders hebben nog vol
doende gezag."
Doreleijers benadrukt dat met de ontdekking
van het verband tussen ADHD en criminali
teit niet het criminaliteitsprobleem is opge
lost.
Doreleijers: „Criminaliteit heeft met veel
meer te-maken dan ADHD. Ik vergelijk het
wel eens met astma: als je astma hebt en je
komt nooit in de buurt van stuifmeel, dan
hoef je er geen last van te hebben. Groei je als
ADHD'er op in een goed gezin, dan word je
geen crimineel."
ZIE WEEKEND 2
ZIE WEEKEND 3
ZIE WEEKEND 4