'De stilte is voor mij de grootste openbaring dagen Fedor den Hertog, de man die het leven te lijf ging met snelheid plifant 19.95 16.95 59.95 49.95 43.95 29^95 10.95 21.95 'Als ik nooit had gefietst, was ik nu een sukkelaar geweest' J 'Ik kon alleen maar fietsen als het stuur een wit lint had' 1-15 4811 AH Breda in (076) 5313313 DESTEM SPORT B3 [jonge jenever iCodorniu tava Remy Martin V.S.O.P. coqnac Charles Heidsieck champagne Laurent Perrier champagne Cointreau likeur 1993 Chateau Lousteauneuf A.C. Médoc jonge jenever TE HUUR Elftweg 34 12 hallen, is thans nog 1 hal n op het bedrijventerrein g richting Utrecht en Breda te en ca. 135 m2 kantoor. r, royale overheaddeur en a. 6 m. Hooft Mak. MET BEDRIJFSHAL Aletta Jacobsstraat 8 nabij uitvalswegen gelegen met bedrijfshal. De bedrijfs- 2 kantoorruimte, v.v. el. water, krachtstroom, toilet, ntoorruimte is een entresol te gecreëerd. Het woonhuis uken, totaal ca. 70 m2; 2e laapk. (ca. 20 m2) met aan- e en wastafel. 1 e Verdie- fel. Ruime inpandige garage 'e verschaffen wij u graag. TE TE HUUR orneliusflat n Hulsdonksestraat gelegen r wordt aangeboden: ca. 300 ca. 590 m2 kantoor op 2e en g. De ruimten worden opge- fonds, toiletgroepen. Het rees en 2 liften. De bereik- hikt over eigen parkeerplaat- HUUR/TE KOOP e Schoor 13. al met royaal buitenterrein, De bedrijfshal heeft een opp. ortje ca. 20 m2. Vrije hoogte imte, gasgestookte heater, met loopdeur. De buitenruimte m2 is geheel verhard middels WOENSDAG 13 DECEMBER 1995 Hij is geen fatalist, Fedor den Hertog. Goedgeluimd overwon de oud-profwielrenner de voorbije jaren een groot aantal tegenslagen. „Zelfs door het kleinste raampje schijnt de zon," luidt zijn levenspreuk. Door Theo Vaessen Hij wil ooit nog eens met zijn vrouw Lilian naar de Chinese hoofdstad Beijing fietsen. Pakweg 13.000 km over binnenwegen. Op een tandem. Dat avontuur is zijn ultieme droom. Fedor den Hertog wil zich nog steeds zelf overtreffen. Maar ze hebben hem al vaak gewaarschuwd: 'Straks vinden we je dood naast de fiets.' Hoewel zijn leven diep werd getekend door tegenslagen, valpartijen en con flicten, bekent hij: „Als ik nooit had gefietst, was ik nu een sukkelaar geweest." Het wielrennen gaf hem een achtergrond waaruit hij naar voren kon komen; in feite schreef hij zelf mee aan het scenario van het wielertijd- perk van de jaren zestig. Hij liet dat niet meer los ondanks het gevaar dat de legende groter zou worden dan de man zelf. Toch snakte hij nooit naar roem of heldenverering. Zijn vele bekers liggen in een doos op zolder, zijn vele medailles zijn in de vlammen opgegaan. Hij heeft weinig vrienden, maar die hij heeft, zijn voldoende. Mij merend: „Een echte vriend is iemand die alles van je weet en toch van je houdt." Vijftien jaar geleden werd het bouwen van speciale fietsen zijn nieuwe passie. Hij begon een wielerzaak in Dilsen- Stokkem. Ze brandde eenmaal af en werd twee keer bezocht door inbre- I kers. De eerste keer verdween zijn 1 zelfgebouwde tandem. Een uniek I exemplaar met een waarde van 10.000 I gulden. De tweede maal, op tweede kerstdag 1994, haalden dieven voor duizenden guldens aan wielermateri- aal weg. Hij moest geld lenen om de zaak opnieuw in te richten. En een alarminstallatie aanleggen. Lotto Zijn laconieke instelling was weer eens bestraft. Net zoals die keer dat hij alie zes cijfers van Belgische lotto goed had aangekruist, maar na de feest vreugde ontdekte dat hij het formulier vergeten had in te leveren. Ruim drie miljoen gulden gingen aan zijn neus 11tr 0,75 Itr. 0,7 Itr 0,75 Itr 0,75 Itr 0,7 Itr 0,75 Itr Vorig jaar zomer denderde de pechvo gel, zonder helm, met een snelheid van veertig kilometer per uur met de fiets tegen een vrouw op die met haar kind plotseling de straat overstak. De mis selijkmakende buiteling was straten- ver te horen. In het ziekenhuis kwam hij bij zijn positieven. Zijn rechteroor lag er half af, de aanhechting van zijn sleutelbeen was losgeraakt, glas van de zonnebril was in zijn rechteroog gedrongen. Zes maanden kon hij niet meer werken. De verzekeringmaat schappijen kissebissen nu over de hoogte van de vergoeding voor de gederfde inkomsten en de mate van invaliditeit. Nog steeds ziet hij dubbel, suizen zijn oren en heeft hij last van black-outs. hittekens bij een man die het leven te lijf ging met snelheid. En, blijft gaan. Kort geleden suisde hij met een snel heid van 95 kilometer per uur met zijn vrouw op de tandem de Halembaye, sen steile heuvel vlakbij Maastricht, af. „Iedere gek heeft zijn gebrek," lacht hij. „Ik had ook nog een aanloop genomen. De wind floot ons om de oren." Dankzij zijn innerlijke rust bleef zijn geest ongebroken. Die rust vond hij onder andere tijdens een veertien daagse trektocht door Nepal. Daar beklom hij - vanaf de prachtige hoofd stad Kathmandu en zonder zuurstof - een bergreus tot 6000 meter hoogte. Overbrugde hij in negen dagen 240 kilometer. En viel zeven kilo af. Hij maakte ook nog een vijftiendaagse safari in Kenia. Reed 9500 km in een busje. Bij thuiskomst hoorde hij dat de Berlijnse muur was gevallen. Rust vindt hij ook in het uitgestrekte bos achter zijn huis. Hij wandelt er vaak. Om zijn eigen identiteit in kaart te brengen. „En om te luisteren naar de stem van de stilte. Een uurtje of zo dolcefar niente (zalig niets doen, red.), lekker relaxen. De stilte is voor mij de grootste openbaring." Gek van dieren had hij jarenlang ach ter zijn huis ook een kinderboerderij. Maar nu zijn dochters buitenshuis stu deren, is de veestapel uitgedund tot drie pauwen en drie herten. Bambi heet een van hen. Ze is zó tam dat ze uit zijn hand eet. Fedor den Hertog, de oudste van een gezin met zeven kinderen, werd in 1946 in Utrecht geboren uit een Oek- raïnse moeder en een Nederlandse vader. Ze hadden elkaar direct na de oorlog in een werkkamp in Duitsland leren kennen. „Ik heb geen leuke jeugd gehad. Mijn ouders werkten hard en hadden geen tijd voor me." Zijn vader was een driftkikker. „En dat wilde ik niet worden. Ik nam me voor altijd rustig te blijven en legde me veel zelf discipline op." Op de lagere school werd hij vaak uit gescholden voor communist. Hij kroop in zijn schulp en werd een Einzelgan- ger. Op negenjarige leeftijd verhuisde hij met zijn ouders naar een dorpje mid den in de Oekraïne. Zijn vader, een timmerman, wilde voor zijn gezin een nieuwe toekomst opbouwen in het gro te Rusland. Ze voeren vanuit Rotter dam met het vrachtschip Colomna naar de stad Riga. Nauwelijks op open zee werden allen zeeziek. „Ik herinner me nog hoe de zware golven over het schip sloegen en ik me aan dek nauwe lijks staande kon houden. Moeder viel flauw, vader lag plat. Ik dacht dat we met man en muis zouden vergaan." Vanuit Riga reisden ze per stoomtrein twee dagen en nachten naar het dorp waar zijn oma van moederskant woon Fedor den Hertog, anno 1995, met Bambi, een van zijn drie herten. de. Zij nam het gezin in haar huisje op en noemde Fedor Fedjka. Zijn vader verkocht de hele inboedel die hij in een grote kist had meegenomen. „Het waren bewogen maanden. Een soort survival. Ik hoefde niet naar school. Vulde de dagen óf met uren in een rij staan om zuurbrood te kopen óf met zwerftochten door de bossen in de buurt van het dorp." Op een dag keek hij heel even een grizzlybeer in de ogen. Dacht dat zijn laatste uur was geslagen. „Het beest sloeg echter op de vlucht en klom in een boom." Fedjka ging zwemmen in de rivier Wostkla en kwam in een draaikolk terecht. Zijn nichtje redde hem van de verdrinkingsdood. Hij viel uit een wil de appelboom, trok zijn arm open aan doornen en werd meer dood dan levend opgeraapt. Liep infecties op en zweefde op het randje van de dood. „Maar mijn lichaam werd zó sterk dat het beste trainingskamp mijn conditie niet had kunnen verbeteren." In de Oekraïne werd zijn geest voor de rest van zijn leven gevormd. Na een jaar keerde hij met zijn ouders terug naar Nederland. „Mijn vader, die een kippenfarm wilde beginnen, had gespeculeerd met aandelen en was alles kwijtgeraakt." Na nog vier ver huizingen, scheidden zijn ouders. Fed or, zeventien destijds, trok in bij een vriend in Harderwijk en ging in mili taire dienst. Volgde de onderofficier opleiding, maar werd voor hamertenen afgekeurd vlak voor hij zou afzwaaien. Gerrit Schulte Op zijn dertiende las hij een boekje over Gerrit Schulte, Le fou pedaleur van Jan Cottaar. De naam Schulte ver dween sindsdien niet meer uit zijn gedachten. Maar de racefiets kwam pas in zijn leven toen hij achttien jaar was. „Ik was een laatbloeier." Hij bleek een talent en vooral een coureur At WQ& edor den Hertog anno 1968, Nederlands kampioen bij de amateurs en goud op de Olympische Spelen. FOTOARCHIEF DESTEM die lange tijd hard kon fietsen. „Ik gooide altijd de beuk erin. Bij mij was het de dood of de gladiolen." Hij durf de de pijngrens keer op keer te verleg gen. Hij trainde 's nachts op de Veluwe bij het licht van de volle maan. Hij trainde met water in de banden om een vliegwieleffect op te wekken. Het liefst tegen de wind in. „Trainen deed ik lie ver dan wedstrijden rijden." Op kracht kon hij iedereen de baas. Toen het geld begon binnen te stromen, speelde hij lange tijd voor Sinterklaas in zijn familie. „Ik hoefde me nergens zorgen over te maken. Als ik met mijn vingers knipte, kreeg ik wat ik vroeg. Gaf thuis alles weg, maar toen ik Lilian leerde kennen, draaide ik de geldkraan dicht. Dat werd door mijn familie niet geaccepteerd." Hij zag zijn vijf jongere broer Nidi, ook enkele jaren beroepsrenner, om die reden al achttien jaar niet meer. „Ik ben bij hem aan huis geweest, maar hij deed niet open." Ook het con tact met zijn moeder en andere broers en zussen staat op een laag pitje. Negen jaar was hij amateur. Een van de besten van Europa. En met een engeltje op het stuur. Overleefde in de Ardennen tijdens een trainingstocht als voorbereiding op het WK een bot sing met een Mercedes. Sloeg met zijn hoofd dwars door de voorruit. Hij lag drie kwartier meer dood dan levend op de straat. De schade: een kaakfrac- tuur, een beschadigde long, tal van breuken en een dubbel beeld in zijn rechteroog. Zijn kaak moest op ver scheidene plaatsen worden gehecht. Drie maanden kon hij slechts vloei baar voedsel tot zich nemen. Zijn her stel duurde een half jaar. In die perio-r de leerde hij pas echt relativeren. Hij ging boekjes over yoga lezen en raakte geboeid door alles wat met mystiek te maken had. Wit werd zijn favoriete kleur. „Ik kon alleen maar fietsen als het stuur een wit lint had. Maagdelijke kracht misschien," lacht hij. Fausto Coppi was zijn idool. Diens grote lief de, de 'dame in het wit', intrigreerde Den Hertog. Hij at gedroogd zeewier in de soep en gebruikte alleen maar zeezout. „Daar werd je taaier van." Hij fietste eens in één ruk van het Oostduitse Mariën- burg naar Ermelo. Vijfhonderd kilo meter op één dag. „Maar daarna heb ik wel drie dagen gerust. Om de balans in mijn lichaam terug te krijgen." FOTO PETER SCHOLS In 1968 werd hij nationaal amateur kampioen op de weg, won de Tour de l'Avenir en pakte in Mexico met Zoe temelk, Krekels en Pijnen Olympisch goud op de honderd kilometer ploe- genachtervolging. „Als ik op kop sleurde, zaten de mannen achter me te huilen of zagen zwarte sneeuw." In 1969 won hij drie grote etappekoer sen, waaronder de Ronde van Rhein- land Pfalz. Van de elf etappes eiste Iwan de Verschrikkelijke er negen voor zich op. In 1974 vertrok hij bij de Amstelploeg en werd - „met enige tegenzin" - prof bij Frisol. Een stap die Herman Krott, de peetvader van de Amstelploeg, hem eigenlijk nooit heeft vergeven. „Ik heb," bekent Fedor, „vaak tegen zere benen geschopt. Heiligenhuisjes omvergetrapt. Ik was recht-toe-recht- aan. Ik camoufleerde de dingen nooit." In 1977, voor het WK in Venezuela, peddelde hij tijdens een trainingstocht uit gekkigheid, naakt op zijn schoen tjes na, kilometerslang door een bos. Aad den Hoek maakte er een kiek van. „Ik had al wat blaadjes van de bomen geplukt om een en ander te bedekken. Vlak voor we Carecas binnenreden, gaf Jos Schipper me de kleren geluk kig terug." Eddy Merckx Als professional had hij veel aanpas singsproblemen. „Ik was naïef. Ik wil de er vanaf de start steeds vol in, maar werd dan tot de orde geroepen. Door de mannen van Eddy Merckx vooral." Door zijn individualistisch optreden liep hij een contract bij de Raleigh- ploeg mis. „Raas en zijn mannen wil den mij er niet bij hebben." Het Franse Bic legde hem tevergeefs een blanco cheque voor. Hij stopte lie ver zijn energie in het opknappen en verbouwen van zijn pas gekochte boerderij in Dilsen. Merckx opende in 1981 zijn wielerzaak. En hij was er ook toen die na de brand werd heropend. Nog steeds kunnen beide ex-profs het goed met elkaar vinden. Fedor den Hertog is positief ingesteld. „Zelfs door het kleinste raam schijnt de zon," houdt hij iedereen voor die naar zijn levensverhaal luistert. Hij spreekt goed Frans, Italiaans - „geleerd op de kamer bij Moser en Bitossi" - en nog een beetje Oekraïns. Hij is geen planner, laat de dingen op zich afkomen. „Elke nieuwe dag is er een," zegt hij. Hij laat zich regelmatig behandelen door een acupuncturist en beoefent yoga. Hij is nog steeds broodmager. Zijn kruin begint te kalen, maar het vuur in zijn ogen brandt nog net zo hevig als twintig jaar geleden. In april wordt hij vijftig. „De tijd gaat snel zeggen ze. Maar niet sneller dan honderd jaar geleden. De way of life is veel sneller geworden. Zet de tv aan en je kunt dertig zenders ontvangen. Vroeger schreef je een brief en moest je zes weken wachten op antwoord. Nu ver zend je een faxbericht en een minuut later heb je antwoord." Hoewel hij nog niet zo lang geleden een cursus als dressman volgde en tal van modeshows liep, staat de fiets staat nog steeds centraal in zijn leven. Hij kan uren sleutelen aan spaken en versnellingen die hij zelf monteert. „Dat schenkt me erg veel voldoening. Soms ben ik achttien uur aan een stuk bezig met priegelwerk." De muzikale kwaliteiten van zijn twee dochters schenken hem eveneens veel voldoening. Zijn ze in het weekeinde thuis dan luistert hij als een trotse vader naar het pianospel van Tanja van negentien en het gitaargetokkel van Nathalie van achttien die eerder acht jaar viool speelde. „Die muzikali teit hebben ze niet van mij geërfd." Nathalie erfde wel zijn avontuurlijke genen. Onlangs sprong zij met een parachute uit een vliegtuig, vastge- gespt aan een ervaren para. Een val van een hoogte van 4500 meter. Zon der een spoortje angst. Zijn eega Lilian deed die stunt later na. Ook zij kan niet stil zitten. Ze zwemt, turnt, fietst en volgt tal van cursussen. „Na het laatste ongeluk van Fedor dacht ik: stel dat hij er niet meer is. Dan wil ik wel op eigen benen kunnen staan." Fedor den Hertog anno 1978, een doorbijter: „Als ik op kop sleurde, zaten de mannen achter me te huilen of zagen zwarte sneeuw. FOTO ARCHIEF DE STEM/BEN STEFFEN

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 13