Pinter spreekt op de planken itfix Tevredenheid en een leeg voorplein )AAL 4TAINER 'Chassé Theater treft je als blikseminslag Orkater-'operamet een thriller-motief Ontstemde toverfluit door Engels theater [ADOTIP: fU VOOR i§ |9, Zaamslag 115-432352 I DE TV! Ht5i GROTE GIDS D4 Reisopera brengt 'La forza del destino' Verdi in scenes en fragmenten Linda de Mol in tv-comedy Toneelschrijver 4viert' 65e verjaardag in Londens theater Fraai boekwerk over het Chassé Theater Internationaal architectuurtijdschrift Domus: Aad Nuis: Koenigscollectie moet terug naar Nederland Mozart ontmanteld in Breda X 62 NA left nooit meer met handen de klep van Afvalcontainer te nen (hikt voor bijna •containers zowel rechts als links ïonteerd worden jver-dealer is iet nu al hartje eeft Glühwijn, ski's, skiboxen, ngen, skiklemmen, elektroni- :rs en winterhoézen. Alles voor age prijzen (u wilt immers nog s). ieuwe Rover 400 staat er met >edienbare ramen en spiegels, ihtiging en een in hoogte ver- uurdersstoel. ete en stijlvolle Rover 600 staat olie glorie, met ondermeer de over grille, de wortelnotehouten n centrale portiervergrendeling' e R in de maand is kunt u bij uw ^r ook de winter check up laten Die kost slechts f67,50 en dan zelfs een Rover horloge cadeau, •ouwens ook voor alle merken iet een R beginnen. Egbert AutoB. V. Valkeiutraat 8 Breda foon 076 - 5218989/5219012 INSTEM VRIJDAG 1 DECEMBER 1995 Ellen van Haaren en Robert Woroniecki in 'Laforza del destino' FOTO MICHAEL HÖRNSCHEMEYER Door Camiel Hamans Een opera in fragmenten, een scene Mutter Courage, een kwar tiertje anti-papistisch politiek theater, enige momenten pasti che, een paar vondsten uit een klucht en verder in hoofdzaak goed gezongen absurditeiten, dat lis Verdi's La Forza del destino in ''Corina van Eijk-stijl. Van Eijk heeft naam gemaakt net haar weiland-opera's in Spanga. In de Friese openlucht vertoont ze jaarlijks haar stoute interpretaties van beroemde meesterwerken. Vol seks, grollige invallen en ongerijmd komische .stijlbreuken. Het kan zo zot niet zijn of het mag in haar voorstel lingen van het Verona van West- stellingwerf. 1 In de Nederlandse schouwburgen is Van Eijk nog nauwelijks te zien geweest. Na een volstrekt mis- l lukte Parelvissers in de nadagen van Opera Forum, heeft zij voor al in het buitenland gewerkt. De Nationale Reisopera, de erfop volger van Forum, biedt haar nu .een herkansing. Het resultaat is een dikke zes. Niet zozeer door Van Eijk, maar vooral door de Kroatische diri gent Niksa Bareza. Hij houdt de vrolijke, frisgekleurde chaos in de hand Wat er zich ook aan iro nie, bizarrerie en onorthodoxie boven zijn hoofd afspeelt, hij voorkomt dat de opera een spec- kclecoupé wordt. In de cast, met de uitblinkende Nederlanders Ellen van Haaren en Jaco Huij- pen, heeft hij daarbij goede secondanten. Wat de zangers ook aan maffe spelletjes moeten doen, .zij houden de dramatische lijn gaande. Van Eijk is zich het gevaar van de caleidoscoop bewust. Daarom laat ze tijdens de ouverture de later zo tragisch uiteenvallende familie Calatrava in een verstild familiesamenzijn herinneringen ophalen aan de hand van een fotoalbum. Op die wijze ver schaft ze richting en duiding en probeert ze structuur aan het bij Verdi al zo onsamenhangende werk te geven. Met te weinig suc ces echter, want daartoe zou ze haar eigen zucht tot overdadig heid hebben moeten inperken. Nationale Reisopera: La Forza del destino. Regie Corina van Eijk, muzikale leiding Niksa Bareza, met onder meer Ellen van Haar en, Robert Woroniecki, Robert Bork en Jaco Huijpen. Eindhoven, Stadsschouwburg, 1 december, Rotterdamse Schouwburg, 4 en 6 december, Nijmegen, Stads schouwburg, 23 december, Maas tricht, Theater aan het Vrijthof, 28 december, Tiburg, Stads schouwburg, 30 december. Aan vangstijd 19.30 uur. Van onze rtv-redactie Hilversum - Linda de Mol krijgt een hoofdrol in een nieuwe come dy, die De drie zusters gaat heten. Wanneer zij met deze komische reeks bij de Tros op de buis ver schijnt, is nog niet bekend. Naast De Mol zijn er hoofdrollen weggelegd voor Monique van de Ven en Willeke Alberti. Veel is er over de inhoud nog niet te zeg gen, want het script is nog niet eens af. Wel duidelijk is dat het verhaal draait om een familiebe drijf. Door Max Steenberghe Communiceren met Harold Pinter zelf is absoluut onmo gelijk. Terwijl er expliciet was gevraagd om vooral niet te lachen om de komende vraag, proest Pinters zaakwaarne mer het uit als de interview mogelijkheden worden gepolst. Pinter praat niet. Heeft hij nooit gedaan, en de spreekwoordelijke uitzonde ring maakte hij in '79, door tien minuten met The New York Times te praten, waarbij hij niet veel meer zei dan bij het begin van een stuk te beginnen en met het einde te eindigen. Bijna dertig stukken staan op zijn naam, waaronder The Caretaker (1959), The basement (1966), No mans land (1974) en meest recent Moonlight (1993). Daarnaast schreef hij veel scenario's voor tv en film, o.a. The French lieute nants woman. Een pittig gesprek aan de vooravond van zijn 65e verjaardag zou heel aardig zijn, maar Pinter heeft geen enkele behoefte zich te verklaren. Ook als hij zelf regisseert, krijgen de spelers vrijwel niets te horen. Dertien jaar lang schreef hij -op een enkel eenactertje- geen nieu we stukken. Waarom? Raadt maar! Wel spreekt hij zich uit over poli tiek. In zijn stille periode gaf hij spaarzaam essays uit, pro-sandi- nistische polemieken tegen het Amerikaanse beleid in Nicaragua, of tegen martelingen in Zuid- Afrika, censuur in Engeland. Tij dens de Golfoorlog schreef hij een gedicht, American football, dat door geen krant werd geplaatst vanwege de schuttingtaai die er in voorkwam; volgens Pinter uitroe pen van Britse piloten terwijl ze hun raketten afvuurden op bevolkte steden. The Times profileerde hem vier jaar geleden met een hilarisch artikel. Hij moet een ramp in res taurants zijn, kan alles bij elkaar schreeuwen als de smaak - of wat dan ook - hem niet bevalt. De onlangs overleden acteur Donald Pleasance bekende ooit ('from the safety of France') doodsbang geweest te zijn toen hij een van Pinters stukken beautiful noemde. Pinter ontplofte en zei: they are not ment to be beautiful, but mea ningful. Taaltovenaar Pinters grote kracht is zijn woordgebruik, de opbouw van zijn dialogen. Een taaltovenaar, omdat hij in zijn stukken veel meer zegt dan er staat. Hij schrijft spaarzaam, met vele stiltes. Een Engelse krant noemde hem zelfs de enige schrijver die een avond Harold Pinter in zijn stuk 'The hothouse'. kan vullen met louter stiltes. Terwijl er ogenschijnlijk alle daags gebabbeld wordt, gaat er een voortdurende dreiging van de woorden uit. Het heeft te maken met wat inmiddels Pinteren wordt genoemd: normale omgangstaal gebruiken in absurde omgevin gen. De sfeer pingpongt daardoor heen en weer tussen dolkomisch en angstaanjagend. „De kracht van zijn schrijven zit in zijn taal, die moet je tot je laten spreken en zelf gaan spreken en dan gebeurt het gewoon", beken de een actrice. Het publiek valt altijd midden in de actie en moet dan in de loop van het stuk zien uit te maken hoe het in elkaar zit. Altijd staat er iets te gebeuren, maar de vraag van de avond is altijd: wat? Bij Pinter geen uitleg, geen bood schap. Een criticus omschreef zijn werk als puzzels van glas. De stukken zijn nauwelijks zicht baar, passen moeilijk en hebben vlijmscherpe randen. Zelfs als alle delen in elkaar zijn gevallen, is het totaalbeeld nauwelijks zicht baar. Onderste la Zo ook bij The hothouse. Een bij zonder stuk. Ook voor Pinter zelf. Hij schreef het in de winter van 1958, maar, zoals hij in het voor woord zegt, legde het' opzij voor latere bewerking en begon aan The Caretaker. Die aanvankelijke pauze werd waarschijnlijk inge last na de wisselende kritieken op The birthday party, en aangezien The caretaker een van Pinters grootste successen werd bleef The hothouse in de onderste la liggen. Pas in 1979 herlas Pinter het en besloot dat het welzeker toneel- rijp was. Hij veranderde een klei nigheid hier en daar, liet het ver haal verder intact en voerde zelf de regie over de eerste opvoering, in 1980 in Londen. In de huidige versie is het pas de tweede maal dat het stuk te zien is in Engeland. In Nederland werd het als De broeikas in '81 opgevoerd door Toneelgroep Theater. Het stuk heeft iets van Orwells 1984. The hothouse is opgebouwd uit onsamenhangende delen, die zich afspelen in een onduidelijk instituut, waar van overheidswe ge mensen naar toe zijn gestuurd die 'de weg zijn kwijtgeraakt' en nu onder dwang weer 'op het rechte pad' moeten worden gezet. Namen hebben ze niet, alleen nummers. Vandaar dat de direc teur, Roote, zich vaak vergist in welke gevangene/patiënt hij heeft gesproken. De sluwe Gibbs, de brutale amb tenaar Lush, de krolse miss Cutts, allemaal hebben ze iets met elkaar. Maar ook zit iedereen gevangen in zijn eigen omstandig heden, speelt ieder zijn of haar eigen spel, treitert en pest vrolijk met de rest mee. Niet uit sadisme, maar uit gewoonte en uit zelfbe houd. Druppelsgewijs Het Comedy Theater in Londen is ruim een eeuw oud en beeld schoon. Wat de avond maakt, is uiteraard de aanwezigheid van de man zelf, Harold Pinter. Niet dat dat vooraf merkbaar is: het publiek komt druppelsgewijs bin nen en verdwijnt gewoontege trouw meteen naar de bar. Pas minuten voor het begin sjokken FOTO IVAN KYNCL de toeschouwers de zaal in, die nog voor geen kwart is gevuld. Maar dat schijnt op dinsdagavond altijd het geval te zijn, had het agentschap al verklapt en juist daarom verzocht die dag te komen. Drie minuten na aanvang is dui delijk dat Pinter niet bij toeval The hothouse heeft gekozen als het stuk waarmee hij op de plan ken zijn 65e lijkt te willen memo reren (vieren is een woord dat niet in het Pinteren voorkomt, ook niet in dit stuk waarin terloops wordt opgemerkt dat het eerste kerstdag is). Pinter speelt niet Roote, Pinter is Roote. Zijn korte zinnen spuwt hij uit. Ze exploderen in woede aanvallen. Pinter lijkt zich te ver galopperen en daadwerkelijk uit te barsten in een woede die niet gespeeld kan zijn. Het spel vlamt, niet alleen van Pinter maar van de hele - kleine - cast. Maar net als in het boek volgt de ontknopnig zo snel en onverwacht, dat we buiten staan voor we er erg in hebben. Graag hadden we de andere acteurs gesproken, of regisseur David Jones. Gevraagd of de man veel heeft moeten oefenen, of hij zich met de regie bemoeide, of hij wellicht iets in de tekst heeft aan gepast? Maar niemand mag pra ten en wil dat ook niet. Ach, en naar de antwoorden is makkelijk te raden. Aanpassin gen? Ooit schopte Pinter een acteur bijna buiten omdat hij 'een stilte maar twee puntjes volhield, terwijl ik er duidelijk drie heb getypt'. 'The hothouse', van en met Harold Pinter, tot 22 december in The Come dy Theatre, Panton Street, Londen (44-171-3691731). Wie niet neukt, beft, pijpt ofero- ver lult, is een droogkloot. Een ouderwetse sufkont uit de tijd van voor de NVSH. Toen voor hel zingen de kerk uit de canon van het huwelijksleven uitmaak te. Toen bloot nog gevaar voor verbranding inhield en toen lust tog een ondeugd uit de catechis mus was. Mi valt zonder seks, oferos zoals de commercie liever zegt, niet meer televen. Geen Hema-reclametje meer of een dame weegt haar borsten tn publiek. Geen goed doel op tv of er moet een meisje uit de kleren, geen gezellige verjaarsvisite of een neef bekent dat hij graag geslagen wordt. Bij voorkeur door een dame gehuld in rubber. Seks is salonfahig. Is handel en niet uitsluitend in de handen van pooiers, kruidige videotheekhouders of besmuikte stationskioskeige- naars, seks is reeds commercie van het nette soort. Een jaarlijkse beurs voor 'erotiek-minnend' Nederland, waar jonge verloofden, keurige gezinnen en moderne dominees leren hoe 'erotiek een wezen lijk element is binnen onze emotionele belevingswereld'. Maar hel kan nog verantwoorder. Behalve de beurs is er nu immers ook een jaarboek, 'Erolife '96'. Een strak betepelde borst in body point op het omslag en daarnaast een aanprijzing van het hoog cultu- 'td gehalte. Literatuur, kunst, mode en lifestyle ondergebracht in de miste trends op erotisch gebied. Meesterschrijvers als Lydia Rood en Ronald Giphart hebben hun welbetaalde pen voor het catalogusachti- werkje gepunt. ken heus, maar eerder elders gepubliceerd cultuurhistorisch essay, ooi in elf pagina's 25 eeuwen kunstzinnige afbeeldingen van erotische sn" bespreekt. En de illustraties daarbij maken duidelijk hoe com mercieel aantrekkelijk de versmelting van kunst en seks is. Een wat wauge foto van een 'ivoortje' toont een ruggelings rustende, ontblote oomemet opgetrokken benen. Een half gekleed 19e eeuws heertje zit geknield voor haar billen. Zijn lid gericht op haar goed zichtbare Publieke opening. Maar daar draait het allemaal niet om. Het bij- '.ft bewijst dat hier geen sprake is van onder dekmantel van kunst verborgen stiekem gepeep. Het beeldje is van historisch belang: de verzekerde waarde ligt tussen drie- en vierduizend gulden, kn wat te denken van een degelijke, wel 2600 woorden lange Door Marjan Mes Hare Majesteit kreeg het tijdens de wat gekneusde officiële ope ning van het Chassé Theater al aangeboden; het boekwerkje dat de trotse gemeente Breda, gesteund door de aannemers en onderaannemers, heeft laten ver schijnen over de schepping van architect Herman Hertzberger: Chassé Theater. Het is een fraaie uitgave van de in architectuurmonografieën gespe cialiseerde Uitgeverij 010, die Hertbergers bouwkunst al twee keer eerder onder de loep nam. Het bevat schitterende kleurenfo tografie en zwart-witfoto's (door een technische camera) van het nieuwe Bredase theater, ontwerp- schetsen, plattegronden en tekst van Hertzberger. Het boek opent met een artikel over de totstandkoming van het theater van de hand van artistiek directeur Reg ten Zijthoff, de man voor wiens hemelbestormende ambities Breda eigenlijk te klein was. Hij herinnert er aan dat Breda al in 1802 de eerste schouwburg van Brabant had en memoreert ook de politieke mislukking rond het Civic Centre, gevolgd in de jaren zeventig door de bouw van 't Turf schip, toendertijd de eerste en eni ge concertzaal van Brabant, waarvan de gemeentelijke exploi tatieproblemen in 1982 tot ver koop aan een particulier leidden. Dat er over het peperdure, uitslui tend met voorstellingen en con certen onmogelijk te exploiteren De entree van het Chassé Theater in Breda FOTO DE STEM JOHAN VAN GURP Chassé Theater de schaduw hangt van een herhaling van een derge lijke ontwikkeling blijft uiteraard buiten beschouwing. 'Terwijl de Concordia-nostalgie een achterhoedegevecht levert en tegenstanders van het nieuwe theater een soap in afleveringen schrijven, zijn het theaterconcept en de technologie twintig jaar ver der in hun ontwikkeling', herin nert Ten Zijthoff zich tevreden. Herman Hertzberger, wiens opvallende creatie ondertussen niet anders dan lof kreeg, betreurt het in zijn artikel dat hij met zijn schouwburgontwerp te laat heeft kunnen inspelen op het vrij [ouwing over sex drugs rock 'nroll. Als dat niet bewijst dat keschi kei hier om een eigentijds cultureel hoogstandje gaat. Gevoelens van zinnelijke liefde, schrijft de deskundige auteur, worden door iedere and artiest of groep wel in een aantal nummers uitgedrukt. Hij heeft I 'Ifbaar goed geluisterd. n zo n context kan een artistiek wat luchtiger bijdrage als die over otische tuinen nauwelijks kwaad. De anonieme auteur doelt niet op 15 nannenbosjes of donkere laantjes waar het goed vigileren of kl >naarzoe"en is, hij heeft een tuinarchitect gevonden die met 1moppijpenstrootje, vuurbloem en hemelsleutel een sfeertje weet te tfere"- Niet geil, aanstootgevend of opdringerig, neen, een combina- m '"a" mythologie en erotische aantrekkingskracht. Fallussymbolen ^"]v°ekerd door klimop, een ontspanningsheuvel van zachte gras- en een intieme plaats omgeven door extra geurige bloemen en dat oU °P8es'?fd me! toespelingen uit de vrijmoedige klassieke oudheid <j,e°Peniijk libidineuze periode van Lodewijk XIV. Erot'S ï°eCV00r bewijst deze brochure van lichamelijkheid, de s a tassen' bl°ie extravagantie voor bruiden met lef en gewaag- voorh'J"' Voor de clitorishoed, genezingstijd vier tot zes weken, de °f het sremum. Wat dat is, weet de lezer van het jaarboek. b'vo' Se^SJS ^an vve' dagelijkse kost voor iedereen, kunstzinnige seks orbehouden aan een gymnasium-vooropleiding. Door Hans Rooseboom Als een blikseminslag. Een gebouw met een adembenemende impact. Het invloedrijke tijdschrift Domus komt in zijn laatste num mer woorden te kort om het Chassé Theater in Breda de hemel in te prijzen. Domus is een tweetalig design-magazine (Rivista Interna- zionale di Progetto/International Design Review), dat wordt uitgegeven in Milaan. Het is gewijd aan industrieel design en architec tuur. Het tijdschrift wijdt een beschouwing van enkele bladzijden aan het Chassé Theater, geïllustreerd met zeer fraaie kleu renfotografie. Auteur Andrea Vidotto keek in Breda zijn ogen uit. „In de kleurloze stedelij ke omgeving van een brede weg, kantoor- blokken en parkeerplaatsen treft het Chassé Theater je als een blikseminslag. De indruk is adembenemend. Tegen de hemel tekent zich een profiel af dat doet denken aan een acht baan. Of aan een reusachtig zeildoek dat over een berg materiaal is gedrapeerd." „De woorden Chassé Theater staan in grote vierkante letters als een architectonisch fries onder de daklijst. Maar onder dt klassieke signaal is er helemaal niets rustig." Binnen is er volgens Domus niet, zoals je zou verwachten, een hal, 'maar een volledig autonoom winkelgebied in aanleg'. In de rest van zijn bijdrage geeft de auteur blijk van bewildering, surprise en amazement, die het gebouw-in al z'n grandiosity bij hem opwekt. „Het Bredase theater is een voorbeeld van de bloei van design en architectuur in het Nederland van de jaren '90." Er is sprake van 'een blijvende, en voor ons benijdenswaardi ge bouw-euforie waarmee de Nederlandse steden met elkaar wedijveren.' Het Chassé Theater is, zo besluit het tijd schrift, 'een bijzondere les in architectoni sche en stedelijke kwaliteit.' Het magazine Domus kost 35,-. Moskou (anp) - De ruim drie honderd tekeningen van het Poesjkin-museum in Moskou uit de voormalige collectie van Franz Koenigs horen thuis in Rotterdam. De kunstwerken hadden er nooit vandaan gehaald moeten worden. Dat zei staatssecretaris Aad Nuis van cultuur gisteren in Moskou bij de opening van de tentoonstelling Counterparts. Op die presentatie in de Biblio theek voor Buitenlandse Lite ratuur zijn tot 21 januari dertig tekeningen van oude meesters uit de Koenigscollectie van Museum Boymans-van Beunin- gen in Rotterdam te zien. De tentoonstelling valt samen met de presentatie in het Poesj kin-museum van ruim driehon derd tekeningen uit de Koe- nigs-collectie. Die tentoonstel ling ging eind september open en duurt tot 21 januari. De tekeningen bevonden zich tot 1941 in Museum Boymans in Rotterdam. Daarna werden ze illegaal verkocht aan de nazi's. Na de oorlog was de collectie spoorloos, maar drie jaar gele den gaven de Russische autori teiten voor het eerst toe dat de tekeningen zich in het depot van het Poesjkin-museum bevonden. Sinds september zijn ze voor het publiek te zien. Nuis verwacht dat de tekenin gen uit het Poesjkin-museum „als verloren zonen" naar Rot terdam terugkeren. „Dit is niet de plaats om de problemen rondom de teruggave te bespre ken", zei hij. „We bediscussië ren de zaak op een open manier met de autoriteiten, en ik ver trouw erop dat de collectie snel naar Nederland zal terugke ren." De bankier en verzamelaar Franz Koenigs (1881-1941) koos de tekeningen op basis van kwaliteit en hun kunsthistori sche relatie. Dat de werken in het Poesjkin-museum en de Bibliotheek complementair zijn, is volgens Nuis goed te zien. Hij illustreerde dat aan de hand van een tekening van Rem brandt met daarop een leeuw, niet toevallig het symbool van Nederland. Koenigs kocht de 17e eeuwse tekening in 1926. Drie jaar later wist hij een ver gelijkbaar exemplaar op de kop te tikken. Op de eerste Rem brandt kijkt de leeuw naar links; op de andere naar rechts. Een ander voorbeeld is een tekening van Watteau. Op de portrettekening in het Poesj kin-museum staat hetzelfde kind als op die uit Rotterdam. Ook zijn beide werken even groot en met dezelfde techniek gemaakt. komende bouwterrein van de voormalige Chassé-kazerhe. Het weidse uitzicht vanaf de Wil- helminasingel op het theater en omgekeerd vanuit de foyer op de omgeving speelde een grote rol bij het ontwerp. 'Achteraf rijst de vraag of een zo sterk op een uit zicht gerichte ligging inderdaad wel zo aantrekkelijk is', aldus de architect. Nogal idealistisch verwacht Her tzberger dat het grote voorplein van de schouwburg voor een deel de functie van de moeilijker bereikbare Grote Markt kan over nemen. 'In dit verband kan ook de strook verhuurbare ruimtes langs het front van het gebouw een acti verende rol spelen.' De realiteit blijkt tot nog toe anders. Het voorplein is een onge zellige, lege grotestadsruimte die bij avond veel te schaars verlicht is en dan een speelplaats vormt voor jongens op skateboards die langs komen razen wanneer het publiek zijn entree maakt. De inmiddels aan de voorkant gevestigde design-winkel is met zijn etalages met meubilair, hoe artistiek verantwoord misschien ook, maar een wezensvreemd ele ment. Het theatercafé, dat zich nu aan de zijkant bevindt en niet tot de verbeelding van het publiek blijkt te spreken, was op deze plaats wellicht een fraaie trek pleister geweest, met een uitstra ling naar de toch wat doodse omgeving. Vooral bij avond. 'Chassé Theater'. Uitg. 010 Publis hers, prijs 39.50. Breda - Chassé Theater. 'Wie vermoordde Mary Rogers?' van Jan Veldman door Orkater. Muziek: Vincent van Warmer dam. Regie: Willme van de Sande Bakhuyzen. Met o.a. Gijs Scholten van Aschat, Peter Blok en Porgy Franssen. Gezien op donderdag 30 november. Op 24 januari in Terneuzen. Door Marjan Mes In de openingsscène wordt een meisje in het wit door duistere figuren op een donker toneel gemolesteerd, verkracht en gedood. De mannen blijken even later de muzikanten van Orkater, die voor de verdere rest van de voorstelling vooral als gedreven instrumentalis ten optreden in de theatrale reconstructie van deze moord zaak, Wie vermoordde Mary Rogers? Is Mary wel door deze kerels omgebracht? vraagt deze opera achtige voorstelling met gespro ken en gezongen dialogen zich af. Of is de schrijver Edgar Allen Poe de dader van deze moord op het sigarenverkoopstertje Mary Rogers, die in 1842 in New York plaats vond en Poe inspireerde tot een moordverhaal dat hij in Parijs situeerde. Schrijver Jan Veldman heeft uit allerlei bronnen geconcludeerd dat de uitvinder van de speur dersroman en het literaire hor ror-verhaal best wel eens de dader geweest kan zijn. In zijn 'thriller' bij Orkater is Poe, fraai gekweld gespeeld, bewogen en prachtig gezongen door Gijs Scholten van Aschat, vanaf het eerste moment de verdachte. Hij wordt geflankeerd door twee figuren uit zijn eigen moordver- halen, de Commissaris (Peter Blok) en de detective C. Auguste Dupin (Porgy Franssen), die hem al reducerend en deducerend dwingen om zijn schuld te beken nen. De getrouwde Poe blijkt in de flash-backs verliefd te zijn geweest op de mooie Mary, The beautiful cigarette-girl from Bro adway, zoals ze steeds lyrisch wordt bezongen in een telkens terugkerende strofe. De enscènering van regisseur Willem van de Sande Bakhuyzen van de moordreconstructies en flash-backs is levendig en speels op een geheimzinnig belicht toneel, waarop soms ook revue achtig wordt gedold. De drie hoofdfiguren voeren al dansend een komische act met pijp op en ook het horrorachtige duikt nog even op. Het ziet er allemaal schitterend uit, de acteurs zingen (vooral Porgy Franssen) en spelen (vooral Peter Blok) voortreffelijk en de beweging en timing zijn uitste kend. De muzikanten vertolken actief meespelend in de handeling de sfeervolle, karakteristieke muziek van Vincent van Warmer dam in wat een creatieve menge ling is van thriller, opera en musical. Toch werd ik ondanks al die geslaagde elementen niet echt meegesleept. Een gezongen thril ler is blijkbaar toch niet zo span nend. Wellicht had het verhaal ook te weinig substantie om te kunnen boeien. Bovendien had de Mary-figuur (Caya de Groot) niet zoveel uitstraling dat zij haar fatale aantrekkingskracht aan nemelijk wist te maken. Breda - Chassé Theater. Opera The Magic Flute van Mozart, uitgevoerd door het Music Theatre London. Gehoord op 29 november. Door Dré van Dongen In 1791, na de première, waren er recensenten die meenden dat Die Zauberflöte van Mozart en Schikaneder bedoeld was als een gezongen kritiek op het keizerlijk bewind van die dagen, zelfs als een verheerlijking van de Franse Revolutie. Vrijmetse laren zagen deze sprookjes opera - want dat is het uitein delijk - als een afspiegeling van hun inwijdingsritueel. In de loop der jaren is Mozarts meesterwerk herhaaldelijk gepersifleerd: de uitvoering door Music Theatre London in de gro te zaal van het Chassé Theater spant echter de kroon en liet van het oorspronkelijk muziekspel over vrede, harmonie en broeder schap geen spat heel. Zij die naar het theater gelokt werden om een heuse opera te zien, zijn dan ook bedrogen uitgekomen. Het orkest was gereduceerd tot een ensemble van acht instru mentalisten die - en dat moet gezegd zijn - onder leiding van Nicholas Patrick gedegen musi ceerden. Deze dirigent verstaat overigens de kunst om naast zijn dirigeerstok op vaardige wijze het rode potlood te hanteren: heel wat gedeelten bleven ongespeeld. Gemakshalve had men het koor teruggebracht tot een vijftal vocalisten, die versterking kre gen van een elektronisch instru ment, door de dirigent bespeeld. Vocaal werd er weinig gepres teerd. De prijs voor zuiver zingen ging dit keer naar de zangeressen die op zeer geestige wijze de rol len van de Drie Knapen vervul den. Voor het overige nam men het niet zo nauw met het accuraat intoneren. De Koningin van de Nacht zong bij tijd en wijle zo naast het notenbeeld dat het op de lachspieren werkte. Aanvaardbaar waren Jeremy Rose als Tamino en zijn tegen speelster Thomasin Tresize; een enkele keer imponeerde ook Tim Hardey als Sarastro. Decors en kostuums waren pover, maar dat kon men vergeten, omdat er uit stekend geacteerd werd, in een regie van Nicholas Broadhurst, een betere zaak waardig. Het summiere Duitse parlando van Schikaneder was in het Engelss uitgegroeid tot een geestige komedie, zodat er gelukkig eens gelachen kon worden. Aangezien op het toneel het goede altijd beloond en het kwaad gestraft moet worden, werd de Koningin van de Nacht aan het einde van de opera stante pede doodgescho ten. Het bleken losse flodders te zijn. V

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 21