De st Uit het raam kijken met de schrijfster Gelukkig zijn er ook boeken over voetbal Het archief van Van Oorschot op een kiertje BOEKENLEGGER KINDERBOEKEN Reporter Herodotus over de botsing Azië-Europa De nieuwe kinderliedjes Het Sinterklaas-stapeltje DE STEM BOEKENGIDS pESTEM Het geduld van de kaars 'Ik droom dus': verhalen van Margriet de Moor VRIJDAG 1 DECEMBER 1995 Q2 Door Y. Né Maarten van den Elzen is geen onbekende binnen het Brabantse poëziegebeuren. Rondgaande met zijn poëzie-trekkast wist hij veel belangstelling te wekken. De trek kast is een ladenkastje, dat hij als een trekzak voor het lichaam draagt. Daarmee nodigt hij men sen uit, een lade te openen en het gedicht daarin voor te lezen. Sinds enige jaren is hij tevens uitgever van poëziebundels. Ze getuigen van zijn grote zorg voor de vorm geving. De vierde bundel van Van den Elzen zelf, Zwaluwen en een Zui ver Hart, bevat naast vijfendertig gedichten vier zeefdrukken van Genoveef Lukassen-Geluk, in een cassette. In veel van zijn gedichten brengt Van den Elzen het land schap rondom zijn geboorteplaats Uden naar voren. Hij woont hier nog altijd en het is alsof elke blik naar buiten hem terugvoert naar het kind dat hij was. Door de Man heen Schemert de Jongen schrijft hij, en: wat wij noemen vandaag/ is bedekt door een sluier schemer/ van wat wij noemen verleden. Hij verliest zich echter niet in de melancholie van de herinnering, Hij keert zich nooit van het heden af. Juist omdat de plaatsen van herinnering nog altijd om hem heen aanwezig zijn, vat hij het ver strijken van de tijd niet al te zwaar op. Zelfs de dood wordt aanvaard baar, omdat, aldus de dichter, ook deze niet meer dan een uiterlijk verschijnsel is. De landschappen van Van den Elzen zijn vooral innerlijke landschappen, die diep in zijn geheugen verankerd liggen. Rondom hem dringen zich even wel de veranderingen op. Mensen, die dit gebied nooit eerder betra den, meten het land op en graven het uit en: langzaam groeien nieu we huizen/ en raakt het gebied zichzelf kwijt De taal van Van den Elzen is een voudig en ondubbelzinnnig. Opvallend is, dat alle titels rijke lijk van hoofdletters zijn voorzien en de gedichten zelf er niet één bevatten. Zijn interpunctie is beperkt tot hier en daar een kom ma. Hij gebruikt geen punten, ook niet aan het eind van het gedicht. Misschien dat hij het beeld van de stromende rivier, dat hij herhaal delijk gebruikt, op die manier overal wil inbrengen, als het ver strijken van de tijd. De dichter neigt sterk naar roman tische landschapslyriek. Hij is daarin niet zeer inventief. De kracht van Van den Elzen ligt in onverwachte wendingen, die ont roerende beelden opleveren. Zoals in het gedicht Metamorfose Patris, waarin hij door het raam naar bui ten kijkt en plotseling het geluid van een fiets in het grind klinkt en zijn broer zich langzaam uitver grotend binnen de lijst ploegt, waarin de dichter ook zichzelf in padvinderskleren ziet naderen: onze stemmen klinken door tien tallen/ jaren heen tot deze plaats/ uit mijn mond stroomt de stem van mijn vader. Overgangsgebieden spelen een rol in Van den Elzens werk: er is over al een toename of afname van licht, van geluid, beweging en ook de ruimte waarin hij zich bevindt blijft niet gelijk. Zijn liefde voor de stad Praag en het gedicht Poor ten van Mystiek doen vermoeden, dat het hem om de schemergebie den te doen is, waarin hij gehei men vermoedt, die zich dan wel niet zullen prijsgeven, maar die hij zich evenmin laat afnemen als zijn Goden, want: er moet een restje ontoegankelijkheid zijn/ zoals ik een paleis betreed maar aarzel/ om er te gaan wonen. En wellicht is het volgende mooie fragment te interpreteren als een ontboeze ming over zijn dichterlijke prak tijk, met de vlam als een beeld dat bij de romanticus hoort en als mystiek symbool: zo viel ik van een smal koord hoog in/ de nok van twijfel en vond rust bij het geduld/ waarmee een kaars haar vlam rondom de pit bijeenhoudt. Dood is Alleen Buitenkant het wordt al vroeger donker in huis en buiten in de tuin is het avond voor de laatste bloemen de zon schildert bladeren die in feestelijke kleuren hun eerste en laatste val voltooien het sterven is de drempel naar de kamer van rust dood is alleen buitenkant de kant van het oog herinneringen maken geen verschil tussen leven en dood het is ons verlangen dat herinneringen vergroot en overledenen uitnodigt plaats te nemen tussen alles wat leeft en beweegt sterven is het water dat wordt teruggegeven aan de zee Maarten van den Elzen: 'Zwaluwen en een Zuiver Hart'. Uitg. Hoender- bossche Verzen te Uden, prijs 35,- Door Hans Rooseboom De Griekse schrijver Herodotus was de eerste verslaggever, en nog wel in grote stijl. Als reizend cor respondent stroopte hij de wereld af. Karrevrachten informatie ver gaarde hij. Telex, telefoon, fax en e-mail moest hij ontberen. Gere gelde PTT-verbindingen beston den niet. Thuisgekomen spreidde Herodo tus zijn aantekeningen uit; hij ging er eens goed voor zitten. „Herodo tus is mijn naam," zo begon hij. „Ik ben geboren in Halikarnassos, en maak hierbij het verslag wereldkundig van het onderzoek dat ik heb verricht om de herinne ring aan het verleden levend te houden." Het werd een wereldgeschiedenis, het oudste geschiedenisboek dat wij kennen. Want Herodotus mocht dan de actuele wereld waarin hij leefde zo volledig mogelijk willen beschrijven, hij kon niet om de geschiedenis heen. Herodotus had een heel duidelijk uitgangspunt. Hij wilde achterha len wie er begonnen is. De wereld zag hij als de reeks conflicten, oor logen, veldslagen en volkeren moorden die ze ook nu nog is. Hij wilde naar de wortel van ieder conflict, naar het punt van aan vang. Zodra hij kon aanwijzen: die is begonnen, was zijn nieuwsgie righeid bevredigd. Herodotus was afkomstig uit Ionië, het gedeelte van Grieken land aan de andere kant van de Egeïsche Zee (tegenwoordig West- Turkije - het oude Griekenland is daar gaver bewaard gebleven dan in Griekenland). Hij leefde in de 5e eeuw voor Christus, de Gouden Eeuw van Griekenland. Er is ver der weinig over zijn leven bekend. Hij leeft echter heel persoonlijk in zijn boek, dat schitterend is. Hij onthoudt de lezer niets. Alles wat hij onderweg heeft gezien en gehoord (bijvoorbeeld tijdens zijn reis langs de Nijl) deelt hij mee. Hij vertelt rustig ook halve waar heden en fantasieverhalen. Ster ker nog: die vertelt hij bij voor keur. En waarschijnlijk heeft hij zelf het nodige uit zijn duim gezo gen. Ondanks deze charmante mix van Dichtung en Wahrheit moeten we Herodotus' geschiedenissen toch als een belangrijke bron van Herodotus historische kennis beschouwen. We moeten wel, want er is niets anders. De hoofdmoot van Hero dotus' verslag is gewijd aan de reusachtige botsing tussen Europa en Azië, de actualiteit in die dagen. De Perzen rukten op, al eeuwen, steeds verder westwaarts. Maar Herodotus mocht het mee maken dat die opmars werd tegen gehouden, en wel door de Grieken, ten koste van grote vernietigende veld- en zeeslagen: Thermopylae, Salamis, Marathon. Namen die na 25 eeuwen nog in het collectieve geheugen zijn blijven hangen. Het verslaan van de machtige Per zische heerscharen door de gesle pen Grieken is een der grote feiten in de wereldgeschiedenis. Herodo tus van Halikarnassos trekt er ongeveer de helft van zijn boek voor uit, een boek waarin hij toch de hele wereldgeschiedenis wilde schrijven. De vertaling die uitge verij SUN op de markt heeft gebracht ziet er prachtig uit en biedt alles voor dagenlang genot. Behalve de leesbare geschiedenis sen zelf, in vlot Nederlands ver taald door Hein van Dolen, ver schaft het boek een grote hoeveel heid gedetailleerde kaarten (Grie kenland, Klein-Azië, Egypte) en stambomen van de vooraziatische vorstenhuizen (Cyrus, Darius, Xerxes, de Medische en Lydische koningen). De zaak wordt gecom pleteerd door een namenregister van 120 bladzijden, en een over vloed aan verklarende nootjes onderaan elke pagina. 'Herodotus: Het verslag van mijn onderzoek'. Vertaald, ingeleid en geannoteerd door Hein L. van Dolen. Uitg. SUN, prijs 69,50. Door Johan Diepstraten Befaamd is de serie Writers at work, interviewboeken waarin de grote schrijvers uit de wereld literatuur pagina's lang worden ondervraagd over hun vak. De interviews zijn spannende verha len over het schrijven zelf: over de aanleiding, werkwijze, thema- ta en de manier van werken. In de jaren zeventig en tachtig ver schenen er enkele interviewboe ken met Nederlandstalige schrij vers, maar inmiddels is daar de klad in gekomen. Commercieel is het onhaalbaar om kloeke boe ken uit te brengen met dit soort gesprekken. Hoe interessant het kan zijn als een schrijver over zijn werk praat, blijkt uit de nieuwe verha lenbundel van Margriet de Moor. In de Notities aan het einde van Ik droom dus verklaart zij wat de plaats van de verhalen is tussen haar romans Eerst grijs dan wit dan blauw en De virtuoos, bij ieder afzonderlijk verhaal geeft zij commentaar op de ontstaans geschiedenis en summier geeft zij de verbanden aan tussen ver schillende verhalen. Deze toevoe gingen onthullen iets over het creatieve proces. Over het titelverhaal schrijft ze: 'Ik weet nog dat de sfeer waarin ik begon te schrijven er een van bijna leegte was. Een tafel, papier, een raam vanwaar ik uit zag op een verlaten straat in een villawijk, grijze lucht. Tot het moment waarop er een verhuis wagen voor het huis tegenover het mijne stopte, had ik ook geen onderwerp.' Sympathie De verhuiswagen in een villawijk brengt de verbeelding op gang. Margriet de Moor bedenkt een oude man die zijn vrouw heeft begraven, eenzaam in een villa achterblijft en vervolgens ver huist. Nog één keer wil hij praten met de vrouw aan de overkant van zijn vroegere villa, want zijn gestorven echtgenote voelde zo'n diepe sympathie voor haar. Ook deze overbuurvrouw, Eva Mooy- man-Duyf, krijgt een achter grond mee: zij is in een echtschei dingsproces verwikkeld en heeft wel andere zorgen aan haar hoofd. Twee levens confronteert Mar griet de Moor met elkaar: een oude man die geen toekomst heeft en over het verleden wil praten tegenover een vrouw van middelbare leeftijd die juist het verleden wil vergeten en aan een toekomst als invalkracht op een school bouwt. Tekort Dit is het uitgangspunt en tege lijk het einde van het titelver haal. Margriet de Moor beschrijft Margriet de Moor de ontmoeting die op niets uit loopt. Het is een momentopname waarin de oude man zich een bruisend feest aan de overkant herinnert, maar wat in werke lijkheid voor de vrouw het einde van haar huwelijk betekende. Het is dus een verhaal over kij ken en zien, maar ook een ver haal over het menselijk tekort, zoals dat zo plechtig heet. Dit is wat de lezer van Ik droom dus kan verwachteh: het defini tieve verhaal dat wordt aange vuld met de wordingsgeschiede nis in de Notities. Daar worden de verhalen niet beter van, maar zij krijgen wel een context die tot meer begrip leidt. Begrip bij voorbeeld voor de kwaliteit van de verhalen. De vijftien verhalen zijn 'tussendoor' geschreven, op verzoek van redacties van kran ten en tijdschriften of omdat Margriet de Moor even afstand wilde nemen van de roman waar aan zij werkte. Deze 'zijspron gen' maakte zij maar al te graag, 'want van alle literaire vormen is, naar mijn stellige overtuiging, het verhaal het meest geschikt om mee te spelen en te experi- foto klaas koppe menteren in het verbijsterend dubbelzinnige gebied van de fei ten en de woorden.' Nesten Hoe experimenteel en onaf de verhalen zijn, geeft Margriet de Moor zelf al aan. Tussen de ver halen zit een aantal nooit geschreven romans, ook het titel verhaal had uit kunnen groeien tot een groter werk. Bij het eerste van wat zij noemt de 'zusjesver- halen' (De andere kunne, 1989) onthult zij dat zij niet wist 'dat die twee nesten zo in mijn hoofd zouden blijven rondspoken.' Twee zusjes, een stiefzusje Nadi- ne en de 'geduchte broers' Hippo- lyte en Tony dringen zich kenne lijk telkens weer aan Margriet de Moor op. De fragmentarische verhalen hadden, als zij ze in portefeuille had gehouden, uit kunnen groeien tot een stevige roman, maar nu heeft ze alles 'weggegeven'. Iedere schrijver wil toch, Reve indachtig, dat ene Boek van het Violet en de Dood schrijven, dat ene onovertrefbare magnum opus dat al het andere overbodig maakt. Zo niet Margriet de Moor. Literaire onderwerpen zijn voor haar in principe in een oneindige voorraad voorhanden. Achter de levensgeschiedenis van ieder mens schuilt een roman. 'De gedachte dat voor het schrijven van al die dikke boeken de eeu wigheid bestemd is, mag een weidse gedachte zijn, voor de sterfelijke schrijver is het maar goed dat het korte verhaal bestaat,' beweert Margriet de Moor op één van de laatste pagi na's van Ik droom dus. Obessief Ieder willekeurig gekozen onder werp is voor haar geschikt omdat het 'louter door mijn aandacht van obsessief belang' wordt. Het is een opvatting die zelden of nooit te horen is. Literatuur ont staat pas dan als de schrijver zijn verbeeldingskracht toont. Het doet er niet toe of het nu gaat over een jongen die zijn minnares wil vergiftigen, over kinderen die een nieuwe moeder krijgen, over een koorzangeres die de Mat- thaus Passion moet zingen, over twee bejaarde dames op zoek naar lievelingsboek van vroeger, over een doodstille meisjesklas of over Margriet de Moor zelf die in de spiegel kijkt. Voor Margriet de Moor mag alles wat zij schrijft literatuur zijn, het is nog maar de vraag of de lezer dat ook ervaart. Haar opvatting staat lijnrecht tegenover die van Mulisch die ervanuit gaat dat de kwaliteit van literatuur vooral bepaald wordt door de verbeel dingskracht van de lezer. Hoe verrast was Mulisch niet toen zijn beste lezer, Frans de Rover, in een boek over De aanslag liet zien op hoeveel niveau's dat betrekkelijk eenvoudig vertelde verhaal gelezen kon worden. Niet de schrijver maakt het in eerste instantie uit, zoals Margriet de Moor betoogt, maar de andere partij. Iedere lezer kan vaststellen dat de stilistische kwaliteiten en het compositorisch vermogen van Margriet de Moor bewondering afdwingen. Niemand zal de intensiteit en 'haar obsessief belang' in twijfel trekken. Maar er moet, en dat is het geheimzin nige van literatuur, iets gebeuren in het hoofd van de lezer. De personages mogen spoken in het hoofd van de schrijver, waar het om gaat is dat ze gaan zoemen in het hoofd van de lezer. De men sen uit het titelverhaal en de bejaarde dames in de bibliotheek blijven de lezer van Ik droom dus bij, het merendeel van de perso nages en de gebeurtenissen helaas niet. I Margriet de Moor: 'Ik droom dus'. Uitg. Contact, prijs 29,90. Door Chris van Nijnatten Raymond Kopa speelde ruim der tig jaar geleden voor de Franse topclub Stade Reims. Hij was een gevierde speler, verdiende veel geld en beschikte aan het begin van de jaren zestig zelfs over een privé-vliegtuig. Maar al dat moois woog voor hem niet op tegen het feit dat zijn zoontje leed aan leukemie. Meer dan een paar foto's van een treurig kijkende Kopa heb ik nooit gezien, maar het drama staat in mijn geheugen geëtst. Zo dat al mogelijk was, heb ik het drama in mijn fantasie alleen maar uitvergroot. Zo'n goeie voetballer, spelend in een stad waar iedereen elke dag champagne dronk en dan met zo'n onrechtvaardigheid gecon fronteerd worden, een doodziek kind! In diezelfde periode speelde Feyenoord eens een beslissings wedstrijd tegen Vasas Boedapest. Dat gebeurde in Antwerpen, in de Bosuil; de Hel van Deurne. Er wilden zoveel Nederlanders naartoe in zoveel auto's, dat som migen hun vehikel vele kilome ters ver van het stadion in de modder moesten parkeren. De blubber zoog aan ieders zolen en er waren mensen, die urenlang vergeefs door Antwerpen dool den. Ze zagen de lichten van het stadion boven de Sinjorenstad uittorenen, maar konden er maar niet geraken. Pas tegen het einde van de wedstrijd werd het sta dion bereikt door de zwaarst gedupeerden. Ik droom nog wel eens van zo'n ellendige situatie. Mijn leven lang al wil ik een uur voor aanvang van een wedstrijd in het stadion zijn, maakt niet uit waar. Waarom diep ik zulke ver halen uit mijn hoofd zo moeite loos op? En eerlijk gezegd herin ner ik me nog veel meer van dit soort details uit de geschiedenis van het voetbal. Ze werden beschreven in een periode dat de televisie nog niet alle wedstrijden vanuit zes verschillende invals hoeken schaamteloos bespiedde en uitzond. 'Het is 1 uur en de televisie zwartwit. Het beeld uit Sofia laat te wensen over. 't Ligt waarschijnlijk aan de Apennij nen, waar kleverige hagel de ver bindingsantenne op de hoogste bergketen ondeugdelijk heeft gemaakt.' Jan Mulder schrijft het in zijn voorwoord van Raf Wil- lems' De beker met de grote oren. De Europacupboeken vanEd van Opzeeland - eerlijk gezegd waren het flutdingen, geschreven in ronkend proza - creëerden hun eigen werkelijkheid van het voet bal. Ze zijn goud waard. David Endt, de voetbalromanticus die als perschef bij Ajax in dienst is, gaf me ooit een exemplaar dat ik eigenlijk al had. Ik hield mijn mond, nu heb ik er twee van die jaargang. Nu de televisie geen wedstrijd meer ongemoeid laat, is het moei lijk nog een eigen romantisch beeld van een Europacupwed strijd van Feyenoord in Riga te ontwikkelen en te koesteren. Ajax in Japan? Iedere stap van Van Gaal in het Yoyogi Park is bekeken, geanalyseerd en her haald. Gelukkig worden er sinds een paar jaar in de Nederlandse taal steeds betere boeken en ver halenbundels over voetbal geschreven. Zou dat komen omdat er zoveel platte program ma's over voetbal op de televisie zijn? Het moet haast wel. De mas sieve geilheid van de tv voor het voetbal heeft in de afgelopen weken voor wederom drie nieuwe titels in de boekhandels gezorgd. Hard Gras (literair amusement, een bundel waar je doorheen kan zappen), De beker met de grote oren (wel aardig geschreven her inneringen aan 40 jaar Europa Cup) en Voetbal als oorlog (vaak schitterende reportages over voetbal vanuit een politiek per spectief). Hard Gras, voetbaltijdschrift voor lezers. Met o.a. Ronald Giphard, Kees van Kooten en Anna Enquist. Uitg. L.J. Veen, prijs 14,90 Raf Willems: 'De beker met de grote oren'. Uitg. Fontein, prijs 24,90. Simon Kuper: 'Voetbal als oorlog'. Uitg. U Veen, prijs 32,90 Door Dirk Vellenga 'Correspondentie van een derge lijke omvang is een zeldzaamheid in het twintigste-eeuwse Neder land', schrijven uitgevers Wouter van Oorschot en Gemma Nefkens in het voorwoord bij Geert van Oorschot. Brieven van een uitge ver. Geert van Oorschot (1909- 1987) schreef zo'n 15.000 brieven. Voor deze bijzondere uitgave zochten auteurs en andere rela ties twee brieven uit die ze van hem ontvingen en ze leverden daarbij hun eigen commentaar. De vrienden schetsen op hun eigen manier een beeld van de uitgever-schrijver, maar voor de mooiste bijdragen zorgt Geert van Oorschot zelf. Soms zijn ze komisch, soms ontroerend en heel vaak zijn ze allebei. Jeroen Brouwers ontving meer dan 100 brieven van Van Oor schot, die onder meer openhartigt schrijft over de zelfmoord van zijn zoon Guido. 'Onze Guido Geert van Oorschot foto anp was 19. Hij maakte er een einde aan in de nacht, dat ik op Car- miggelts verjaardag te gast was, en vreemd - alle alcohol had geweigerd. Ik vond hem smor- gens in de keuken - Brouwers meldt dat hij 'het manuscript van Geerts roman over deze gebeur tenis' heeft gelezen, maar dat heeft Van Oorschot kennelijk vernietigd, want het is na zijn dood niet aangetroffen. In verschillende brieven wordt gerept over de 'oudemannenver- liefdheid' van Geert van Oor schot op actrice Linda van Dijck. Hij was weduwnaar en eenzaam, zij speelde in de film Twee vor stinnen en een vorst de uitdagen de tante Coleta. 'Als het te intiem was wat hij dacht, schreef hij 't op. Of rukte m'n kop aan mijn haar naar achteren en vloekte zonder geluid', schreef Linda van Dijck. 'Ik had nooit mogen zeg gen dat ik van je hou - doodge woon maar heftig van je hou', verzuchtte Van Oorschot op papier. Gerard Reve dichtte in 1982: 'Toen mijn eigen vader stierf, stond de zon reeds hoog aan de hemel. Toen werd Geert mijn hoewel toch nog diverse 'Vara- hits' ontbreken. Annie Schmidt maakte de wes vrij voor andere schrijvers zoals Ivo de Wijs en Hetty Heyting..ln het begin van de jaren zeventig werd de Nederlandse jeugd ver blijd met het tv-programma De Stratemakeropzeeshow met Aart Staartjes, Wieteke van Dort en Joost Prinsen. De liedteksten voor deze serie werden geleverd door een Schrijverscollectief bestaande uit Willem Wilmink Karei Eykman, Hans Dorrestijn J an Riem en Ries Moonen. Hiermee zijn de belangrijkste makers van de kinderliedjes die hun stempel drukken op Roltrap naar de maan genoemd. Het zijn de namen die steeds terugkeren in de wereld van het Nederlandse kinderlied. Veruit de meeste lied jes werden gemaakt voor televi sieprogramma's. De Stratema keropzeeshow werd in 1979 opgevolgd door J.J. de Bom, voorheen De Kindervriend. En later kregen we natuurlijk Sesamstraat, Het Klokhuis en zeker niet te vergeten Kinderen voor kinderen. Hoewel "t Gooi' vaak hinderlijk overheerst in de uitvoering, is het repertoire de afgelopen decennia uitgebreid met veel mooie liedjes. Dat blijkt uit Roltrap naar de maan. 'Roltrap naar de maan, Neder landse kinderliedjes vanaf 1950 voor kleine en grote mensen' Uitg. Novella, prijs 39,90. pleegvader. Wat kon die man ver tellen.' En Geert begon zijn brie ven aan Reve met 'Lieve pleeg zoon'. In een brief aan Ant ter Braak, de weduwe van Menno, overdacht Van Oorschot zijn éch te vaderschap: 'Vooral voor Wou ter is het niet gemakkelijk mijn zoon te zijn.' „Het archief met die 15.000 brie ven van Geert is een chaos. Het kost echt jaren om het te ontslui ten", licht Wouter van Oorschot toe. „Dat zou 30 delen dundruk op kunnen leveren, maar er moet natuurlijk streng geselecteerd worden. Het is niet alleen een soort biografie, maar ook een geschiedenis van de Nederlandse uitgeverswereld na de oorlog. Daar is geld voor nodig. Dit boekje is eigenlijk bedoeld om rijke stinkerds te interesseren. Er moeten sponsors komen." Geert van Oorschot: Brieven van een uitgever. Uitg. G.A. van Oor schot, prijs 34,50 Door René van der Velden Annie M.G. Schmidt zette 45 jaar geleden de toon voor het nieuwe Nederlandse kinderlied. Berend Botje en Kortjakje kregen con currentie van dwarse types als Dikkertje Dap, Rineke Tineke Peuleschil en Diedeltje Dei. Bijna tweehonderd van, die 'nieuwe' liedjes heeft Hilde Scholten gebundeld in het boekje Roltrap naar de maan. Scholten is redactrice bij het Avro-programma Andermans veren en werkzaam bij het Theater Instituut Nederland. Zij maakte een selectie uit het zeer gevarieerde aanbod van liedtek sten voor kinderen vanaf 1950. Meer moet van Roltrap naar de maan niet worden verwacht. De teksten zijn niet voorzien van muziek of enige toelichting. En de interviews met schrijvers van kinderliedjes hebben niet meer dan een magere inleiding opgele verd. Het draait om de liedteksten en die zijn van een dermate hoog niveau dat Roltrap naar de maan een heerlijk boek is, voor kinde ren én volwassenen. Van Annie Schmidt staan er maar acht in. De enige te accep teren reden daarvoor is dat uitge verij Querido geen toestemming gaf om meer teksten van de onlangs overleden schrijfster op te nemen. De leveranciers van de liedjes voor Kinderen voor kinde ren komen er een stuk beter af, Door Muriel Boll Sinterklaas vliegt soms net op het nippertje de boekwinkel binnen voor de laatste aanko pen. Daar staat hij dan met zijn mond vol tan den; kies maar eens uit zoveel boeken. Mis schien heeft de goed heiligman iets aan de volgende suggesties voor in een kleine maat schoen. Voor peuters zijn er vijf originele boekjes over zintuigen. Kielekoele- voelen gaat over voelen. Warm en koud, stekelig en glibberig, nat en droog, en nog veel meer. Je voelt de mier kriebe len en de wind waaien. Elk boekje heeft iets extra's en een doe- opdracht met instruc ties; in dit geval is dat een donsje en de opdracht: maak een voeldoos. Andere titels zijn Mondje open, mondje dicht, Oren om te horen en Neuzeneu- zen. De sterke, humo ristische illustraties zijn van Ger- da Dendooven. Het geliefde prentenboek Welte rusten, Kleine Beer is als driedie- mensionaal panoramaboek ver schenen. Je zet het uit en kunt zelf Grote en Kleine Beer in het war me hol voor het vuur zetten of in het bos laten kijken naar de maan en de fonkelende sterren. Er zit een miniprentenboekje bij en vijf uitdrukfiguren. Lucy Cousins maakte Het huis van Muis, een bijzonder aantrek kelijk flap-uit- en speelboek. Met rode lintjes zet je voor- en achter kant omgekeerd aan elkaar vast tot een carrousel en dan komt de keuken, de badkamer en de slaap kamer van Muis tevoorschijn. Laden en deuren kunnen allemaal open, de wijzers van de klok draaien, je kunt Muis die in de douche verstopt zit, in bad laten spelen met eend en bootje, aan- Ideden of in bed stoppen. De teke ningen zijn helder van kleur en hebben een duidelijke zwarte omranding. Kobus is een klein hondje dat bij een nare baas terechtkomt, die wil dat hij op konijnen jaagt. Zijn baas wordt erg boos als Kobus liever met konijnen speelt en sluit hem op zonder eten of drinken. De konij nen kpmen hem elke avond eten brengen. Op een nacht bijt Kobus het touw door en komt in de grote stad terecht. Vindt hij een nieuwe baasje? Een ontroerend verhaal dat tot opluchting van de lezer uiterst bevredigend afloopt. Prachtige en zeer Engelse illus traties van Emma Chichester. Uiterst vrolijk is De bruiloft van mevrouw Vos, een verhaal van Grimm. De deftige jonge mevrouw Vos is weduwe gewor den. Ze trekt haar mooiste zwarte japon aan en besluit voortaan in eenzaamheid verder te leven. Al gauw dienen zich diverse aanbid ders aan, en komt het poeze- dienstmeisje aan de deur vragen: 'Een heer, die om uw hand komt vragen. Mag hij al een kansje wagen?' Stuk voor stuk druipen ze af, want geen van alle heeft een rode broek, een witte pluimstaart en een lange smalle bek. Dan belt jonge meneer Vos aan die dat natuurlijk allemaal wel heeft, en spoedig wordt de bruiloft gevierd. Gavin Bishop maakte uitbundige illustraties, mooi uitgewerkt met Illustratie van Marit Tömqvist op ie omslag van 'Klein verhaal over liefde'. veel details, van een mooi land huis en kamers met veel meubi lair. Een Klein verhaal over liefde van Marit Törnqvist daarentegen is een ingetogen prentenboek met mooie ijle tekeningen. Een meisje zit ergens in zee op een paal, dag en nacht, in weer en wind. Ze tuurt de zee af en ziet een heleboel boten langsvaren. Op een dag komt er een boot met een man die naar haar lacht en weer verdwijnt. Het meisje bouwt een mooi huis op de paal en wacht op hem, maar de man blijft aan de horizon. Uiteindelijk valt het bouwsel in duigen, per vlot gaat het meisje zelf op weg naar de horizon. De boodschap is duide lijk. Tot slot twee boeken om voor te lezen, boeken die iedereen in zijn schoen zou willen krijgen. I» Beestenboel van Annie M.G.Sch midt staan kinderversjes die de schrijfster zelf nog heeft helpen uitzoeken. Heel bekende als Dik kertje Dap, Sebastiaan, Rosalind en de vogel Bisbisbis en Stekel varkentjes wiegelied staan tussen wat minder bekende versjes, waarbij Harrie Geelen prachtige kleurprenten maakte. Ook Het rode kippetje is een dik ke full-color verzamelbundel met maar liefst zes dierenverhalen van Max Velthuijs. Werk van Velthuijs herken je meteen aan de naieve voorstellingen in heldere kleurvlakken met een stevige omlijning. Het verhaal gaat altijd om iets wezenlijks dat simpel en kernachtig verteld wordt en jong en oud ontroert. Zo'n boek wordt een leven lang gekoesterd. Gerda Dendooven en Gode-li<4 Uleners: 'Kielekoelevoelen'. Ree» 'Vijf op en rij'. Uitg. Bakermat, pnf 14,90 per deel, 3 jaar Martin Waddell en Barbara Firth: 'Welterusten, Kleine Beer Uitg. Lemniscaat, prijs 25, vanaf 3 jaa Lucy Cousins: 'Het huis van Muis Uitg. Leopold, prijs 34,90, 3 jaar Emma Chichester en Laura Ce® 'Kobus'. Uitg. Zirkoon, prijs 1 22,95, 4 jaar Gebr. Grimm en Gavin Bishop: 'De bruiloft van mevrouw Vos uitg De Vier Windstreken, prijs W' 4 jaar Marit Törnqvist: 'Klein verhaal ove' liefde'. Uitg. Querido, pnjs jaar Max Velthuijs: 'Het rode kippetje- Uitg. Leopold, prijs 34,90,4 jaar Door Hans Roosebo' pe Japanners in he ben geen oog voor het Joodsche Bruid toegekeerd. Want tu van Nederlandse iets oogverblindenc trekken. get open mond sch langs derijvitrinek pronkstukken uit c1 Paleis Noordeinde. cadeau van koning achtjarig dochtertje Nu heeft het hare Beatrix behaagd dit table uit te lenen voi de tentoonstelling pronkstukken van eurkunst 1835-1891 laars, kroonluchter siervoorwerpen in hout, ivoor en edels vol kunstnijverheic het hart van de 19e Bestaat hier belanj gens Henk van Os, van het Rijksmuseu pen. „Zoudt u in de ven dat de mensen wachten met het be toonstelling," luidt zoek. „Mensen denk begin heel druk is. Laat ze alsjeblieft d Van Os. Hilarisch Dat het storm gaat li tijd, dat zou best zondag, een dag na dialezing honderdei De gehoorzaal van puilde uit. De react op de getoonde voon betekenend: van ve hilarisch geschater teiten. Toch mag het vreer veel volk op de be voorwerpen op deze nooit serieus genom ze dateren geldt woestenij. De officië geschiedenis heeft d eeuw nooit willen er Voor alle andere per schiedenis geldt dat Eeuwenlang bestonc nis van stijleenheid te stijlen vloeiden een logische opee renaissance, barok, iedereen hield zich land, in iedere discij Vrijheid Maar na de Napolec deze stijl-uniformitf nieuwe algemene sti toe. Je kunt zeggen: In De Beyerd in Breda wordt het tweede deel getoond van aankopen die de gemeen te Breda heeft gedaan in het kader van de stadscollectie. Een ambitieus woord, stads collectie, dat minder dekt dan men zou mogen aannemen omvat die collectie werken die sinds 1 gekocht. Een aai wordt om de zoveel Beyerd gehaald om senteren aan het pu En dus ook om zich verwerven in een ai om de eigen betekei te toetsen in een mi We zouden het benoemen als een v antwoording van d( gemeente ten opzie stenaars en publiek om was het een vrr °m de ambities en van het Bredase o te beschouwen in wat in andere stede er een stadscollecti den. Niet helemaal dat de veel gre Amsterdam, Den 1 terdam. Vorige week doi november, vond er i tegen de achtergroi poseerde Bredase a openbaar forumge: over het fenomeen i en zijn grenzen. He gevormd door de 1 conservator in Ne van Adrichem (Rot huidige opvolger Roosmalen, de Haai servator Domenie Leontine Coelewij Stedelijk Museum en voorzitter EllySt ontbrak in dez< daad, een funktioi zodanig aangeste namens de gemeent antwoordelijk te z bestaan en het be stadscollectie. Natuurlijk maaktei deweg wel enke

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 18