De st
Uit het raam kijken met de schrijfster
Gelukkig zijn er ook boeken over voetbal
Het archief van Van Oorschot op een kiertje
BOEKENLEGGER
KINDERBOEKEN
Reporter Herodotus over
de botsing Azië-Europa
De nieuwe kinderliedjes
Het Sinterklaas-stapeltje
DE STEM
BOEKENGIDS
pESTEM
Het geduld
van de kaars
'Ik droom dus': verhalen van Margriet de Moor
VRIJDAG 1 DECEMBER 1995 Q2
Door Y. Né
Maarten van den Elzen is geen
onbekende binnen het Brabantse
poëziegebeuren. Rondgaande met
zijn poëzie-trekkast wist hij veel
belangstelling te wekken. De trek
kast is een ladenkastje, dat hij als
een trekzak voor het lichaam
draagt. Daarmee nodigt hij men
sen uit, een lade te openen en het
gedicht daarin voor te lezen. Sinds
enige jaren is hij tevens uitgever
van poëziebundels. Ze getuigen
van zijn grote zorg voor de vorm
geving.
De vierde bundel van Van den
Elzen zelf, Zwaluwen en een Zui
ver Hart, bevat naast vijfendertig
gedichten vier zeefdrukken van
Genoveef Lukassen-Geluk, in een
cassette. In veel van zijn gedichten
brengt Van den Elzen het land
schap rondom zijn geboorteplaats
Uden naar voren. Hij woont hier
nog altijd en het is alsof elke blik
naar buiten hem terugvoert naar
het kind dat hij was. Door de Man
heen Schemert de Jongen schrijft
hij, en: wat wij noemen vandaag/
is bedekt door een sluier schemer/
van wat wij noemen verleden.
Hij verliest zich echter niet in de
melancholie van de herinnering,
Hij keert zich nooit van het heden
af. Juist omdat de plaatsen van
herinnering nog altijd om hem
heen aanwezig zijn, vat hij het ver
strijken van de tijd niet al te zwaar
op. Zelfs de dood wordt aanvaard
baar, omdat, aldus de dichter, ook
deze niet meer dan een uiterlijk
verschijnsel is. De landschappen
van Van den Elzen zijn vooral
innerlijke landschappen, die diep
in zijn geheugen verankerd liggen.
Rondom hem dringen zich even
wel de veranderingen op. Mensen,
die dit gebied nooit eerder betra
den, meten het land op en graven
het uit en: langzaam groeien nieu
we huizen/ en raakt het gebied
zichzelf kwijt
De taal van Van den Elzen is een
voudig en ondubbelzinnnig.
Opvallend is, dat alle titels rijke
lijk van hoofdletters zijn voorzien
en de gedichten zelf er niet één
bevatten. Zijn interpunctie is
beperkt tot hier en daar een kom
ma. Hij gebruikt geen punten, ook
niet aan het eind van het gedicht.
Misschien dat hij het beeld van de
stromende rivier, dat hij herhaal
delijk gebruikt, op die manier
overal wil inbrengen, als het ver
strijken van de tijd.
De dichter neigt sterk naar roman
tische landschapslyriek. Hij is
daarin niet zeer inventief. De
kracht van Van den Elzen ligt in
onverwachte wendingen, die ont
roerende beelden opleveren. Zoals
in het gedicht Metamorfose Patris,
waarin hij door het raam naar bui
ten kijkt en plotseling het geluid
van een fiets in het grind klinkt en
zijn broer zich langzaam uitver
grotend binnen de lijst ploegt,
waarin de dichter ook zichzelf in
padvinderskleren ziet naderen:
onze stemmen klinken door tien
tallen/ jaren heen tot deze plaats/
uit mijn mond stroomt de stem van
mijn vader.
Overgangsgebieden spelen een rol
in Van den Elzens werk: er is over
al een toename of afname van
licht, van geluid, beweging en ook
de ruimte waarin hij zich bevindt
blijft niet gelijk. Zijn liefde voor
de stad Praag en het gedicht Poor
ten van Mystiek doen vermoeden,
dat het hem om de schemergebie
den te doen is, waarin hij gehei
men vermoedt, die zich dan wel
niet zullen prijsgeven, maar die hij
zich evenmin laat afnemen als zijn
Goden, want: er moet een restje
ontoegankelijkheid zijn/ zoals ik
een paleis betreed maar aarzel/ om
er te gaan wonen. En wellicht is
het volgende mooie fragment te
interpreteren als een ontboeze
ming over zijn dichterlijke prak
tijk, met de vlam als een beeld dat
bij de romanticus hoort en als
mystiek symbool: zo viel ik van
een smal koord hoog in/ de nok
van twijfel en vond rust bij het
geduld/ waarmee een kaars haar
vlam rondom de pit bijeenhoudt.
Dood is Alleen Buitenkant
het wordt al vroeger
donker in huis
en buiten in de tuin
is het avond
voor de laatste bloemen
de zon schildert bladeren
die in feestelijke kleuren
hun eerste en laatste val
voltooien
het sterven is de drempel
naar de kamer van rust
dood is alleen buitenkant
de kant van het oog
herinneringen maken
geen verschil
tussen leven en dood
het is ons verlangen
dat herinneringen vergroot
en overledenen uitnodigt
plaats te nemen tussen
alles wat leeft en beweegt
sterven is het water
dat wordt teruggegeven
aan de zee
Maarten van den Elzen: 'Zwaluwen
en een Zuiver Hart'. Uitg. Hoender-
bossche Verzen te Uden, prijs 35,-
Door Hans Rooseboom
De Griekse schrijver Herodotus
was de eerste verslaggever, en nog
wel in grote stijl. Als reizend cor
respondent stroopte hij de wereld
af. Karrevrachten informatie ver
gaarde hij. Telex, telefoon, fax en
e-mail moest hij ontberen. Gere
gelde PTT-verbindingen beston
den niet.
Thuisgekomen spreidde Herodo
tus zijn aantekeningen uit; hij ging
er eens goed voor zitten. „Herodo
tus is mijn naam," zo begon hij.
„Ik ben geboren in Halikarnassos,
en maak hierbij het verslag
wereldkundig van het onderzoek
dat ik heb verricht om de herinne
ring aan het verleden levend te
houden."
Het werd een wereldgeschiedenis,
het oudste geschiedenisboek dat
wij kennen. Want Herodotus
mocht dan de actuele wereld
waarin hij leefde zo volledig
mogelijk willen beschrijven, hij
kon niet om de geschiedenis heen.
Herodotus had een heel duidelijk
uitgangspunt. Hij wilde achterha
len wie er begonnen is. De wereld
zag hij als de reeks conflicten, oor
logen, veldslagen en volkeren
moorden die ze ook nu nog is. Hij
wilde naar de wortel van ieder
conflict, naar het punt van aan
vang. Zodra hij kon aanwijzen: die
is begonnen, was zijn nieuwsgie
righeid bevredigd.
Herodotus was afkomstig uit
Ionië, het gedeelte van Grieken
land aan de andere kant van de
Egeïsche Zee (tegenwoordig West-
Turkije - het oude Griekenland is
daar gaver bewaard gebleven dan
in Griekenland). Hij leefde in de
5e eeuw voor Christus, de Gouden
Eeuw van Griekenland. Er is ver
der weinig over zijn leven bekend.
Hij leeft echter heel persoonlijk in
zijn boek, dat schitterend is. Hij
onthoudt de lezer niets. Alles wat
hij onderweg heeft gezien en
gehoord (bijvoorbeeld tijdens zijn
reis langs de Nijl) deelt hij mee.
Hij vertelt rustig ook halve waar
heden en fantasieverhalen. Ster
ker nog: die vertelt hij bij voor
keur. En waarschijnlijk heeft hij
zelf het nodige uit zijn duim gezo
gen. Ondanks deze charmante mix
van Dichtung en Wahrheit moeten
we Herodotus' geschiedenissen
toch als een belangrijke bron van
Herodotus
historische kennis beschouwen.
We moeten wel, want er is niets
anders. De hoofdmoot van Hero
dotus' verslag is gewijd aan de
reusachtige botsing tussen Europa
en Azië, de actualiteit in die
dagen. De Perzen rukten op, al
eeuwen, steeds verder westwaarts.
Maar Herodotus mocht het mee
maken dat die opmars werd tegen
gehouden, en wel door de Grieken,
ten koste van grote vernietigende
veld- en zeeslagen: Thermopylae,
Salamis, Marathon. Namen die na
25 eeuwen nog in het collectieve
geheugen zijn blijven hangen.
Het verslaan van de machtige Per
zische heerscharen door de gesle
pen Grieken is een der grote feiten
in de wereldgeschiedenis. Herodo
tus van Halikarnassos trekt er
ongeveer de helft van zijn boek
voor uit, een boek waarin hij toch
de hele wereldgeschiedenis wilde
schrijven. De vertaling die uitge
verij SUN op de markt heeft
gebracht ziet er prachtig uit en
biedt alles voor dagenlang genot.
Behalve de leesbare geschiedenis
sen zelf, in vlot Nederlands ver
taald door Hein van Dolen, ver
schaft het boek een grote hoeveel
heid gedetailleerde kaarten (Grie
kenland, Klein-Azië, Egypte) en
stambomen van de vooraziatische
vorstenhuizen (Cyrus, Darius,
Xerxes, de Medische en Lydische
koningen). De zaak wordt gecom
pleteerd door een namenregister
van 120 bladzijden, en een over
vloed aan verklarende nootjes
onderaan elke pagina.
'Herodotus: Het verslag van mijn
onderzoek'. Vertaald, ingeleid en
geannoteerd door Hein L. van Dolen.
Uitg. SUN, prijs 69,50.
Door Johan Diepstraten
Befaamd is de serie Writers at
work, interviewboeken waarin
de grote schrijvers uit de wereld
literatuur pagina's lang worden
ondervraagd over hun vak. De
interviews zijn spannende verha
len over het schrijven zelf: over
de aanleiding, werkwijze, thema-
ta en de manier van werken. In de
jaren zeventig en tachtig ver
schenen er enkele interviewboe
ken met Nederlandstalige schrij
vers, maar inmiddels is daar de
klad in gekomen. Commercieel is
het onhaalbaar om kloeke boe
ken uit te brengen met dit soort
gesprekken.
Hoe interessant het kan zijn als
een schrijver over zijn werk
praat, blijkt uit de nieuwe verha
lenbundel van Margriet de Moor.
In de Notities aan het einde van
Ik droom dus verklaart zij wat de
plaats van de verhalen is tussen
haar romans Eerst grijs dan wit
dan blauw en De virtuoos, bij
ieder afzonderlijk verhaal geeft
zij commentaar op de ontstaans
geschiedenis en summier geeft zij
de verbanden aan tussen ver
schillende verhalen. Deze toevoe
gingen onthullen iets over het
creatieve proces.
Over het titelverhaal schrijft ze:
'Ik weet nog dat de sfeer waarin
ik begon te schrijven er een van
bijna leegte was. Een tafel,
papier, een raam vanwaar ik uit
zag op een verlaten straat in een
villawijk, grijze lucht. Tot het
moment waarop er een verhuis
wagen voor het huis tegenover
het mijne stopte, had ik ook geen
onderwerp.'
Sympathie
De verhuiswagen in een villawijk
brengt de verbeelding op gang.
Margriet de Moor bedenkt een
oude man die zijn vrouw heeft
begraven, eenzaam in een villa
achterblijft en vervolgens ver
huist. Nog één keer wil hij praten
met de vrouw aan de overkant
van zijn vroegere villa, want zijn
gestorven echtgenote voelde zo'n
diepe sympathie voor haar. Ook
deze overbuurvrouw, Eva Mooy-
man-Duyf, krijgt een achter
grond mee: zij is in een echtschei
dingsproces verwikkeld en heeft
wel andere zorgen aan haar
hoofd.
Twee levens confronteert Mar
griet de Moor met elkaar: een
oude man die geen toekomst
heeft en over het verleden wil
praten tegenover een vrouw van
middelbare leeftijd die juist het
verleden wil vergeten en aan een
toekomst als invalkracht op een
school bouwt.
Tekort
Dit is het uitgangspunt en tege
lijk het einde van het titelver
haal. Margriet de Moor beschrijft
Margriet de Moor
de ontmoeting die op niets uit
loopt. Het is een momentopname
waarin de oude man zich een
bruisend feest aan de overkant
herinnert, maar wat in werke
lijkheid voor de vrouw het einde
van haar huwelijk betekende.
Het is dus een verhaal over kij
ken en zien, maar ook een ver
haal over het menselijk tekort,
zoals dat zo plechtig heet.
Dit is wat de lezer van Ik droom
dus kan verwachteh: het defini
tieve verhaal dat wordt aange
vuld met de wordingsgeschiede
nis in de Notities. Daar worden
de verhalen niet beter van, maar
zij krijgen wel een context die tot
meer begrip leidt. Begrip bij
voorbeeld voor de kwaliteit van
de verhalen. De vijftien verhalen
zijn 'tussendoor' geschreven, op
verzoek van redacties van kran
ten en tijdschriften of omdat
Margriet de Moor even afstand
wilde nemen van de roman waar
aan zij werkte. Deze 'zijspron
gen' maakte zij maar al te graag,
'want van alle literaire vormen is,
naar mijn stellige overtuiging,
het verhaal het meest geschikt
om mee te spelen en te experi-
foto klaas koppe
menteren in het verbijsterend
dubbelzinnige gebied van de fei
ten en de woorden.'
Nesten
Hoe experimenteel en onaf de
verhalen zijn, geeft Margriet de
Moor zelf al aan. Tussen de ver
halen zit een aantal nooit
geschreven romans, ook het titel
verhaal had uit kunnen groeien
tot een groter werk. Bij het eerste
van wat zij noemt de 'zusjesver-
halen' (De andere kunne, 1989)
onthult zij dat zij niet wist 'dat
die twee nesten zo in mijn hoofd
zouden blijven rondspoken.'
Twee zusjes, een stiefzusje Nadi-
ne en de 'geduchte broers' Hippo-
lyte en Tony dringen zich kenne
lijk telkens weer aan Margriet de
Moor op. De fragmentarische
verhalen hadden, als zij ze in
portefeuille had gehouden, uit
kunnen groeien tot een stevige
roman, maar nu heeft ze alles
'weggegeven'.
Iedere schrijver wil toch, Reve
indachtig, dat ene Boek van het
Violet en de Dood schrijven, dat
ene onovertrefbare magnum
opus dat al het andere overbodig
maakt. Zo niet Margriet de Moor.
Literaire onderwerpen zijn voor
haar in principe in een oneindige
voorraad voorhanden. Achter de
levensgeschiedenis van ieder
mens schuilt een roman. 'De
gedachte dat voor het schrijven
van al die dikke boeken de eeu
wigheid bestemd is, mag een
weidse gedachte zijn, voor de
sterfelijke schrijver is het maar
goed dat het korte verhaal
bestaat,' beweert Margriet de
Moor op één van de laatste pagi
na's van Ik droom dus.
Obessief
Ieder willekeurig gekozen onder
werp is voor haar geschikt omdat
het 'louter door mijn aandacht
van obsessief belang' wordt. Het
is een opvatting die zelden of
nooit te horen is. Literatuur ont
staat pas dan als de schrijver zijn
verbeeldingskracht toont. Het
doet er niet toe of het nu gaat
over een jongen die zijn minnares
wil vergiftigen, over kinderen die
een nieuwe moeder krijgen, over
een koorzangeres die de Mat-
thaus Passion moet zingen, over
twee bejaarde dames op zoek
naar lievelingsboek van vroeger,
over een doodstille meisjesklas of
over Margriet de Moor zelf die in
de spiegel kijkt.
Voor Margriet de Moor mag alles
wat zij schrijft literatuur zijn, het
is nog maar de vraag of de lezer
dat ook ervaart. Haar opvatting
staat lijnrecht tegenover die van
Mulisch die ervanuit gaat dat de
kwaliteit van literatuur vooral
bepaald wordt door de verbeel
dingskracht van de lezer. Hoe
verrast was Mulisch niet toen
zijn beste lezer, Frans de Rover,
in een boek over De aanslag liet
zien op hoeveel niveau's dat
betrekkelijk eenvoudig vertelde
verhaal gelezen kon worden. Niet
de schrijver maakt het in eerste
instantie uit, zoals Margriet de
Moor betoogt, maar de andere
partij.
Iedere lezer kan vaststellen dat
de stilistische kwaliteiten en het
compositorisch vermogen van
Margriet de Moor bewondering
afdwingen. Niemand zal de
intensiteit en 'haar obsessief
belang' in twijfel trekken. Maar
er moet, en dat is het geheimzin
nige van literatuur, iets gebeuren
in het hoofd van de lezer. De
personages mogen spoken in het
hoofd van de schrijver, waar het
om gaat is dat ze gaan zoemen in
het hoofd van de lezer. De men
sen uit het titelverhaal en de
bejaarde dames in de bibliotheek
blijven de lezer van Ik droom dus
bij, het merendeel van de perso
nages en de gebeurtenissen
helaas niet.
I Margriet de Moor: 'Ik droom dus'.
Uitg. Contact, prijs 29,90.
Door Chris van Nijnatten
Raymond Kopa speelde ruim der
tig jaar geleden voor de Franse
topclub Stade Reims. Hij was een
gevierde speler, verdiende veel
geld en beschikte aan het begin
van de jaren zestig zelfs over een
privé-vliegtuig. Maar al dat
moois woog voor hem niet op
tegen het feit dat zijn zoontje leed
aan leukemie. Meer dan een paar
foto's van een treurig kijkende
Kopa heb ik nooit gezien, maar
het drama staat in mijn geheugen
geëtst. Zo dat al mogelijk was,
heb ik het drama in mijn fantasie
alleen maar uitvergroot. Zo'n
goeie voetballer, spelend in een
stad waar iedereen elke dag
champagne dronk en dan met
zo'n onrechtvaardigheid gecon
fronteerd worden, een doodziek
kind! In diezelfde periode speelde
Feyenoord eens een beslissings
wedstrijd tegen Vasas Boedapest.
Dat gebeurde in Antwerpen, in
de Bosuil; de Hel van Deurne. Er
wilden zoveel Nederlanders
naartoe in zoveel auto's, dat som
migen hun vehikel vele kilome
ters ver van het stadion in de
modder moesten parkeren. De
blubber zoog aan ieders zolen en
er waren mensen, die urenlang
vergeefs door Antwerpen dool
den. Ze zagen de lichten van het
stadion boven de Sinjorenstad
uittorenen, maar konden er maar
niet geraken. Pas tegen het einde
van de wedstrijd werd het sta
dion bereikt door de zwaarst
gedupeerden. Ik droom nog wel
eens van zo'n ellendige situatie.
Mijn leven lang al wil ik een uur
voor aanvang van een wedstrijd
in het stadion zijn, maakt niet uit
waar. Waarom diep ik zulke ver
halen uit mijn hoofd zo moeite
loos op? En eerlijk gezegd herin
ner ik me nog veel meer van dit
soort details uit de geschiedenis
van het voetbal. Ze werden
beschreven in een periode dat de
televisie nog niet alle wedstrijden
vanuit zes verschillende invals
hoeken schaamteloos bespiedde
en uitzond. 'Het is 1 uur en de
televisie zwartwit. Het beeld uit
Sofia laat te wensen over. 't Ligt
waarschijnlijk aan de Apennij
nen, waar kleverige hagel de ver
bindingsantenne op de hoogste
bergketen ondeugdelijk heeft
gemaakt.' Jan Mulder schrijft het
in zijn voorwoord van Raf Wil-
lems' De beker met de grote oren.
De Europacupboeken vanEd van
Opzeeland - eerlijk gezegd waren
het flutdingen, geschreven in
ronkend proza - creëerden hun
eigen werkelijkheid van het voet
bal. Ze zijn goud waard. David
Endt, de voetbalromanticus die
als perschef bij Ajax in dienst is,
gaf me ooit een exemplaar dat ik
eigenlijk al had. Ik hield mijn
mond, nu heb ik er twee van die
jaargang.
Nu de televisie geen wedstrijd
meer ongemoeid laat, is het moei
lijk nog een eigen romantisch
beeld van een Europacupwed
strijd van Feyenoord in Riga te
ontwikkelen en te koesteren.
Ajax in Japan? Iedere stap van
Van Gaal in het Yoyogi Park is
bekeken, geanalyseerd en her
haald. Gelukkig worden er sinds
een paar jaar in de Nederlandse
taal steeds betere boeken en ver
halenbundels over voetbal
geschreven. Zou dat komen
omdat er zoveel platte program
ma's over voetbal op de televisie
zijn? Het moet haast wel. De mas
sieve geilheid van de tv voor het
voetbal heeft in de afgelopen
weken voor wederom drie nieuwe
titels in de boekhandels gezorgd.
Hard Gras (literair amusement,
een bundel waar je doorheen kan
zappen), De beker met de grote
oren (wel aardig geschreven her
inneringen aan 40 jaar Europa
Cup) en Voetbal als oorlog (vaak
schitterende reportages over
voetbal vanuit een politiek per
spectief).
Hard Gras, voetbaltijdschrift voor
lezers. Met o.a. Ronald Giphard,
Kees van Kooten en Anna
Enquist. Uitg. L.J. Veen, prijs
14,90
Raf Willems: 'De beker met de
grote oren'. Uitg. Fontein, prijs
24,90.
Simon Kuper: 'Voetbal als oorlog'.
Uitg. U Veen, prijs 32,90
Door Dirk Vellenga
'Correspondentie van een derge
lijke omvang is een zeldzaamheid
in het twintigste-eeuwse Neder
land', schrijven uitgevers Wouter
van Oorschot en Gemma Nefkens
in het voorwoord bij Geert van
Oorschot. Brieven van een uitge
ver. Geert van Oorschot (1909-
1987) schreef zo'n 15.000 brieven.
Voor deze bijzondere uitgave
zochten auteurs en andere rela
ties twee brieven uit die ze van
hem ontvingen en ze leverden
daarbij hun eigen commentaar.
De vrienden schetsen op hun
eigen manier een beeld van de
uitgever-schrijver, maar voor de
mooiste bijdragen zorgt Geert
van Oorschot zelf. Soms zijn ze
komisch, soms ontroerend en heel
vaak zijn ze allebei.
Jeroen Brouwers ontving meer
dan 100 brieven van Van Oor
schot, die onder meer openhartigt
schrijft over de zelfmoord van
zijn zoon Guido. 'Onze Guido
Geert van Oorschot foto anp
was 19. Hij maakte er een einde
aan in de nacht, dat ik op Car-
miggelts verjaardag te gast was,
en vreemd - alle alcohol had
geweigerd. Ik vond hem smor-
gens in de keuken - Brouwers
meldt dat hij 'het manuscript van
Geerts roman over deze gebeur
tenis' heeft gelezen, maar dat
heeft Van Oorschot kennelijk
vernietigd, want het is na zijn
dood niet aangetroffen.
In verschillende brieven wordt
gerept over de 'oudemannenver-
liefdheid' van Geert van Oor
schot op actrice Linda van Dijck.
Hij was weduwnaar en eenzaam,
zij speelde in de film Twee vor
stinnen en een vorst de uitdagen
de tante Coleta. 'Als het te intiem
was wat hij dacht, schreef hij 't
op. Of rukte m'n kop aan mijn
haar naar achteren en vloekte
zonder geluid', schreef Linda van
Dijck. 'Ik had nooit mogen zeg
gen dat ik van je hou - doodge
woon maar heftig van je hou',
verzuchtte Van Oorschot op
papier.
Gerard Reve dichtte in 1982:
'Toen mijn eigen vader stierf,
stond de zon reeds hoog aan de
hemel. Toen werd Geert mijn
hoewel toch nog diverse 'Vara-
hits' ontbreken.
Annie Schmidt maakte de wes
vrij voor andere schrijvers zoals
Ivo de Wijs en Hetty Heyting..ln
het begin van de jaren zeventig
werd de Nederlandse jeugd ver
blijd met het tv-programma De
Stratemakeropzeeshow met Aart
Staartjes, Wieteke van Dort en
Joost Prinsen. De liedteksten
voor deze serie werden geleverd
door een Schrijverscollectief
bestaande uit Willem Wilmink
Karei Eykman, Hans Dorrestijn
J an Riem en Ries Moonen.
Hiermee zijn de belangrijkste
makers van de kinderliedjes die
hun stempel drukken op Roltrap
naar de maan genoemd. Het zijn
de namen die steeds terugkeren
in de wereld van het Nederlandse
kinderlied. Veruit de meeste lied
jes werden gemaakt voor televi
sieprogramma's. De Stratema
keropzeeshow werd in 1979
opgevolgd door J.J. de Bom,
voorheen De Kindervriend. En
later kregen we natuurlijk
Sesamstraat, Het Klokhuis en
zeker niet te vergeten Kinderen
voor kinderen. Hoewel "t Gooi'
vaak hinderlijk overheerst in de
uitvoering, is het repertoire de
afgelopen decennia uitgebreid
met veel mooie liedjes. Dat blijkt
uit Roltrap naar de maan.
'Roltrap naar de maan, Neder
landse kinderliedjes vanaf 1950
voor kleine en grote mensen'
Uitg. Novella, prijs 39,90.
pleegvader. Wat kon die man ver
tellen.' En Geert begon zijn brie
ven aan Reve met 'Lieve pleeg
zoon'. In een brief aan Ant ter
Braak, de weduwe van Menno,
overdacht Van Oorschot zijn éch
te vaderschap: 'Vooral voor Wou
ter is het niet gemakkelijk mijn
zoon te zijn.'
„Het archief met die 15.000 brie
ven van Geert is een chaos. Het
kost echt jaren om het te ontslui
ten", licht Wouter van Oorschot
toe. „Dat zou 30 delen dundruk
op kunnen leveren, maar er moet
natuurlijk streng geselecteerd
worden. Het is niet alleen een
soort biografie, maar ook een
geschiedenis van de Nederlandse
uitgeverswereld na de oorlog.
Daar is geld voor nodig. Dit
boekje is eigenlijk bedoeld om
rijke stinkerds te interesseren. Er
moeten sponsors komen."
Geert van Oorschot: Brieven van
een uitgever. Uitg. G.A. van Oor
schot, prijs 34,50
Door René van der Velden
Annie M.G. Schmidt zette 45 jaar
geleden de toon voor het nieuwe
Nederlandse kinderlied. Berend
Botje en Kortjakje kregen con
currentie van dwarse types als
Dikkertje Dap, Rineke Tineke
Peuleschil en Diedeltje Dei. Bijna
tweehonderd van, die 'nieuwe'
liedjes heeft Hilde Scholten
gebundeld in het boekje Roltrap
naar de maan.
Scholten is redactrice bij het
Avro-programma Andermans
veren en werkzaam bij het
Theater Instituut Nederland. Zij
maakte een selectie uit het zeer
gevarieerde aanbod van liedtek
sten voor kinderen vanaf 1950.
Meer moet van Roltrap naar de
maan niet worden verwacht. De
teksten zijn niet voorzien van
muziek of enige toelichting. En
de interviews met schrijvers van
kinderliedjes hebben niet meer
dan een magere inleiding opgele
verd.
Het draait om de liedteksten en
die zijn van een dermate hoog
niveau dat Roltrap naar de maan
een heerlijk boek is, voor kinde
ren én volwassenen.
Van Annie Schmidt staan er
maar acht in. De enige te accep
teren reden daarvoor is dat uitge
verij Querido geen toestemming
gaf om meer teksten van de
onlangs overleden schrijfster op
te nemen. De leveranciers van de
liedjes voor Kinderen voor kinde
ren komen er een stuk beter af,
Door Muriel Boll
Sinterklaas vliegt soms
net op het nippertje de
boekwinkel binnen
voor de laatste aanko
pen. Daar staat hij dan
met zijn mond vol tan
den; kies maar eens uit
zoveel boeken. Mis
schien heeft de goed
heiligman iets aan de
volgende suggesties
voor in een kleine maat
schoen.
Voor peuters zijn er vijf
originele boekjes over
zintuigen. Kielekoele-
voelen gaat over voelen.
Warm en koud, stekelig
en glibberig, nat en
droog, en nog veel meer.
Je voelt de mier kriebe
len en de wind waaien.
Elk boekje heeft iets
extra's en een doe-
opdracht met instruc
ties; in dit geval is dat
een donsje en de
opdracht: maak een
voeldoos. Andere titels
zijn Mondje open,
mondje dicht, Oren om
te horen en Neuzeneu-
zen. De sterke, humo
ristische illustraties zijn van Ger-
da Dendooven.
Het geliefde prentenboek Welte
rusten, Kleine Beer is als driedie-
mensionaal panoramaboek ver
schenen. Je zet het uit en kunt zelf
Grote en Kleine Beer in het war
me hol voor het vuur zetten of in
het bos laten kijken naar de maan
en de fonkelende sterren.
Er zit een miniprentenboekje bij
en vijf uitdrukfiguren.
Lucy Cousins maakte Het huis
van Muis, een bijzonder aantrek
kelijk flap-uit- en speelboek. Met
rode lintjes zet je voor- en achter
kant omgekeerd aan elkaar vast
tot een carrousel en dan komt de
keuken, de badkamer en de slaap
kamer van Muis tevoorschijn.
Laden en deuren kunnen allemaal
open, de wijzers van de klok
draaien, je kunt Muis die in de
douche verstopt zit, in bad laten
spelen met eend en bootje, aan-
Ideden of in bed stoppen. De teke
ningen zijn helder van kleur en
hebben een duidelijke zwarte
omranding. Kobus is een klein
hondje dat bij een nare baas
terechtkomt, die wil dat hij op
konijnen jaagt. Zijn baas wordt
erg boos als Kobus liever met
konijnen speelt en sluit hem op
zonder eten of drinken. De konij
nen kpmen hem elke avond eten
brengen. Op een nacht bijt Kobus
het touw door en komt in de grote
stad terecht. Vindt hij een nieuwe
baasje? Een ontroerend verhaal
dat tot opluchting van de lezer
uiterst bevredigend afloopt.
Prachtige en zeer Engelse illus
traties van Emma Chichester.
Uiterst vrolijk is De bruiloft van
mevrouw Vos, een verhaal van
Grimm. De deftige jonge
mevrouw Vos is weduwe gewor
den. Ze trekt haar mooiste zwarte
japon aan en besluit voortaan in
eenzaamheid verder te leven. Al
gauw dienen zich diverse aanbid
ders aan, en komt het poeze-
dienstmeisje aan de deur vragen:
'Een heer, die om uw hand komt
vragen. Mag hij al een kansje
wagen?'
Stuk voor stuk druipen ze af,
want geen van alle heeft een rode
broek, een witte pluimstaart en
een lange smalle bek. Dan belt
jonge meneer Vos aan die dat
natuurlijk allemaal wel heeft, en
spoedig wordt de bruiloft gevierd.
Gavin Bishop maakte uitbundige
illustraties, mooi uitgewerkt met
Illustratie van Marit Tömqvist op ie
omslag van 'Klein verhaal over liefde'.
veel details, van een mooi land
huis en kamers met veel meubi
lair.
Een Klein verhaal over liefde van
Marit Törnqvist daarentegen is
een ingetogen prentenboek met
mooie ijle tekeningen. Een meisje
zit ergens in zee op een paal, dag
en nacht, in weer en wind. Ze
tuurt de zee af en ziet een heleboel
boten langsvaren.
Op een dag komt er een boot met
een man die naar haar lacht en
weer verdwijnt. Het meisje bouwt
een mooi huis op de paal en wacht
op hem, maar de man blijft aan de
horizon. Uiteindelijk valt het
bouwsel in duigen, per vlot gaat
het meisje zelf op weg naar de
horizon. De boodschap is duide
lijk.
Tot slot twee boeken om voor te
lezen, boeken die iedereen in zijn
schoen zou willen krijgen. I»
Beestenboel van Annie M.G.Sch
midt staan kinderversjes die de
schrijfster zelf nog heeft helpen
uitzoeken. Heel bekende als Dik
kertje Dap, Sebastiaan, Rosalind
en de vogel Bisbisbis en Stekel
varkentjes wiegelied staan tussen
wat minder bekende versjes,
waarbij Harrie Geelen prachtige
kleurprenten maakte.
Ook Het rode kippetje is een dik
ke full-color verzamelbundel met
maar liefst zes dierenverhalen
van Max Velthuijs. Werk van
Velthuijs herken je meteen aan de
naieve voorstellingen in heldere
kleurvlakken met een stevige
omlijning. Het verhaal gaat altijd
om iets wezenlijks dat simpel en
kernachtig verteld wordt en jong
en oud ontroert. Zo'n boek wordt
een leven lang gekoesterd.
Gerda Dendooven en Gode-li<4
Uleners: 'Kielekoelevoelen'. Ree»
'Vijf op en rij'. Uitg. Bakermat, pnf
14,90 per deel, 3 jaar
Martin Waddell en Barbara Firth:
'Welterusten, Kleine Beer Uitg.
Lemniscaat, prijs 25, vanaf 3 jaa
Lucy Cousins: 'Het huis van Muis
Uitg. Leopold, prijs 34,90, 3 jaar
Emma Chichester en Laura Ce®
'Kobus'. Uitg. Zirkoon, prijs 1
22,95, 4 jaar
Gebr. Grimm en Gavin Bishop: 'De
bruiloft van mevrouw Vos uitg
De Vier Windstreken, prijs W'
4 jaar
Marit Törnqvist: 'Klein verhaal ove'
liefde'. Uitg. Querido, pnjs
jaar
Max Velthuijs: 'Het rode kippetje-
Uitg. Leopold, prijs 34,90,4 jaar
Door Hans Roosebo'
pe Japanners in he
ben geen oog voor
het Joodsche Bruid
toegekeerd. Want tu
van Nederlandse
iets oogverblindenc
trekken.
get open mond sch
langs derijvitrinek
pronkstukken uit c1
Paleis Noordeinde.
cadeau van koning
achtjarig dochtertje
Nu heeft het hare
Beatrix behaagd dit
table uit te lenen voi
de tentoonstelling
pronkstukken van
eurkunst 1835-1891
laars, kroonluchter
siervoorwerpen in
hout, ivoor en edels
vol kunstnijverheic
het hart van de 19e
Bestaat hier belanj
gens Henk van Os,
van het Rijksmuseu
pen. „Zoudt u in de
ven dat de mensen
wachten met het be
toonstelling," luidt
zoek. „Mensen denk
begin heel druk is.
Laat ze alsjeblieft d
Van Os.
Hilarisch
Dat het storm gaat li
tijd, dat zou best
zondag, een dag na
dialezing honderdei
De gehoorzaal van
puilde uit. De react
op de getoonde voon
betekenend: van ve
hilarisch geschater
teiten.
Toch mag het vreer
veel volk op de be
voorwerpen op deze
nooit serieus genom
ze dateren geldt
woestenij. De officië
geschiedenis heeft d
eeuw nooit willen er
Voor alle andere per
schiedenis geldt dat
Eeuwenlang bestonc
nis van stijleenheid
te stijlen vloeiden
een logische opee
renaissance, barok,
iedereen hield zich
land, in iedere discij
Vrijheid
Maar na de Napolec
deze stijl-uniformitf
nieuwe algemene sti
toe. Je kunt zeggen:
In De Beyerd
in Breda wordt
het tweede
deel getoond
van aankopen
die de gemeen
te Breda heeft
gedaan in het
kader van de
stadscollectie.
Een ambitieus
woord, stads
collectie, dat
minder dekt
dan men zou
mogen aannemen
omvat die collectie
werken die sinds 1
gekocht. Een aai
wordt om de zoveel
Beyerd gehaald om
senteren aan het pu
En dus ook om zich
verwerven in een ai
om de eigen betekei
te toetsen in een mi
We zouden het
benoemen als een v
antwoording van d(
gemeente ten opzie
stenaars en publiek
om was het een vrr
°m de ambities en
van het Bredase o
te beschouwen in
wat in andere stede
er een stadscollecti
den. Niet helemaal
dat de veel gre
Amsterdam, Den 1
terdam.
Vorige week doi
november, vond er i
tegen de achtergroi
poseerde Bredase a
openbaar forumge:
over het fenomeen i
en zijn grenzen. He
gevormd door de 1
conservator in Ne
van Adrichem (Rot
huidige opvolger
Roosmalen, de Haai
servator Domenie
Leontine Coelewij
Stedelijk Museum
en voorzitter EllySt
ontbrak in dez<
daad, een funktioi
zodanig aangeste
namens de gemeent
antwoordelijk te z
bestaan en het be
stadscollectie.
Natuurlijk maaktei
deweg wel enke