'Dat machteloze vreet aan je'
Geld en garantie in cyberspace
3E
INTERFACE
Marie-Anne en
Michael de Dooij
krijgen niet bewezen dat
ze op Kreta overvallen zijn
'De politie wil er niet aan,
want het toerisme
mag er geen schade
van ondervinden'
:8 OKTOBER 1995 E2
pe namelijk voortdurend klussen
foto chris keulen
tegen collega's uit een klein plaats-
fito aan te houden. Die politieagen-
het transport aan, maar wisten
laar ze precies moesten zoeken. Bo-
pnden ze niets vinden. Wij volgers
zien dat de crimineel even van te
|ens uit de auto had gegooid. Dan
gekke situatie. Een Nederlandse
hgent moef dan, met een zak wa
in handen, Duitse agenten vriende-
1 schouder kloppen en vragen of ze
(willen komen. In het uiteindelijke
[baal lees je uiteraard geen woord
me bron wisten we dat op een be
en uur dat wapentransport langs
1', staat dan in het proces-verbaal
ritse agenten. Nou, daar moet de
hter het maar mee doen."
ze gesprekken kijkt hij telkens ze-
om zich heen. „Wie weet schadu-
i al. Hebben ze er lucht van gekre-
met de pers praat."
emensen zijn namelijk goed in het
laat hij vervolgens met gepaste
n. „We volgen iemand constant met
ijf auto's. Geloof me, hoe voorzich-
imineel ook is, hij merkt er niets
is goed opgeleid, doceert hij. „Je
oorbeeld een speciale rijopleiding.
duurt drie weken en is erg gevaar-
jn zelfs doden bij gevallen. Je leert
)ver autorijden. Dat is ook wel no-
it team iemand volgt, komt het vaak
ie derde of vierde volgauto, wegens
mstandigheden, het contact verlo-
en moet bijtrekken. Dan zijn vaak
nde toeren nodig om het verlies
te maken. Doen alof je een afslag
met meer dan tweehonderd kilome-
jr via de vluchtstrook alle verkeer
om weer zicht met de eerste volgau-
en. Dat hoort er gewoon bij."
1
stiekem schaduwen van een auto
3 trucjes nodig. „Soms moet je 's
n wagen volgen die lijkt op duizend
We maken dan van te voren met een
een heel klein gaatje in het achter-
klein dat de eigenaar het zelf nooit
Dat kleine gaatje geeft wel een extra
Daardoor weten we dat we nog
juiste auto volgen. We zien er trou-
ens ons werk heus niet zo ongescho-
uig uit als ik nu. Een keurig pak.
bril met vensterglazen doen wonde-
nog precies hoe blij hij was toen hij
gent overgeheveld werd naar een ob-
eam. „Tegen die mensen werd opge-
et was een ruige groep. Je hoorde ook
erhalen over drank en vrouwen. D'e
klopten, merkte ik al gauw. Mijn
ollega's, ze vertelden er onder elkaar
over, dronken veel en konden ook
ar de hoeren. Misschien heeft het iets
met de spanningen die dit werk met
/brengt. Vergis je niet. Het weken
erveren en volgen van een bepaalde
iminelen is een vermoeiende en gej
klus. Bovendien zie je van dicht bi]
ongelooflijke rijkdom die mensen le*
wil je zelf ook wel eens uit de ban»
iver veel meer heimelijke operaties en
kunnen vertellen. Maar hij wil be
liet verstandig. Ik zou dan te herken-
-den. Bovendien heb ik alleen gepraa
gemoed te luchten en een kleine bjl'
n de discussie over betere wettelijk
leveren. Ik ben een politieagent en
als het even kan, ook blijven."
Badend in het bloed lagen
Marie-Anne de Dooij en haar
zoon Michael afgelopen zomer
op het eiland Kreta urenlang in
de rotsachtige berm van een
idyllisch bergweggetje. Ze
werden net op tijd gevonden
door geschrokken inwoners van
het dorpje Milatos. Geholpen
door vaardige handen van
neurochirurg Dimitris
Aravinakis wonnen ze in het
ziekenhuis van Heraklion de
strijd op leven en dood. Maar in
de strijd met de politie lijkt
iedere hulp tekort te schieten.
„Een zwaar ongeluk," houdt de
politie vol. „Een overval,"
beweert een verbeten
Marie-Anne de Dooij.
Door Romain van Damme
D.
snappen. Zolang er een sprankje
hoop is om haar gelijk te halen,
mogen emoties geen rol spelen.
„Natuurlijk kook ik van binnen. Dat machte
loze, niets kunnen doen, dat vreet aan je. Nog
altijd is het is mijn woord tegen hun woord.
Tot nu toe kan niemand me helpen en we zijn
al drie maanden verder."
Met meer dan normale belangstelling keek
Marie-Anne de Dooij woensdagavond naar
het televisieprogramma Twee Vandaag.
Daarin werd aandacht geschonken aan de
nog jonge Stichting Alanya die slachtoffers
van geweldsdelicten in het buitenland finan
cieel wil bijstaan.
Ze stopt het voorlopig ergens in haar achter
hoofd. „Die1 stichting zegt nu 20.000 gulden
opgehaald te hebben. Dat zal wel voor die
Turkse zaak zijn, voor die vrouwen die daar
verkracht zijn. Logisch, maar je weet nooit.
Misschien kan ik er ooit nog eens aanklop
pen.
Het is een van die strohalmen waaraan ze zich
hardnekkig vastklampt. Want van opgeven
wil ze nu nog niet weten. Samen met huis
vriend Harry Bakx en de vader van Michael
liet Marie-Anne de Dooij een paar weken ge
leden nog eens alles aan zich voorbij trekken.
„Alle mogelijkheden wil ik benut hebben. Als
het maar enigszins kan, wil ik procederen.
Later wil ik niet zeggen: 'waarom hebben we
dat niet geprobeerd?'."
Ze keken elkaar recht in de ogen. „We hebben
ons in alle oprechtheid afgevraagd, is er iets
wat ik vergeet? Iets wat we over het hoofd
zien? Is er niet één procentje twijfel? Is het
toch geen ongeluk en ben je door de klap zo in
de war geraakt dat je dénkt dat het een over
val is?"
Het antwoord is nog altijd nee. „Het was een
overval. We zijn neergeslagen door twee man
nen die ons in die scherpe bocht van de scoo
ter trokken. Maar de politie wil er niet aan,
want het toerisme op Kreta mag er geen scha
de van ondervinden. Dat staat voor mij wel
vast!"
Laatst nog was er een hoopgevend telefoon
tje. Van het ministerie van Buitenlandse Za
ken uit Den Haag. De knalgele en gloednieu
we scooter die ze gehuurd hadden voor een
tochtje naar de bergen, was eindelijk gevon
den.
„Dan ben je zó blij, dan denk je, ja, nou heb
ben we beet! Want die scooter was verdwe
nen. Dat vond de politie trouwens ook wel
vreemd. Volgens mij is die scooter meegeno-
Marie-Anne de Dooij met haar zoon Michael: „Natuurlijk kan ik zeggen: 'we leven gelukkig nog, de verzekering heeft vrijwel alles betaald, waar zeuren we over'. Maar zo zit ik niet
in elkaar, ik kan niet tegen onrecht.foto de stem ben steffen
men door de overvallers. Eindelijk een bewijs,
dacht ik." Inmiddels weet ze beter. De politie
ziet er een ander bewijs in. „Dat die scooter
na het ongeluk meegenomen is door een pas
sant," zegt politiecommandant Stavros Mila-
kis van de post Neapoli. „Die man zag alleen
maar die scooter, want de slachtoffers waren
een eind naar beneden gerold. Die voorbij
ganger is er mee weggereden en toen de ben
zine op was, heeft hij die scooter ergens weg
gezet."
Een knalgeel bewijsstuk in het dorre berg
landschap van Kreta. Een boer keek er een
paar dagen naar en alarmeerde toen de poli
tie. „Dat was ergens begin september," ver
zucht de politiecommandant. „De scooter was
aan het wiel wat beschadigd. Maar waarom
belt u weer? Het is toch duidelijk, het was een
ongeluk. De pathaloog-anatoom zegt het ook,
het staat in zijn rapport."
Op de Nederlandse ambassade in Athene heb
ben ze het rapport van patholoog-anatoom
Michalodimitrakis nog niet binnen. Wel het
politierapport. „Ze zijn er volledig op de
hoogte," weet huisvriend Harry Bakx na een
aantal telefoontjes. „Maar ze hebben nog niet
veel kupnen doen. Ook het ministerie van
Buitenlandse Zaken is er nog altijd mee be
zig."
Achter de schermen, want publiciteit in za
ken als deze is niet welkom. „Dat is het eerste
wat ze ons gezegd hebben. Maar wat moet je?
En je gaat toch twijfelen als je dan een brief
je krijgt om de zaak eens aan te kaarten bij
het Grieks consulaat in Rotterdam?"
„Dat hebben we dus gedaan. Maar daar kre
gen we te horen dat ze niets voor ons konden
doen. Want, werd er daar gezegd, wij zijn er
voor de Grieken in Nederland. Het enige wat
we kunnen doen, is uw brief meenemen naar
Griekenland en daar voorleggen aan de in
stanties. Waarom worden we dan door het
ministerie van Buitenlandse Zaken naar dat
consulaat doorverwezen?"
„Omdat het consulaat in ons land Grieken
land vertegenwoordigd," antwoordt het des
betreffend ministerie. „Natuurlijk zijn ze hier
voor de Grieken, maar het is ook hun taak om
bijvoorbeeld mensen als de familie De Dooij
wegwijs te helpen als ze in Griekenland wil
len procederen."
Procederen tegen de politie van Kreta. Veel
advocaten hebben inmiddels al laten weten
geen heil te zien in een dergelijke procedure.
Harry Bakx: „We hebben diverse advocaten
benaderd. En iedereen zei: 'dat is nogal inge
wikkeld, daar beginnen we liever niet aan'.
Ze raden het zelfs af. Uiteindelijk zijn we bij
een Rotterdams advocatenkantoor terecht ge
komen. Gespecialiseerd in dit soort zaken."
Een kostbare zaak. Het rekensommetje was
dan ook snel gemaakt. „Die vragen 165 gul
den per uur. En dat is niet alles. Want dan
moet er ook een advocaat op Kreta ingescha
keld worden, kost ook nog eens 165 gulden
per uur. Een zaak als deze kan lang duren, re
ken maar uit. Dat is voor ons niet op te bren
gen."
Op bijstand uit Den Haag hoeft niet gerekend
te worden. „Daar was het ministerie duidelijk
in. Financiële steun kan niet. Heel misschien
kan de ANWB nog wat doen. Via de interna
tionale reis-en kredietbrief. Maar de vader
van Michael heeft al eerder contact gehad met
de ANWB. Toen werd er gezegd dat ze wel
wilden proberen de rapporten boven water te
halen."
De hoop dat die rapporten nog wat houvast
bieden, is ook al bijna vervlogen. „De politie
verschuilt zich achter dat fameuze rapport
van de patholoog uit het ziekenhuis van He
raklion. Die zegt dus dat het een verkeersong
eluk was." „Onvoorstelbaar. Want die man
zegt dat we ook aan onze benen en armen ge
wond waren. Ab-so-luut niet waar! We waren
alleen aan onze hoofden gewond, maar dan
wel zwaar gewond. Ze hebben als gekken op
ons ingeslagen."
Zelf had ze een schaafwond op een van haar
benen. „Omdat ik van die scooter ben getrok
ken en toen naar beneden ben gesleurd, over
de weg. Michael, die vermoedelijk een andere
kant is opgetrokken, had niets aan zijn armen
en benen. Niets! Geen schrammetje!"
Een poging om de mening van een Nederland
se patholoog-anatoom op papier te krijgen,
lijkt ook al te mislukken. „In Nederland zijn
er twee specialisten. Maar ja, wat kunnen die
na drie maanden nog doen? Je moet wel reeël
blijven. Toch proberen we het maar. Alles
willen we benutten."
Maar de strohalm brokkelt steeds verder af.
De behandelende dokters van het Rotterdams
Dijkzigtziekenhuis waar Marie-Anne en Mi
chael wekenlang verpleegd werden, hebben
laten wéten dat ze juridisch gezien weinig
kunnen doen.
„Ik had gevraagd of ze wilden verklaren dat
de zware verwondingen het gevolg waren van
een overval en met van een ongeluk. Maar dat
doen ze niet. Aan uitwendige verwondingen is
niet te zien hoe ze tot stand zijn gekomen. Wel
hebben ze me geschreven dat ze genegen zijn
mij te geloven, maar ja, wat schieten we daar
mee op?" In de huiskamer hoort Michael het
zwijgend aan. Het gaat redelijk goed met
hem. Op zijn hoofd zijn de littekens nog te
zien, maar hij heeft zich wonderbaarlijk snel
hersteld. „Ik herinner me totaal niets. Naai
school mag ik nog niet. Een dag per week ga
ik toch, om mijn vrienden te zien. Anders zit
ik alleen maar thuis."
Zijn moeder vindt dat nog het ergste. „Die
overvallers lopen daar vrij rond, en wij zitten
hier met zijn tweetjes. Nog altijd ben ik 's
middags moe. Een beetje stofzuigen, wat op
ruimen en dat was het dan. Zitten we hier 's
Ik heb de afgelopen week een aardige dis
cussie gehad met een meneer die mensen er
van probeert te overtuigen dat hij ze binnen
acht uur, tegen betaling van bijna duizend
gulden, zó veel weet te leren van Internet dat
het die rooie rug meer dan waard is. Boven
dien krijg je er broodjes en koffie bij, maar
zelfs dat heeft mijn scepsis niet weg kunnen
nemen.
Hij was zo overtuigd van zijn gelijk dat hij
me tot een weddenschap probeerde te verlei
den: ik mocht er voor spek en bonen bij gaan
zitten, en als ik na afloop alsnog vond dat hij
waar voor zijn geld geleverd had, dan zou ik
alsnog moeten dokken.
'U heeft dus niets te verliezen,' sprak deze
zeer charmante meneer. Die volgens mij nog
in staat moet worden geacht om zonder pro
blemen koelkasten aan Eskimo's te verkopen
als zijn leerschool niet van de grond komt.
Want als u gezien heeft wat wij doen en als u
gezien heeft hoe goed het was dan kunt u al
tijd nog zeggen dat u het niet de moeite
waard vond. Klonk aantrekkelijk, maar
wedden doe ik niet meer sinds die 2-4, vori
ge week in de Kuip, dus ik heb hem gezegd
dat ik misschien wel op een vrijblijvende
uitnodiging in zal gaan.
Ik wacht dus maar af, de enige reden waar
om ik er wel bij zou willen zijn, is het gege
ven dat de bijeenkomsten worden gehouden
in een zaaltje van een Universiteit in Am
sterdam, Of het nou de Vrije of de Gemeen
telijke is, weet ik niet eens, maar beiden
hangen rechtstreeks aan een backbone van
Internet. Dat is natuurlijk spectaculair snel,
daar is het Internet precies wat het thuis
binnen enkele jaren ook zou moeten worden.
Real time video, real time audio, dat wil ik
wel weer eens even zien, want het is weer
even geleden dat ik in New York met dat
IMB-kanon mocht spelen dat ook recht
streeks aan een backbone hing. Daar krijg je
als cybersurfer inderdaad wet dreams van.
Maar of het nou zo'n handige zet is om novi
ces op die manier kennis te laten maken met
Internet, dat betwijfel ik. Het komt op mij
over als iemand zijn eerste vliegles geven in
de Space Shuttle, of een eerste rijles in een
Ferrari Testarossa op het circuit van Zand-
voort. Daar krijg je de smaak wel van te pak
ken, maar als je dan na afloop weer in je Golf
Dieseltje in de file staat, ziet de wereld er
weer heel anders uit.
Aan de andere kant: mijn eigen kleine cyber
space ziet er een stuk zonniger uit sinds ik
twee weken geleden die 32-bits winsock on
der Windows 95 en de Microsoft Internet Ex
plorer aan de gang gekregen heb. Ik heb het
al een keer geschreven, maar ik kan het niet
nalaten om het nog een keer te doen: wat een
snelheid, wat een stabiliteit! Nog steeds geen
crash. Geen enkele! Het bestelformulier voor
ISDN ligt hier op mijn bureau, maar heb ik
dat nou eigenlijk nog wel nodig? Maar ja, na
tuurlijk, als die Explorer al wil racen met
een ordinair 28K8-modem, wat zal het dan
niet worden als ik aan een digitaal infuus
hang, dat de pagina's met 64 kilobits per se
conde binnenpompt zonder compressie? Of
zelfs met 512 kilobits, gecomprimeerd over
twee kanaaltjes? Invullen, dat formulier, dat
te worstelen met de deadline van deze ru
briek, zodat ik dat pakketje, in een bijzonder
goed humeur en daarom te goed van vertrou
wen, nog niet open had gemaakt.
Enkele uren later, nadat ik de Cyberian Out
post de hemel ingeprezen had, voelde ik me
tamelijk besodemieterd. Dat was toen bleek
Door Léon Krijnen
Reacties: E-mail: 100445.2062@compuserve.com
wordt een eigen digitaal ruggegraatje met
schokvrij bewegende beeldjes.
Vorige week schreef ik over die geweldige
winkel die ergens in de elektronische hemel
ontdekt. De Cyberian Outpost waar ik hard
en software kan bestellen, die binnen 48 uur
door DHL aan de voordeur wordt afgeleverd
voor prijzen die zelfs beneden die van de
groothandel in Nederland liggen. Ik had er
de full-version van de het programma Nor
ton Anti Virus besteld, en keurig voor het
verstrijken van die 48 uur werd er een doos
je in Breda afgeleverd. Op dat moment zat ik
dat in dat doosje niet de full-version maar de
trade-up zat, en die had vijftig dollar goed
koper moeten zijn dan de negenenzeventig
dollar die ze intussen van mijn credit-card
gepikt hadden. Computer aan, en een woe
dend mailtje richting Outpost: Hoe zit dat,
duizend bommen en granaten?
Nog geen vijf minuten klapte de brievenbus
in WinCim zijn wijzertje omhoog en meldde
de Schotse stem, die ik intussen over zijn
Cockney-voorganger gesampled heb: You
ave nuuuw mail....
Het was een briefje van Darryl Peck, de di
recteur van de Cyberian Outpost: Foutje,
sorry. De full-version is onderweg, en u mag
de trade-up ook houden. Geef hem maar aan
iemand anders... Maandagmorgen om half
tien stopte er voor de tweede keer een busje
van DHL voor de deur, en kreeg ik alsnog
dat waar ik voor betaald had. Dus toch klas
se-service van die merkwaardige winkel.
Daar kunnen sommige bedrijven in Neder
land nog een hoop van leren. Zoals AND
Electronic Publishing. Uitgever van Het
Woordenboek der Nederlandsche Taal, en
zich erop beroepend dat dat met 42.000 pa
gina's het grootste woordenboek ter wereld
is.
Dat zal best, maar dat neemt niet weg dat
die 42.000 pagina's natuurlijk met gemak op
een cd-rom passen. Dat heeft die uitgeverij
inmiddels ook gedaan, het eerste exemplaar
van het woordenboek op schijf is officieel
aan Hugo Brandt Corstius uitgereikt (zou
die zuurpruim eigenlijk wel een computer
hebben?) en er is een perscampagne op gang
gekomen. In het kader daarvan werd er een
mooie map op mijn bureau gedeponeerd.
Zou daar die cd-rom in zitten, zoals ik er te
genwoordig zo veel krijg, sommigen leuk en
goed, sommigen waardeloos?
Nee, er zat een floppie in, met een soort uit
treksel van het woordenboek. Op basis daar-
middags met zijn tweetjes de leesmap door te
bladeren." „Ze is beresterk," zegt huisvriend
Harry Bakx. „Zelf was ik tientallen keren in
huilen uitgebarsten. Want dit is toch ver
schrikkelijk? Van alles proberen om je gelijk
te bewijzen, maar constant tegen een muur
aanlopen. Nergens doorheen komen."
Marie-Anne vermoedt dat het ooit wel eens
tot een uitbarsting komt. „Maar nu nog niet.
Ik heb nog geen traan gelaten. Ja, toen ik Mi
chael in het ziekenhuis van Kreta aan de tele
foon kreeg, toen wel. Veder niets. Want ik wil
het niet opgeven. Ik wil dat er iets aan gedaan
wordt."
Familie en kennissen uit haar directe omge
ving hebben haar niet laten vallen. „Niemand
heeft ooit gezegd, hallo zeg, is dat wel alle
maal waar wat je zegt? Zijn jullie wel over
vallen? Altijd is er gezegd, we twijfelen niet
aan jullie woorden. Gelukkig, want eerlijk, ik
kan me voorstellen dat mensen zeggen, ja, ja,
overvallen, bewijs dat maar eens."
Volgens haar zijn er bewijzen genoeg. „Die
politie zegt bijvoorbeeld dat de benzine van
de scooter op was. Die scooter is ongeveer 25
kilometer verderop gevonden. Nou, we waren
nog 40 kilometer van ons appartement. En we
letten er altijd goed op dat we genoeg benzine
hadden, want in de bergen kun je niet zo snel
aan brandstof komen."
Nog iets. De politie zegt een groen shirt te
hebben gevonden, vol met bloed. De politie
gaat er vanuit dat Michael in al zijn wanhoop
dat shirt heeft uitgetrokken.
Maar: „Michael droeg een grijs Levi-shirt.
Dat groene shirt met capuchon zat in de scoo
ter, onder de zitting. We hadden dat meege
nomen omdat het in de bergen koud kan zijn.
Dat hadden we eerder ervaren. Kan het niet
zo zijn dat die overvallers dat shirt gepakt
hebben om bijvoorbeeld hun handen schoon
te maken? En waar zijn al onze papieren ge
bleven?"
Die vragen wil de politie-commandant niet
meer beantwoorden. „Alles is onderzocht, de
rapporten zijn verstuurd. Voor ons is de zaak
gesloten."
Vertwijfeld vraagt Marie-Anne zich af waar
ze mog terecht kan om de zaak te heropenen.
Haar reisverzekering biedt geen soelaas. „Oh,
alles is tot nu toe keurig betaald. Dat moet
toch ook tienduizenden guldens gekost heb
ben. Maar blijkbaar weegt dat niet op tegen
een lang slepende procedure. Ze hebben laten
weten er verder niets aan te doen."
De zoveelste tegenvaller. En ze beseft: „Het
wordt moeilijk. Ik heb ook met diverse men
sen die vaak op Kreta verblijven, gesproken.
Onlangs nog met een Belgische man die er een
huisje heeft. En allemaal zeggen ze dat de po
litie er oppermachtig is. Dat er zo weinig te
gen te doen is."
Duizenden vragen heeft ze nog. „Er zijn ge
tuigen uit het dorp Milatos die zeggen dat
rond de tijd van de overval twee mannen op
de bewuste plek gezien zijn. Daar is niets mee
gedaan. Ik ken iemand die zegt, ook al rij je
hard door die bocht, dan nog kun je nooit zo
ver doorrollen. Wordt niet naar geluisterd.
Waarom niet?"
Juist dat maakt haar razend. „Want hoe vaak
is dit niet gebeurd? Stel nou eens dat we dood
waren. Verkeersongeluk, erg hoor, maar dat
komt hier zo vaak voor. Wij leven nog en ver
tellen een ander verhaal. Dat komt hen na
tuurlijk niet goed uit. Kreta moet dat vrien
delijke zonnige eiland blijven."
Voorlopig wil ze er niet naar toe. „Dat kan ik
nog niet opbrengen. Dan stort ik in. Want het
zit wel constant in mijn hoofd. Nachtmerries
heb ik niet. Maar ik ga er mee naar bed en sta
er mee op. Het zit je dwars dat je niet geloofd
wordt. Dat ze geen enkele waarde aan je
woorden hechten."
Dat doet meer pijn dan die regen van slagen.
„Altijd was ik onbevangen. We zijn in Tune
sië geweest, met zijn tweetjes. Nu durf ik niet
meer. Achter iedere boom zie ik gevaar, ik
ben bang geworden. In het begin durfde ik
niet naar televisie te kijken als er geweld te
zien was. Het gaat nu wat beter, maar dat
spontane, dat onbevangene ben ik kwijt."
Het is haar afgepakt. Niet alleen door de
overvallers, zegt ze. „Eigenlijk ook door de
politie van Kreta. Door net te doen alsof er
niets aan de hand was. Dat is toch vreselijk?
Ik snap het ook niet. Waarom zeggen ze niet,
oké, we onderzoeken de zaak nog eens gron
dig. Dan ben je toch veel geloofwaardiger?
Ook al levert het geen daders op. Als ze maar
laten zien dat ze er iets mee willen doen."
Het zou haar eindelijk rust geven. „Die rust
heb ik nu niet, geen moment. Ja, natuurlijk
kan ik zeggen: 'we leven gelukkig nog, de ver
zekering heeft vrijwel alles betaald, waar
zeuren we over'. Maar zo zit ik niet in elkaar,
ik kan niet tegen onrecht."
van zou ik vast wel een recensie van de cd-
rom kunnen maken. Ik zou zelfs, maar dan
moest ik hem wel officieel aanvragen, de ori
ginele cd-rom twee maanden mogen lenen,
alvorens hem weer aangetekend terug te stu
ren. Lenen? Dat heeft natuurlijk te maken
met het gegeven dat die cd-rom, op vijf gul
den na, twee mille moet kosten, inclusief
BTW, maar dat wil er bij mij niet in.
Ik snap best dat zo'n woordenboek op papier
een kwak geld moet kosten, en dat daarop
verdiend moet worden. Maar ze maken mij
niet wijs dat de pre-press de laatste tien of
twintig jaar al niet digitaal gebeurde, dus ze
hebben die 42.000 pagina's heus niet met de
hand in hoeven te scannen. En als de master
disk eenmaal klaar is kost een cd-rom bij een
bescheiden oplage een gulden of vijf.
Het is misschien appels met peren vergelij
ken, maar op een Interactive Encyclopedia
zoals Microsoft Encarta staat nog veel meer
informatie dan in dat woordenboek. Encarta
was in den beginne in Nederland rond de
250,- geprijsd, maar ik zie hem nu al vaak
voor onder de honderd piek, en kijk anders
maar eens in de Cyberian Outpost.
Die uitgever kan mij nou wel uit gaan leggen
dat die cd-rom absoluut niet voor minder
dan twee mille de deur uitkan, maar daar ge
loof ik dus helemaal niets van.
Wie gaat er nou, behalve dan misschien een
Universiteit die hem in een netwerk gooit,
tweeduizend gulden voor een cd-rom beta
len? Of duizend gulden voor een cursus
Internetten?