'Dat machteloze vreet aan je' Geld en garantie in cyberspace 3E INTERFACE Marie-Anne en Michael de Dooij krijgen niet bewezen dat ze op Kreta overvallen zijn 'De politie wil er niet aan, want het toerisme mag er geen schade van ondervinden' :8 OKTOBER 1995 E2 pe namelijk voortdurend klussen foto chris keulen tegen collega's uit een klein plaats- fito aan te houden. Die politieagen- het transport aan, maar wisten laar ze precies moesten zoeken. Bo- pnden ze niets vinden. Wij volgers zien dat de crimineel even van te |ens uit de auto had gegooid. Dan gekke situatie. Een Nederlandse hgent moef dan, met een zak wa in handen, Duitse agenten vriende- 1 schouder kloppen en vragen of ze (willen komen. In het uiteindelijke [baal lees je uiteraard geen woord me bron wisten we dat op een be en uur dat wapentransport langs 1', staat dan in het proces-verbaal ritse agenten. Nou, daar moet de hter het maar mee doen." ze gesprekken kijkt hij telkens ze- om zich heen. „Wie weet schadu- i al. Hebben ze er lucht van gekre- met de pers praat." emensen zijn namelijk goed in het laat hij vervolgens met gepaste n. „We volgen iemand constant met ijf auto's. Geloof me, hoe voorzich- imineel ook is, hij merkt er niets is goed opgeleid, doceert hij. „Je oorbeeld een speciale rijopleiding. duurt drie weken en is erg gevaar- jn zelfs doden bij gevallen. Je leert )ver autorijden. Dat is ook wel no- it team iemand volgt, komt het vaak ie derde of vierde volgauto, wegens mstandigheden, het contact verlo- en moet bijtrekken. Dan zijn vaak nde toeren nodig om het verlies te maken. Doen alof je een afslag met meer dan tweehonderd kilome- jr via de vluchtstrook alle verkeer om weer zicht met de eerste volgau- en. Dat hoort er gewoon bij." 1 stiekem schaduwen van een auto 3 trucjes nodig. „Soms moet je 's n wagen volgen die lijkt op duizend We maken dan van te voren met een een heel klein gaatje in het achter- klein dat de eigenaar het zelf nooit Dat kleine gaatje geeft wel een extra Daardoor weten we dat we nog juiste auto volgen. We zien er trou- ens ons werk heus niet zo ongescho- uig uit als ik nu. Een keurig pak. bril met vensterglazen doen wonde- nog precies hoe blij hij was toen hij gent overgeheveld werd naar een ob- eam. „Tegen die mensen werd opge- et was een ruige groep. Je hoorde ook erhalen over drank en vrouwen. D'e klopten, merkte ik al gauw. Mijn ollega's, ze vertelden er onder elkaar over, dronken veel en konden ook ar de hoeren. Misschien heeft het iets met de spanningen die dit werk met /brengt. Vergis je niet. Het weken erveren en volgen van een bepaalde iminelen is een vermoeiende en gej klus. Bovendien zie je van dicht bi] ongelooflijke rijkdom die mensen le* wil je zelf ook wel eens uit de ban» iver veel meer heimelijke operaties en kunnen vertellen. Maar hij wil be liet verstandig. Ik zou dan te herken- -den. Bovendien heb ik alleen gepraa gemoed te luchten en een kleine bjl' n de discussie over betere wettelijk leveren. Ik ben een politieagent en als het even kan, ook blijven." Badend in het bloed lagen Marie-Anne de Dooij en haar zoon Michael afgelopen zomer op het eiland Kreta urenlang in de rotsachtige berm van een idyllisch bergweggetje. Ze werden net op tijd gevonden door geschrokken inwoners van het dorpje Milatos. Geholpen door vaardige handen van neurochirurg Dimitris Aravinakis wonnen ze in het ziekenhuis van Heraklion de strijd op leven en dood. Maar in de strijd met de politie lijkt iedere hulp tekort te schieten. „Een zwaar ongeluk," houdt de politie vol. „Een overval," beweert een verbeten Marie-Anne de Dooij. Door Romain van Damme D. snappen. Zolang er een sprankje hoop is om haar gelijk te halen, mogen emoties geen rol spelen. „Natuurlijk kook ik van binnen. Dat machte loze, niets kunnen doen, dat vreet aan je. Nog altijd is het is mijn woord tegen hun woord. Tot nu toe kan niemand me helpen en we zijn al drie maanden verder." Met meer dan normale belangstelling keek Marie-Anne de Dooij woensdagavond naar het televisieprogramma Twee Vandaag. Daarin werd aandacht geschonken aan de nog jonge Stichting Alanya die slachtoffers van geweldsdelicten in het buitenland finan cieel wil bijstaan. Ze stopt het voorlopig ergens in haar achter hoofd. „Die1 stichting zegt nu 20.000 gulden opgehaald te hebben. Dat zal wel voor die Turkse zaak zijn, voor die vrouwen die daar verkracht zijn. Logisch, maar je weet nooit. Misschien kan ik er ooit nog eens aanklop pen. Het is een van die strohalmen waaraan ze zich hardnekkig vastklampt. Want van opgeven wil ze nu nog niet weten. Samen met huis vriend Harry Bakx en de vader van Michael liet Marie-Anne de Dooij een paar weken ge leden nog eens alles aan zich voorbij trekken. „Alle mogelijkheden wil ik benut hebben. Als het maar enigszins kan, wil ik procederen. Later wil ik niet zeggen: 'waarom hebben we dat niet geprobeerd?'." Ze keken elkaar recht in de ogen. „We hebben ons in alle oprechtheid afgevraagd, is er iets wat ik vergeet? Iets wat we over het hoofd zien? Is er niet één procentje twijfel? Is het toch geen ongeluk en ben je door de klap zo in de war geraakt dat je dénkt dat het een over val is?" Het antwoord is nog altijd nee. „Het was een overval. We zijn neergeslagen door twee man nen die ons in die scherpe bocht van de scoo ter trokken. Maar de politie wil er niet aan, want het toerisme op Kreta mag er geen scha de van ondervinden. Dat staat voor mij wel vast!" Laatst nog was er een hoopgevend telefoon tje. Van het ministerie van Buitenlandse Za ken uit Den Haag. De knalgele en gloednieu we scooter die ze gehuurd hadden voor een tochtje naar de bergen, was eindelijk gevon den. „Dan ben je zó blij, dan denk je, ja, nou heb ben we beet! Want die scooter was verdwe nen. Dat vond de politie trouwens ook wel vreemd. Volgens mij is die scooter meegeno- Marie-Anne de Dooij met haar zoon Michael: „Natuurlijk kan ik zeggen: 'we leven gelukkig nog, de verzekering heeft vrijwel alles betaald, waar zeuren we over'. Maar zo zit ik niet in elkaar, ik kan niet tegen onrecht.foto de stem ben steffen men door de overvallers. Eindelijk een bewijs, dacht ik." Inmiddels weet ze beter. De politie ziet er een ander bewijs in. „Dat die scooter na het ongeluk meegenomen is door een pas sant," zegt politiecommandant Stavros Mila- kis van de post Neapoli. „Die man zag alleen maar die scooter, want de slachtoffers waren een eind naar beneden gerold. Die voorbij ganger is er mee weggereden en toen de ben zine op was, heeft hij die scooter ergens weg gezet." Een knalgeel bewijsstuk in het dorre berg landschap van Kreta. Een boer keek er een paar dagen naar en alarmeerde toen de poli tie. „Dat was ergens begin september," ver zucht de politiecommandant. „De scooter was aan het wiel wat beschadigd. Maar waarom belt u weer? Het is toch duidelijk, het was een ongeluk. De pathaloog-anatoom zegt het ook, het staat in zijn rapport." Op de Nederlandse ambassade in Athene heb ben ze het rapport van patholoog-anatoom Michalodimitrakis nog niet binnen. Wel het politierapport. „Ze zijn er volledig op de hoogte," weet huisvriend Harry Bakx na een aantal telefoontjes. „Maar ze hebben nog niet veel kupnen doen. Ook het ministerie van Buitenlandse Zaken is er nog altijd mee be zig." Achter de schermen, want publiciteit in za ken als deze is niet welkom. „Dat is het eerste wat ze ons gezegd hebben. Maar wat moet je? En je gaat toch twijfelen als je dan een brief je krijgt om de zaak eens aan te kaarten bij het Grieks consulaat in Rotterdam?" „Dat hebben we dus gedaan. Maar daar kre gen we te horen dat ze niets voor ons konden doen. Want, werd er daar gezegd, wij zijn er voor de Grieken in Nederland. Het enige wat we kunnen doen, is uw brief meenemen naar Griekenland en daar voorleggen aan de in stanties. Waarom worden we dan door het ministerie van Buitenlandse Zaken naar dat consulaat doorverwezen?" „Omdat het consulaat in ons land Grieken land vertegenwoordigd," antwoordt het des betreffend ministerie. „Natuurlijk zijn ze hier voor de Grieken, maar het is ook hun taak om bijvoorbeeld mensen als de familie De Dooij wegwijs te helpen als ze in Griekenland wil len procederen." Procederen tegen de politie van Kreta. Veel advocaten hebben inmiddels al laten weten geen heil te zien in een dergelijke procedure. Harry Bakx: „We hebben diverse advocaten benaderd. En iedereen zei: 'dat is nogal inge wikkeld, daar beginnen we liever niet aan'. Ze raden het zelfs af. Uiteindelijk zijn we bij een Rotterdams advocatenkantoor terecht ge komen. Gespecialiseerd in dit soort zaken." Een kostbare zaak. Het rekensommetje was dan ook snel gemaakt. „Die vragen 165 gul den per uur. En dat is niet alles. Want dan moet er ook een advocaat op Kreta ingescha keld worden, kost ook nog eens 165 gulden per uur. Een zaak als deze kan lang duren, re ken maar uit. Dat is voor ons niet op te bren gen." Op bijstand uit Den Haag hoeft niet gerekend te worden. „Daar was het ministerie duidelijk in. Financiële steun kan niet. Heel misschien kan de ANWB nog wat doen. Via de interna tionale reis-en kredietbrief. Maar de vader van Michael heeft al eerder contact gehad met de ANWB. Toen werd er gezegd dat ze wel wilden proberen de rapporten boven water te halen." De hoop dat die rapporten nog wat houvast bieden, is ook al bijna vervlogen. „De politie verschuilt zich achter dat fameuze rapport van de patholoog uit het ziekenhuis van He raklion. Die zegt dus dat het een verkeersong eluk was." „Onvoorstelbaar. Want die man zegt dat we ook aan onze benen en armen ge wond waren. Ab-so-luut niet waar! We waren alleen aan onze hoofden gewond, maar dan wel zwaar gewond. Ze hebben als gekken op ons ingeslagen." Zelf had ze een schaafwond op een van haar benen. „Omdat ik van die scooter ben getrok ken en toen naar beneden ben gesleurd, over de weg. Michael, die vermoedelijk een andere kant is opgetrokken, had niets aan zijn armen en benen. Niets! Geen schrammetje!" Een poging om de mening van een Nederland se patholoog-anatoom op papier te krijgen, lijkt ook al te mislukken. „In Nederland zijn er twee specialisten. Maar ja, wat kunnen die na drie maanden nog doen? Je moet wel reeël blijven. Toch proberen we het maar. Alles willen we benutten." Maar de strohalm brokkelt steeds verder af. De behandelende dokters van het Rotterdams Dijkzigtziekenhuis waar Marie-Anne en Mi chael wekenlang verpleegd werden, hebben laten wéten dat ze juridisch gezien weinig kunnen doen. „Ik had gevraagd of ze wilden verklaren dat de zware verwondingen het gevolg waren van een overval en met van een ongeluk. Maar dat doen ze niet. Aan uitwendige verwondingen is niet te zien hoe ze tot stand zijn gekomen. Wel hebben ze me geschreven dat ze genegen zijn mij te geloven, maar ja, wat schieten we daar mee op?" In de huiskamer hoort Michael het zwijgend aan. Het gaat redelijk goed met hem. Op zijn hoofd zijn de littekens nog te zien, maar hij heeft zich wonderbaarlijk snel hersteld. „Ik herinner me totaal niets. Naai school mag ik nog niet. Een dag per week ga ik toch, om mijn vrienden te zien. Anders zit ik alleen maar thuis." Zijn moeder vindt dat nog het ergste. „Die overvallers lopen daar vrij rond, en wij zitten hier met zijn tweetjes. Nog altijd ben ik 's middags moe. Een beetje stofzuigen, wat op ruimen en dat was het dan. Zitten we hier 's Ik heb de afgelopen week een aardige dis cussie gehad met een meneer die mensen er van probeert te overtuigen dat hij ze binnen acht uur, tegen betaling van bijna duizend gulden, zó veel weet te leren van Internet dat het die rooie rug meer dan waard is. Boven dien krijg je er broodjes en koffie bij, maar zelfs dat heeft mijn scepsis niet weg kunnen nemen. Hij was zo overtuigd van zijn gelijk dat hij me tot een weddenschap probeerde te verlei den: ik mocht er voor spek en bonen bij gaan zitten, en als ik na afloop alsnog vond dat hij waar voor zijn geld geleverd had, dan zou ik alsnog moeten dokken. 'U heeft dus niets te verliezen,' sprak deze zeer charmante meneer. Die volgens mij nog in staat moet worden geacht om zonder pro blemen koelkasten aan Eskimo's te verkopen als zijn leerschool niet van de grond komt. Want als u gezien heeft wat wij doen en als u gezien heeft hoe goed het was dan kunt u al tijd nog zeggen dat u het niet de moeite waard vond. Klonk aantrekkelijk, maar wedden doe ik niet meer sinds die 2-4, vori ge week in de Kuip, dus ik heb hem gezegd dat ik misschien wel op een vrijblijvende uitnodiging in zal gaan. Ik wacht dus maar af, de enige reden waar om ik er wel bij zou willen zijn, is het gege ven dat de bijeenkomsten worden gehouden in een zaaltje van een Universiteit in Am sterdam, Of het nou de Vrije of de Gemeen telijke is, weet ik niet eens, maar beiden hangen rechtstreeks aan een backbone van Internet. Dat is natuurlijk spectaculair snel, daar is het Internet precies wat het thuis binnen enkele jaren ook zou moeten worden. Real time video, real time audio, dat wil ik wel weer eens even zien, want het is weer even geleden dat ik in New York met dat IMB-kanon mocht spelen dat ook recht streeks aan een backbone hing. Daar krijg je als cybersurfer inderdaad wet dreams van. Maar of het nou zo'n handige zet is om novi ces op die manier kennis te laten maken met Internet, dat betwijfel ik. Het komt op mij over als iemand zijn eerste vliegles geven in de Space Shuttle, of een eerste rijles in een Ferrari Testarossa op het circuit van Zand- voort. Daar krijg je de smaak wel van te pak ken, maar als je dan na afloop weer in je Golf Dieseltje in de file staat, ziet de wereld er weer heel anders uit. Aan de andere kant: mijn eigen kleine cyber space ziet er een stuk zonniger uit sinds ik twee weken geleden die 32-bits winsock on der Windows 95 en de Microsoft Internet Ex plorer aan de gang gekregen heb. Ik heb het al een keer geschreven, maar ik kan het niet nalaten om het nog een keer te doen: wat een snelheid, wat een stabiliteit! Nog steeds geen crash. Geen enkele! Het bestelformulier voor ISDN ligt hier op mijn bureau, maar heb ik dat nou eigenlijk nog wel nodig? Maar ja, na tuurlijk, als die Explorer al wil racen met een ordinair 28K8-modem, wat zal het dan niet worden als ik aan een digitaal infuus hang, dat de pagina's met 64 kilobits per se conde binnenpompt zonder compressie? Of zelfs met 512 kilobits, gecomprimeerd over twee kanaaltjes? Invullen, dat formulier, dat te worstelen met de deadline van deze ru briek, zodat ik dat pakketje, in een bijzonder goed humeur en daarom te goed van vertrou wen, nog niet open had gemaakt. Enkele uren later, nadat ik de Cyberian Out post de hemel ingeprezen had, voelde ik me tamelijk besodemieterd. Dat was toen bleek Door Léon Krijnen Reacties: E-mail: 100445.2062@compuserve.com wordt een eigen digitaal ruggegraatje met schokvrij bewegende beeldjes. Vorige week schreef ik over die geweldige winkel die ergens in de elektronische hemel ontdekt. De Cyberian Outpost waar ik hard en software kan bestellen, die binnen 48 uur door DHL aan de voordeur wordt afgeleverd voor prijzen die zelfs beneden die van de groothandel in Nederland liggen. Ik had er de full-version van de het programma Nor ton Anti Virus besteld, en keurig voor het verstrijken van die 48 uur werd er een doos je in Breda afgeleverd. Op dat moment zat ik dat in dat doosje niet de full-version maar de trade-up zat, en die had vijftig dollar goed koper moeten zijn dan de negenenzeventig dollar die ze intussen van mijn credit-card gepikt hadden. Computer aan, en een woe dend mailtje richting Outpost: Hoe zit dat, duizend bommen en granaten? Nog geen vijf minuten klapte de brievenbus in WinCim zijn wijzertje omhoog en meldde de Schotse stem, die ik intussen over zijn Cockney-voorganger gesampled heb: You ave nuuuw mail.... Het was een briefje van Darryl Peck, de di recteur van de Cyberian Outpost: Foutje, sorry. De full-version is onderweg, en u mag de trade-up ook houden. Geef hem maar aan iemand anders... Maandagmorgen om half tien stopte er voor de tweede keer een busje van DHL voor de deur, en kreeg ik alsnog dat waar ik voor betaald had. Dus toch klas se-service van die merkwaardige winkel. Daar kunnen sommige bedrijven in Neder land nog een hoop van leren. Zoals AND Electronic Publishing. Uitgever van Het Woordenboek der Nederlandsche Taal, en zich erop beroepend dat dat met 42.000 pa gina's het grootste woordenboek ter wereld is. Dat zal best, maar dat neemt niet weg dat die 42.000 pagina's natuurlijk met gemak op een cd-rom passen. Dat heeft die uitgeverij inmiddels ook gedaan, het eerste exemplaar van het woordenboek op schijf is officieel aan Hugo Brandt Corstius uitgereikt (zou die zuurpruim eigenlijk wel een computer hebben?) en er is een perscampagne op gang gekomen. In het kader daarvan werd er een mooie map op mijn bureau gedeponeerd. Zou daar die cd-rom in zitten, zoals ik er te genwoordig zo veel krijg, sommigen leuk en goed, sommigen waardeloos? Nee, er zat een floppie in, met een soort uit treksel van het woordenboek. Op basis daar- middags met zijn tweetjes de leesmap door te bladeren." „Ze is beresterk," zegt huisvriend Harry Bakx. „Zelf was ik tientallen keren in huilen uitgebarsten. Want dit is toch ver schrikkelijk? Van alles proberen om je gelijk te bewijzen, maar constant tegen een muur aanlopen. Nergens doorheen komen." Marie-Anne vermoedt dat het ooit wel eens tot een uitbarsting komt. „Maar nu nog niet. Ik heb nog geen traan gelaten. Ja, toen ik Mi chael in het ziekenhuis van Kreta aan de tele foon kreeg, toen wel. Veder niets. Want ik wil het niet opgeven. Ik wil dat er iets aan gedaan wordt." Familie en kennissen uit haar directe omge ving hebben haar niet laten vallen. „Niemand heeft ooit gezegd, hallo zeg, is dat wel alle maal waar wat je zegt? Zijn jullie wel over vallen? Altijd is er gezegd, we twijfelen niet aan jullie woorden. Gelukkig, want eerlijk, ik kan me voorstellen dat mensen zeggen, ja, ja, overvallen, bewijs dat maar eens." Volgens haar zijn er bewijzen genoeg. „Die politie zegt bijvoorbeeld dat de benzine van de scooter op was. Die scooter is ongeveer 25 kilometer verderop gevonden. Nou, we waren nog 40 kilometer van ons appartement. En we letten er altijd goed op dat we genoeg benzine hadden, want in de bergen kun je niet zo snel aan brandstof komen." Nog iets. De politie zegt een groen shirt te hebben gevonden, vol met bloed. De politie gaat er vanuit dat Michael in al zijn wanhoop dat shirt heeft uitgetrokken. Maar: „Michael droeg een grijs Levi-shirt. Dat groene shirt met capuchon zat in de scoo ter, onder de zitting. We hadden dat meege nomen omdat het in de bergen koud kan zijn. Dat hadden we eerder ervaren. Kan het niet zo zijn dat die overvallers dat shirt gepakt hebben om bijvoorbeeld hun handen schoon te maken? En waar zijn al onze papieren ge bleven?" Die vragen wil de politie-commandant niet meer beantwoorden. „Alles is onderzocht, de rapporten zijn verstuurd. Voor ons is de zaak gesloten." Vertwijfeld vraagt Marie-Anne zich af waar ze mog terecht kan om de zaak te heropenen. Haar reisverzekering biedt geen soelaas. „Oh, alles is tot nu toe keurig betaald. Dat moet toch ook tienduizenden guldens gekost heb ben. Maar blijkbaar weegt dat niet op tegen een lang slepende procedure. Ze hebben laten weten er verder niets aan te doen." De zoveelste tegenvaller. En ze beseft: „Het wordt moeilijk. Ik heb ook met diverse men sen die vaak op Kreta verblijven, gesproken. Onlangs nog met een Belgische man die er een huisje heeft. En allemaal zeggen ze dat de po litie er oppermachtig is. Dat er zo weinig te gen te doen is." Duizenden vragen heeft ze nog. „Er zijn ge tuigen uit het dorp Milatos die zeggen dat rond de tijd van de overval twee mannen op de bewuste plek gezien zijn. Daar is niets mee gedaan. Ik ken iemand die zegt, ook al rij je hard door die bocht, dan nog kun je nooit zo ver doorrollen. Wordt niet naar geluisterd. Waarom niet?" Juist dat maakt haar razend. „Want hoe vaak is dit niet gebeurd? Stel nou eens dat we dood waren. Verkeersongeluk, erg hoor, maar dat komt hier zo vaak voor. Wij leven nog en ver tellen een ander verhaal. Dat komt hen na tuurlijk niet goed uit. Kreta moet dat vrien delijke zonnige eiland blijven." Voorlopig wil ze er niet naar toe. „Dat kan ik nog niet opbrengen. Dan stort ik in. Want het zit wel constant in mijn hoofd. Nachtmerries heb ik niet. Maar ik ga er mee naar bed en sta er mee op. Het zit je dwars dat je niet geloofd wordt. Dat ze geen enkele waarde aan je woorden hechten." Dat doet meer pijn dan die regen van slagen. „Altijd was ik onbevangen. We zijn in Tune sië geweest, met zijn tweetjes. Nu durf ik niet meer. Achter iedere boom zie ik gevaar, ik ben bang geworden. In het begin durfde ik niet naar televisie te kijken als er geweld te zien was. Het gaat nu wat beter, maar dat spontane, dat onbevangene ben ik kwijt." Het is haar afgepakt. Niet alleen door de overvallers, zegt ze. „Eigenlijk ook door de politie van Kreta. Door net te doen alsof er niets aan de hand was. Dat is toch vreselijk? Ik snap het ook niet. Waarom zeggen ze niet, oké, we onderzoeken de zaak nog eens gron dig. Dan ben je toch veel geloofwaardiger? Ook al levert het geen daders op. Als ze maar laten zien dat ze er iets mee willen doen." Het zou haar eindelijk rust geven. „Die rust heb ik nu niet, geen moment. Ja, natuurlijk kan ik zeggen: 'we leven gelukkig nog, de ver zekering heeft vrijwel alles betaald, waar zeuren we over'. Maar zo zit ik niet in elkaar, ik kan niet tegen onrecht." van zou ik vast wel een recensie van de cd- rom kunnen maken. Ik zou zelfs, maar dan moest ik hem wel officieel aanvragen, de ori ginele cd-rom twee maanden mogen lenen, alvorens hem weer aangetekend terug te stu ren. Lenen? Dat heeft natuurlijk te maken met het gegeven dat die cd-rom, op vijf gul den na, twee mille moet kosten, inclusief BTW, maar dat wil er bij mij niet in. Ik snap best dat zo'n woordenboek op papier een kwak geld moet kosten, en dat daarop verdiend moet worden. Maar ze maken mij niet wijs dat de pre-press de laatste tien of twintig jaar al niet digitaal gebeurde, dus ze hebben die 42.000 pagina's heus niet met de hand in hoeven te scannen. En als de master disk eenmaal klaar is kost een cd-rom bij een bescheiden oplage een gulden of vijf. Het is misschien appels met peren vergelij ken, maar op een Interactive Encyclopedia zoals Microsoft Encarta staat nog veel meer informatie dan in dat woordenboek. Encarta was in den beginne in Nederland rond de 250,- geprijsd, maar ik zie hem nu al vaak voor onder de honderd piek, en kijk anders maar eens in de Cyberian Outpost. Die uitgever kan mij nou wel uit gaan leggen dat die cd-rom absoluut niet voor minder dan twee mille de deur uitkan, maar daar ge loof ik dus helemaal niets van. Wie gaat er nou, behalve dan misschien een Universiteit die hem in een netwerk gooit, tweeduizend gulden voor een cd-rom beta len? Of duizend gulden voor een cursus Internetten?

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 21