DE STEM
i'S-S-s
I C c
8-S 1
gf I
SSJ
li!
f s J
Q--=»—
fc|
I
*2
1
flenk en Marianne leefden jaren in een
soonvoorziening voor mensen met een
erstandelijke handicap. Nadat ze
lerliefd werden wilden ze samen een
gewoon huis betrekken. Het leek een
onbereikbaar ideaal. Wassen, koken,
boodschappen
afrekenen konden ze niet. Toen hun
begeleiders hun wens serieus bekeken,
bleken ze veel te kunnen leren. Ze
staan nu, met minimale hulp, op eigen
benen. Mensen met een verstandelijke
handicap mogen langzamerhand
zichzelf zijn:
gewone mensen die met wat meer of
minder hulp ook gewoon samen
gelukkig kunnen zijn.
Henk en Marianne maakten
de overstap van het tehuis
naar een eigen woning
Betutteling
Privacy
Mensen met verstandelijke
handicap mogen
langzamerhand zichzelf zijn
Gelijkwaardig
Politieman klapt uit de school
Kreta: onmacht na de overval
Drukte in Florence
8 OKTOBER 1995 D5
ro CDJZ
T3 C D
C O 2
(13 X "O
"O 01 O
c
ro
O C O -
0 ai ai
+-NT3
J* C >-
0 101
0 01>
n -c E;
i_ r: 01
01 ;R C oi -
-o o» ai
c S ai
2 O O
a;
o N ro M
2 e- C C
-o.yr
N u
"S "3 C C
g 8-S S-
I 2 a>.2
c E -IJ
aj 4j <u o -
g|-o*
ai c c ai
5.8*5
r o c1^
i-J "t""* (LI
ai-a
o c
c ai S
C IM
1
3 ai—
3 "3 (T3 -Q
5 «5:2
3 "f N
il 01 - D-
SeS
<*-8
E a ai
Sj-2
ai
ai
o
X1^
03 c
*»-
c Ol JJ
o c o
Q.-5 N
.2 o
ai "a
OlflJ C
M- X> O
<u f a
^§<5g
c -Si
2 g
i a» o
i ai e .E
-*
.2, ai ai
a> o
C f w
i ai i_ l!
ai u c
:~-5°
-!2
;=ei
•- C
ai aj
S>ai£
ai -2 "a c
"S^
ai ro *a
z c c
- S nj
a» 3-S to
ai c g o»
"5 £J2
c aj ai -o
C.S..S g
n r- r
1-dS a
0>
ai _c
"O ai si a
H= oi.£
"3 i- f N
-2
-o N 3
C 5
a;
ai "+3 a
.2 c
*x I
oJ 01
ai ai c
s- 4_i ai
ai ro t_
.c o 32
ai ai
ai ai n
ai ai r-
c +-
(13
2 -
iciiü
o "o °- 2
x: ai ai_2 ai
J ai *o ai c
01 19 01 J,
- c c w ai oi
;«i diE c
j "o üi c r" oi
l a o o ai 2
JS -o E
E
ai o ai
SÏ-* a
-2 ai
o 01
v f Ol
-2 c c
ai ai
ai ai
-* .E c
5 c 2 -
c .oi i
"ai xi 1,3
2 ai a
!5
C 10
^SlOrf
S.ë-s°
si -
j j; T3 T>
-* c "I
C 2 01 _Q
g C 0
5|^j
xi E c ai
o o i/> p
I- c
Q-"1 ai c
Ql f—01 Ol
3>-|.S
cl ai "a .E
-=»
c 'N
ai
ai
0) X}
*C
X3 ai
"O
£^5
:=-5 ai
-2 '"5*
ai ai
ai oi
E g
ai ai
cEC
-01 ro 01
-ai
ai.*
O f. KI
ai c q3
E P c
o oi
c c
2 S
ai oi
-o
ai
c M
■8.5»
5 5
Ï5«
ra Cl J3
j,
2 'n 4-»
c ais.
u J
^■Sa
s|.s
"O c
ai >r
ro o
-oi ai
-oi ai
c X
(v
00 (D
3 E
'vj( m
E a ai
£01-0
aiai
+-» ai oi
c j) o
P
c u 01
c 8 N
ai 'P *-
ai E oi
|J
■sis-
2 -H
5 5
3 Si
c "a c
ai c 45
qj (v
ai o
-P
«O C
T3 C t
01
3 E c
Oi (D r—
"O (D w-
a o oi
o ai
g
"O 01
"o aitp
ro ai
c oi a
o c
01 (O
E Eü
dllll!
Hfpl
Weekend
ZATERDAG 28 OKTOBER 1995 DEEL
Hoor Joyce Ernest
Henk en Marianne voor hun eigen huisje: We overleggen eerst wat we zelf kunnen doen. Samen komen we bijna overal uit.
FOTO DE STEM DICK DE BOER
Over een paar maanden wordt
Henk vijftig. Hij kijkt er naar uit.
Voor het eerst van zijn leven kan
hij zijn hele familie, wel vijfendertig man,
uitnodigen. In de woonvoorziening voor men-
sen met een verstandelijke handicap, waar hij
tot voor" kort verbleef, had hij nooit plaats.
Maar nu huurt Henk met zijn vriendin Ma
rianne, tweeënveertig, een gewoon huis.
Het huis ligt halverwege een gewone straat in
een gewone buurt van Bergen op Zoom. Over-
hag zijn de meeste bewoners er naar him werk
naar school. Henk en Marianne gaan deze
week niet naar de Sociale Werkplaats. Ze
hebben een paar dagen nodig om te verhuizen
en een paar om daarna uit te blazen.
Mes in het huis ziet er piekfijn uit. Ze zijn er
hard tegenaan gegaan. In de kamer hangt een
zweem van verf, nieuw meubilair en net ge
legde vloerbedekking. Henk, die je net met
een ferme handdruk binnenliet, zit nu zwijg
zaam in een fauteuil. Marianne is vanaf het
trendy bankje al evenmin erg spraakzaam.
Het stel wil eerst wel eens weten wat voor
"lees het in de kuip heeft. De parkiet in zijn
hooi bij de open keuken vult de volgende
adempauze met een hoge riedel. „Ze begint te
wennen," reageert Marianne opgetogen en
Praat honderduit over het beest. Het ijs is ge
broken.
He eerste dagen in de nieuwe woning voelden
Henk en Marianne zich als katten in een
weemd pakhuis. In de slaapkamer onder het
schuine dak schrokken ze 's nachts soms wak
her van onbekende geluiden. Maar nu zijn ze
helemaal thuis. Het is een snelle gewenning
'oor mensen die voor het eerst van hun leven
helemaal alleen moeten zien te rooien.
Henk en Marianne hebben tot nu toe altijd
onder de vleugels van anderen gezeten. Altijd
namen anderen beslissingen voor hen. Eerst
hun ouders en later het personeel van instel-
'mgen. Het laatste adres waar dat gebeurde
was Het Tulpenveld, een onderdeel van de
stichting Dag- en Woonvoorzieningen voor
jnensen met een verstandelijke handicap in
°orgen op Zoom. Vanaf het huis van Henk en
Marianne kom je daar door zo'n honderd me
rer het pad af te lopen dat door de wijk slin-
Sert. „We hebben er niets meer mee te ma-
i" zegt Henk afgemeten. Hij bedoelt er
?Jet me.® Hat hij het er niet goed heeft gehad.
Maar hij geneert zich er eigenlijk voor dat hij
al die zorg kreeg. En nu wil hij zonder daar
ids aan te worden herinnerd met zijn Ma
rianne een nieuwe start maken,
benk en Marianne zijn enkelen van de eerste
mensen die de Stichting Dag- en Woonvoor
zieningen laat uitvliegen naar een vrij nieuwe
woonvorm, het zogenaamd ondersteund zelf
standig wonen. Dat betekent dat ze onafhan
kelijk zijn van de Stichting Dag- en Woon
voorzieningen. Ze hebben nog wel een beetje
steun nodig, maar die kopen ze zelf bij Het
Tulpenveld. Want ze vallen ook niet meer on
der de AWBZ, de pot waaruit de zorg voor
mensen met een verstandelijke handicap
wordt betaald. Ze krijgen zelf hun salaris en
betalen daarvan zelf hun levensonderhoud.
De huur, de krant, de telefoon, alles regelen
ze zelf.
De ondersteuning houdt in dat er vijf keer per
week een medewerker van de woonvoorzie
ning een uurtje langs komt. Begeleidster In-
grid Goedegebure is een van hen. Zij heeft
zich er met zorgmanager Paul van Nijnatten
sterk voor gemaakt dat Henk en Marianne
hun eigen weg konden gaan.
„We horen wel vaker mensen roepen dat ze
zelfstandig willen zijn. Soms kan het en soms
kan het niet. Het ondersteund zelfstandig wo
nen is een woonvorm die geschikt is voor
mensen die minimale begeleiding nodig heb
ben. Het is voor mensen met een licht verstan
delijke handicap die te hoog van niveau zijn
om in een internaat, woonvoorziening of de
pendance te wonen. Het zijn mensen die ge
woon een eigen huis willen zoals jij en ik."
De stichting is niet over één nacht ijs gegaan
voordat werd besloten om Henk en Marianne
los te laten. „Het keerpunt kwam toen we niet
meer uitgingen van hun onmogelijkheden,
maar mogelijkheden. Ze woonden toen nog
apart en ze hadden elk hun eigen beperkin
gen. Die bleken weg te vallen als ze samen
2ijn. Ze vullen elkaar aan. Hij kan beter lezen,
schrijven en heeft meer overzicht om bijvoor
beeld boodschappen te doen. Zij is sociaal
sterker en meer zelfredzaam. Zo vullen ze el
kaar aan. Daardoor zijn ze ook kwetsbaar.
Als er iets met een van de twee gebeurt wordt
het verhaal anders,"
Henk wilde allang voordat hij Marianne ken
de zelfstandig gaan wonen. Zij had daar nooit
zo over nagedacht. Bij haar broer en haar zus
zag ze wel hoe het eraan toeging in een eigen
huishouden. Maar ze vond dat niet voor zich
zelf weggelegd. Ze kende toen haar eigen mo
gelijkheden nog niet en had weinig zelfver
trouwen. Dat veranderde door Henk.
Ze straalt als ze eraan terugdenkt hoe ze hem
acht jaar geleden leerde kennen. „Ik zat met
mijn been in het gips en hij heeft me verzorgd.
Maar er groeide pas iets toen we later met een
hele groep op vakantie gingen in Domburg."
De buitenwereld is er nog niet echt mee ver
trouwd dat mensen met een verstandelijke
handicap gewone mensen zijn die gewoon
verliefd kunnen worden. De zorgverlening
speelt daar al jaren op in. Mannen en vrou
wen wörden allang niet meer gescheiden.
Vaak blijft het bij vriendschap tussen hen. Bij
mensen van een hoger niveau groeit het regel
matig uit tot een echte relatie. Het is geen uit
zondering dat een instelling dan een flatje
voor hen huurt. De meesten blijven echter in
tegenstelling tot Henk en Marianne onder de
verantwoordelijkheid van anderen vallen en
krijgen ook meer begeleiding.
Toen de liefde tussen Henk en Marianne op
bloeide, leefden ze nog helemaal gescheiden.
Ze woonden ze elk in hun eigen groep binnen
de woonvoorziening. Van lieverlee ging het
hen hinderen dat ze altijd anderen om zich
heen hadden. Ze kregen toen een klein appar
tementje in Het Tulpenveld. Het werd nooit
echt hun thuis. Op een dag zijn ze naar de lei
ding gestapt en vertelden dat ze hun eigen
huisje wilden. Ze zijn ingeschreven bij een
woningbouwvereniging. Die had eerder een
geschikte woning dan ze hadden verwacht.
Maar Henk en Marianne waren intussen
klaargestoomd om een eigen huishouding te
beginnen.
„Een paar jaar geleden zijn we een heel pro
gramma gestart dat gericht was op de verzelf
standiging," vertelt Ingrid die daar nauw bij
betrokken was. „Ze moesten best veel onder
de knie krijgen op praktisch en sociaal ge
bied. Dat ging allemaal in fases. Intussen zijn
ze ook stapsgewijs los gemaakt van de groep.
Zo aten ze eerst zeven dagen met de rest sa
men. Dat werd er steeds een minder tot nul.
Zo ging het ook met koffiedrinken, ontspan
ning en festiviteiten."
„We hebben veel moeten leren," kijkt Henk
terug op die periode. Hij is een rekenaar, een
Pietje Precies. Hij wist al snel hoe hij een
huishoudboekje moest bijhouden. Wassen en
koken, dat vond hij pas moeilijk. Het gaat
hem nu goed af. Hij is vandaag aan de beurt
om voor het eten te zorgen. Wat er straks op
tafel staat? „Kip-kerrie met ananas," beslist
hij. Om de verhuizing te vieren mag het een
keer feestelijk zijn.
De vraag rijst waarom mensen zoals Henk en
Marianne de dingen die ze zich als veertigers
eigen wisten te maken niet jonger zijn bijge
bracht. Misschien waren ze dan niet eens in
een instelling terecht gekomen. Dat het met
mensen zoals zij anders is gelopen vloeit voort
uit het verleden. Er werd toen heel anders te
gen een verstandelijke handicap aangekeken.
Ouders, maar ook begeleiders neigden vaak
naar betutteling. Veel onderscheid in mensen
met een ernstige of een lichte handicap was er
bovendien niet. Maar zwakzinnigheid, het be
schikken over geringere verstandelijke ver
mogens dan gemiddeld, kent enorme verschil
len. Die variëren van het geestelijk nooit
ouder worden dan een baby tot nagenoeg
geestelijke volwassenheid.
Die laatste groep kan het er moeilijk mee heb
ben om in egn instelling te moeten verblijven,
zegt Van Nijnatten. „Het zijn mensen die le
ven op de grens van normaal en zwak be
gaafd. Ze beseffen hun situatie en kennen de
pijn als dingen voor hen niet mogelijk zijn."
Naarmate Marianne steeds meer vaardighe
den onder de knie kreeg en een behoorlijk
zelfstandige dame werd, ging het haar steeds
meer dwars zitten dat ze weinig privacy had.
De voortdurende aanwezigheid van anderen
in de woonvoorziening begon haar te irrite
ren. Bij elke klus stond er wel iemand op haar
vingers te kijken.
„In het flatje hadden we geen eigen keuken.
De gezamenlijke keuken konden we pas om
zes uur gebruiken als de keukendienst eruit
was. Hij had onhandige, grote gaspitten. De
deur deed ik altijd dicht. Maar altijd kwam er
wel een pottenkijker zitten. Ik werd er ze
nuwachtig van. Niets was daar van jezelf. De
douche niet, de wasmachine niet. Ik mocht
hem op zaterdagmorgen gebruiken. Vaak zat
er toch nog een wasje van een ander in. Ik
lachte daar veel, maar ik huilde er ook veel".
Nog maar enkele decennia geleden werden al
le mensen met een verstandelijke als ze niet
thuis konden blijven, in grote inrichtingen
geplaatst. In Nederland zijn die niet, zoals in
sommige Scandinavische landen, allemaal af
geschaft. Maar deze intramurale zorg heeft
nu voor bewoners van hoger niveau sociowo-
ningen. Mensen van het hoogste niveau ko
men er allang niet meer terecht. Zij maken
gebruik van de dagverblijven en woonvoor
zieningen die stichtingen en Sociaal Pedago
gische Diensten beheren.
„Tegenwoordig is zorg op maat de norm,"
zegt Van Nijnatten. „De zorg is nu heel indi
vidueel bepaald.
Het zelfstandig wonen met enige begeleiding
zoals Henk en Marianne doen is bij ons de
nieuwste vorm. Als het aan ons ligt zetten nog
meer mensen de stap daarheen. Maar mensen
moeten het kunnen en willen. Je moet er een
bepaalde kracht voor hebben om niet afhan
kelijk te willen zijn. Het vergt veel om al die
vaardigheden te leren. En je moet een risico
durven te nemen. Je moet tenslotte investeren
in een complete inrichting en het zal dan
maar mislukken."
Henk en Marianne hebben jaren gespaard
voor hun spullen. Steeds weer schaften ze iets
aan. Eerst het bankje, want daar kun je zo
lekker met zijn tweeën opzitten. De wasma
chine en de koelkast hebben ze pas gekocht.
En ook het grote koffiezet-apparaat. „Ik heb
erop gelet dat het veel kopjes tegelijk kan ma
ken. Voor veel visite," grijnst Henk.
Wasmachines, koffiezet-apparaten en bank-
automaten hebben geen geheimen meer voor
Henk en Marianne.
Toch stuiten ze soms nog op11 zaken waarmee
ze geen raad weten. Alleen al daarom is de be
geleiding welkom. Ingrid of een collega gaan
langs tijdens het koken. Want daarbij is soms
nog wat advies nodig.
„Je geeft ze intussen ook aandacht en vraagt
of er nog problemen zijn. Ze krijgen dan hulp
bij bijvoorbeeld financiële zaken of bij grote
aankopen."
Op woensdag en zondag komt er geen begelei
ding langs. Niet erg, vindt Marianne. „Twee
dagen helemaal met zijn tweetjes. Leuk! Als
we dan toch ergens mee zitten kunnen we bel
len." „Nee," corrigeert Henk, „we overleggen
eerst wat we zelf kunnen doen. Samen komen
we bijna overal uit."
Van Nijnatten denkt dat het stel in de toe
komst met nog minder begeleiding kan, maar
hij verwacht niet dat ze het ooit helemaal
zonder zullen kunnen stellen. Henk en Ma
rianne vinden de aanloop van de begeleider
trouwens best gezellig. Ze ervaren de onder
steuning beslist niet als bemoeizucht.
„Het is ook niet de bedoeling om inbreuk te
maken op hun privéleven. De begeleider
hoort er met de juiste houding heen te gaan.
Je belt aan. Zij doen de deur open. Schikt het
niet dan kan de begeleider voorstellen om
over een uurtje terug te komen. Want wij heb
ben wel een begeleidingscontract met hen af
gesloten dat moet worden nagekomen. Maar
als begeleider moet je je er terdege van be
wust zijn dat het een andere begeleiding is
dan in de woonvoorziening."
Die andere werkwijze gaat de ene begeleider
gemakkelijker af dan de andere. Medewer
kers in deze sector kiezen hun beroep mede
omdat ze graag voor anderen zorgen. Maar
die zorg willen mensen zoals Henk en Ma
rianne nu juist niet. Die willen hun eigen
boontjes doppen. En dan is het wel eens moei
lijk om je je er niet mee te bemoeien als ze dat
op hun manier doen.
„Zij hebben alle spullen voor hun huis geko
zen en alles neergezet op de plaats waar zij
dat wilden.
Hij heeft zelf de schilderijen aan de muur ge
hangen. Je handen kunnen jeuken als je ziet
hoe hij een spijker in de muur ramt. Maar hoe
hij dat doet, moet hij zelf weten. Hij wil trou
wens best iets van een ander aannemen. Waar
het om gaat is dat je met elkaar omgaat op ba
sis van gelijkwaardigheid."
Henk en Marianne voelen zich nu eindelijk
ook in de praktijk gelijkwaardig. In hun pa
radijsje halverwege die doodgewone straat
zijn ze nu net zoveel baas over hun eigen le
ven als de doorsnee-Nederlander. Ze zijn er
de koning te rijk mee:
„Je hebt het gevoel dat je eindelijk jezelf kunt
zijn. Je komt van je werk en je bent echt thuis.
We kunnen er doen wat we willen. We hebben
we hier ook een tuin. Lekker schoffelen en
wieden straks. En willen we uit dan gaan we
uit. We trekken gewoon de deur dicht. We
hoeven nooit meer op een bepaalde tijd terug
zijn voor het eten.
Eindelijk zijn we vrij."
ZIE WEEKEND 2
ZIE WEEKEND 3 Uitverkoop in Polen
ZIE WEEKEND 4
ZIE WEEKEND 5