Gezin hangt mee aan de kunstnier
ver
v
Meteoriet
'Alles draait om welzijn van chronisch zieke kind'
Vijf manieren om van galstenen af te komen
Naar opa die op de sterren woont
DE STEM
LIJF LEVEN
PRODUKT INFORMATIE
Psychologe
promoveert
op onderzoek
naar
rouwproces
bij vrouwen
WOENSDAG 25 OKTOBER 1995 E2
Je wilt wat, maar een op
de buik gebonden zak
spoel vloeistof doet je alle
plezier vergaan. Dit over
komt jongelui met slechte
nieren, die regelmatig
moeten worden gespoeld.
Geen lolletje, ook niet
voor het gezin. Trans
plantatie zou hier uit
komst bieden, maar
daarop is het twee tot
drie jaar wachten, zegt
de 52-jarige medisch psy
choloog drs. Ineke Huls
tijn-Dirkmaat. Bij haar
promotie aan de Nij
meegse universiteit ston
den haar twee zoons haar
bij als paranimf.
Door Frits Stommels
Kunstnier en buikspoeling zijn
een uitkomst voor kinderen met
heel slechte nieren. Zonder dat
zouden ze sterven voordat er een
orgaan van een ander beschik
baar komt. Voor het gezin is deze
therapie echter geen onverdeeld
genoegen. Dat moet altijd maar
klaar staan. Alle huisgenoten
worden geacht in de weer te zijn
voor het chronisch zieke kind.
Voor de Heumense medisch psy
choloog Ineke Hulstijn-Dirk
maat, die in het ziekenhuis de
psycho-sociale zorg voor deze
kinderen coördineert, heeft het in
de loop van de jaren regelmatig
de vraag opgeroepen 'waar zijn
we mee bezig?' „Na vele jaren er
varing kan ik met een gerust hart
zeggen dat deze behandeling toch
de moeite waard is", zegt ze.
Wachten
„Ik heb hier in het Sint Radboud-
ziekenhuis gezien hoe kinderen
van wie je het niet zou hebben
verwacht, hun school hebben af
gemaakt en werk hebben gevon
den. Ernstige nierpatiëntjes van
toen zijn inmiddels getrouwd en
hebben kinderen gekregen. Dat
Medisch psycholoog Ineke Hulstijn-Dirkmaat: 'Ouders van een dialysepatiëntje voelen zich zeer belast door de zorgen over de toe
komst.' FOTO ERIK VAN'THULLENAAR
doet goed. Maar ook na een ge
lukte transplantatie, waarop het
nog altijd jarenlang wachten is,
kun je nooit zeggen: 'gelukkig,
het is allemaal voorbij'. Een echt
onbezorgd leven is er voor nier
patiënten en hun familie nooit
bij. Nierziekte is een chronische
ziekte en kan altijd weer terug
komen."
De nieren zijn het orgaan in ons
lichaam dat zorgt voor de zuive
ring van het bloed, voor de pro-
duktie van hormonen en voor het
in stand houden van de vochtba-
lans. Een vroeg teken dat er iets
mis is met dit orgaan blijkt uit
het achterblijven van de groei
van het kind. Zo'n kind blijft
klein. Er zijn momenteel ver
schillende mogelijkheden om er
iets aan te doen.
Naast de kunstnier of buikspoe
ling - de zogenaamde CAPD of
continue ambulante peritoneaal
dialyse - is een spoelmachine
thuis naast het bed van de patiënt
de nieuwste technische verwor
venheid. Via deze CCPD, wat
staat voor continue cyclische pe
ritoneaal dialyse, worden de nie
ren 's nachts gezuiverd. „Maar o
wee als je te maken hebt met een
beweeglijk kind", zegt deze me
disch psycholoog. „Dat wil wel
eens op de slangen gaan liggen.
De machine geeft dan zo'n alarm
dat het hele huis ervan wakker
schrikt."
Vriendinnetje
Voor de patiënt zelf is zo'n nach
telijke spoeling een relatief pret
tige manier. Hij is verder de hele
dag vrij van spoelvloeistof, iets
wat via die andere therapie niet
gezegd kan worden. Daarbij moet
hij met een zak spoelvloeistof op
zijn lijf lopen. Via een slangetje
in de buikholte worden de nieren
gezuiverd. Voor een jongere die
net toe is aan een vriendinnetje is
het bepaald geen charmante uit
rusting. Vaak kiest een jongere
dan nog liever voor de belastende
behandeling in het ziekenhuis.
Dat kost drie keer per week vier
uur aan de machine, nog niet
meegerekend de vaak verre reis
van huis naar het ziekenhuis. Van
Groningen of Maastricht naar
Nijmegen is geen uitzondering.
Nierpatiënten zijn in ons land
aangewezen op vier centra. Naast
Nijmegen zijn dat Amsterdam,
Rotterdam en Utrecht. Voor
ouders met een jong nierpatiëntje
een extra handicap. Die laten
zoontje of dochtertje zeker in de
beginperiode niet alleen met een
vreemde over zo'n grote afstand
reizen. Later worden ze daar wat
gemakkelijker in. De taxichauf
feur fungeert dan als een soort
vader- of moederfiguur.
Maar ook nierdialyse heeft, zoals
nu blijkt, zijn beperkingen. Het is
zelfs beter om er niet al te vroeg -
bijvoorbeeld om redenen van
preventie - mee te beginnen. Jon
ge patiëntjes lopen dan, vergele
ken met leeftijdgenootjes die op
dieet staan, een behoorlijke kans
om een flinke ontwikkelingsach
terstand op te lopen, ontdekte
Ineke Hulstijn-Dirkmaat. En dat
was een onverwachte tegenvaller.
Te dun
Tot halfweg de jaren tachtig had
den kinderen van wie de nieren
voor minder dan eenvijfde func
tioneerden geen schijn van kans
om in leven te blijven. „Ze kon
den niet worden geholpen omdat
hun aders te dun waren voor he-
modialyse, waarbij het bloed
door een apparaat, de zogenaam
de kunstnier, wordt gestuurd.
Met de komst van nieuwe thera-
pievormen veranderde dat."
Hulstijn-Dirkmaat: „Aanvanke
lijk leek deze nieuwe methode
van vier keer op een dag spoelen
via een slangetje in de buikholte
de ontwikkeling van het kind ten
goede te komen. Maar ik heb aan
de hand van testen, die elk half
jaar werden afgenomen, kunnen
nagaan dat bij zo'n dialysekind
dingen als taai-spraakvermogen,
waarnemingsvermogen en geheu
gen veel lager blijken te zijn dan
bij een kind dat op een streng
dieet staat. Een verklaring kan
zijn dat je door de dialyse ook de
nog overgebleven goede rest van
de nierfunctie verliest."
Die therapie met dieet en pillen is
overigens geen lolletje. Om de
nieren zoveel mogelijk te sparen,
mogen deze kinderen meer niet
dan wel. Ze mogen weinig of geen
vlees, zuivel, chocola, fruit of
verse groenten. Bij hitte hebben
ze het helemaal zwaar te verdu
ren. Om de vochtbalans in even
wicht te houden mogen ze hoog
uit een liter vocht per dag en dat
is dan inclusief het vocht in voe
ding, zoals soep. Ook wat medi
cijnen betreft is deze zogenaamde
conservatieve therapie niet mis
selijk. Ze moeten dagelijks zo'n
twintig tot veertig pillen slikken.
Toekomst
Het medisch wel en wee is echter
niet wat het zwaarst op de schou
ders van ouders drukt. Die blij
ken veel meer begaan met de toe
komst van hun kind. Ze vragen
zich af wat er van hun kind moet
worden. Of het zijn school wel af
kan maken en of het ooit werk of
een partner zal kunnen vinden.
Volgens Hulstijn-Dirkmaat zijn
de ouders van kinderen in dialyse
heel gefixeerd op het welzijn van
het kind. „Ze beschermen en ont
zien hun kind. Zo'n kind hoeft
bijvoorbeeld niet zoals de andere
kinderen van het gezin zijn ka
mertje op te maken. Ze hebben
het toch al zo moeilijk."
Deze medisch psycholoog legt uit
dat naast de mentale ontwikke
ling ook de motorische ontwikke
ling achterloopt. Dat is het ge
volg van de spoelvloeistof, waar
mee ze in hun buik rondlopen.
Soms hebben ze ook platvoeten.
In het algemeen zijn ze te klein
voor hun leeftijd."
Naast jonge kinderen onderzocht
Hulstijn-Dirkmaat ook kinderen
die op latere leeftijd een nierziek
te hebben gekregen en intussen
een of meerdere transplantaties
achter de rug hebben. „Ik heb
kunnen nagaan dat ze hun opge
lopen achterstand voor een groot
deel hebben kunnen inlopen. Wel
bleken ze nog problemen te heb
ben met de concentratie. Ze heb
ben een slecht geheugen en dus
moeilijkheden met rekenen en
het leren van vreemde talen. Je
ziet ze dan ook vaak alsnog in het
speciaal onderwijs terechtko
men.
Ze is dan ook gelukkig dat de
Nierstichting geld wil geven om
het onderwijs aan deze kinderen
te verbeteren. Dat is wel nodig
ook. De helft van alle dialysepa
tiënten blijkt op het speciaal on
derwijs aangewezen te zijn. Voor
de totale Nederlandse leerlingen
populatie ligt dat percentage tus
sen de vier en zeven procent.
Koude voeten
Klachten over koude voeten vormen een vaak voorkomend motief
om een elektrische deken aan te schaffen. Dat meldt de firma
Martex die een serie elektrische onderdekens op de markt heeft
gebracht die zijn voorzien van de mogelijkheid om alleen de voe-
tenwarmte in te stellen. De dekens zijn voorzien van een afneem
baar snoer en volledig handwasbaar.
Weer Klimaat
Weer Klimaat is de titel van een nieuw tijdschrift over het
meest besproken onderwerp, het weer. In het blad onderwerpen
als de orkaan Luis, hoe ontstaat een onweersbui, het gat in de
ozonlaag en dergelijke. Het blad verschijnt zes keer per jaar en
wordt uitgegeven door Professionele en Educatieve Partners in
Deventer. Een abonnement kost 45 gulden per jaar, een los num
mer 7,95.
Backstretcher
Help Medical in Baambrugge beweert een einde te kunnen maken
aan veel rugklachten. Het bedrijf heeft deze maand de Backstret
cher in Nederland geïntroduceerd, een bekroonde Engelse uitvin
ding. Het gaat hier om een rekbankje dat de wervelkolom be
weeglijk maakt en de rugspieren rekt en masseert. Het houden
rekje is bekroond met The Best New Health Medical Product
1995 Award. Kosten 185 gulden.
De Backstretcher...goed voor de rug...
Bloedtransfusiedienst
Minder bloedbanken, een reorganisatie van het Centraal Labora
torium van de Bloedtransfusiediensten (CLB) en de overgebleven
bloedbanken onderbrengen in een houdstermaatschappij. Dit zijn
enkele aanbevelingen die prof.dr. L. Koopmans doet in zijn rap
port over de reorganisatie van de bloedtransfusie.Minister Borst
(volksgezondheid) komt over enkele weken met een reactie op het
op haar verzoek opgestelde rapport. Het CLB is niet tevreden over
de studie. Deze maand nog gaan alle partijen om de tafel zitten
om te kijken of ze eruit kunnen komen. Op het moment wordt al
het mes in de bloedbanken gezet. Er zijn er nu nog 22enkele wer
ken al nauw samen, maar over enkele jaren moet dit aantal terug
naar negen.
Rij bewij skeuringen
Het loopt niet lekker met de keuring voor het rijbewijs. Keuring
sartsen begeven zich volgens de artsenorganisatie KNMG nog al
eens op glad ijs doordat zij kijken of iemand z'n rijbewijs al eens
kwijt is geraakt of is betrapt op het rijden onder invloed. Volgens
de KNMG mogen alleen medische argumenten meetellen. Een nog
op te stellen protocol voor keuringen moet uitkomst bieden. In het
onlangs verschenen Medisch Contact hekelen J. Doets en prof. dr.
C. Spreeuwenberg, beiden van de KNMG, de onduidelijkheid van
het keuringsbeleid. Aanleiding tot de kritiek is een uitspraak van
het Centraal Medisch Tuchtcollege. Dat legde een arts en een neu
roloog/psychiater een waarschuwing op omdat zij een man ten
onrechte afkeurden voor het rijbewijs. Dat is al eens vaker
gebeurd.
Medicijnen
Er is nauwelijks belangstelling voor de ontwikkeling en produk-
tie van geneesmiddelen voor ziekten als malaria en de Afrikaanse
slaapziekte. De markt voor de medicijnen is misschien wel groot,
maar niet kapitaalkrachtig. Dit stelde prof. dr. P. Kager in zijn
oratie. Hij is benoemd tot hoogleraar in de Tropische Geneeskun
de aan de Universiteit van Amsterdam. Tussen de 300 en 500 mil
joen mensen lopen jaarlijks volgens de Wereldgezondheidsorga
nisatie (WHO) malaria op. Zo'n 5 procent overlijdt aan de ziekte.
Kager benadrukte in zijn oratie dat tropische geneeskunde ook
belangrijk is voor Nerderland. „Het duurt niet lang meer of ons
land herbergt 1 miljoen mensen die oorspronkelijk ergens anders
vandaan komen. Allochtonen reizen regelmatig terug naar hun
geboorteland, vaak met hun kinderen. Daarnaast reizen honderd
duizenden Nederlanders naar landen met andere gezondheidsri
sico's dan hier".
De eerste galsteenoperatie ge
beurde geheel per ongeluk. De
Franse arts Jean-Louis Petit zag
in 1743 een bobbel in de buik
wand aan voor een abces en
maakte die - zoals het hoort -
open om de pus te laten af
vloeien. En kijk. Behalve wat
pus kwamen er ook een stel gal
stenen uit de bobbel rollen. Veel
later, pas in 1882, voerde Carl
von Langebach de eerste echte
galsteenoperatie uit. Wat toen
een waagstuk was is nu routine.
Je moet er niet aan denken dat
je last zou krijgen van galstenen
en dat je, zoals honderd jaar ge
leden, niet zou kunnen worden
geopereerd. Dat zou een ramp
zijn. Want tot honderd jaar te
rug kon men absoluut niets te
gen galstenen uitrichten. Dat
zou nog niet zo erg zijn geweest
als het een zeldzame kwaal was,
maar dat is het niet: een op de
tien Nederlanders is in het bezit
van galstenen. En als het nou
om een pijnlijke doch onschul
dige kwaal zou gaan, maar ook
dat is niet het geval: als galste
nen eenmaal gaan opspelen dan
is de kans op levensgevaarlijke
complicaties heel groot. In hon
derd jaar is dus een hele grote
stap gezet: galstenen zijn dank
zij de operatie niet langer een
levensgevaarlijk bezit. En dat is
maar goed ook, want galstenen
zijn van alle tijden (zo werden er
dertig intacte galstenen aange
troffen in de galblaas van een
gemummificeerde Egyptische
priesteres van 2500 jaar gele
den), en iedereen kan ze krijgen,
al komen ze bij voorkeur voor
bij vrouwen want galstenen, zo
leren medische studenten, tre
den het meeste op bij de drie v's
van vet, veertig en vrouwelijk.
Ze komen vaker voor bij mensen
die nogal vet eten, snel gewicht
hebben verloren of een grote
operatie hebben ondergaan. En
hoe ouder je bent, hoe meer
kans.
Met stenen in de galblaas kun
nen twee dingen gebeuren: of ze
veroorzaken een galsteenaan-
val, of ze doen helemaal niets.
Dat lijkt flauw maar is het niet.
Omdat bij medisch onderzoek
steeds vaker foto's worden ge
maakt, treft men ze steeds vaker
bij toeval aan bij mensen die
daar helemaal geen last van
hebben. Over deze 'stille stenen'
werd een jaar of tien, vijftien
geleden in medische kring nog
hevig geruzied: moest je ze nou
laten zitten of ze toch maar voor
alle zekerheid verwijderen? Te
genwoordig laat men ze zitten
omdat deze stenen bijna nooit
moeilijkheden veroorzaken.
Maar als galstenen eenmaal
gaan opspelen dan is het gelijk
goed mis. Dat gebeurt als de
galblaas samentrekt en in plaats
van gal een galsteen de galgang
in duwt. Hoe kleiner de steen
hoe makkelijker dat kan en hoe
verder hij komt, dus de kleinste
stenen zijn de gevaarlijkste. De
galgang zal al samenknijpend
proberen om de steen in de darm
te lozen en dat geeft die vreselij
ke koliekpijn die in aanvallen
komt en vaak gepaard gaat met
misselijkheid, braken en een
niet te onderdrukken beweging-
sdrang. Omdat stenen die klach
ten geven, de zogeheten sympto
matische stenen, bij een kwart
van de patiënten vroeg of laat
levensgevaarlijke complicaties
veroorzaken, moeten die stenen
er hoe dan ook uit.
De effectiefste, zekerste en vei
ligste manier om die stenen er
uit te halen is nog steeds de al
oude galblaasoperatie. Zo'n zes
tig jaar geleden was die operatie
met een sterftekans van 7 op 100
lang niet ongevaarlijk, maar in
tussen is de techniek zo bijgepo-
lijst dat het met een sterftekans
van 0,3 procent een van de vei
ligste operaties is. Toch is zo'n
ingreep niet niks. Na twaalf da
gen ziekenhuis duurt het zeker
twee maanden voordat je weer
kan werken. Geen wonder dat
men al jaren uitkijkt naar min
der drastische methoden om van
galstenen af te komen.
Een jaar of tien, vijftien terug
las je in de tijdschriften veel
over een uiteraard 'veelbeloven
de' methode om de stenen met
geneesmiddelen op te lossen.
Zoals dat vaker gebeurt met
veelbelovende nieuwe thera
pieën viel de zogeheten 'eheno-
therapie' fors tegen. Voor de be
handeling komt slechts een min
derheid van de patiënten in aan
merking en dan nog mislukt de
behandeling in de helft van de
gevallen. En als de therapie wel
lukt dan zijn de stenen bij de
helft van de patiënten binnen
het jaar weer terug. Dat schiet
dus niet op. Ook het vergruizen
van de galstenen met geluids
golven, een medisch nieuwig-
heidje van eind jaren tachtig,
viel tamelijk tegen. Zo goed als
dat lukt met nierstenen, zo
slecht gaat dat met galstenen.
Te weinig patiënten komen hier
voor in aanmerking en de stenen
komen te vaak en te snel terug.
Nee, de enige manier om voor
altijd van de stenen af te zijn is
het met stenen en al verwijderen
van de galblaas. Dus door een
operatie.
De enige nieuwe methode die de
afgelopen tien jaar zijn belofte
waar maakte, gaat als volgt.
Men maakt eerst een steekgaat-
je onder de navel en schuift door
dat gaatje een hele kleine tv-ca-
mera de buik in. Door drie an
dere gaatjes brengt men vervol
gens instrumenten in de buik
holte die je op afstand kunt be
dienen. Een van de operateurs
doet dienst als cameraman zo
dat iedereen via de monitor
voortdurend een goed zicht
heeft op het operatiegebied.
Twee andere chirurgen prepare
ren op geleide van de tv-beelden
de galblaas vrij, maken hem los
en trekken hem aan het eind van
de operatie door een van de
steekgaatjes naar buiten. Pop
petje gezien, kastje dicht. Ei
genlijk niets nieuws, want vrou
wenartsen doen al jaren dit
soort kijkoperaties. De voorde
len van deze benadering zijn
niet gering. De steekgaatjes le
veren nauwelijks zichtbare lit
tekens op, de operatiewond is
stukken kleiner, de opnameduur
is slechts twee dagen (in Ameri
ka doet men het zelfs polikli
nisch), de maatschappelijke
kosten zijn minder want de pa
tiënt kan sneller aan het werk
en de operatie is stukken goed
koper. Het enige nadeel van de
ze methode is dat de operateur
intensief getraind moet worden.
Even dreigde er nog een nadeel.
Een paar jaar geleden gingen er
in de internationale vakpers
stemmen op die twijfelden aan
de veiligheid van deze methode.
De sterfte en complicaties wa
ren bij de kijkoperaties groter
dan bij de gewone grote opera
tie. Waar lag dat nou aan? Was
dat het gevolg van een gebrek
aan oefening? Of is de kijkope
ratie altijd gevaarlijker omdat
het domweg een moeilijkere
wijze van opereren is? Blijkt
niet zo te zijn. „Recent onder
zoek", zo schreef het toonaange
vende Engelse vakblad de BMJ
afgelopen juli, „leert ons dat de
leertijd voorbij is en dat de kijk
operatie in kundige handen
even veilig is als de aloude gal
blaasoperatie."
Het leven is niet anders: dood
ipoeten we allemaal. Dat bete
kent dat we op de een of andere
manier onze houding moeten be
palen ten opzichte van de dood.
Een zaak waaraan we liever niet
denken en die we dan ook als het
maar even kan verdringen. Wat
tot gevolg kan hebben dat we er
volledig onvoorbereid mee ge
confronteerd worden, met alle
ellende vandien.
Als mensen op hoge leeftijd
doodgaan, dan verloopt de ac
ceptatie over het algemeen vrij
soepel. Zeker als mensen een
mooi leven hebben gehad, waar
ze in tevredenheid op kunnen te
rugkijken. Er gaan echter ook
jonge mensen dood, en soms
zelfs kinderen. De dood komt
dan op een moment dat eigenlijk
niet te aanvaarden is, een mo
ment dat volstrekt tegennatuur
lijk aandoet. Hoe moeten we in
dié gevallen omgaan met de
dood? Wat zeg je bijvoorbeeld
tegen een kind dat aan een dode
lijke ziekte lijdt? Hoe leg je een
kind uit dat opa of oma, of vader
of moeder 'dood' is?
Voor een antwoord op deze vra
gen is enige kennis van de ont
wikkeling in het geestesleven
van het kind noodzakelijk. In
het denken van een kind doen
zich verschillende fasen voor:
eerst een animistische fase
rond het tweede levensjaar,
waarbij voor een kind alles leeft,
dus ook het speelgoed) en ver
volgens een magische fase in de
peutertijd (2 tot 4 jaar). In deze
fase gelooft een kind nog in
wonderen en in toveren (Sinter
klaas!).
In de kleutertijd wordt het den
ken steeds logischer; het kind
gaat logische verbanden waar
nemen. Het gaat dat ook doen
met zaken die betrekking heb
ben op de dood. In zijn alge
meenheid kunnen we zeggen dat
kinderen onder de vijf jaar niet
in een 'absolute dood' geloven.
We zouden ook kunnen zeggen:
kinderen die jonger zijn dan vijf
jaar, begrijpen de dood nog niet.
Een volledig begrip van leven en
dood lijkt namelijk pas in de pu
berteit en adolescentie te ont
staan. Kinderen van drie of vier
jaar zien de dood meestal als een
beangstigende toestand van 'op
een andere manier doorleven'.
Gevoelens van verlatenheid en
eenzaamheid lijken bij deze
voorstelling vaak aanwezig te
zijn.
Kinderen van vijf tot negen jaar
stellen zich de dood vaak voor
als een persoon: 'de man met de
zeis', of een skelet. Kinderen
krijgen, wanneer ze de dood als
een persoon voorstellen beter
vat op het verschijnsel van de
dood. Kinderen van deze leeftijd
associëren de dood (en het dood
gaan) met ouderdom en oud
worden. Toch is het beeld van de
dood op deze leeftijd nog niet
definitief: het leven leidt tot de
dood, en de dood leidt weer tot
(een andere manier van) leven, is
dus niet het definitieve einde.
Rond een jaar of negen krijgen
de meeste kinderen in de gaten
dat 'doodgaan' te maken heeft
met ouderdom, ziekte en gebre
ken. Kinderen van deze leeftijd
zijn er nieuwsgierig naar hoe
een dood iemand er uit ziet. Ge
leidelijk aan wordt de dood in
deze en de daaropvolgende leef
tijd in verband gebracht met ge
voelens van pijn en verdriet.
Veel kinderen van een jaar of elf
beseffen dat de dood iets onver
mijdelijks is. De scheidingsangst
van de jongere jaren wordt in
In de peutertijd gelooft een kind nog in wonderen.
FOTO ARCHIEF DE STEM
deze tijd steeds meer een echte
'doodsangst'. Wanneer kinderen
een jaar of twaalf zijn, wordt de
dood een abstracte aangelegen
heid, een toestand.
Er is helaas niet veel bekend
over de gevoelens en gedachten
van een kind dat aan een dode
lijke ziekte lijdt. Kinderen
jonger zijn dan vijf jaar en die in
verband met een dodelijke ziek
te zijn opgenomen in het zieken
huis, missen vooral hun moeder.
Er is in dergelijke gevallen dus
niet zozeer sprake van doods
angst, als wel van scheidings
angst. Vijf- tot tienjarigen lijken
vooral bang te zijn voor allerlei
medische ingrepen (angst voor
verminking). Deze ingrepen
worden door het kind vaak ge
zien als een 'straf' voor de
'slechte' dingen die het gedaan
zou hebben.
De angsten van kinderen die ter
minaal ziek zijn, zijn in de regel
minder hevig wanneer de ouders
aanwezig zijn. Reden genoeg dus
om de regels voor de bezoekuren
in deze gevallen bijzonder rui»
te maken. Voor de omgang met
het zieke kind lijkt het vooral
van belang dat we de gedachten
volgen die het kind over zijn
ziekte (en eventueel over de
dood) heeft. Als een jong kind
dat terminaal ziek is gelooft dat
het op bezoek gaat bij opa dieop
de sterren woont, laat het dat
dan in Godsnaam denken.
Val het kind niet lastig met al
lerlei religieuze verhalen over
een (al dan niet bestaande) God.
hemel of wat dan ook, want ook
van die vrij abstracte begripp®
zal het kind zich in de regel ge®
voorstelling kunnen mak®.
Volg het kind in zijn concrete
voorstellingen en probeer op «ie
manier de eventuele angst te
verkleinen. Met wat voor fantas
tische en spookjesachtige verha
len dan ook. Als er ergens sprake
mag zijn van een leugentje o®
bestwil, dan is het wel in de#
situaties.
oeSTEM
h
O
n
d
is
n
r>
v
b
s
z
n
h
t.
p
v
r
j
d
rr
u
r<
Z'
Z"
I Den Haag/Londen (anp/rtr) -
I Een stuk rots van Mars, dat als
I meteoriet op aarde is neergeko-
I men, heeft onderzoekers in de VS
een nieuwe aanwijzing opgele-
Iverd dat de Rode Planeet eens
I ook een atmosfeer had zoals de
onze - en, dus, mogelijk leven
I kende. Volgens hun bevindingen
I is het namelijk mogelijk dat de
I rotsen ooit op Mars gassen van de
vroegere atmosfeer in zich heb-
opgenomen, en dus belang-
I njke informatie opleveren.
«ndere onderzoekingen wezen al
I jut dat Mars eens een atmosfeer
I had. Maar die hebben nooit een
I grote hoeveelheid kooldioxyde
I ofwel koolzuurgas aangetoond in
"o ijskappen noch restatmosfeer
van de planeet. Koolzuurgas is
|eon essentieel onderdeel van de
I atmosfeer zoals we die op aarde
I kennen.
IJsland
?Uf> namen de onderzoekers van
o Washington Universiteit in St.
ouis de gesteentes onder de
°eP- Zij vergeleken het stuk
™arsrots met rots uit IJsland,
aar uitgestrekte gebieden van
^armwaterbronnen en vulkanis-
6 §r°te hoeveelheden kooldi-
kyde onder de oppervlakte heb
ben losgemaakt.
r Un conclusie is 'dat een groot
Serv°ir van carbonaatmateriaal
®et een luchtdruk van zeker
'Z|en<^ millibar, zoals die op
dr tu ^00r uitgebreide hy-
Vfd a 'sche activiteit in het
onr! .n van ^ars aan materiaal
bnn? 0PPervlakte kan zijn ge-
I drntu voorkomen van hy-
,je mermale systemen op een an-
e. P'aneet vergroot de waar-
I sch'',n^^id dat daar organi-
e samenstellingen zijn ont-
1
h