Gezin hangt mee aan de kunstnier ver v Meteoriet 'Alles draait om welzijn van chronisch zieke kind' Vijf manieren om van galstenen af te komen Naar opa die op de sterren woont DE STEM LIJF LEVEN PRODUKT INFORMATIE Psychologe promoveert op onderzoek naar rouwproces bij vrouwen WOENSDAG 25 OKTOBER 1995 E2 Je wilt wat, maar een op de buik gebonden zak spoel vloeistof doet je alle plezier vergaan. Dit over komt jongelui met slechte nieren, die regelmatig moeten worden gespoeld. Geen lolletje, ook niet voor het gezin. Trans plantatie zou hier uit komst bieden, maar daarop is het twee tot drie jaar wachten, zegt de 52-jarige medisch psy choloog drs. Ineke Huls tijn-Dirkmaat. Bij haar promotie aan de Nij meegse universiteit ston den haar twee zoons haar bij als paranimf. Door Frits Stommels Kunstnier en buikspoeling zijn een uitkomst voor kinderen met heel slechte nieren. Zonder dat zouden ze sterven voordat er een orgaan van een ander beschik baar komt. Voor het gezin is deze therapie echter geen onverdeeld genoegen. Dat moet altijd maar klaar staan. Alle huisgenoten worden geacht in de weer te zijn voor het chronisch zieke kind. Voor de Heumense medisch psy choloog Ineke Hulstijn-Dirk maat, die in het ziekenhuis de psycho-sociale zorg voor deze kinderen coördineert, heeft het in de loop van de jaren regelmatig de vraag opgeroepen 'waar zijn we mee bezig?' „Na vele jaren er varing kan ik met een gerust hart zeggen dat deze behandeling toch de moeite waard is", zegt ze. Wachten „Ik heb hier in het Sint Radboud- ziekenhuis gezien hoe kinderen van wie je het niet zou hebben verwacht, hun school hebben af gemaakt en werk hebben gevon den. Ernstige nierpatiëntjes van toen zijn inmiddels getrouwd en hebben kinderen gekregen. Dat Medisch psycholoog Ineke Hulstijn-Dirkmaat: 'Ouders van een dialysepatiëntje voelen zich zeer belast door de zorgen over de toe komst.' FOTO ERIK VAN'THULLENAAR doet goed. Maar ook na een ge lukte transplantatie, waarop het nog altijd jarenlang wachten is, kun je nooit zeggen: 'gelukkig, het is allemaal voorbij'. Een echt onbezorgd leven is er voor nier patiënten en hun familie nooit bij. Nierziekte is een chronische ziekte en kan altijd weer terug komen." De nieren zijn het orgaan in ons lichaam dat zorgt voor de zuive ring van het bloed, voor de pro- duktie van hormonen en voor het in stand houden van de vochtba- lans. Een vroeg teken dat er iets mis is met dit orgaan blijkt uit het achterblijven van de groei van het kind. Zo'n kind blijft klein. Er zijn momenteel ver schillende mogelijkheden om er iets aan te doen. Naast de kunstnier of buikspoe ling - de zogenaamde CAPD of continue ambulante peritoneaal dialyse - is een spoelmachine thuis naast het bed van de patiënt de nieuwste technische verwor venheid. Via deze CCPD, wat staat voor continue cyclische pe ritoneaal dialyse, worden de nie ren 's nachts gezuiverd. „Maar o wee als je te maken hebt met een beweeglijk kind", zegt deze me disch psycholoog. „Dat wil wel eens op de slangen gaan liggen. De machine geeft dan zo'n alarm dat het hele huis ervan wakker schrikt." Vriendinnetje Voor de patiënt zelf is zo'n nach telijke spoeling een relatief pret tige manier. Hij is verder de hele dag vrij van spoelvloeistof, iets wat via die andere therapie niet gezegd kan worden. Daarbij moet hij met een zak spoelvloeistof op zijn lijf lopen. Via een slangetje in de buikholte worden de nieren gezuiverd. Voor een jongere die net toe is aan een vriendinnetje is het bepaald geen charmante uit rusting. Vaak kiest een jongere dan nog liever voor de belastende behandeling in het ziekenhuis. Dat kost drie keer per week vier uur aan de machine, nog niet meegerekend de vaak verre reis van huis naar het ziekenhuis. Van Groningen of Maastricht naar Nijmegen is geen uitzondering. Nierpatiënten zijn in ons land aangewezen op vier centra. Naast Nijmegen zijn dat Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. Voor ouders met een jong nierpatiëntje een extra handicap. Die laten zoontje of dochtertje zeker in de beginperiode niet alleen met een vreemde over zo'n grote afstand reizen. Later worden ze daar wat gemakkelijker in. De taxichauf feur fungeert dan als een soort vader- of moederfiguur. Maar ook nierdialyse heeft, zoals nu blijkt, zijn beperkingen. Het is zelfs beter om er niet al te vroeg - bijvoorbeeld om redenen van preventie - mee te beginnen. Jon ge patiëntjes lopen dan, vergele ken met leeftijdgenootjes die op dieet staan, een behoorlijke kans om een flinke ontwikkelingsach terstand op te lopen, ontdekte Ineke Hulstijn-Dirkmaat. En dat was een onverwachte tegenvaller. Te dun Tot halfweg de jaren tachtig had den kinderen van wie de nieren voor minder dan eenvijfde func tioneerden geen schijn van kans om in leven te blijven. „Ze kon den niet worden geholpen omdat hun aders te dun waren voor he- modialyse, waarbij het bloed door een apparaat, de zogenaam de kunstnier, wordt gestuurd. Met de komst van nieuwe thera- pievormen veranderde dat." Hulstijn-Dirkmaat: „Aanvanke lijk leek deze nieuwe methode van vier keer op een dag spoelen via een slangetje in de buikholte de ontwikkeling van het kind ten goede te komen. Maar ik heb aan de hand van testen, die elk half jaar werden afgenomen, kunnen nagaan dat bij zo'n dialysekind dingen als taai-spraakvermogen, waarnemingsvermogen en geheu gen veel lager blijken te zijn dan bij een kind dat op een streng dieet staat. Een verklaring kan zijn dat je door de dialyse ook de nog overgebleven goede rest van de nierfunctie verliest." Die therapie met dieet en pillen is overigens geen lolletje. Om de nieren zoveel mogelijk te sparen, mogen deze kinderen meer niet dan wel. Ze mogen weinig of geen vlees, zuivel, chocola, fruit of verse groenten. Bij hitte hebben ze het helemaal zwaar te verdu ren. Om de vochtbalans in even wicht te houden mogen ze hoog uit een liter vocht per dag en dat is dan inclusief het vocht in voe ding, zoals soep. Ook wat medi cijnen betreft is deze zogenaamde conservatieve therapie niet mis selijk. Ze moeten dagelijks zo'n twintig tot veertig pillen slikken. Toekomst Het medisch wel en wee is echter niet wat het zwaarst op de schou ders van ouders drukt. Die blij ken veel meer begaan met de toe komst van hun kind. Ze vragen zich af wat er van hun kind moet worden. Of het zijn school wel af kan maken en of het ooit werk of een partner zal kunnen vinden. Volgens Hulstijn-Dirkmaat zijn de ouders van kinderen in dialyse heel gefixeerd op het welzijn van het kind. „Ze beschermen en ont zien hun kind. Zo'n kind hoeft bijvoorbeeld niet zoals de andere kinderen van het gezin zijn ka mertje op te maken. Ze hebben het toch al zo moeilijk." Deze medisch psycholoog legt uit dat naast de mentale ontwikke ling ook de motorische ontwikke ling achterloopt. Dat is het ge volg van de spoelvloeistof, waar mee ze in hun buik rondlopen. Soms hebben ze ook platvoeten. In het algemeen zijn ze te klein voor hun leeftijd." Naast jonge kinderen onderzocht Hulstijn-Dirkmaat ook kinderen die op latere leeftijd een nierziek te hebben gekregen en intussen een of meerdere transplantaties achter de rug hebben. „Ik heb kunnen nagaan dat ze hun opge lopen achterstand voor een groot deel hebben kunnen inlopen. Wel bleken ze nog problemen te heb ben met de concentratie. Ze heb ben een slecht geheugen en dus moeilijkheden met rekenen en het leren van vreemde talen. Je ziet ze dan ook vaak alsnog in het speciaal onderwijs terechtko men. Ze is dan ook gelukkig dat de Nierstichting geld wil geven om het onderwijs aan deze kinderen te verbeteren. Dat is wel nodig ook. De helft van alle dialysepa tiënten blijkt op het speciaal on derwijs aangewezen te zijn. Voor de totale Nederlandse leerlingen populatie ligt dat percentage tus sen de vier en zeven procent. Koude voeten Klachten over koude voeten vormen een vaak voorkomend motief om een elektrische deken aan te schaffen. Dat meldt de firma Martex die een serie elektrische onderdekens op de markt heeft gebracht die zijn voorzien van de mogelijkheid om alleen de voe- tenwarmte in te stellen. De dekens zijn voorzien van een afneem baar snoer en volledig handwasbaar. Weer Klimaat Weer Klimaat is de titel van een nieuw tijdschrift over het meest besproken onderwerp, het weer. In het blad onderwerpen als de orkaan Luis, hoe ontstaat een onweersbui, het gat in de ozonlaag en dergelijke. Het blad verschijnt zes keer per jaar en wordt uitgegeven door Professionele en Educatieve Partners in Deventer. Een abonnement kost 45 gulden per jaar, een los num mer 7,95. Backstretcher Help Medical in Baambrugge beweert een einde te kunnen maken aan veel rugklachten. Het bedrijf heeft deze maand de Backstret cher in Nederland geïntroduceerd, een bekroonde Engelse uitvin ding. Het gaat hier om een rekbankje dat de wervelkolom be weeglijk maakt en de rugspieren rekt en masseert. Het houden rekje is bekroond met The Best New Health Medical Product 1995 Award. Kosten 185 gulden. De Backstretcher...goed voor de rug... Bloedtransfusiedienst Minder bloedbanken, een reorganisatie van het Centraal Labora torium van de Bloedtransfusiediensten (CLB) en de overgebleven bloedbanken onderbrengen in een houdstermaatschappij. Dit zijn enkele aanbevelingen die prof.dr. L. Koopmans doet in zijn rap port over de reorganisatie van de bloedtransfusie.Minister Borst (volksgezondheid) komt over enkele weken met een reactie op het op haar verzoek opgestelde rapport. Het CLB is niet tevreden over de studie. Deze maand nog gaan alle partijen om de tafel zitten om te kijken of ze eruit kunnen komen. Op het moment wordt al het mes in de bloedbanken gezet. Er zijn er nu nog 22enkele wer ken al nauw samen, maar over enkele jaren moet dit aantal terug naar negen. Rij bewij skeuringen Het loopt niet lekker met de keuring voor het rijbewijs. Keuring sartsen begeven zich volgens de artsenorganisatie KNMG nog al eens op glad ijs doordat zij kijken of iemand z'n rijbewijs al eens kwijt is geraakt of is betrapt op het rijden onder invloed. Volgens de KNMG mogen alleen medische argumenten meetellen. Een nog op te stellen protocol voor keuringen moet uitkomst bieden. In het onlangs verschenen Medisch Contact hekelen J. Doets en prof. dr. C. Spreeuwenberg, beiden van de KNMG, de onduidelijkheid van het keuringsbeleid. Aanleiding tot de kritiek is een uitspraak van het Centraal Medisch Tuchtcollege. Dat legde een arts en een neu roloog/psychiater een waarschuwing op omdat zij een man ten onrechte afkeurden voor het rijbewijs. Dat is al eens vaker gebeurd. Medicijnen Er is nauwelijks belangstelling voor de ontwikkeling en produk- tie van geneesmiddelen voor ziekten als malaria en de Afrikaanse slaapziekte. De markt voor de medicijnen is misschien wel groot, maar niet kapitaalkrachtig. Dit stelde prof. dr. P. Kager in zijn oratie. Hij is benoemd tot hoogleraar in de Tropische Geneeskun de aan de Universiteit van Amsterdam. Tussen de 300 en 500 mil joen mensen lopen jaarlijks volgens de Wereldgezondheidsorga nisatie (WHO) malaria op. Zo'n 5 procent overlijdt aan de ziekte. Kager benadrukte in zijn oratie dat tropische geneeskunde ook belangrijk is voor Nerderland. „Het duurt niet lang meer of ons land herbergt 1 miljoen mensen die oorspronkelijk ergens anders vandaan komen. Allochtonen reizen regelmatig terug naar hun geboorteland, vaak met hun kinderen. Daarnaast reizen honderd duizenden Nederlanders naar landen met andere gezondheidsri sico's dan hier". De eerste galsteenoperatie ge beurde geheel per ongeluk. De Franse arts Jean-Louis Petit zag in 1743 een bobbel in de buik wand aan voor een abces en maakte die - zoals het hoort - open om de pus te laten af vloeien. En kijk. Behalve wat pus kwamen er ook een stel gal stenen uit de bobbel rollen. Veel later, pas in 1882, voerde Carl von Langebach de eerste echte galsteenoperatie uit. Wat toen een waagstuk was is nu routine. Je moet er niet aan denken dat je last zou krijgen van galstenen en dat je, zoals honderd jaar ge leden, niet zou kunnen worden geopereerd. Dat zou een ramp zijn. Want tot honderd jaar te rug kon men absoluut niets te gen galstenen uitrichten. Dat zou nog niet zo erg zijn geweest als het een zeldzame kwaal was, maar dat is het niet: een op de tien Nederlanders is in het bezit van galstenen. En als het nou om een pijnlijke doch onschul dige kwaal zou gaan, maar ook dat is niet het geval: als galste nen eenmaal gaan opspelen dan is de kans op levensgevaarlijke complicaties heel groot. In hon derd jaar is dus een hele grote stap gezet: galstenen zijn dank zij de operatie niet langer een levensgevaarlijk bezit. En dat is maar goed ook, want galstenen zijn van alle tijden (zo werden er dertig intacte galstenen aange troffen in de galblaas van een gemummificeerde Egyptische priesteres van 2500 jaar gele den), en iedereen kan ze krijgen, al komen ze bij voorkeur voor bij vrouwen want galstenen, zo leren medische studenten, tre den het meeste op bij de drie v's van vet, veertig en vrouwelijk. Ze komen vaker voor bij mensen die nogal vet eten, snel gewicht hebben verloren of een grote operatie hebben ondergaan. En hoe ouder je bent, hoe meer kans. Met stenen in de galblaas kun nen twee dingen gebeuren: of ze veroorzaken een galsteenaan- val, of ze doen helemaal niets. Dat lijkt flauw maar is het niet. Omdat bij medisch onderzoek steeds vaker foto's worden ge maakt, treft men ze steeds vaker bij toeval aan bij mensen die daar helemaal geen last van hebben. Over deze 'stille stenen' werd een jaar of tien, vijftien geleden in medische kring nog hevig geruzied: moest je ze nou laten zitten of ze toch maar voor alle zekerheid verwijderen? Te genwoordig laat men ze zitten omdat deze stenen bijna nooit moeilijkheden veroorzaken. Maar als galstenen eenmaal gaan opspelen dan is het gelijk goed mis. Dat gebeurt als de galblaas samentrekt en in plaats van gal een galsteen de galgang in duwt. Hoe kleiner de steen hoe makkelijker dat kan en hoe verder hij komt, dus de kleinste stenen zijn de gevaarlijkste. De galgang zal al samenknijpend proberen om de steen in de darm te lozen en dat geeft die vreselij ke koliekpijn die in aanvallen komt en vaak gepaard gaat met misselijkheid, braken en een niet te onderdrukken beweging- sdrang. Omdat stenen die klach ten geven, de zogeheten sympto matische stenen, bij een kwart van de patiënten vroeg of laat levensgevaarlijke complicaties veroorzaken, moeten die stenen er hoe dan ook uit. De effectiefste, zekerste en vei ligste manier om die stenen er uit te halen is nog steeds de al oude galblaasoperatie. Zo'n zes tig jaar geleden was die operatie met een sterftekans van 7 op 100 lang niet ongevaarlijk, maar in tussen is de techniek zo bijgepo- lijst dat het met een sterftekans van 0,3 procent een van de vei ligste operaties is. Toch is zo'n ingreep niet niks. Na twaalf da gen ziekenhuis duurt het zeker twee maanden voordat je weer kan werken. Geen wonder dat men al jaren uitkijkt naar min der drastische methoden om van galstenen af te komen. Een jaar of tien, vijftien terug las je in de tijdschriften veel over een uiteraard 'veelbeloven de' methode om de stenen met geneesmiddelen op te lossen. Zoals dat vaker gebeurt met veelbelovende nieuwe thera pieën viel de zogeheten 'eheno- therapie' fors tegen. Voor de be handeling komt slechts een min derheid van de patiënten in aan merking en dan nog mislukt de behandeling in de helft van de gevallen. En als de therapie wel lukt dan zijn de stenen bij de helft van de patiënten binnen het jaar weer terug. Dat schiet dus niet op. Ook het vergruizen van de galstenen met geluids golven, een medisch nieuwig- heidje van eind jaren tachtig, viel tamelijk tegen. Zo goed als dat lukt met nierstenen, zo slecht gaat dat met galstenen. Te weinig patiënten komen hier voor in aanmerking en de stenen komen te vaak en te snel terug. Nee, de enige manier om voor altijd van de stenen af te zijn is het met stenen en al verwijderen van de galblaas. Dus door een operatie. De enige nieuwe methode die de afgelopen tien jaar zijn belofte waar maakte, gaat als volgt. Men maakt eerst een steekgaat- je onder de navel en schuift door dat gaatje een hele kleine tv-ca- mera de buik in. Door drie an dere gaatjes brengt men vervol gens instrumenten in de buik holte die je op afstand kunt be dienen. Een van de operateurs doet dienst als cameraman zo dat iedereen via de monitor voortdurend een goed zicht heeft op het operatiegebied. Twee andere chirurgen prepare ren op geleide van de tv-beelden de galblaas vrij, maken hem los en trekken hem aan het eind van de operatie door een van de steekgaatjes naar buiten. Pop petje gezien, kastje dicht. Ei genlijk niets nieuws, want vrou wenartsen doen al jaren dit soort kijkoperaties. De voorde len van deze benadering zijn niet gering. De steekgaatjes le veren nauwelijks zichtbare lit tekens op, de operatiewond is stukken kleiner, de opnameduur is slechts twee dagen (in Ameri ka doet men het zelfs polikli nisch), de maatschappelijke kosten zijn minder want de pa tiënt kan sneller aan het werk en de operatie is stukken goed koper. Het enige nadeel van de ze methode is dat de operateur intensief getraind moet worden. Even dreigde er nog een nadeel. Een paar jaar geleden gingen er in de internationale vakpers stemmen op die twijfelden aan de veiligheid van deze methode. De sterfte en complicaties wa ren bij de kijkoperaties groter dan bij de gewone grote opera tie. Waar lag dat nou aan? Was dat het gevolg van een gebrek aan oefening? Of is de kijkope ratie altijd gevaarlijker omdat het domweg een moeilijkere wijze van opereren is? Blijkt niet zo te zijn. „Recent onder zoek", zo schreef het toonaange vende Engelse vakblad de BMJ afgelopen juli, „leert ons dat de leertijd voorbij is en dat de kijk operatie in kundige handen even veilig is als de aloude gal blaasoperatie." Het leven is niet anders: dood ipoeten we allemaal. Dat bete kent dat we op de een of andere manier onze houding moeten be palen ten opzichte van de dood. Een zaak waaraan we liever niet denken en die we dan ook als het maar even kan verdringen. Wat tot gevolg kan hebben dat we er volledig onvoorbereid mee ge confronteerd worden, met alle ellende vandien. Als mensen op hoge leeftijd doodgaan, dan verloopt de ac ceptatie over het algemeen vrij soepel. Zeker als mensen een mooi leven hebben gehad, waar ze in tevredenheid op kunnen te rugkijken. Er gaan echter ook jonge mensen dood, en soms zelfs kinderen. De dood komt dan op een moment dat eigenlijk niet te aanvaarden is, een mo ment dat volstrekt tegennatuur lijk aandoet. Hoe moeten we in dié gevallen omgaan met de dood? Wat zeg je bijvoorbeeld tegen een kind dat aan een dode lijke ziekte lijdt? Hoe leg je een kind uit dat opa of oma, of vader of moeder 'dood' is? Voor een antwoord op deze vra gen is enige kennis van de ont wikkeling in het geestesleven van het kind noodzakelijk. In het denken van een kind doen zich verschillende fasen voor: eerst een animistische fase rond het tweede levensjaar, waarbij voor een kind alles leeft, dus ook het speelgoed) en ver volgens een magische fase in de peutertijd (2 tot 4 jaar). In deze fase gelooft een kind nog in wonderen en in toveren (Sinter klaas!). In de kleutertijd wordt het den ken steeds logischer; het kind gaat logische verbanden waar nemen. Het gaat dat ook doen met zaken die betrekking heb ben op de dood. In zijn alge meenheid kunnen we zeggen dat kinderen onder de vijf jaar niet in een 'absolute dood' geloven. We zouden ook kunnen zeggen: kinderen die jonger zijn dan vijf jaar, begrijpen de dood nog niet. Een volledig begrip van leven en dood lijkt namelijk pas in de pu berteit en adolescentie te ont staan. Kinderen van drie of vier jaar zien de dood meestal als een beangstigende toestand van 'op een andere manier doorleven'. Gevoelens van verlatenheid en eenzaamheid lijken bij deze voorstelling vaak aanwezig te zijn. Kinderen van vijf tot negen jaar stellen zich de dood vaak voor als een persoon: 'de man met de zeis', of een skelet. Kinderen krijgen, wanneer ze de dood als een persoon voorstellen beter vat op het verschijnsel van de dood. Kinderen van deze leeftijd associëren de dood (en het dood gaan) met ouderdom en oud worden. Toch is het beeld van de dood op deze leeftijd nog niet definitief: het leven leidt tot de dood, en de dood leidt weer tot (een andere manier van) leven, is dus niet het definitieve einde. Rond een jaar of negen krijgen de meeste kinderen in de gaten dat 'doodgaan' te maken heeft met ouderdom, ziekte en gebre ken. Kinderen van deze leeftijd zijn er nieuwsgierig naar hoe een dood iemand er uit ziet. Ge leidelijk aan wordt de dood in deze en de daaropvolgende leef tijd in verband gebracht met ge voelens van pijn en verdriet. Veel kinderen van een jaar of elf beseffen dat de dood iets onver mijdelijks is. De scheidingsangst van de jongere jaren wordt in In de peutertijd gelooft een kind nog in wonderen. FOTO ARCHIEF DE STEM deze tijd steeds meer een echte 'doodsangst'. Wanneer kinderen een jaar of twaalf zijn, wordt de dood een abstracte aangelegen heid, een toestand. Er is helaas niet veel bekend over de gevoelens en gedachten van een kind dat aan een dode lijke ziekte lijdt. Kinderen jonger zijn dan vijf jaar en die in verband met een dodelijke ziek te zijn opgenomen in het zieken huis, missen vooral hun moeder. Er is in dergelijke gevallen dus niet zozeer sprake van doods angst, als wel van scheidings angst. Vijf- tot tienjarigen lijken vooral bang te zijn voor allerlei medische ingrepen (angst voor verminking). Deze ingrepen worden door het kind vaak ge zien als een 'straf' voor de 'slechte' dingen die het gedaan zou hebben. De angsten van kinderen die ter minaal ziek zijn, zijn in de regel minder hevig wanneer de ouders aanwezig zijn. Reden genoeg dus om de regels voor de bezoekuren in deze gevallen bijzonder rui» te maken. Voor de omgang met het zieke kind lijkt het vooral van belang dat we de gedachten volgen die het kind over zijn ziekte (en eventueel over de dood) heeft. Als een jong kind dat terminaal ziek is gelooft dat het op bezoek gaat bij opa dieop de sterren woont, laat het dat dan in Godsnaam denken. Val het kind niet lastig met al lerlei religieuze verhalen over een (al dan niet bestaande) God. hemel of wat dan ook, want ook van die vrij abstracte begripp® zal het kind zich in de regel ge® voorstelling kunnen mak®. Volg het kind in zijn concrete voorstellingen en probeer op «ie manier de eventuele angst te verkleinen. Met wat voor fantas tische en spookjesachtige verha len dan ook. Als er ergens sprake mag zijn van een leugentje o® bestwil, dan is het wel in de# situaties. oeSTEM h O n d is n r> v b s z n h t. p v r j d rr u r< Z' Z" I Den Haag/Londen (anp/rtr) - I Een stuk rots van Mars, dat als I meteoriet op aarde is neergeko- I men, heeft onderzoekers in de VS een nieuwe aanwijzing opgele- Iverd dat de Rode Planeet eens I ook een atmosfeer had zoals de onze - en, dus, mogelijk leven I kende. Volgens hun bevindingen I is het namelijk mogelijk dat de I rotsen ooit op Mars gassen van de vroegere atmosfeer in zich heb- opgenomen, en dus belang- I njke informatie opleveren. «ndere onderzoekingen wezen al I jut dat Mars eens een atmosfeer I had. Maar die hebben nooit een I grote hoeveelheid kooldioxyde I ofwel koolzuurgas aangetoond in "o ijskappen noch restatmosfeer van de planeet. Koolzuurgas is |eon essentieel onderdeel van de I atmosfeer zoals we die op aarde I kennen. IJsland ?Uf> namen de onderzoekers van o Washington Universiteit in St. ouis de gesteentes onder de °eP- Zij vergeleken het stuk ™arsrots met rots uit IJsland, aar uitgestrekte gebieden van ^armwaterbronnen en vulkanis- 6 §r°te hoeveelheden kooldi- kyde onder de oppervlakte heb ben losgemaakt. r Un conclusie is 'dat een groot Serv°ir van carbonaatmateriaal ®et een luchtdruk van zeker 'Z|en<^ millibar, zoals die op dr tu ^00r uitgebreide hy- Vfd a 'sche activiteit in het onr! .n van ^ars aan materiaal bnn? 0PPervlakte kan zijn ge- I drntu voorkomen van hy- ,je mermale systemen op een an- e. P'aneet vergroot de waar- I sch'',n^^id dat daar organi- e samenstellingen zijn ont- 1 h

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 22