Een opgezwollen knie,
rugklachten en kapotte stemmen
LEGGER
eijter: Lezers
emiddeling nodig!
therapie voor
iaide 55-plusser
Johan Van Assche speelt de hoofdrol in het veeleisende stuk 4De Cenci'
OESTEM
GROTE GIDS
De verzamelaar
en zijn schilders
IN BEELD
Jaap de Vries
Grote musea gaan samen moderne kunst behouden
Foedralen, schelpen,
kleitabletten
Lowieke Duran,
schilderijen
VRIJDAG 20 OKTOBER 1995
et beste
jury van
of een
Het is
ja de Fe-
leraar in
e letter-
Univer-
lger van
ntwoor-
vond van
KO-prijs
j Sonja.
niet te
en. Maar
u het be-
dat des
hebben
:h staan,
;t taal en
onele le-
een beter
;n van de
it De Fe-
ene of de
altijd wel
:t toeken-
;en. Was
jeter dan
Dat soort
Itijd hou-
Uinigende
liversiteit
'akgebied
tschappe-
taal en
ent, dat je
lat litera
tuur je beter zou kunnen letJ
begrijpen hoe de werkelijkheid in
elkaar steekt. Verder heeft iede^
een op bepaalde momenten in heT
leven behoefte aan welgevormde
taal. Om op een geboortekaartré
te zetten, om in een rouwadver'
tentie te gebruiken of om iemand
toe te spreken. En boeken biedei
je de mogelijkheid om je met ie
mand anders te identificeren 011
een tijdje in de huid van een'an
der te kunnen kruipen."
Daar heb je toch geen literatuur,
wetenschappers voor nodig'
lezer heb je toch alleen maa
schrijvers en boeken nodig?
„Als lezer heb je schrijvers en
boeken nodig. Dat is zeker zo
Maar er zijn ook mensen noditj
die tussen tekst en publiek be
middelen. Voor de actualiteit! 1
doet dat de literatuurkritiek, in
kranten en weekbladen. Maar dat
is niet genoeg. Voor een meer be
zonken vorm van bemiddeling is
er de literatuurwetenschap." p
Hebben lezers die bemiddeling
wel nodig? Ze kunnen in de bieS
of de boekwinkel zelf toch wel
goede boeken kiezen?
„Ik denk niet dat er veel van did
lezers zijn."
Uiteindelijk zijn letterkundigen
nodig om onze cultuurschat ta
bewaken?
„Ja, om ons cultureel erfgoed toe
gankelijk te maken en te wijzei
op de boeken die niet in de schap-i
pen en etalages van de boekwin-j
kei staan."
>.n in het westen van Ierland
FOTO ARCHIEF DE STEM
wodkafles
erven en je
ichamelijk
ijk je gees-
overkwam
in 1938 en
n, de stad
ichreef. Hij
leven van
iss en trok
n naar Ier-
de onvoor-
aren vijftig
eschrijft in
ht door het
te werken,
ende voor-
jchtendbus
en Galway
chap Ieren
meisjes die
t ze de be-
lurren had-
Corkscrew
kalksteen-
;on een van
t de chauf-
,opte en de
odleuk uit
de het drie-
1. Je zag de
einer wor-
teeds maar
ngetwijfeld
de andere
:n. Dit was
lar Galway,
de trein van
Het gekste
dus dat al-
lsof er niets
n zat rustig
te knikke-
let de buur-
teerde het
ïr zelfs vre-
Een paar
hij heel an-
iben. 'Maar
eg dat ik in
dat al deze
ichzelf, an-
bleven een
tapten toen
bus weer
;en sympa-
reisverhaal.
en reisgids,
met routes, bezienswaardighe
den en stukjes historie. Maar hetl
leest een stuk aangenamer, medej
door de persoonlijke ontboezej
mingen van de auteur. Aan del
andere zit er net te weinia
scherpte en diepgang in om van]
een overrompelende ontdek-J
kingsreis te spreken.
De schrijver mijmert mee met de]
grote Ierse dichters, die steeds
weer geïnspireerd worden doorl
het verleden (de Kelten op nea
laatste strand van Europa) en del
plek waar ze wonen, W.B. YeatsJ
J.M. Synge en Seamus Heaneyl
de kersverse Nobelprijs-win-f
naar. Dichtregels vol melancho
lie, Ierse muziek vol sentiment!
Nora Barnacle (de liefde van Ja-f
mes Joyce), film The Quiet Man
(opgenomen bij Maam Cross), al-I
les wat de Ierland-minnaar be-J
kend voorkomt, zit er in.
Daarnaast zijn er aantekeningen]
over de fysieke toestand van I
auteur. Als hij de ruige kusten
van Galway, Connemara e i
Mayo heeft bedwongen, schnJl
Jassies trots. „Mijn gezond
als er na alles wat er in Nede 1
land is gebeurd ooit een 55-pM l
ser met winnaarsbenen do"' I
grazige velden van de ca ujL
is voortgetrokken dan ben ik
wel. Mag ik applaus?" 1
Hij komt verder tot enige *1|
heden over wandelen: „Het g
er niet om hoe ver of jne U
vooruitkomt. Bij het wandele I
niet een stad of een herberg
doel, maar de weg zelf- m
Burren ontdekte ik pas Soe :er.
je op geen enkele andere roa,0(J
zo één met je reis bent als I
met je voeten je hartslag aa
weg te geven. Zo leerde iK
wandelen over 'anSere,,aLntiej
den een vorm van intelM ,J
is. Maar steeds vaker j»e
dichter bij huis en steeds
stond ik stil om te genieten
het lopen."
Na een lang verblijf m het
kuuroord Lisdoonvarna, 6 1
Arie Jassies gesterkt terug j
county Gelderland. Nu geVenl
zijn reisverslag heeft uitg'e8
zal zijn midlife crisis we
maal voorbij zijn. ^tl
Ary Jassies: 'Reis naar huis- 1
door het Ierse Westen
Veen, prijs 34,90
VRIJDAG 20 OKTOBER 1995
Ijior Marjan
ar het naartoe moet met
rol, is me nog niet heie
tal duidelijk", zegt de
Iflaamse acteur Johan Van As-
Ij, (40), hoofdrolspeler in
bloeddorstige drama De
tó van de Engelse dichter
Ishelley bij Het Zuidelijk To-
Les zit nog onder de bast."
L 25 oktober moet het stuk
Let Chassé Theater in Bre-
Ljn première, maar twee we-
"(n tevoren zit Van Assche
jig vol onzekerheden en twij-
Ijls over zijn eigen kunnen en
Ker het uiteindelijk resultaat.
L is waarschijnlijk de aard van
beestje, want hij is niet de
je de beste. Opgeleid bij de
Leuze Antwerpse toneeldocen-
tDora van der Groen, die hem
11 regisseert, speelde hij o.a. al
prachtrollen bij De Tijd toen Ivo
fan Hove daar nog de directie
Ld en in Ajax/Antigone bij het
Zuidelijk Toneel.
Daar speelt hij nu nog steeds de
ml van de ongelikte beer Stanley
iowalski in De Tramlijn die Be-
leerte heet.
fysiek heftige voorstelling,
jitin combinatie met het repete-
1 overdag van De Cenci, zijn tol
lil heeft geëist.
I,Allemaal hebben we kwetsuren.
Ifcelf een opgezwollen knie, an
ten rugklachten en kapotte
temmen. Het is een zware perio-
|le, de mensen zijn allemaal een
tje moe. Maar als je eenmaal
elt, is dat allemaal weg. En je
ieet ook dat er in twee weken
lioj heel veel kan gebeuren met
[ten voorstelling.
Een ongelikte beer en een macho?
,Dat ligt eraan wie er naar mij
[kijkt", lacht Van Assche. „Het
[ligtniet echt dicht bij mij. Ik ken
(Jat gevoel niet goed en Dora ziet
«ij niet graag in de Tramlijn. Die
leeft blijkbaar met mijn Cenci-
»1 iets heel anders voor. Dat is
let benauwende en boeiende van
[taeelspelen."
jra gaat het altijd over de
jgrote dingen, over de kosmos en
oerdit en oer dat. Ze heeft iets te-
t alledaagse op de scène,
want alledaagsheid zien we al ge-
toeg. Zij houdt niet van een ver
standelijke aanpak en is heel in-
tótief, maar ze heeft van te voren
«leen heel duidelijk beeld van
«atze wil."
[Omgekeerde weg
Iris een heel strak schema dat
I je als acteur langzaam in gaat
[rallen", aldus Van Assche. „Pre-
ties de omgekeerde weg van wat
teel andere regisseurs doen. Dora
|is buitengewoon veeleisend en
FOTO VAN DE MEULENHOF
Johan Van Assche, de Vlaamse acteur die plotseling moest invallen voor Gerard Thoolen bij Het Zuidelijk Toneel: „Ik heb geen enkel systeem."
nooit tevreden. Dat houdt nooit
op, constant wordt er aan je ge
trokken en gesleurd waardoor je
je grenzen wel moet verleggen. Ik
ben een stuk jonger dan zij, maar
tegen zoveel energie kan ik niet
op."
Het vroeg 19e-eeuwse stuk van
Shelley over de bloeddorstige,
middeleeuwse wellusteling graaf
Francesco De Cenci, die de vrese
lijkste wandaden heeft begaan en
zich als oudere man aan zijn
mooie, onschuldige dochter Bea
trice (Chris Nietvelt) vergrijpt, is
extreem van kwaadaardigheid.
Volgens Johan Van Assche werd
het zelden gespeeld vanwege de
perversiteit en verdorvenheid.
„Dat werd lang te gevaarlijk ge
vonden om te laten zien. Maar
ook omdat het proces tegen Bea
trice na het moordcomplot tegen
haar vader wel erg uitvoerig is.
Daar is dan ook danig in ge
snoeid. De Cenci is te vergelijken
met Macbeth, alleen wordt hij
niet door zijn vrouw (Nettie
Blanken, red.) tot machtswellust
en moord aangezet, maar is ook
die vrouw zijn slachtoffer."
Kwaad
„De man is de verpersoonlijking
van het Kwaad, een en al slech
tigheid en Dora weigert dat te
psychologiseren. Het is door de
goden zo beslist en het Kwaad is
overal aanwezig, in ieder van ons.
Ook in dit stuk kijkt de buiten
wacht toe, de Kerk vooral, en
lacht er eens mee."
Hoe identificeert een acteur zich
met een monster, een bruut, een
beest?
„Je gaat toch in jezelf zoeken.
Dat gebeurt weinig beredeneerd
en intuïtief, hoewel met strenge
regie-aanwijzigingen van Dora.
Het kwaad zit in iedereen. Je
kunt natuurlijk nooit iets spelen
wat je helemaal niet kent. Je
moet je er op z'n minst een voor
stelling van kunnen maken."
Meningsverschil
De leesrepetities van De Cenci
heeft Johan Van Assche niet mee
gemaakt omdat hij plotseling Ge
rard Thoolen moest vervangen,
die opstapte na een meningsver
schil met de regisseuse. Over de
romantische dichter Shelley en
diens drama in blanke verzen uit
1818 weet hij eigenlijk niets. „Ik
lees over het algemeen weinig.
Dat is niet mijn bron. Tijdens re
petities noteer ik ook nooit wat.
Ik heb geen enkel systeem."
„Mijn inspiratiebron is wat er tij
dens het werkproces gebeurt en
dat berust veelal op toeval. En de
toneeltekst; die doet het hem na
tuurlijk. Ik heb meestal vrij snel
door waar het over moet gaan...
Dan begint de miserie pas en
word je geconfronteerd met je ei
gen onkunde." Van Assche lacht
maar eens en houdt niet op zich
zelf te relativeren.
Vertrouwen
De acteur maakt deel uit van de
vaste kerngroep van het succes
volle Zuidelijk Toneel, een over
wegend Vlaamse club onder de
artistieke leiding van meesterre-
gisseur Ivo Van Hove.
„Ik heb geen jaarcontract, want
ik speel niet zoveel. Mijn talent is
beperkt. Ik ben goed in van alles,
maar in niets echt goed. Maar ik
heb wel het gevoel dat ik nog heel
lang mee moet en daarom hoef ik
mij ook niet te haasten. Ik heb het
grote geluk dat ik met mensen
kan werken waar ik vertrouwen
in heb en die blijkbaar vertrou
wen stellen in mij. Ik ben hier
echt met mijn gat in de boter ge
vallen."
Schooltoneel
Van Assche wist pas rond zijn
achttiende dat hij misschien wel
toneelspeler wilde worden. „Dat
was aan de humaniora, waar ik
de laatste twee jaar meedeed aan
schooltoneel. Ik voel me ook hele
maal geen kunstenaar. Ik ben
bang voor dat woord. Mezelf tot
artiest uitroepen, is wel het laat
ste wat ik wil."
Hij is ook nog zakelijk leider van
het Vlaamse toneelgezelschap De
Tijd. Samen met Dora van der
Groen en Ivo Van Hove zit hij in
de leiding van de toneelafdeling
van het Antwerps Conservato
rium, waar hij zelf is opgeleid.
„Lesgeven doe ik niet meer, wel
de coördinatie. Dora is voor dit
instituut van onschatbare waar
de. Ze heeft zelf nog les gehad
van Herman Teirlinck. Zij is zijn
enige erfgename en heeft om dat
erfgoed te bewaren haar nek
enorm uitgestoken. Dat doet
nooit iemand haar meer na, vrees
ik."
„Dertig jaar lang was het daar
ongestructureerd. Toen zij kwam
heeft zij de opleiding helemaal
naar haar eigen hand gezet, ter
wijl de oude garde nog les gaf.
Het is natuurlijk heel bijzonder
dat er daar de laatste tien jaar
twintig mensen zijn afgestu
deerd, die allemaal aan het werk
zijn."
'De Cenci' van Shelley door Het
Zuidelijk Toneel is op 24 oktober
in Breda (try-out), 25-10 (premiè
re), 28 oktober in Tilburg, 7-11 in
Bergen op Zoom, 16-11 nogmaals
Breda, 7-9 december in Gent, 16-
12 in Oosterhout en 27-12 in
Roosendaal.
In het Noordbrabants Museum
in Den Bosch is een mooie ten
toonstelling gewijd aan kunst
uit het laatste kwart van de vori-
e eeuw. Het gaat om schilde-
tijen, beelden en tekeningen, in
totaal 113 stuks, die behoorden
tot de collectie van de Belgische
verzamelaar en beschermheer
Henri van Cutsem. Er hangen
aantal bijzondere doeken bij
zonder dat het gaat om wat we
nu als grote meesters beschou
wen.
Alle kunstenaars zijn van Bel-
che komaf en behoorden tot
vriendenkring van Van Cut-
i. Ze schilderden en tekenden
in betrekkelijke afgezonderd-
oeid van wat zich elders in Eu-
topa (Frankrijk) dominant ma
nifesteerde: het impressionisme,
'n de tijd dat Van Cutsem begon
Oef het verzamelen vestigden
ftsarro, Manet, Monet en hun
verwanten een naam die na hun
®od alleen nog maar groter zou
worden.
r achter dat wat door de
Kunstgeschiedenis tot avantgar-
de werd benoemd, ontwikkelde
j-ich een andere richting, die van
"et naturalisme, die bij de so-
1 bewogen Van Cutsem zo in
de smaak viel.
Het is dan ook maecenas Van
Cutsem die in het middelpunt
Van deze museale aandacht
s'aat, en met zijn persoon de
fnaak van zijn tijd en dus de
™nstgeschiedenis. In die zin
'°°ral is het een zeer interessan-
e tentoonstelling. De schilders
beeldhouwers van wie hier in
en Bosch werk te zien is, werk
en naar de opvattingen van het
uralisme. Het gaat onder
eer om Van Strydonck, Théo-
?°te Verstraete, Henri de Brae-
teer en ,je beeldhouwer
wullaume Charlier.
Door Frits de Coninck
wild»
ten op een feitelijke, min
manier de so-
\jp een
®eer objectieve
u werkelijkheid in beeld
®gen van het dagelijkse be-
an. En dan bij voorkeur van
Werkende mens. Ze deden dat
khT™1' *ormaat en vergrootten
e schilderen tafereel binnen
8renzen van het doek zodanig
dat de kijker het gevoel krijgt
midden in die wereld geplaatst
te worden. Alsof je er direct in
kunt stappen.
Met name geldt dat voor het gro
te doek van Guillaume-Séraphin
van Strydonck aan het begin van
de tentoonstelling. Een oude
man, krom van arbeid en ouder
dom, neemt even rust bij het
spitten in de grond. De grote,
rauwe handen liggen voor even
werkloos op de steel van de spa
de, de man kijkt recht in de ca
mera alsof hij weet dat hij nu in
zijn dagelijks gezwoeg gepor
tretteerd wordt. Rechts kijken
drie jongetjes nieuwsgierig toe,
op de achtergrond tussen wat
geboomte kleine bakstenen
huisjes.
Zo'n tafereel als Van Strydonck
schilderde, typeert het natura
lisme en laat ook duidelijk de af
komst zien. Het is een voortzet
ting van het realisme uit de eer
ste helft van de negentiende
eeuw, zoals van Courbet en Mil
let. Het realisme werd gevoed
door wetenschappelijke aan
dacht voor de wereld om ons
heen. Aaandacht ook voor de
feitelijke weergave van natuur
en mens zonder persoonlijk
commentaar. Het realisme zou
leiden tot het schilderen en plein
air om zo licht, kleur en atmos
feer vanuit de directe waarne
ming te kunnen vastleggen.
Onder invloed van de schrijver
Emile Zola en de filosoof Taine
ontwikkelde dat realisme zich in
bepaalde kringen tot wat we het
naturalisme noemen. Het was
gebaseerd op de overtuiging dat
het lot van de mens vast lag. Wie
voor een dubbeltje geboren was,
werd nooit een kwartje. Tijd,
milieu en erfelijkheid bepaalden
'Portret van vrienden' van G.S. van Strydonck
zijn lot. En de voorkeur van de
naturalistische kunstenaars gold
vooral het truerige bestaan van
de uitgebuite fabrieksarbeider,
de zwoegende kleine boer, de
vissers die voor weinig loon hun
leven waagden.
Maar ook de mens die in een
nauwkeurig in beeld gebrachte
wei achter de boerderij wat
schapen hoedt, een zeegezicht,
portretten van mensen in hun
interieur. Het was niet alleen
een somber oog waarmee deze
kunstenaars naar de sociale
werkelijkheid keken.
Van Cutsem was veel meer geïn
teresseerd in de naturalistische
kunst dan in het. impressionisme
dat zich tegelijkertijd als een an
dere loot van dezelfde stam van
het realisme in Frankrijk ont
wikkelde. In die tijd waren in
elk geval de contouren nog niet
zichtbaar van de veel belangrij
ker rol die de kunstgeschiedenis
het impressionisme zou toede
len. We zien hier in Den Bosch
een eerlijke weergave van de ne-
gentiende-eeuwse wereld waar
in de verzamelaar en zijn schil
ders leefden.
I 'Un cercle d'amis' in het Noord
brabants Museum, Verwers-
straat 41, Den Bosch tot 7 janua
ri. Op maandag gesloten.
Ergens in een interview zegt de
Bredase schilder Jaap de Vries
dat wij tegenwoordig zonder
God geboren zijn. Dat is in zijn
geval een kwestie van het her
schrijven van zijn eigen geschie
denis waarin dat Godsbeeld zo'n
grote rol heeft gespeeld. Het is
het afleggen van een juk dat te
lang gekneld heeft. Hij komt uit
een calvinistisch nest waar het
geloof in het Woord Gods tradi
tioneel een zware lading heeft.
Dat geloof heeft hij achter zich
gelaten, dat is duidelijk. Maar
wat ook duidelijk is dat is dat de
ernst waarmee vroeger het let
terlijke antwoord uit de bijbel
werd verdedigd, nu zichtbaar
wordt in de gedrevenheid waar
mee hij de vraag stelt.
Zijn schilderijen willen een
vraag zijn naar de zin der din
gen. Hij doet dat door de zin
loosheid aan de orde te stellen en
daarvoor een passende artistieke
uitingsvorm te vinden. Zin of
zinloosheid, twee kanten'van de
zelfde (ethische) medaille.
Jaap de Vries stelt in zijn schil
derwerk de vraag naar de zin
achter de dingen die hij waar
neemt.
Hij wil waarheid, niet die vast
geroeste van een oud en overge
leverd geloof, maar die van de
concrete dingen die zich aan de
mens voordoen. Bij zijn gedre
ven poging het wezen der dingen
te ontdekken, en bij hem is dat
dan ook letterlijk: van bedek
king ontdoen, kiest hij zich een
terrein waarop wij in onze cul
tuur altijd nog te maken hebben
met een zekere conventie.
Hij onderzoekt het lichaam, dat
wat ons het meest dichtbij is.
Een instrument dat nog altijd
wordt beperkt door opvattingen
van schaamte en fatsoen. Niet de
vraag: wat is er met het lichaam
allemaal mogelijk, maar de
vraag: mag dat eigenlijk wel, be
paalt de dingen die wij doen. Op
de tentoonstelling die hij heeft
ingericht in Nova Zembla in Den
Bosch toont hij recente werken
die vooral (nog) betrekking heb
ben op het menselijk lichaam.
Dat is een helder en belangrijk
motief. Het lichaam dat zijn wij
zelf. Dat klinkt eenvoudig, maar
het is toch typisch dat het de ge
neratie schilders is waartoe ook
De Vries behoort, die dat
lichaam zo tot onderwerp van
onderzoek heeft gemaakt. Op de
bijna afgelopen Biënnale van
Venetië was het dat thema dat
de inzending van Nederland
vorm en inhoud gaf.
Jaap de Vries schildert op repen
papier die hij tot een beeld mon
teert. Hij snijdt het lichaam als
het ware open en legt de binnen
kant bloot. Ons hele systeem.
Achter de mooie voorgevel van
ons opgepoetste uiterlijk zoekt
hij onbekende gangen en nissen
van ons innerlijk. Natuurlijk fy
siek want daar gaan zijn schil
derijen op het eerste oog over.
Maar het lichaam is in zijn bena
dering tegelijk een voertuig van
de ziel en dan betreed je het ge
bied van de zin en dus van de
zinloosheid.
De Vries ontleedt de leegte, hij
versnijdt het lichaam (en letter
lijk ook het papier) en roept een
verontrusting op. Want wat je
ziet, dat ben je zelf. Dat gevoel
wordt nog eens versterkt door de
grote werken zo laag te hangen
dat ze het spiegelbeeld zijn van
het lichaam dat ervoor staat.
Nova Zembla, Lederstraat 9, Den
Bosch; tot 29 oktober
Amsterdam (anp) - De musea
voor moderne kunst hebben
onlangs de Stichting Behoud
Moderne Kunst opgericht.
Doel daarvan is een code te
ontwikkelen voor de restaura
tie en conservering van mo
derne kunstwerken. De
Mondriaanstichting finan
ciert het project, dat tot en
met december 1996 loopt. Ini
tiatiefnemer is het Kröller-
Müllermuseum.
Restauratie en conservering
wordt meestal in verband ge
bracht met oude kunst. Maar ook
moderne kunstwerken raken in
verval. Meestal schieten traditio
nele restauratiemethoden daar
voor tekort. Wat moet een restau
rator bij voorbeeld aan met een
object van de kunstenaar Tingue-
ly, waarvan onderdelen van de
machines niet meer functioneren.
En wat moet gebeuren met objec
ten van materiaal als afval,
schuimrubber, hooi en glaswol,
dat snel vergaat. Of stel dat een
kunstwerk het kankerverwek
kende asbest bevat. Wat moet
daar dan mee gebeuren? Moeten
musea kwetsbare kunstwerken in
depot houden, en het publiek in
de zaal laten genieten van repli
ca's?
Tijdens het project staan tien ob
jecten centraal uit de collecties
van het Stedelijk Museum in Am
sterdam, Museum Boymans-van
Beuningen, het Van Abbemu-
seum, het Bonnefantenmuseum,
het Rijksmuseum Twenthe, het
Centraal Museum in Utrecht en
het Kröller-Müllermuseum. Het
oudste werk stamt uit 1959. Het
meest recente uit 1982. Het gaat
om objecten van zowel Neder
landse als buitenlandse kunste
naars als Mario Merz, Marcel1
Broodhaers en Woody van Amen.
De tien objecten zijn gekozen
vanwege de conserveringsproble
men die tot dusver onoplosbaar
zijn. De problemen zijn boven
dien representatief voor een gro
tere groep werken. Daarbij gaat
het om kunst van grote kunsthis
torische waarde.
Lydia Beerkens en Kees Aben
voeren het conserveringsonder
zoek uit. Beerkens studeerde on
langs af bij de Stichting Restau
ratie Atelier Limburg. Aben
werkt bij het Stedelijk Museum
en geldt als enige ervaren moder
ne beelden-restaurator van
Nederland.
Foedralen van Mia Trompenaars
De Bredase kunstenares Mia
Trompenaars exposeert van 22
oktober tot 3 december ruimte
lijk werk in galerie Compositie 5,
Boschstraat 35-37 Breda. Leren
foedralen eindigend in een letter
- waarin gedichten opgeborgen
zitten -, de imaginaire schelpen
collectie 'Mea cara collectie con
charum' - al eerder te zien ge
weest in De Beyerd - en onder de
titel Verwondering een serie klei
tabletten, voorzien van roestige
voorwerpen en dagboeknotities.
De opening vindt plaats op zon
dag 22 oktober 15.00 uur. Ope
ningstijden: maandag t/m vrij
dag, 13.00-17.00 uur. -Cl-kan
evt. plaatje bij
-Nl-
Van 22 oktober tot 20 november
exposeert de Rotterdamse kun
stenaar Lowieke Duran schilde
rijen in A.r.t. Galerie, Oude
Markt 93 Roosendaal. Duran
schildert zowel figuratief (dieren,
landschappen, voorwerpen) als
abstract.
De kunstenaar zegt over zijn
werk: „Ieder schilderij is een we
reld op zichzelf, waaraan de toe
schouwer eventueel een symboli
sche betekenis kan geven." De
opening vindt plaats zondag om
15.00 uur. A.r.t. Galerie is ge
opend op vrijdag, zaterdag en
zondag, 14.00-17.00 uur en op
afspraak.