Een opgezwollen knie, rugklachten en kapotte stemmen LEGGER eijter: Lezers emiddeling nodig! therapie voor iaide 55-plusser Johan Van Assche speelt de hoofdrol in het veeleisende stuk 4De Cenci' OESTEM GROTE GIDS De verzamelaar en zijn schilders IN BEELD Jaap de Vries Grote musea gaan samen moderne kunst behouden Foedralen, schelpen, kleitabletten Lowieke Duran, schilderijen VRIJDAG 20 OKTOBER 1995 et beste jury van of een Het is ja de Fe- leraar in e letter- Univer- lger van ntwoor- vond van KO-prijs j Sonja. niet te en. Maar u het be- dat des hebben :h staan, ;t taal en onele le- een beter ;n van de it De Fe- ene of de altijd wel :t toeken- ;en. Was jeter dan Dat soort Itijd hou- Uinigende liversiteit 'akgebied tschappe- taal en ent, dat je lat litera tuur je beter zou kunnen letJ begrijpen hoe de werkelijkheid in elkaar steekt. Verder heeft iede^ een op bepaalde momenten in heT leven behoefte aan welgevormde taal. Om op een geboortekaartré te zetten, om in een rouwadver' tentie te gebruiken of om iemand toe te spreken. En boeken biedei je de mogelijkheid om je met ie mand anders te identificeren 011 een tijdje in de huid van een'an der te kunnen kruipen." Daar heb je toch geen literatuur, wetenschappers voor nodig' lezer heb je toch alleen maa schrijvers en boeken nodig? „Als lezer heb je schrijvers en boeken nodig. Dat is zeker zo Maar er zijn ook mensen noditj die tussen tekst en publiek be middelen. Voor de actualiteit! 1 doet dat de literatuurkritiek, in kranten en weekbladen. Maar dat is niet genoeg. Voor een meer be zonken vorm van bemiddeling is er de literatuurwetenschap." p Hebben lezers die bemiddeling wel nodig? Ze kunnen in de bieS of de boekwinkel zelf toch wel goede boeken kiezen? „Ik denk niet dat er veel van did lezers zijn." Uiteindelijk zijn letterkundigen nodig om onze cultuurschat ta bewaken? „Ja, om ons cultureel erfgoed toe gankelijk te maken en te wijzei op de boeken die niet in de schap-i pen en etalages van de boekwin-j kei staan." >.n in het westen van Ierland FOTO ARCHIEF DE STEM wodkafles erven en je ichamelijk ijk je gees- overkwam in 1938 en n, de stad ichreef. Hij leven van iss en trok n naar Ier- de onvoor- aren vijftig eschrijft in ht door het te werken, ende voor- jchtendbus en Galway chap Ieren meisjes die t ze de be- lurren had- Corkscrew kalksteen- ;on een van t de chauf- ,opte en de odleuk uit de het drie- 1. Je zag de einer wor- teeds maar ngetwijfeld de andere :n. Dit was lar Galway, de trein van Het gekste dus dat al- lsof er niets n zat rustig te knikke- let de buur- teerde het ïr zelfs vre- Een paar hij heel an- iben. 'Maar eg dat ik in dat al deze ichzelf, an- bleven een tapten toen bus weer ;en sympa- reisverhaal. en reisgids, met routes, bezienswaardighe den en stukjes historie. Maar hetl leest een stuk aangenamer, medej door de persoonlijke ontboezej mingen van de auteur. Aan del andere zit er net te weinia scherpte en diepgang in om van] een overrompelende ontdek-J kingsreis te spreken. De schrijver mijmert mee met de] grote Ierse dichters, die steeds weer geïnspireerd worden doorl het verleden (de Kelten op nea laatste strand van Europa) en del plek waar ze wonen, W.B. YeatsJ J.M. Synge en Seamus Heaneyl de kersverse Nobelprijs-win-f naar. Dichtregels vol melancho lie, Ierse muziek vol sentiment! Nora Barnacle (de liefde van Ja-f mes Joyce), film The Quiet Man (opgenomen bij Maam Cross), al-I les wat de Ierland-minnaar be-J kend voorkomt, zit er in. Daarnaast zijn er aantekeningen] over de fysieke toestand van I auteur. Als hij de ruige kusten van Galway, Connemara e i Mayo heeft bedwongen, schnJl Jassies trots. „Mijn gezond als er na alles wat er in Nede 1 land is gebeurd ooit een 55-pM l ser met winnaarsbenen do"' I grazige velden van de ca ujL is voortgetrokken dan ben ik wel. Mag ik applaus?" 1 Hij komt verder tot enige *1| heden over wandelen: „Het g er niet om hoe ver of jne U vooruitkomt. Bij het wandele I niet een stad of een herberg doel, maar de weg zelf- m Burren ontdekte ik pas Soe :er. je op geen enkele andere roa,0(J zo één met je reis bent als I met je voeten je hartslag aa weg te geven. Zo leerde iK wandelen over 'anSere,,aLntiej den een vorm van intelM ,J is. Maar steeds vaker j»e dichter bij huis en steeds stond ik stil om te genieten het lopen." Na een lang verblijf m het kuuroord Lisdoonvarna, 6 1 Arie Jassies gesterkt terug j county Gelderland. Nu geVenl zijn reisverslag heeft uitg'e8 zal zijn midlife crisis we maal voorbij zijn. ^tl Ary Jassies: 'Reis naar huis- 1 door het Ierse Westen Veen, prijs 34,90 VRIJDAG 20 OKTOBER 1995 Ijior Marjan ar het naartoe moet met rol, is me nog niet heie tal duidelijk", zegt de Iflaamse acteur Johan Van As- Ij, (40), hoofdrolspeler in bloeddorstige drama De tó van de Engelse dichter Ishelley bij Het Zuidelijk To- Les zit nog onder de bast." L 25 oktober moet het stuk Let Chassé Theater in Bre- Ljn première, maar twee we- "(n tevoren zit Van Assche jig vol onzekerheden en twij- Ijls over zijn eigen kunnen en Ker het uiteindelijk resultaat. L is waarschijnlijk de aard van beestje, want hij is niet de je de beste. Opgeleid bij de Leuze Antwerpse toneeldocen- tDora van der Groen, die hem 11 regisseert, speelde hij o.a. al prachtrollen bij De Tijd toen Ivo fan Hove daar nog de directie Ld en in Ajax/Antigone bij het Zuidelijk Toneel. Daar speelt hij nu nog steeds de ml van de ongelikte beer Stanley iowalski in De Tramlijn die Be- leerte heet. fysiek heftige voorstelling, jitin combinatie met het repete- 1 overdag van De Cenci, zijn tol lil heeft geëist. I,Allemaal hebben we kwetsuren. Ifcelf een opgezwollen knie, an ten rugklachten en kapotte temmen. Het is een zware perio- |le, de mensen zijn allemaal een tje moe. Maar als je eenmaal elt, is dat allemaal weg. En je ieet ook dat er in twee weken lioj heel veel kan gebeuren met [ten voorstelling. Een ongelikte beer en een macho? ,Dat ligt eraan wie er naar mij [kijkt", lacht Van Assche. „Het [ligtniet echt dicht bij mij. Ik ken (Jat gevoel niet goed en Dora ziet «ij niet graag in de Tramlijn. Die leeft blijkbaar met mijn Cenci- »1 iets heel anders voor. Dat is let benauwende en boeiende van [taeelspelen." jra gaat het altijd over de jgrote dingen, over de kosmos en oerdit en oer dat. Ze heeft iets te- t alledaagse op de scène, want alledaagsheid zien we al ge- toeg. Zij houdt niet van een ver standelijke aanpak en is heel in- tótief, maar ze heeft van te voren «leen heel duidelijk beeld van «atze wil." [Omgekeerde weg Iris een heel strak schema dat I je als acteur langzaam in gaat [rallen", aldus Van Assche. „Pre- ties de omgekeerde weg van wat teel andere regisseurs doen. Dora |is buitengewoon veeleisend en FOTO VAN DE MEULENHOF Johan Van Assche, de Vlaamse acteur die plotseling moest invallen voor Gerard Thoolen bij Het Zuidelijk Toneel: „Ik heb geen enkel systeem." nooit tevreden. Dat houdt nooit op, constant wordt er aan je ge trokken en gesleurd waardoor je je grenzen wel moet verleggen. Ik ben een stuk jonger dan zij, maar tegen zoveel energie kan ik niet op." Het vroeg 19e-eeuwse stuk van Shelley over de bloeddorstige, middeleeuwse wellusteling graaf Francesco De Cenci, die de vrese lijkste wandaden heeft begaan en zich als oudere man aan zijn mooie, onschuldige dochter Bea trice (Chris Nietvelt) vergrijpt, is extreem van kwaadaardigheid. Volgens Johan Van Assche werd het zelden gespeeld vanwege de perversiteit en verdorvenheid. „Dat werd lang te gevaarlijk ge vonden om te laten zien. Maar ook omdat het proces tegen Bea trice na het moordcomplot tegen haar vader wel erg uitvoerig is. Daar is dan ook danig in ge snoeid. De Cenci is te vergelijken met Macbeth, alleen wordt hij niet door zijn vrouw (Nettie Blanken, red.) tot machtswellust en moord aangezet, maar is ook die vrouw zijn slachtoffer." Kwaad „De man is de verpersoonlijking van het Kwaad, een en al slech tigheid en Dora weigert dat te psychologiseren. Het is door de goden zo beslist en het Kwaad is overal aanwezig, in ieder van ons. Ook in dit stuk kijkt de buiten wacht toe, de Kerk vooral, en lacht er eens mee." Hoe identificeert een acteur zich met een monster, een bruut, een beest? „Je gaat toch in jezelf zoeken. Dat gebeurt weinig beredeneerd en intuïtief, hoewel met strenge regie-aanwijzigingen van Dora. Het kwaad zit in iedereen. Je kunt natuurlijk nooit iets spelen wat je helemaal niet kent. Je moet je er op z'n minst een voor stelling van kunnen maken." Meningsverschil De leesrepetities van De Cenci heeft Johan Van Assche niet mee gemaakt omdat hij plotseling Ge rard Thoolen moest vervangen, die opstapte na een meningsver schil met de regisseuse. Over de romantische dichter Shelley en diens drama in blanke verzen uit 1818 weet hij eigenlijk niets. „Ik lees over het algemeen weinig. Dat is niet mijn bron. Tijdens re petities noteer ik ook nooit wat. Ik heb geen enkel systeem." „Mijn inspiratiebron is wat er tij dens het werkproces gebeurt en dat berust veelal op toeval. En de toneeltekst; die doet het hem na tuurlijk. Ik heb meestal vrij snel door waar het over moet gaan... Dan begint de miserie pas en word je geconfronteerd met je ei gen onkunde." Van Assche lacht maar eens en houdt niet op zich zelf te relativeren. Vertrouwen De acteur maakt deel uit van de vaste kerngroep van het succes volle Zuidelijk Toneel, een over wegend Vlaamse club onder de artistieke leiding van meesterre- gisseur Ivo Van Hove. „Ik heb geen jaarcontract, want ik speel niet zoveel. Mijn talent is beperkt. Ik ben goed in van alles, maar in niets echt goed. Maar ik heb wel het gevoel dat ik nog heel lang mee moet en daarom hoef ik mij ook niet te haasten. Ik heb het grote geluk dat ik met mensen kan werken waar ik vertrouwen in heb en die blijkbaar vertrou wen stellen in mij. Ik ben hier echt met mijn gat in de boter ge vallen." Schooltoneel Van Assche wist pas rond zijn achttiende dat hij misschien wel toneelspeler wilde worden. „Dat was aan de humaniora, waar ik de laatste twee jaar meedeed aan schooltoneel. Ik voel me ook hele maal geen kunstenaar. Ik ben bang voor dat woord. Mezelf tot artiest uitroepen, is wel het laat ste wat ik wil." Hij is ook nog zakelijk leider van het Vlaamse toneelgezelschap De Tijd. Samen met Dora van der Groen en Ivo Van Hove zit hij in de leiding van de toneelafdeling van het Antwerps Conservato rium, waar hij zelf is opgeleid. „Lesgeven doe ik niet meer, wel de coördinatie. Dora is voor dit instituut van onschatbare waar de. Ze heeft zelf nog les gehad van Herman Teirlinck. Zij is zijn enige erfgename en heeft om dat erfgoed te bewaren haar nek enorm uitgestoken. Dat doet nooit iemand haar meer na, vrees ik." „Dertig jaar lang was het daar ongestructureerd. Toen zij kwam heeft zij de opleiding helemaal naar haar eigen hand gezet, ter wijl de oude garde nog les gaf. Het is natuurlijk heel bijzonder dat er daar de laatste tien jaar twintig mensen zijn afgestu deerd, die allemaal aan het werk zijn." 'De Cenci' van Shelley door Het Zuidelijk Toneel is op 24 oktober in Breda (try-out), 25-10 (premiè re), 28 oktober in Tilburg, 7-11 in Bergen op Zoom, 16-11 nogmaals Breda, 7-9 december in Gent, 16- 12 in Oosterhout en 27-12 in Roosendaal. In het Noordbrabants Museum in Den Bosch is een mooie ten toonstelling gewijd aan kunst uit het laatste kwart van de vori- e eeuw. Het gaat om schilde- tijen, beelden en tekeningen, in totaal 113 stuks, die behoorden tot de collectie van de Belgische verzamelaar en beschermheer Henri van Cutsem. Er hangen aantal bijzondere doeken bij zonder dat het gaat om wat we nu als grote meesters beschou wen. Alle kunstenaars zijn van Bel- che komaf en behoorden tot vriendenkring van Van Cut- i. Ze schilderden en tekenden in betrekkelijke afgezonderd- oeid van wat zich elders in Eu- topa (Frankrijk) dominant ma nifesteerde: het impressionisme, 'n de tijd dat Van Cutsem begon Oef het verzamelen vestigden ftsarro, Manet, Monet en hun verwanten een naam die na hun ®od alleen nog maar groter zou worden. r achter dat wat door de Kunstgeschiedenis tot avantgar- de werd benoemd, ontwikkelde j-ich een andere richting, die van "et naturalisme, die bij de so- 1 bewogen Van Cutsem zo in de smaak viel. Het is dan ook maecenas Van Cutsem die in het middelpunt Van deze museale aandacht s'aat, en met zijn persoon de fnaak van zijn tijd en dus de ™nstgeschiedenis. In die zin '°°ral is het een zeer interessan- e tentoonstelling. De schilders beeldhouwers van wie hier in en Bosch werk te zien is, werk en naar de opvattingen van het uralisme. Het gaat onder eer om Van Strydonck, Théo- ?°te Verstraete, Henri de Brae- teer en ,je beeldhouwer wullaume Charlier. Door Frits de Coninck wild» ten op een feitelijke, min manier de so- \jp een ®eer objectieve u werkelijkheid in beeld ®gen van het dagelijkse be- an. En dan bij voorkeur van Werkende mens. Ze deden dat khT™1' *ormaat en vergrootten e schilderen tafereel binnen 8renzen van het doek zodanig dat de kijker het gevoel krijgt midden in die wereld geplaatst te worden. Alsof je er direct in kunt stappen. Met name geldt dat voor het gro te doek van Guillaume-Séraphin van Strydonck aan het begin van de tentoonstelling. Een oude man, krom van arbeid en ouder dom, neemt even rust bij het spitten in de grond. De grote, rauwe handen liggen voor even werkloos op de steel van de spa de, de man kijkt recht in de ca mera alsof hij weet dat hij nu in zijn dagelijks gezwoeg gepor tretteerd wordt. Rechts kijken drie jongetjes nieuwsgierig toe, op de achtergrond tussen wat geboomte kleine bakstenen huisjes. Zo'n tafereel als Van Strydonck schilderde, typeert het natura lisme en laat ook duidelijk de af komst zien. Het is een voortzet ting van het realisme uit de eer ste helft van de negentiende eeuw, zoals van Courbet en Mil let. Het realisme werd gevoed door wetenschappelijke aan dacht voor de wereld om ons heen. Aaandacht ook voor de feitelijke weergave van natuur en mens zonder persoonlijk commentaar. Het realisme zou leiden tot het schilderen en plein air om zo licht, kleur en atmos feer vanuit de directe waarne ming te kunnen vastleggen. Onder invloed van de schrijver Emile Zola en de filosoof Taine ontwikkelde dat realisme zich in bepaalde kringen tot wat we het naturalisme noemen. Het was gebaseerd op de overtuiging dat het lot van de mens vast lag. Wie voor een dubbeltje geboren was, werd nooit een kwartje. Tijd, milieu en erfelijkheid bepaalden 'Portret van vrienden' van G.S. van Strydonck zijn lot. En de voorkeur van de naturalistische kunstenaars gold vooral het truerige bestaan van de uitgebuite fabrieksarbeider, de zwoegende kleine boer, de vissers die voor weinig loon hun leven waagden. Maar ook de mens die in een nauwkeurig in beeld gebrachte wei achter de boerderij wat schapen hoedt, een zeegezicht, portretten van mensen in hun interieur. Het was niet alleen een somber oog waarmee deze kunstenaars naar de sociale werkelijkheid keken. Van Cutsem was veel meer geïn teresseerd in de naturalistische kunst dan in het. impressionisme dat zich tegelijkertijd als een an dere loot van dezelfde stam van het realisme in Frankrijk ont wikkelde. In die tijd waren in elk geval de contouren nog niet zichtbaar van de veel belangrij ker rol die de kunstgeschiedenis het impressionisme zou toede len. We zien hier in Den Bosch een eerlijke weergave van de ne- gentiende-eeuwse wereld waar in de verzamelaar en zijn schil ders leefden. I 'Un cercle d'amis' in het Noord brabants Museum, Verwers- straat 41, Den Bosch tot 7 janua ri. Op maandag gesloten. Ergens in een interview zegt de Bredase schilder Jaap de Vries dat wij tegenwoordig zonder God geboren zijn. Dat is in zijn geval een kwestie van het her schrijven van zijn eigen geschie denis waarin dat Godsbeeld zo'n grote rol heeft gespeeld. Het is het afleggen van een juk dat te lang gekneld heeft. Hij komt uit een calvinistisch nest waar het geloof in het Woord Gods tradi tioneel een zware lading heeft. Dat geloof heeft hij achter zich gelaten, dat is duidelijk. Maar wat ook duidelijk is dat is dat de ernst waarmee vroeger het let terlijke antwoord uit de bijbel werd verdedigd, nu zichtbaar wordt in de gedrevenheid waar mee hij de vraag stelt. Zijn schilderijen willen een vraag zijn naar de zin der din gen. Hij doet dat door de zin loosheid aan de orde te stellen en daarvoor een passende artistieke uitingsvorm te vinden. Zin of zinloosheid, twee kanten'van de zelfde (ethische) medaille. Jaap de Vries stelt in zijn schil derwerk de vraag naar de zin achter de dingen die hij waar neemt. Hij wil waarheid, niet die vast geroeste van een oud en overge leverd geloof, maar die van de concrete dingen die zich aan de mens voordoen. Bij zijn gedre ven poging het wezen der dingen te ontdekken, en bij hem is dat dan ook letterlijk: van bedek king ontdoen, kiest hij zich een terrein waarop wij in onze cul tuur altijd nog te maken hebben met een zekere conventie. Hij onderzoekt het lichaam, dat wat ons het meest dichtbij is. Een instrument dat nog altijd wordt beperkt door opvattingen van schaamte en fatsoen. Niet de vraag: wat is er met het lichaam allemaal mogelijk, maar de vraag: mag dat eigenlijk wel, be paalt de dingen die wij doen. Op de tentoonstelling die hij heeft ingericht in Nova Zembla in Den Bosch toont hij recente werken die vooral (nog) betrekking heb ben op het menselijk lichaam. Dat is een helder en belangrijk motief. Het lichaam dat zijn wij zelf. Dat klinkt eenvoudig, maar het is toch typisch dat het de ge neratie schilders is waartoe ook De Vries behoort, die dat lichaam zo tot onderwerp van onderzoek heeft gemaakt. Op de bijna afgelopen Biënnale van Venetië was het dat thema dat de inzending van Nederland vorm en inhoud gaf. Jaap de Vries schildert op repen papier die hij tot een beeld mon teert. Hij snijdt het lichaam als het ware open en legt de binnen kant bloot. Ons hele systeem. Achter de mooie voorgevel van ons opgepoetste uiterlijk zoekt hij onbekende gangen en nissen van ons innerlijk. Natuurlijk fy siek want daar gaan zijn schil derijen op het eerste oog over. Maar het lichaam is in zijn bena dering tegelijk een voertuig van de ziel en dan betreed je het ge bied van de zin en dus van de zinloosheid. De Vries ontleedt de leegte, hij versnijdt het lichaam (en letter lijk ook het papier) en roept een verontrusting op. Want wat je ziet, dat ben je zelf. Dat gevoel wordt nog eens versterkt door de grote werken zo laag te hangen dat ze het spiegelbeeld zijn van het lichaam dat ervoor staat. Nova Zembla, Lederstraat 9, Den Bosch; tot 29 oktober Amsterdam (anp) - De musea voor moderne kunst hebben onlangs de Stichting Behoud Moderne Kunst opgericht. Doel daarvan is een code te ontwikkelen voor de restaura tie en conservering van mo derne kunstwerken. De Mondriaanstichting finan ciert het project, dat tot en met december 1996 loopt. Ini tiatiefnemer is het Kröller- Müllermuseum. Restauratie en conservering wordt meestal in verband ge bracht met oude kunst. Maar ook moderne kunstwerken raken in verval. Meestal schieten traditio nele restauratiemethoden daar voor tekort. Wat moet een restau rator bij voorbeeld aan met een object van de kunstenaar Tingue- ly, waarvan onderdelen van de machines niet meer functioneren. En wat moet gebeuren met objec ten van materiaal als afval, schuimrubber, hooi en glaswol, dat snel vergaat. Of stel dat een kunstwerk het kankerverwek kende asbest bevat. Wat moet daar dan mee gebeuren? Moeten musea kwetsbare kunstwerken in depot houden, en het publiek in de zaal laten genieten van repli ca's? Tijdens het project staan tien ob jecten centraal uit de collecties van het Stedelijk Museum in Am sterdam, Museum Boymans-van Beuningen, het Van Abbemu- seum, het Bonnefantenmuseum, het Rijksmuseum Twenthe, het Centraal Museum in Utrecht en het Kröller-Müllermuseum. Het oudste werk stamt uit 1959. Het meest recente uit 1982. Het gaat om objecten van zowel Neder landse als buitenlandse kunste naars als Mario Merz, Marcel1 Broodhaers en Woody van Amen. De tien objecten zijn gekozen vanwege de conserveringsproble men die tot dusver onoplosbaar zijn. De problemen zijn boven dien representatief voor een gro tere groep werken. Daarbij gaat het om kunst van grote kunsthis torische waarde. Lydia Beerkens en Kees Aben voeren het conserveringsonder zoek uit. Beerkens studeerde on langs af bij de Stichting Restau ratie Atelier Limburg. Aben werkt bij het Stedelijk Museum en geldt als enige ervaren moder ne beelden-restaurator van Nederland. Foedralen van Mia Trompenaars De Bredase kunstenares Mia Trompenaars exposeert van 22 oktober tot 3 december ruimte lijk werk in galerie Compositie 5, Boschstraat 35-37 Breda. Leren foedralen eindigend in een letter - waarin gedichten opgeborgen zitten -, de imaginaire schelpen collectie 'Mea cara collectie con charum' - al eerder te zien ge weest in De Beyerd - en onder de titel Verwondering een serie klei tabletten, voorzien van roestige voorwerpen en dagboeknotities. De opening vindt plaats op zon dag 22 oktober 15.00 uur. Ope ningstijden: maandag t/m vrij dag, 13.00-17.00 uur. -Cl-kan evt. plaatje bij -Nl- Van 22 oktober tot 20 november exposeert de Rotterdamse kun stenaar Lowieke Duran schilde rijen in A.r.t. Galerie, Oude Markt 93 Roosendaal. Duran schildert zowel figuratief (dieren, landschappen, voorwerpen) als abstract. De kunstenaar zegt over zijn werk: „Ieder schilderij is een we reld op zichzelf, waaraan de toe schouwer eventueel een symboli sche betekenis kan geven." De opening vindt plaats zondag om 15.00 uur. A.r.t. Galerie is ge opend op vrijdag, zaterdag en zondag, 14.00-17.00 uur en op afspraak.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 17