dbel
e koekoeksklok van Swiebertje
Slag in de lucht'
om mobiele beller
ik honderd jaar geleden telefoneerden ze nog met een beze
PTT Telecom en Libertel
concurreren om gunst
miljoenen nieuwe gebruikers
E4
Belletje
Koekoeksklok
Stroomlijn
Kiesschijf
Saaiheid
Groeimarkt
Bescheiden
Daling
Data
®STEM
DINSDAG 26 SEPTEMBER 1995
Frank Lambregts
juim honderd jaar geleden
poneerden ze nog met een
jezemsteel. Een gek verhaal
daarom niet minder
joar. Bij Ericsson Telecommu
nicatie in Rijen hebben ze er
net bewijs van. Het stuk be-
nsteei ligt In een vitrinekast
"et nog meer historische tele-
5ontechniek. Aan het ene uit-
snde iets wat lijkt op een luid
sprekertje, terwijl het appa-
•jatje aan de andere kant
on een koeiekop lijkt afge-
bezemsteel of niet, ze telefo-
„;den wel. En dat was toch een
a staaltje techniek in een tijd dat
teren Daimler en Benz nog druk
jjg waren met de uitvinding van de
to.
e bezemsteel-telefoon van Lars
jognus Ericsson was anno 1885 een
öigrijke innovatie in het telefoon-
r, want er werden toen al enige
pen telefoontjes met twee handen
jd. De telefoon-pionier had
hand nodig om de microfoon
te houden en de andere om de
spreker tegen zijn oor te persen,
tor ze met wat koperdraadjes op
stok met elkaar te verbinden, kon
ïi één hand vrijhouden. De twintig
seeuw was nog niet eens begon-
,30 of de hands-free telefoon was al
JDltOCht.
«geschiedenis van de telefoon in
jpa loopt vrijwel parallel met de
Ehiedenis van het Zweedse tele-
immunicatiebedrijf Ericsson. Niet
Lars Magnus Ericsson de uitvinder
de telefoon was, want dat is nog
fjd Alexander Graham Bell, die in
Kin de VS octrooi aanvroeg voor
i mprovement in telegraphy.
iisde eerste die de trillingen van de
enselijke stem opvangt op een
embraan om deze, met een elektro-
(jgneet om te zetten in elektrische
•oompjes. Aan de andere kant van
sdraad worden die stroompjes weer
ngezet in trillingen op een mem-
non. En die draad kon kilometers
#g zijn, Bij wijze van dank is de man
"sterfelijk gemaakt in het woord 'de-
tel',
ie stemmen klonken in het begin
Wal 'blikkerig', maar gaandeweg
eidde geluidskwaliteit zo goed, dat
(alleen de gesproken informatie
Mkwam, maar ook de persoonlijke
takkleur. Je kunt horen of de spreker
tn de andere kant van de lijn cha-
Jjnig of vrolijk is, zakelijk of vriendelijk,
of de beller zin heeft in seks of pre
ludeert daartoe bereid te zijn. Al die
draadjes, magneetjes en membraan-
tjes brengen boodschappen over,
maar prikkelen ook de fantasie. Een
eigenschap waarvan in de 06-indus-
trie dankbaar gebruik wordt gemaakt.
De Zweed Ericsson maakt al in 1877
kennis met de apparatuur van Bell en
besluit zelf telefoons te gaan produ
ceren. Ericsson zou eerst Stockholm en
daarna Europa van telefoon-techniek
gaan voorzien. Aanvankelijk in op
dracht van de Bell Company. Neder
land toonde zich de eerste jaren nog
niet enthousiast voor dit 'wonder der
wonderen'. Pas nadat in 1879 de eer
ste experimentele telefoonverbinding
werd gelegd tussen Vlieland en Ter
schelling begon er in Nederland ook
een belletje te rinkelen.
Toch moest International Bell Telep-
hon Company flink reclame maken
om vaste grond in Nederland onder
de voeten te krijgen. Daarbij moest de
bevolking van Nederland uitgelegd
worden wat de zegeningen van deze
nieuwe techniek zouden zijn.
Het gebruik van den Bell-telefoon is
hoogst eenvoudig. Elke abonné wordt
verbonden met een centraal-kantoor
dat hem, op zijne aanvraag, oogen-
blikkelijk in verbinding brengt met an
dere geabonneerden, die hij verlangt
te spreken en wel zóó, dat alléén de
twee sprekende personen elkander
kunnen verstaan, waardoor het meest
absolute geheim is gewaarborgd. Alle
geabonneerden zullen op elk uur van
den dag en van den nacht kunnen
spreken met hunne mede-geabon-
neerden, van wier namen zij eene al
fabetische lijst ontvangen.
De Nederlandsche Bell Telephoon
Maatschappij krijgt in 1880 een con
cessie om te beginnen met een tele
fooncentrale in Amsterdam. In 1881
kan men al bellen in Amsterdam,
Haarlem, Zaandam, Hilversum, Baarn,
Bussum, Utrecht, Arnhem, Groningen,
Rotterdam, Dordrecht, Schiedam en
Den Haag. In 1894 waren er in Neder
land 31 telefoonnetten actief, ver
deeld over zes particuliere exploitan
ten, waarvan de Nederlandsche Bell
Telephoon Maatschappij de grootste
was. Een goede tweede was de firma
Ribbink, Van Bork Co, die onder
meer Breda bediende en daar 202
abonnees had. De apparatuur kwam
veelal van Ericsson.
In den beginne hing de telefoon voor
al aan de muur. Het was een houten
bak volgens het beproefde model
Oostenrijkse 'koekoeksklok', letterlijk
voorzien van toeters en bellen. De bel
len rinkelden als je werd gebeld en de
toeter was om in te praten. In een bak
Een foto van omstreeks 1912. De handbediende telefooncentrale in Nij
megen. foto ptt
aan de onderkant zat een accu en er
zat geen kiesschijf op, want er was niks
te kiezen. Als je iemand wilde spreken,
draaide je aan de kruk aan het schei-
toestel, waarna je contact kreeg met
een beambte in de centrale die het
contact met de andere abonnee leg
de door wat draden in een wand te
pluggen. Als deze beambte 'voor
waarts' zei, hing je de telefoon weer
op, waarna je nog een keer aan de
kruk draaide. Daarmee schelde je je
gesprekspartner rechtstreeks.
Een telefoon die rechtstreeks herinne
ringen oproept aan de Swiebertje.
Want in het burgemeestershuis, waar
Saartje al die de koffie zette, hing ook
zo'n antiek slingerapparaat.
Telefoneren was in het begin slechts
weggelegd voor het welvarende deel
der natie. In Rotterdam kostte een
aansluiting anno 1895 een bedrag
van 118 per jaar. In die tijd een aar
dig vermogen. Intercommunale ge
sprekken met een maximumduur van
drie minuten kostten vijftig cent.
'Geen gehoor' kostte een kwartje en
'dringende gesprekken' het dubbele
tarief. Geen wonder dat telefoneren
was voorbehouden aan burgemees
ter, notarissen en advocaten. Het tele
foongedrag leek ook niet erg op dat
van ons. Dat blijkt wel uit een briefje
dat een advocaat in Den Haag in
1910 schreef aan zijn broer in Breda,
een notaris:
'Waarde Kees. Jacques bracht mij het
verzoek om je morgenochtend tus-
schen 10 en 12 op te bellen: dat is mij
onmogelijk waar ik deze heelen mor
gen bezet ben. Wel kan ik je opbellen
tusschen 3A en 4A en zal dit behou
dens tegenbericht doen. Mocht je er
dan niet zijn, meld mij dan even wan
neer tusschen 2A en SA ik kan bellen.
Met beste groet, Jan.
Het is tegenwoordig ondenkbaar dat
je eerst een brief schrijft om een tijdstip
af te spreken waarop je elkaar belt.
Hoewel, het bovenstaande briefje is in
het bezit van een collega die een kat
tebelletje naar huis moet faxen om te
melden dat de telefoon van de haak
ligt en dat hij dus niet kan bellen.
Het barokke wandmeubel in stijlvol ei
kehout zou nog tot 1892 aan de muur
prijken, want toen kwamen de tele
foons voor het eerst op tafel te staan.
Deze tafelmodellen zagen er al een
stuk eigentijdser uit, hoewel ze amper
te tillen waren. Er werd gebruik ge
maakt van eerlijke produkten als giet
ijzer, roestvrij staal, koper en hout en ze
waren zo mooi als een stoommachi
ne: je zag alles zitten. De schoonheid
was functioneel. Kortom, een eerlijk
produkt, waarin de stroomlijn nog ver
te zoeken was. Maar waarom zou een
telefoon gestroomlijnd moeten zijn?
Dat waren de eerste automobielen
die rond die tijd op de weg kwamen
ook niet.
Het tafelmodel functioneert nog
steeds, hoewel het einde in zicht lijkt.
Thuis ben ik het draadloze tijdperk nog
niet ingedurfd, maar er staan wel
twee telefoontoestellen: zo'n kleurrijk
design-ding van Bang Olufsen met
21 geheugenplaatsen, waardoor je
geen telefoonnummers meer hoeft te
onthouden en zo'n vooroorlogs bake
lieten bakbeest met een kiesschijf. Ik
beschouw het nog dagelijks als een
wonder dat een halve eeuw aan
technologische vooruitgang niet ten
koste is gegaan van mijn bereikbaar
heid, want ze werken allebei nog op
hetzelfde telefoonnet.
We zijn hem al bijna vergeten, de kies
schijf, maar in 1923 was het weer wel
Een Ericsson-model uit 1892.
een mijlpaal in de telefoongeschiede
nis. Dankzij de kiesschijf kon je zonder
tussenkomst van de centrale beamb
te iemand anders thuis bellen. De
centrales werden in hoog tempo om
gebouwd van handbediening op au
tomatisch. Aanvankelijk met mecha
nische schakelingen, maar later via
elektronische weg.
De heren Bell en Ericsson mogen dan
geroepen hebben dat telefoonge
sprekken 'in het allergrootste geheim'
gevoerd konden worden; ze wisten
natuurlijk ook dat dat niet waar was.
Het afluisteren van telefoongesprek
ken is van alle tijden. En er zijn nog
steeds landen op de wereld waar de
censor op de centrale meeluistert om
de verbinding te verbreken als een
woord of een zin hem slecht bevalt.
Met name in oorlogsomstandigheden
is de telefoon een handig wapen.
Daarom bestonden er voor de inval
van de Duitsers in Nederland lijsten
van verdachte types die van de tele
foon afgesloten moesten worden,
mochten de Duitsers binnenvallen. De
Duitsers hanteerden in 1944 dezelfde
methode. Op 12 november van dat
jaar moest in Rotterdam iedereen van
de telefoon afgesloten worden, be
halve de Duitsers zelf, zogenaamd
voor een militaire oefening. De vol
gende dag vond een grootscheepse
razzia plaats, waarbij alle mannen on
der de 40 jaar werden opgepakt om
in Duitsland te werk te worden ge
steld. Als de telefoon die dag had ge
werkt, waren de treinen naar Duits
land waarschijnlijk minder vol ge
weest.
De periode tussen de Tweede Wereld
oorlog en de jaren negentig werd ge
domineerd door saaiheid: de telefoon
was een grijs-witte doos met een kies
schijf en een gestroomlijnde hoorn. En
het spul werkte bijna altijd, in tegen
stelling tot de vandalismegevoelige
telefooncellen op straat. Vanaf 1972
wordt de kiesschijf vervangen door
foto ericsson
druktoetsen en in 1977 kan men voor
het eerst een andere kleur telefoon
toestel kiezen. Tegen meerprijs.
De grootste revoluties vinden plaats
achter de schermen: de telefooncen
trales. Die maken in het spoor van de
computer een onwaarschijnlijke ont
wikkeling door en sinds 1980 bellen we
in Nederland zelfs digitaal, dankzij de
AXE-centrales van Ericsson.
Waarbij we komen op dat deel van
de geschiedenis dat we zelf aan het
meemaken zijn en die dagelijks her
schreven moet worden. Want je ziet
met de dag gekkere dingen. Het
beeld van mensen die draadloos zit
ten te telefoneren vanaf een terrasje is
tegenwoordig al heel gewoon. En
vandaag kijken we nog een beetje
gek op van een man die op z'n fiets
even naar huis opbelt dat hij er aan
komt. Maar het duurt niet lang meer
of scholieren zitten met een draadloze
telefoon in hun oor examens in te vuR
len. Of gebeurt dat al?
dit moment hebben ruim
^000 Nederlanders een mo-
«etelefoon. PTT Telecom voor-
W Pat dat er in 2000 ruwweg
8"vier miljoen zullen zijn.
om die miljoenen nieu-
*6 gebruikers krijgt PTT Telecom
tof 29 september concurren-
van Libertel, de tweede on-
wieming die van de Neder-
tedse overheid het recht heeft
„en om een mobiel net-
*6'k voor GSM telefoons op te
«en.
^prijsconcurrentie op het ge-
*dvan zak- en autotelefoons is
«onge tijd moordend. Zaktele-
®ns worden al voor een paar
®Jes verkocht of zelfs gratis
"e9geven bij de aanschaf van
teefje auto. Waar het om
"Op't zijn abonnement en wat
®r diensten de klant daarvoor
JJot)iele telefonie is in Nederland
1 de periode tot 2000 een gi-
Efhe 9roeimarkt. Neder-
1 heeft ten opzichte van veel
len in de rest van de wereld
iïi h achterstand en die zal,
ae opparatuur goedkoper
de concurrentie op het
van abonnenementen
werkelijk is versneld, worden
Door René Kloeg
Over drie dagen brandt
de concurrentiestrijd tus
sen PTT Telecom en Liber
tel los om de gunst van
miljoenen nieuwe gebrui
kers van mobiele telefo
nie in Nederland.
ingelopen.
PTT Telecom exploiteert in Ne
derland het Greenpoint-net, de
ATF-netten en het GSM-net. Li
bertel wil in de zomer van 1996
een landelijk dekkend GSM-net-
werk hebben. De concurrent
van de PTT is een concortium
van bedrijven waar onder meer
de ING-Bank, Vendex Internatio
nal, Internatio Muller, het Engelse
telefoniebedrijf Vodafone en
een groep Limburgse bedrijven
in deelnemen.
De groep investeert tot het jaar
2000 maar liefst één miljard gul
den gulden in het tweede net
werk, vooral in antennes en cen
trales. Het eerste GSM-abonne-
ment van Libertel wordt ver
kocht in de Randstad. Vanaf vol
gende week kunnen mensen
die een GSM-telefoon kopen, bij
wijze van spreken telefonerend
de winkel uitlopen. Om in de zo
mer van 1996 een landelijk dek
kend net te hebbenmoeten
overal in Nederland op flatge
bouwen en op de grond anten
nemasten worden geplaatst.
Volgens Libertel loopt die opera
tie vlot.
Overigens is zeker in het begin
concurrentie nog betrekkelijk.
Abonnees van Libertel zullen
vaak bellen met iemand die op
het netwerk van de PTT zit. Zodra
dat het geval is begint ook bij de
PTT de meter te tikken.
Nederland speelt op het terrein
van de mobiele telefonie nog
maar een heel bescheiden rol.
Landen als Zweden, Finland en
natuurlijk Japan stijgen daar nu
nog ver boven uit. In Zweden bij
voorbeeld heeft 18 procent van
de bevolking inmiddels een mo
biele telefoonaansluiting, In Ne
derland hebben 160.000 men
sen een GSM-telefoon en
250.000 mensen een ATF-tele-
foon. In totaal zo'n vier procent
van de bevolking. Gezien de
ontwikkelingen van de laatste
tijd, de daling van de abbonne-
mentsprijzen en vooral de daling
van de apparatuurprijzen rekent
PTT Telecom op een groei van
het aantal mensen met mobiele
telefoon naar maar liefst 25 pro
cent van de bevolking.
Bij Libertel zijn ze in die verwach
tingen een stuk behoudender.
TT7
Op dit moment hebben ruim 400.000 Nederlanders een mobiele telefoon.
PTT Telecom voorspelt dat dat er in 2000 ruwweg zo 'n vier miljoen zulten zijn. foto fotopersburo dijkstra
„De PTT rekent in die vier miljoen
nieuwe abonnementen ook het
ATF-net en het greenpointnet
mee. Wij hebben alleen een
GSM-net," aldus de perswoord
voerder van Libertel, Libertel wil
geen cijfers noemen over aan
tallen abonnementen. Het be
drijf streeft ernaar om 50 procent
van de markt weg te concurre
ren bij PTT-Telecom. In 1998
moet het breakeven-pont zijn
bereikt.
Met de komst van Libertel op de
markt is de prijs van de appara
tuur niet langer alleen bepalend
voor de aanschaf van een mo
biele telefoon. De laatste jaren is
het steeds zo geweest dat prijs-
dumpingen bepaalden welk ap
paraat de consument aan
schafte in plaats van de abonb-
nementsprijzen en de diensten
die het telefoonbedrijf daarvoor
aanbiedt.
Deskundigen verwachten dat
de groei van het aantal mobiele
bellers (kosten per abonnee la
ger) en de concurrentie zullen
leiden tot een verlaging van de
abonnementsprijzen. Die komen
zo dicht in de buurt van de
abonnementesprijzen van de
'vaste' telefoon, dat de over
stap steeds gemakkelijker wordt.
De telefoonbedrijven blijven in
de strijd om de consument smij
ten met nieuwe diensten. Som
mige zijn franje, sommige zijn
handig. Voor een particuliere
beller is het bijvoorbeeld geen
noodzaak om van iedere beller
onmiddellijk het nummer te zien.
Voor bedrijven is het handiger,
omdat de nummers van niet be
antwoorde telefoontjes worden
geregistreerd en terugbellen
een fluitje van een cent wordt.
PTT Telecom gaat de klanten in
de nabije toekomst een 'Per
soonlijk nummer' geven. Voor
de zaktelefoon krijgt de abon
nee dan hetzelfde nummer als
thuis of op de zaak.
Naast PTT Telecom en Libertel
begeven zich nóg de zogehe
ten service providers op de
markt, zoals Martin Daws. Die
'kopen' ruimte op het netwerk
van nu PTT Telecom en straks ook
van Libertel en proberen die te
slijten door aan nieuwe abon
nees ook weer allerlei diensten
aan te bieden. In feite becon
curreert de PTT zichzelf een beet
je, want de kassa blijft onveran
derd rinkelen, zodra iemand op
het Telecom net komt.
Tot slot beconcurreren beide on
dernemingen elkaar op het ter
rein van de kwaliteit. Nu is het
GSM-netwerk van de PTT nog
niet volledig landelijk dekkend
voor GSM-telefoons en is de
consument in feite nog verplicht
om er een versterker bij te ne
men of een autotelefoon, Zowel
PTT als Libertel willen een lande
lijk dekkend net voor de zaktele
foons.
Overigens is het een fabel, dat
een net 100 procent dekkend
kan zijn. Alleen al de bouw van
een flatgebouw op een wille
keurige plaats in Nederland kan
een telefoonbedrijf verplichten
nieuwe antennemasten te
plaatsen.
Naast mobiele telefonie zit ook
de mobiele datacommunicatie
in de lift. PTT Telecom heeft de
techniek in huis om een verbin
ding te maken tussen een
draagbare PC en een GSM-tele
foon om zo bestanden over te
zenden. Er zijn ook al radiomo
dems die het mogelijk maken
om computerbestanden door te
bellen via het greenpointnet.
Op dit terrein heeft Telecom ook
al concurrentie en wel van RAM
Mobile data. Via dit netwerk
komt de betaling bij de kaas
boer op de markt met de pinco
depas er aan en kunnen bedrij
ven in bij voorbeeld de trans
portsector voortdurend hun
vrachtwagens volgen en sturen.
Recent kondigde Securicor Da-
tatrak aan met Nederlandse
partners een soortgelijk net op te
gaan zetten dat de diensten
ook aan gaat bieden aan poli
tie, ambulancediensten en koe
riersdiensten.
Voor alle afnemers zal de grote
vraag zijn in hoeverre zij van de
concurrentie profiteren. Daar
voor is van groot belang in hoe
verre de abonnementsprijzen
gaan dalen.
Vormgeving: Peter Wagener
Eindredactie: Wim van Leest