Weekend
Parlementair verslaggever Max de Bok in de vut
Beel was na
Wachten op
bericht
uit Peking
DE STEM
De pose van de denker; vaak
rust het hoofd in een hand, ter
wijl zijn blik een onbestemde
verte opzoekt, of zijn schoen
punten. Max de Bok is 62, maar
oogt, ondanks 35 Haagse tro
penjaren, tien jaar jonger. Hij
staat hoog in de pikorde der
parlementaire verslaggevers.
'Een gedreven politiek dier,' zeg
gen kenners. 'Een beetje bedrijf
sblind'. 'Een fanatieke vakbond
sman.' 'Die linkse jongen.' 'Als
een bok op de haverkist,' zegt
hij zelf. Nu de vut is aangebro
ken wil hij nog een keer afreke
nen met 'borrelpraat'; politiek is
niet smerig en Haagse journalis
ten maken minder vuile handen
dan iedereen denkt. Max de
Bok, ongebroken idealist in een
cynische tijd.
I neze rol van Beel, die niemanc
I heeft gekend, blijkt uit het boek
B Hase politicoloog en jurist Lam!
I Left geschreven over de carri
^-politicus Beel (1902-1977).
I Qisteren promoveerde mr drs I
1 aan de universiteit van Nijmegei
1 in de rechtsgeleerdheid op het
I Beel, van vazal tot onderkoning.
ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1995 bËSTEM
Door Dirk Vellenga
„Je ziet er een beetje bleek uit. Glazig ook,
vind ik. Komt het door het klimaat? Eerst de
uitdroging en nu die herfst? Er zijn veel zie
ken, weet je."
„Nou nee. Het is het werk. Druk, druk, druk.
En nog eens druk. Het lijkt of er geen einde
aan komt. Ik sta er helemaal alleen voor."
„Oh, is de vrouw op stap? Zo'n reisje langs
de Rijn waarschijnlijk, waarbij de dames
wonderpannen en elektrische dekens kun
nen kopen? En het nog doen ook."
„Nee, zo is Dora niet. Ze houdt niet van ko
ken. Gaat te veel kostbare tijd in zitten."
„Aha, dan maakt ze misschien met een oude
vriendin een trip naar een Griekse eilandje
om eens helemaal bij te praten en alle za
ken des levens op een rijtje te zetten. Kort
om: dingen die ze met hun man niet kun
nen."
„Nee, nee. Mijn Dora zit in China."
„Dat is niet naast de deur. Mooi aardewerk
hebben ze daar, schijnt het Is het weer daar
een beetje aardig deze tijd van het jaar?"
„Dora is naar een hele belangrijke conferen
tie. De VN-vrouwenconferentie in Peking.
Ze is zeker een jaar met de voorbereidingen
bezig geweest."
„Ja, ik heb iets op de tv gezien. Hoe bevalt
het haar daar?"
„Dat is nou het probleem. Ze heeft nog niks
van zich laten horen. Veel te veel aan haar
hoofd natuurlijk. Ik durf ook niet zelf te bel
len. Ze spreken daar allemaal vreemde ta
len. En Dora zou net in een belangrijke ver
gadering kunnen zitten. Dat zou een ramp
zijn. Voor mij en ook voor miljoenen ande
ren. Want stel dat ze net bezig was een ge
voelige wereldkwestie op te lossen."
„Mijn vrouw zou al lang een kaartje ge
stuurd hebben. Met zoiets als: 'Het weer is
goed, het eten is lekker. Groetjes, je knuf
fel.'"
„Het weer interesseert haar niet. Ze hoeft
nooit de was te drogen. Dat is nu eenmaal
mijn taak. Ik doe het huis en de boodschap
pen. Dora doet de wereld die begint bij de
voordeur. Zij is daar nu eenmaal veel beter
in.
„Ach, als jij daar gelukkig mee bent
„Het kan gewoon niet anders. Ze heeft het
me allemaal heel helder uitgelegd. Met
schema's en zo. Carrière en kinderen combi
neren, dat is niet haalbaar. Dora's target (ja,
zo noemt ze dat) is carrière en succes te
combineren. De kinderen vallen onder mij in
deze constructie."
„Dat is een hele klus. Kom je nog wel eens
aan iets anders toe?"
„Ik heb Windows 95 aangeschaft. Ik dacht:
ik moet wel. Anders mis ik de boot. Daar zit
alles in, zeiden ze. Heb ik thuis wat omhan
den, als er per ongeluk een vrij uurtje valt
Misschien kan Dora het straks voor haar
werk gebruiken. Ik heb er twee volledige
nachten aan besteed en toen was ik nog
geen steek verder. Nu staat het spul op zol
der, naast de keukenmachine en de twee
broodroosters die we maar één keer ge
bruikt hebben."
„Dat is lullig. Maar je moest natuurlijk heel
snel in je eentje die knoop doorhakken."
„Ja, als ik nou even met Dora had had kun
nen praten... Zij zou onmiddellijk gezegd
hebben: niet aanschaffen, niet doen. Dat
weet ik zeker. Zij houdt nu eenmaal alles bij.
Ja, het is een vrouw, hè. Ik aarzel en ik tob.
Ik vind het zo moeilijk grote beslissingen te
nemen."
„De mogelijkheden van een man zijn nu
eenmaal beperkt."
„Dora heeft een vol leven. Vergaderen, no
ta's schrijven, commissies vormen. Het is een
heel andere wereld. Daar heb ik eigenlijk
geen weet van. Al die grote vraagstukken
van de mensheid. Dat gaat mij boven de
pet. Zoiets moetje nu eenmaal aan vrouwen
overlaten. Ik voel me machteloos zonder
haar. Daarom slaap ik ook zo slecht."
„Daar in Peking vieren ze elke nacht feest,
denk je niet?"
„Ik zit vanavond weer alleen. Als ik alle
voetbalwedstrijden heb gezien en me rot
heb gezocht naar stukjes erotiek op tv, ga ik
maar weer naar bed. Met de harde stem
men van Rikki Lake en Oprah Winfrey nog
in hoofd. Ik blijf maar hopen dat ik morgen
in de krant lees dat in Peking al die ellendi
ge problemen van de wereld voor eens en
voor altijd zijn opgelost. Dan weet ik het ze
ker: Dora komt weer naar huis. Ik ga een
taart voor haar bakken. Met appels en rozij
nen, waar ze zo gek op is."
V>
i
r
I
Max de Bok: „Je kunt hier niet rondlopen als een soort notulist, terwijl het wezen van de journalistiek is om te laten zien hoe processen verlopen. Dat is een onderdeel van het politieke debat.i
'Als een bok op de haverkis
Door Jan Jansen
Wim Kok en Frits Bolkestein wa
ren deze week sprekers op een
symposium ter gelegenheid van
zijn afscheid. Dan moet je wel een Haagse co
ryfee zijn? „Ach, een coryfee is iemand die er
gens bovenuit stijgt, zo wil ik mezelf niet noe
men. Ik heb hier gewoon het langst gezeten
van allemaal. Dan krijg je automatisch be
kendheid. En ik heb natuurlijk geprobeerd
mijn werk zo goed mogelijk te doen."
Hoe?
Hij zakt wat onderuit in de comfortabele stoe
len, waarmee de sociëteit van het nieuwe
Nieuwspoort is uitgerust. In deze vertrouwde
omgeving moet Max de Bok terug in de tijd.
Naar het lyceum in zijn geboorteplaats Breda,
waar de leraren niet alleen maar vakidioten
waren, naar huize De Bok, waar een 'leescul
tuur' heerste, die aan de jonge Max wel be
steed was.
Hij was een verwoed lezer, schreef graag en
was 'buitengewoon nieuwsgierig'. „Thuis gaat
het verhaal dat ik, als ik de krant voor mijn
vader uit de bus moest halen, 'm eerst zelf op
de trap ging zitten lezen."
Onrecht
Thuis ook ligt de voedingsbodem voor een
maatschappij-kritische houding. Niet omdat
het een socialistisch nest was; er lag eerder een
braaf katholiek sausje over. Nee, ongeveer
toen Max de Bok van school kwam, werd zijn
vader groot onrecht aangedaan. „Hij was be-
drijfsleider bij de Kwatta, waar hij al veertig
jaar werkte en waar zijn zwager directeur
was. Hij is van de ene op de andere dag op
straat gegooid. Heel pijnlijk, vooral omdat het
gebeurde twee dagen voor een nieuw ontslag
recht van kracht werd. Onder de nieuwe wet
was dat niet zo makkelik gegaan. Nu heeft het
zoveel pijn gedaan dat het uiteindelijk ook
zijn dood is geworden."
Het gevoel dat ze samenspanden tegen zijn va
der, leidde onvermijdelijk tot een breuk met
'de drie K's': kerk, Katholieke Volkspartij
(KVP) en kapitaal.
„Dat gevoel van onrecht is blijven hangen.
Wat mijn vader is overkomen, heeft mijn jour
nalistieke werk en mijn werk voor de Neder
landse Vereniging van Journalisten (NVJ,
waarvan hij een aantal jaren voorzitter was, jj)
bepaald. Ik heb tegem mezelf gezegd: dit kan
niet. Als het me gegeven is, zal ik er iets tegen
doen."
Slotsom, waar een paar wat rechtser aange
legde lezers al bang voor waren: „Ik kan geen
journalistiek bedrijven zonder engagement."
Kritisch, onafhankelijk, hij onderschrijft het
van harte, maar objectief, neutraal? „Geen
mens kan toch neutraal zijn. Neutraliteit is
lafheid. Kijk, ik heb het geluk gehad een eigen
rubriek in de krant te krijgen. Daarin heb ik
geprobeerd de feiten zo evenwichtig mogelijk
te beoordelen, maar ook altijd zo dat de lezers
wisten waar ik stond."
En toch was hij onvermijdelijk een kind van
zijn tijd. Zodat-ie, door De Gelderlander naar
Den Haag gezonden, gemakshalve werd inge
deeld bij het katholieke volksdeel, bij de KVP-
getrouwen. Dat waren de nadagen van de ver
zuiling: iedere partij zijn eigen spreekbuis in
krantenland. Toen eind jaren zestig de zuilen
onverbiddelijk vielen, veranderde de sfeer op
het Binnenhof drastisch.
Felle discussies
„Een opener maatschappij, een opener poli
tiek bestel. Toen kreeg je plotseling veel meer
contacten, werd je niet meer beoordeeld op je
herkomst, maar als journalist. Ik had in die
tijd felle discussies met KVP'ers. Sommige
konden het hebben, andere niet. In de KVP-
fractie werd tegen mij gewaarschuwd: die De
Bok is niet te vertrouwen. Idem bij de WD. Ik
heb me er nooit veel van aangetrokken. Mijn
uitgangspunt is: de goeien kunnen andere op
vattingen respecteren."
Haagse journalisten krijgen er nogal eens van
langs: Ze struinen met een vergrootglas het
Binnenhof af, ze spelen onder één hoedje een
vuil spel met politici; navelstaarders, waarvan
er ook nog eens te veel zijn. In een gesprek met
de nestor van het spul, kun je er niet omheen.
Geduldig zet hij steeds een stapje in de rich
ting van de interviewer: „Je hebt een beetje
gelijk." Waarna steevast een peinzend afge
stoken monoloog volgt om het tegendeel te be
wijzen. Want Max de Bok is als de dood voor
het 'gezonde volksgevoel' dat afrekent met 'de
politiek'.
Hij doceert dus. „De politieke journalistiek
heeft twee dingen te doen. Ten eerste zo goed
mogelijk, zo waardevrij mogelijk informatie
geven. Ten tweede verbanden leggen, achter
gronden en analyses geven. Want de krant, dus
de parlementaire journalist, hoort deel te ne
men aan het maatschappelijk debat. Daarbij
moeten we ons niet te veel laten afleiden door
alleen maar het spel, alleen maar de veronder
stelde eigenschappen van de spelers. Hoe men
sen eruit zien, hoe ze zich gedragen, het doet
er doorgaans weinig toe. Als iemand niet aar
dig is, kan hij daarom nog wel een goede poli
ticus zijn."
Oppassen
„We moeten dus oppassen de politiek alsmaar
meer te vertalen in spannend, leuk, in die
vreemde vent, die rare vrouw. Natuurlijk be
vestigt de uitzondering de regel. De escapades
van Vredeling moesten de krant in, want ze
hadden gevolgen voor zijn functioneren. En
politici moeten zich er altijd van bewust zijn
dat ze veel wind vangen. Als een Kamerlid bij
de behandeling van de wegenverkeerswet,
hoofdstuk alcohol in het verkeer, een vlam
mend betoog houdt voor een promillage van
0,0, en hij wordt twee weken later zelf betrapt
met 0,3... tja, dan is hij dus ongeloofwaardig."
Nog een Caballero-zonder-filter en hij kan
weer verder. Dat hij gruwt van de toenemende
neiging tot snelheid en oppervlakkigheid zon
der uitleg. Dat dat ook komt door de eeuwige
strijd van politieke redacties met hun thuis
front.
„Je moet jezelf de krant in schrijven. Dingen
zodanig opschrijven dat je het intern kunt ver
kopen. En aan het thuisfront is er veel vraag
naar spanning. Nou, als dat de sfeer wordt,
dan schieten kranten te kort in hun informa
tieplicht aan de lezer. Dan ben je niet meer be
zig met de democratie, maar om de kloof tus
sen burger en politiek nog verder te vergroten,
want zo vestig je bij het publiek het idee dat er
in Den Haag alleen maar gepraat, alleen maar
ruzie gemaakt wordt."
'Een beetje gelijk' heeft de goegemeente wel,
maar meer ook niet.
„Natuurlijk worden er spelletjes gespeeld,
strategieën ontwikkeld. Natuurlijk halen poli
tici wel eens gemene streken uit. Maar wij
denken te veel in complotten. En bovenal
neem ik stelling tegen de kroegpraat dat poli
tici per definitie niet deugen, alleen maar uit
zijn op eigen belang. Dat beeld bestaat. Helaas
hebben bepaalde vormen van journalistiek
daaraan bijgedragen, maar het slaat nergens
I)
op-
Klaagzangen
'Een van de grappigste dingen' vindt hij de
eeuwige klaagzangen over te hoge belastingen.
„In kroegen kom je ze altijd tegen: we betalen
te veel belasting. En dan begint het schelden:
het onderwijs in Nederland deugt niet, de we
gen zijn niet goed, enzovoort. Daar moest de
politiek eens wat aan doen. Maar het kost na
tuurlijk allemaal geld om dat te verbeteren.
Die redenering is typerend voor hoe mensen
tegen de politiek aankijken."
Het komt natuurlijk ook, omdat belofte schuld
maakt. En politici beloven veel te veel. Het
CDA verwijt hij normen en waarden te willen
opleggen. „En dat werkt niet. Dan moet de po-
.liticus ze om te beginnen zelf naleven, maar
vooral moet je wetten handhaven, anders ben
je ongeloofwaardig. En lukt die handhaving?"
Hij vindt dat de WD een 'overtrokken idee
heeft van zelfontplooiing'. „Heel veel mensen
zijn daar niet toe in staat. Zo krijg je een
maatschappij van sterken die zich toch wel
kunnen redden." Maar hij ontziet ook de Pv
dA, zijn eigen PvdA, niet. Een pijnlijke vast
stelling: „De maatschappij is niet maakbaar."
Max de Bok blijft een idealist, die niets moet
hebben van hedendaags cynisme, zodat hij een
paar aloude stelregels niet loslaat. Ontzie de
'onderkant' van de samenleving, zoals het in
politiek/sociologisch jargon is gaan heten; leg
de zwaarste lasten op de zwaarste schouders.
„Maar het is ook hartstikke fout om mensen
met een uitkering het stempel zielig te geven.
Dan ontneem je ze hun zelfrespect. Te lang
heeft de PvdA, heb ik in mijn stukken, gezegd:
je mag er geen vinger naar uitsteken. Als je die
houding aanneemt, wordt het systeem uitge
hold door misbruik."
Wiegel
Al heeft hij er verder geen hoge pet van op, hij
geeft Wiegel de eer dit taboe te hebben door
broken. „Ach, het ergste is stil blijven staan.
Zoals Wim Kok ook zegt: Op nadenken staat
geen straf. Je moet durven zeggen: dat heb ik
verkeerd gezien."
Over de mores van de politieke journalistiek
citeert hij Vondeling: Politici en journalisten
zijn als stekker en stopcontact, ze kunnen niet
zonder elkaar. Maar toch de vraag: Kunnen
Haagse verslaggevers niet wat meer afstand
nemen, gewoon waarnemer zijn, stukken le
zen, vergaderingen volgen en hun verhaaltje
maken?
„Nee, dat kan niet. Er speelt zich veel meer af
dan je in de stukken leest of in vergaderingen
hoort. Wat is eraan vooraf gegaan, welk spel
wordt er gespeeld, wat is de inzet van partijen.
Je kunt hier niet rondlopen als een soort notu
list, terwijl het wezen van de journalistiek is
om te laten zien hoe processen verlopen. Dat is
een onderdeel van het politieke debat."
„Toen ik hier kwam, gebeurde het nog wel zo:
verslag doen van het debat in de kamer. Wat
zich binnenskamers afspeelde, wisten wij niet.
Nou, toen heeft de journalistiek zitten slapen
hoor, was ze heel volgzaam."
Publiek debat
„Onder Lubbers hebben we nog een tijd gehad
dat alles werd bedisseld in het Torentje, in
zware regeerakkoorden. Nu zijn we gelukkig
terug bij het publieke debat, zoals het hoort,
en daar moet de journalistiek een rol in spelen.
Je moet met mensen praten, je moet de drijfve
ren van mensen politici kennen om het politie
ke gebeuren te kunnen volgen."
Vandaar alle babbels aan de bar van Nieuws
poort? Er wordt veel informeel bijgepraat, be
aamt hij. En dat kan ontaarden in ouwejon
gens, krentebrood.
„Tja, je kunt altijd gemanipuleerd worden.
Het vereist vakmanschap om te zien: nu word
ik gebruikt. En natuurlijk wil ik dat af en toe
ook wel. Als de politicus ook maar weet dat hij
kwetsbaar is."
„De goeie politicus weet dat wat hij vertelt
wordt opgeslagen in de computer (tikt op zijn
hoofd, jj). De journalist zal het ooit gebruiken,
maar ook: het is in vertrouwen verteld. De in
formant mag nooit met naam en toenaam in de
krant. De hele verhouding van politicus en
journalist is er een van een wankel evenwicht
tussen vertrouwen en wantrouwen, van weten
wat je aan elkaar hebt." Zelf zat-ie altijd als
'een bok op de haverkist'.
nnor Hans Rooseboom
rv-premier L.J.M. Beel had als
I Int van de Raad van State, vai
I ,Hn dood in 1977, een machtige
I koningin Juliana. Via die invlc
I twintig jaar lang de samenstellin,
I nvolgende kabinetten bepalen.
'Ef
de
v
E
ih.
aa
„Ik wil alles meemaken, met mijn ntJ
aan staan. Dat heb ik altijd gehad. Ve^
collega's verbaasden zich erover c
de laatste formatie nog gewoon op hetl|
hof stond, maar ja, ik wil het alia
,_ziew, horen, voelen, ruiken. Dat is held
probleem dat ik met de vut heb: dat!|
meer bij kan zijn."
Ontnomen
Al te persoonlijk wordt Max de 1:1
graag, in zijn werk niet en in dit vraagp
niet, maar nu moet hij toch iets opbied
koffie deugt, we zitten goed, het pakjif
lero - goud van oud - is nog langnietlf
'Een van de rottigste dingen' vand
blik.
„De politiek en de journalistiek l
veel gegeven, maar ik heb me er ookia
laten ontnemen. Ik wist me buitti
goed druk te maken over problems:
met de lcrant, terwijl ik veel prtèfej
mijn eigen deurmat heb laten liggti
heel pijnlijk, en het is iets dat veel jon
en politici bedreigt, een goed evenwü
werk en privé is hartstikke lastig."
„Daar komt bij dat ik me vooral des
ren heb laten gebruiken door de fe
werd zoveel geëist. En ik wilde zo gral
maalstroom heb ik me mee laten ski
dat er dingen gebeurden, die niet hady
gen gebeuren." Hij is gescheiden, ms|
dels hertrouwd.
„Nu heb ik alle tijd van de wereld,!
ik het niet meer goedmaken. Godlofsl
in de vut, terwijl ik alleen ben. Wee:)|
daar jaren angstdromen van heb ges
God, op m'n eentje de vut in, nie®|
hebben, maar het is gelukkig teug
keerd."
De vakbondsman in de journalist K
een les voor de hele journalistiek'j
„Het is waanzin om iemand tien,vi$
een vak te laten doen, dat je volledi
zonder gelegenheid tot bezinnen, tet^
Dat probleem oplossen is veel M
dan het handhaven van de vut, die to:
taalbaar wordt en die maar leidt tot ij
vernietiging, namelijk het verlies vft
ervaren mensen. Er is bijvoorbeeldg'
bij kranten om mensen op een t
tijd iets te laten betekenen voor jtffl
moeten maar doordraaien. Inde#]
moet iets over in onze cao."
Krantenfusie
Nu we het toch over 'zijn' bond hebbcj
sie in West-Brabant, Stem
Nieuwsblad samen, het snode pi®11-!
gen broodheer, VNU?
„Ik weet best dat kleine kranten
zaam bestaan hebben, dat coJC®J
onvermijdelijk is, maar ik begrijp J
je per definitie twee kranten e
volle functie hebben in hun f
moet schuiven. Ik geloof niet inn
den als synergie en kwaliteitsverb'
moet voor VNU toch geen Prö jj
voordelen van samenwerking te ben
der de titels op te heffen."
Maar helaas, de courantier, die "a 1
de krant, is wijlen, zeker bij VP- J
Het doemscenario van Max de Bo '-1
er wel degelijk één krant komt voor
bant.
„En erger op den duur: één k#
Brabant. In Eindhoven en Den I
ze denken dat het wel goed ^omt' ysJ
gerust op zijn. En alle mooie verb
niet weg dat het een verarming F
i drie redenen verdient
ieke politicus Louis Joseph
eel een plaats in de Nederla
chiedschrijving:
Hij was verantwoordelijk
erste rood-rode coalitie in
V hij was de architect van
jjrlogse Nederland.
Hij verklaarde de oorlog
ublik Indonesia.
Hij redde in 1956 het huwe
uliana en Bernhard en daar
jnonarchie.
foch was er nog nooit een de
levensbeschrijving over Beel
pen. In die lacune is nu voor;
proefschrift Beel, van vazal
jderkoning. Biografie 1902-1
tambert Giebels.
[Iet boek is weliswaar een w>
ichappelijk werk, maar tevei
[dot leesbaar en zelfs spanne:
pan bijna 700 bladzijden ove
irbulente perioden in de Ne
[se geschiedenis.
Door Hans Rooseboom
fkes regelen," dat was di
ivan Louis Jozef Maria 1
11977). Beel, de premier vai
aoorlogse rooms-rode kabinet, 1
band die er niet tegen kon als ie!
oenlijk 'geregeld' was.
rant regels zijn er niet voor niets
lelijkheid dient aan de regels te
*past.
Je jurist Beel, geboren in Roermo
fas de vleesgeworden ambtenaar,
'ominies tot referendaris. Tuk op v
opens en bijaldien. „Hij was gei
lier, hij was een jurist. Dat bleek z<
get hele Indonesië-drama," zegt Be
lambert Giebels.
aeel, hoofdrolspeler in dat Indon,
«ras politicus geworden van de ent
ere. Zonder enige voorbereidir
unister in het oorlogskabinet i
ar daar was wél een ferme daad
Jegaan.
|Pfebruari 1942 schreef Beel als
mar van de gemeente Eindhovt
agbriefIn die brief maakte hij
ul, als katholiek, niets te maken w
bet nationaalsocialisten. En in
vas zojuist een NSB'er tot burgei
loemd. 5
invf Pf'nc'PiëIe houding kwan
ter ore' die bem na
L e' z°dra Zuid-Nederland was|
|bmikenat zuidelijke Politici in
kon Beels carrière als landel:
ff nen. Achtereenvolgens maal
grdrenstehjk als minister van Bi
ftirp m'naster"President, laatsi
«-Generaa! van Indië, nogma;
Staat lnnerdandse Zaken en M
zijn biografie van Beel benadrul
.lA.® Jurist Lambert Giebe
bachtlvft iuridische instellinf
fc n WAls voorbeeld noem
C als Latste Gouvei
Indie (1948-1.949).
Mislukking
[fflkeerrtm Indonesië heeft hij h<
ïoütiek waangepakt- De Nederla'«
SngdaarN^661? ^ammerlijke misl
eenlaJ ederlandse wetsregels t
KrWaarhij niets vanaf wJ
1) kon °\n°f°Pde verkeerde
pkarno atm6t voortelling c
Sen, het 'landt6" ®enheldsstaat
lievet"d konden besturen.
w
1 w
wist
P<
dat
t Int
Pij bever o! K,onden besturen. Ne
pinste in Net'le,Federalisten, die
p®esenvorteTei''eStUdeerd'
Afederi ?et de eni9e schulc
ederl"ndse beleid beleid?