Weekend Parlementair verslaggever Max de Bok in de vut Beel was na Wachten op bericht uit Peking DE STEM De pose van de denker; vaak rust het hoofd in een hand, ter wijl zijn blik een onbestemde verte opzoekt, of zijn schoen punten. Max de Bok is 62, maar oogt, ondanks 35 Haagse tro penjaren, tien jaar jonger. Hij staat hoog in de pikorde der parlementaire verslaggevers. 'Een gedreven politiek dier,' zeg gen kenners. 'Een beetje bedrijf sblind'. 'Een fanatieke vakbond sman.' 'Die linkse jongen.' 'Als een bok op de haverkist,' zegt hij zelf. Nu de vut is aangebro ken wil hij nog een keer afreke nen met 'borrelpraat'; politiek is niet smerig en Haagse journalis ten maken minder vuile handen dan iedereen denkt. Max de Bok, ongebroken idealist in een cynische tijd. I neze rol van Beel, die niemanc I heeft gekend, blijkt uit het boek B Hase politicoloog en jurist Lam! I Left geschreven over de carri ^-politicus Beel (1902-1977). I Qisteren promoveerde mr drs I 1 aan de universiteit van Nijmegei 1 in de rechtsgeleerdheid op het I Beel, van vazal tot onderkoning. ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1995 bËSTEM Door Dirk Vellenga „Je ziet er een beetje bleek uit. Glazig ook, vind ik. Komt het door het klimaat? Eerst de uitdroging en nu die herfst? Er zijn veel zie ken, weet je." „Nou nee. Het is het werk. Druk, druk, druk. En nog eens druk. Het lijkt of er geen einde aan komt. Ik sta er helemaal alleen voor." „Oh, is de vrouw op stap? Zo'n reisje langs de Rijn waarschijnlijk, waarbij de dames wonderpannen en elektrische dekens kun nen kopen? En het nog doen ook." „Nee, zo is Dora niet. Ze houdt niet van ko ken. Gaat te veel kostbare tijd in zitten." „Aha, dan maakt ze misschien met een oude vriendin een trip naar een Griekse eilandje om eens helemaal bij te praten en alle za ken des levens op een rijtje te zetten. Kort om: dingen die ze met hun man niet kun nen." „Nee, nee. Mijn Dora zit in China." „Dat is niet naast de deur. Mooi aardewerk hebben ze daar, schijnt het Is het weer daar een beetje aardig deze tijd van het jaar?" „Dora is naar een hele belangrijke conferen tie. De VN-vrouwenconferentie in Peking. Ze is zeker een jaar met de voorbereidingen bezig geweest." „Ja, ik heb iets op de tv gezien. Hoe bevalt het haar daar?" „Dat is nou het probleem. Ze heeft nog niks van zich laten horen. Veel te veel aan haar hoofd natuurlijk. Ik durf ook niet zelf te bel len. Ze spreken daar allemaal vreemde ta len. En Dora zou net in een belangrijke ver gadering kunnen zitten. Dat zou een ramp zijn. Voor mij en ook voor miljoenen ande ren. Want stel dat ze net bezig was een ge voelige wereldkwestie op te lossen." „Mijn vrouw zou al lang een kaartje ge stuurd hebben. Met zoiets als: 'Het weer is goed, het eten is lekker. Groetjes, je knuf fel.'" „Het weer interesseert haar niet. Ze hoeft nooit de was te drogen. Dat is nu eenmaal mijn taak. Ik doe het huis en de boodschap pen. Dora doet de wereld die begint bij de voordeur. Zij is daar nu eenmaal veel beter in. „Ach, als jij daar gelukkig mee bent „Het kan gewoon niet anders. Ze heeft het me allemaal heel helder uitgelegd. Met schema's en zo. Carrière en kinderen combi neren, dat is niet haalbaar. Dora's target (ja, zo noemt ze dat) is carrière en succes te combineren. De kinderen vallen onder mij in deze constructie." „Dat is een hele klus. Kom je nog wel eens aan iets anders toe?" „Ik heb Windows 95 aangeschaft. Ik dacht: ik moet wel. Anders mis ik de boot. Daar zit alles in, zeiden ze. Heb ik thuis wat omhan den, als er per ongeluk een vrij uurtje valt Misschien kan Dora het straks voor haar werk gebruiken. Ik heb er twee volledige nachten aan besteed en toen was ik nog geen steek verder. Nu staat het spul op zol der, naast de keukenmachine en de twee broodroosters die we maar één keer ge bruikt hebben." „Dat is lullig. Maar je moest natuurlijk heel snel in je eentje die knoop doorhakken." „Ja, als ik nou even met Dora had had kun nen praten... Zij zou onmiddellijk gezegd hebben: niet aanschaffen, niet doen. Dat weet ik zeker. Zij houdt nu eenmaal alles bij. Ja, het is een vrouw, hè. Ik aarzel en ik tob. Ik vind het zo moeilijk grote beslissingen te nemen." „De mogelijkheden van een man zijn nu eenmaal beperkt." „Dora heeft een vol leven. Vergaderen, no ta's schrijven, commissies vormen. Het is een heel andere wereld. Daar heb ik eigenlijk geen weet van. Al die grote vraagstukken van de mensheid. Dat gaat mij boven de pet. Zoiets moetje nu eenmaal aan vrouwen overlaten. Ik voel me machteloos zonder haar. Daarom slaap ik ook zo slecht." „Daar in Peking vieren ze elke nacht feest, denk je niet?" „Ik zit vanavond weer alleen. Als ik alle voetbalwedstrijden heb gezien en me rot heb gezocht naar stukjes erotiek op tv, ga ik maar weer naar bed. Met de harde stem men van Rikki Lake en Oprah Winfrey nog in hoofd. Ik blijf maar hopen dat ik morgen in de krant lees dat in Peking al die ellendi ge problemen van de wereld voor eens en voor altijd zijn opgelost. Dan weet ik het ze ker: Dora komt weer naar huis. Ik ga een taart voor haar bakken. Met appels en rozij nen, waar ze zo gek op is." V> i r I Max de Bok: „Je kunt hier niet rondlopen als een soort notulist, terwijl het wezen van de journalistiek is om te laten zien hoe processen verlopen. Dat is een onderdeel van het politieke debat.i 'Als een bok op de haverkis Door Jan Jansen Wim Kok en Frits Bolkestein wa ren deze week sprekers op een symposium ter gelegenheid van zijn afscheid. Dan moet je wel een Haagse co ryfee zijn? „Ach, een coryfee is iemand die er gens bovenuit stijgt, zo wil ik mezelf niet noe men. Ik heb hier gewoon het langst gezeten van allemaal. Dan krijg je automatisch be kendheid. En ik heb natuurlijk geprobeerd mijn werk zo goed mogelijk te doen." Hoe? Hij zakt wat onderuit in de comfortabele stoe len, waarmee de sociëteit van het nieuwe Nieuwspoort is uitgerust. In deze vertrouwde omgeving moet Max de Bok terug in de tijd. Naar het lyceum in zijn geboorteplaats Breda, waar de leraren niet alleen maar vakidioten waren, naar huize De Bok, waar een 'leescul tuur' heerste, die aan de jonge Max wel be steed was. Hij was een verwoed lezer, schreef graag en was 'buitengewoon nieuwsgierig'. „Thuis gaat het verhaal dat ik, als ik de krant voor mijn vader uit de bus moest halen, 'm eerst zelf op de trap ging zitten lezen." Onrecht Thuis ook ligt de voedingsbodem voor een maatschappij-kritische houding. Niet omdat het een socialistisch nest was; er lag eerder een braaf katholiek sausje over. Nee, ongeveer toen Max de Bok van school kwam, werd zijn vader groot onrecht aangedaan. „Hij was be- drijfsleider bij de Kwatta, waar hij al veertig jaar werkte en waar zijn zwager directeur was. Hij is van de ene op de andere dag op straat gegooid. Heel pijnlijk, vooral omdat het gebeurde twee dagen voor een nieuw ontslag recht van kracht werd. Onder de nieuwe wet was dat niet zo makkelik gegaan. Nu heeft het zoveel pijn gedaan dat het uiteindelijk ook zijn dood is geworden." Het gevoel dat ze samenspanden tegen zijn va der, leidde onvermijdelijk tot een breuk met 'de drie K's': kerk, Katholieke Volkspartij (KVP) en kapitaal. „Dat gevoel van onrecht is blijven hangen. Wat mijn vader is overkomen, heeft mijn jour nalistieke werk en mijn werk voor de Neder landse Vereniging van Journalisten (NVJ, waarvan hij een aantal jaren voorzitter was, jj) bepaald. Ik heb tegem mezelf gezegd: dit kan niet. Als het me gegeven is, zal ik er iets tegen doen." Slotsom, waar een paar wat rechtser aange legde lezers al bang voor waren: „Ik kan geen journalistiek bedrijven zonder engagement." Kritisch, onafhankelijk, hij onderschrijft het van harte, maar objectief, neutraal? „Geen mens kan toch neutraal zijn. Neutraliteit is lafheid. Kijk, ik heb het geluk gehad een eigen rubriek in de krant te krijgen. Daarin heb ik geprobeerd de feiten zo evenwichtig mogelijk te beoordelen, maar ook altijd zo dat de lezers wisten waar ik stond." En toch was hij onvermijdelijk een kind van zijn tijd. Zodat-ie, door De Gelderlander naar Den Haag gezonden, gemakshalve werd inge deeld bij het katholieke volksdeel, bij de KVP- getrouwen. Dat waren de nadagen van de ver zuiling: iedere partij zijn eigen spreekbuis in krantenland. Toen eind jaren zestig de zuilen onverbiddelijk vielen, veranderde de sfeer op het Binnenhof drastisch. Felle discussies „Een opener maatschappij, een opener poli tiek bestel. Toen kreeg je plotseling veel meer contacten, werd je niet meer beoordeeld op je herkomst, maar als journalist. Ik had in die tijd felle discussies met KVP'ers. Sommige konden het hebben, andere niet. In de KVP- fractie werd tegen mij gewaarschuwd: die De Bok is niet te vertrouwen. Idem bij de WD. Ik heb me er nooit veel van aangetrokken. Mijn uitgangspunt is: de goeien kunnen andere op vattingen respecteren." Haagse journalisten krijgen er nogal eens van langs: Ze struinen met een vergrootglas het Binnenhof af, ze spelen onder één hoedje een vuil spel met politici; navelstaarders, waarvan er ook nog eens te veel zijn. In een gesprek met de nestor van het spul, kun je er niet omheen. Geduldig zet hij steeds een stapje in de rich ting van de interviewer: „Je hebt een beetje gelijk." Waarna steevast een peinzend afge stoken monoloog volgt om het tegendeel te be wijzen. Want Max de Bok is als de dood voor het 'gezonde volksgevoel' dat afrekent met 'de politiek'. Hij doceert dus. „De politieke journalistiek heeft twee dingen te doen. Ten eerste zo goed mogelijk, zo waardevrij mogelijk informatie geven. Ten tweede verbanden leggen, achter gronden en analyses geven. Want de krant, dus de parlementaire journalist, hoort deel te ne men aan het maatschappelijk debat. Daarbij moeten we ons niet te veel laten afleiden door alleen maar het spel, alleen maar de veronder stelde eigenschappen van de spelers. Hoe men sen eruit zien, hoe ze zich gedragen, het doet er doorgaans weinig toe. Als iemand niet aar dig is, kan hij daarom nog wel een goede poli ticus zijn." Oppassen „We moeten dus oppassen de politiek alsmaar meer te vertalen in spannend, leuk, in die vreemde vent, die rare vrouw. Natuurlijk be vestigt de uitzondering de regel. De escapades van Vredeling moesten de krant in, want ze hadden gevolgen voor zijn functioneren. En politici moeten zich er altijd van bewust zijn dat ze veel wind vangen. Als een Kamerlid bij de behandeling van de wegenverkeerswet, hoofdstuk alcohol in het verkeer, een vlam mend betoog houdt voor een promillage van 0,0, en hij wordt twee weken later zelf betrapt met 0,3... tja, dan is hij dus ongeloofwaardig." Nog een Caballero-zonder-filter en hij kan weer verder. Dat hij gruwt van de toenemende neiging tot snelheid en oppervlakkigheid zon der uitleg. Dat dat ook komt door de eeuwige strijd van politieke redacties met hun thuis front. „Je moet jezelf de krant in schrijven. Dingen zodanig opschrijven dat je het intern kunt ver kopen. En aan het thuisfront is er veel vraag naar spanning. Nou, als dat de sfeer wordt, dan schieten kranten te kort in hun informa tieplicht aan de lezer. Dan ben je niet meer be zig met de democratie, maar om de kloof tus sen burger en politiek nog verder te vergroten, want zo vestig je bij het publiek het idee dat er in Den Haag alleen maar gepraat, alleen maar ruzie gemaakt wordt." 'Een beetje gelijk' heeft de goegemeente wel, maar meer ook niet. „Natuurlijk worden er spelletjes gespeeld, strategieën ontwikkeld. Natuurlijk halen poli tici wel eens gemene streken uit. Maar wij denken te veel in complotten. En bovenal neem ik stelling tegen de kroegpraat dat poli tici per definitie niet deugen, alleen maar uit zijn op eigen belang. Dat beeld bestaat. Helaas hebben bepaalde vormen van journalistiek daaraan bijgedragen, maar het slaat nergens I) op- Klaagzangen 'Een van de grappigste dingen' vindt hij de eeuwige klaagzangen over te hoge belastingen. „In kroegen kom je ze altijd tegen: we betalen te veel belasting. En dan begint het schelden: het onderwijs in Nederland deugt niet, de we gen zijn niet goed, enzovoort. Daar moest de politiek eens wat aan doen. Maar het kost na tuurlijk allemaal geld om dat te verbeteren. Die redenering is typerend voor hoe mensen tegen de politiek aankijken." Het komt natuurlijk ook, omdat belofte schuld maakt. En politici beloven veel te veel. Het CDA verwijt hij normen en waarden te willen opleggen. „En dat werkt niet. Dan moet de po- .liticus ze om te beginnen zelf naleven, maar vooral moet je wetten handhaven, anders ben je ongeloofwaardig. En lukt die handhaving?" Hij vindt dat de WD een 'overtrokken idee heeft van zelfontplooiing'. „Heel veel mensen zijn daar niet toe in staat. Zo krijg je een maatschappij van sterken die zich toch wel kunnen redden." Maar hij ontziet ook de Pv dA, zijn eigen PvdA, niet. Een pijnlijke vast stelling: „De maatschappij is niet maakbaar." Max de Bok blijft een idealist, die niets moet hebben van hedendaags cynisme, zodat hij een paar aloude stelregels niet loslaat. Ontzie de 'onderkant' van de samenleving, zoals het in politiek/sociologisch jargon is gaan heten; leg de zwaarste lasten op de zwaarste schouders. „Maar het is ook hartstikke fout om mensen met een uitkering het stempel zielig te geven. Dan ontneem je ze hun zelfrespect. Te lang heeft de PvdA, heb ik in mijn stukken, gezegd: je mag er geen vinger naar uitsteken. Als je die houding aanneemt, wordt het systeem uitge hold door misbruik." Wiegel Al heeft hij er verder geen hoge pet van op, hij geeft Wiegel de eer dit taboe te hebben door broken. „Ach, het ergste is stil blijven staan. Zoals Wim Kok ook zegt: Op nadenken staat geen straf. Je moet durven zeggen: dat heb ik verkeerd gezien." Over de mores van de politieke journalistiek citeert hij Vondeling: Politici en journalisten zijn als stekker en stopcontact, ze kunnen niet zonder elkaar. Maar toch de vraag: Kunnen Haagse verslaggevers niet wat meer afstand nemen, gewoon waarnemer zijn, stukken le zen, vergaderingen volgen en hun verhaaltje maken? „Nee, dat kan niet. Er speelt zich veel meer af dan je in de stukken leest of in vergaderingen hoort. Wat is eraan vooraf gegaan, welk spel wordt er gespeeld, wat is de inzet van partijen. Je kunt hier niet rondlopen als een soort notu list, terwijl het wezen van de journalistiek is om te laten zien hoe processen verlopen. Dat is een onderdeel van het politieke debat." „Toen ik hier kwam, gebeurde het nog wel zo: verslag doen van het debat in de kamer. Wat zich binnenskamers afspeelde, wisten wij niet. Nou, toen heeft de journalistiek zitten slapen hoor, was ze heel volgzaam." Publiek debat „Onder Lubbers hebben we nog een tijd gehad dat alles werd bedisseld in het Torentje, in zware regeerakkoorden. Nu zijn we gelukkig terug bij het publieke debat, zoals het hoort, en daar moet de journalistiek een rol in spelen. Je moet met mensen praten, je moet de drijfve ren van mensen politici kennen om het politie ke gebeuren te kunnen volgen." Vandaar alle babbels aan de bar van Nieuws poort? Er wordt veel informeel bijgepraat, be aamt hij. En dat kan ontaarden in ouwejon gens, krentebrood. „Tja, je kunt altijd gemanipuleerd worden. Het vereist vakmanschap om te zien: nu word ik gebruikt. En natuurlijk wil ik dat af en toe ook wel. Als de politicus ook maar weet dat hij kwetsbaar is." „De goeie politicus weet dat wat hij vertelt wordt opgeslagen in de computer (tikt op zijn hoofd, jj). De journalist zal het ooit gebruiken, maar ook: het is in vertrouwen verteld. De in formant mag nooit met naam en toenaam in de krant. De hele verhouding van politicus en journalist is er een van een wankel evenwicht tussen vertrouwen en wantrouwen, van weten wat je aan elkaar hebt." Zelf zat-ie altijd als 'een bok op de haverkist'. nnor Hans Rooseboom rv-premier L.J.M. Beel had als I Int van de Raad van State, vai I ,Hn dood in 1977, een machtige I koningin Juliana. Via die invlc I twintig jaar lang de samenstellin, I nvolgende kabinetten bepalen. 'Ef de v E ih. aa „Ik wil alles meemaken, met mijn ntJ aan staan. Dat heb ik altijd gehad. Ve^ collega's verbaasden zich erover c de laatste formatie nog gewoon op hetl| hof stond, maar ja, ik wil het alia ,_ziew, horen, voelen, ruiken. Dat is held probleem dat ik met de vut heb: dat!| meer bij kan zijn." Ontnomen Al te persoonlijk wordt Max de 1:1 graag, in zijn werk niet en in dit vraagp niet, maar nu moet hij toch iets opbied koffie deugt, we zitten goed, het pakjif lero - goud van oud - is nog langnietlf 'Een van de rottigste dingen' vand blik. „De politiek en de journalistiek l veel gegeven, maar ik heb me er ookia laten ontnemen. Ik wist me buitti goed druk te maken over problems: met de lcrant, terwijl ik veel prtèfej mijn eigen deurmat heb laten liggti heel pijnlijk, en het is iets dat veel jon en politici bedreigt, een goed evenwü werk en privé is hartstikke lastig." „Daar komt bij dat ik me vooral des ren heb laten gebruiken door de fe werd zoveel geëist. En ik wilde zo gral maalstroom heb ik me mee laten ski dat er dingen gebeurden, die niet hady gen gebeuren." Hij is gescheiden, ms| dels hertrouwd. „Nu heb ik alle tijd van de wereld,! ik het niet meer goedmaken. Godlofsl in de vut, terwijl ik alleen ben. Wee:)| daar jaren angstdromen van heb ges God, op m'n eentje de vut in, nie®| hebben, maar het is gelukkig teug keerd." De vakbondsman in de journalist K een les voor de hele journalistiek'j „Het is waanzin om iemand tien,vi$ een vak te laten doen, dat je volledi zonder gelegenheid tot bezinnen, tet^ Dat probleem oplossen is veel M dan het handhaven van de vut, die to: taalbaar wordt en die maar leidt tot ij vernietiging, namelijk het verlies vft ervaren mensen. Er is bijvoorbeeldg' bij kranten om mensen op een t tijd iets te laten betekenen voor jtffl moeten maar doordraaien. Inde#] moet iets over in onze cao." Krantenfusie Nu we het toch over 'zijn' bond hebbcj sie in West-Brabant, Stem Nieuwsblad samen, het snode pi®11-! gen broodheer, VNU? „Ik weet best dat kleine kranten zaam bestaan hebben, dat coJC®J onvermijdelijk is, maar ik begrijp J je per definitie twee kranten e volle functie hebben in hun f moet schuiven. Ik geloof niet inn den als synergie en kwaliteitsverb' moet voor VNU toch geen Prö jj voordelen van samenwerking te ben der de titels op te heffen." Maar helaas, de courantier, die "a 1 de krant, is wijlen, zeker bij VP- J Het doemscenario van Max de Bo '-1 er wel degelijk één krant komt voor bant. „En erger op den duur: één k# Brabant. In Eindhoven en Den I ze denken dat het wel goed ^omt' ysJ gerust op zijn. En alle mooie verb niet weg dat het een verarming F i drie redenen verdient ieke politicus Louis Joseph eel een plaats in de Nederla chiedschrijving: Hij was verantwoordelijk erste rood-rode coalitie in V hij was de architect van jjrlogse Nederland. Hij verklaarde de oorlog ublik Indonesia. Hij redde in 1956 het huwe uliana en Bernhard en daar jnonarchie. foch was er nog nooit een de levensbeschrijving over Beel pen. In die lacune is nu voor; proefschrift Beel, van vazal jderkoning. Biografie 1902-1 tambert Giebels. [Iet boek is weliswaar een w> ichappelijk werk, maar tevei [dot leesbaar en zelfs spanne: pan bijna 700 bladzijden ove irbulente perioden in de Ne [se geschiedenis. Door Hans Rooseboom fkes regelen," dat was di ivan Louis Jozef Maria 1 11977). Beel, de premier vai aoorlogse rooms-rode kabinet, 1 band die er niet tegen kon als ie! oenlijk 'geregeld' was. rant regels zijn er niet voor niets lelijkheid dient aan de regels te *past. Je jurist Beel, geboren in Roermo fas de vleesgeworden ambtenaar, 'ominies tot referendaris. Tuk op v opens en bijaldien. „Hij was gei lier, hij was een jurist. Dat bleek z< get hele Indonesië-drama," zegt Be lambert Giebels. aeel, hoofdrolspeler in dat Indon, «ras politicus geworden van de ent ere. Zonder enige voorbereidir unister in het oorlogskabinet i ar daar was wél een ferme daad Jegaan. |Pfebruari 1942 schreef Beel als mar van de gemeente Eindhovt agbriefIn die brief maakte hij ul, als katholiek, niets te maken w bet nationaalsocialisten. En in vas zojuist een NSB'er tot burgei loemd. 5 invf Pf'nc'PiëIe houding kwan ter ore' die bem na L e' z°dra Zuid-Nederland was| |bmikenat zuidelijke Politici in kon Beels carrière als landel: ff nen. Achtereenvolgens maal grdrenstehjk als minister van Bi ftirp m'naster"President, laatsi «-Generaa! van Indië, nogma; Staat lnnerdandse Zaken en M zijn biografie van Beel benadrul .lA.® Jurist Lambert Giebe bachtlvft iuridische instellinf fc n WAls voorbeeld noem C als Latste Gouvei Indie (1948-1.949). Mislukking [fflkeerrtm Indonesië heeft hij h< ïoütiek waangepakt- De Nederla'« SngdaarN^661? ^ammerlijke misl eenlaJ ederlandse wetsregels t KrWaarhij niets vanaf wJ 1) kon °\n°f°Pde verkeerde pkarno atm6t voortelling c Sen, het 'landt6" ®enheldsstaat lievet"d konden besturen. w 1 w wist P< dat t Int Pij bever o! K,onden besturen. Ne pinste in Net'le,Federalisten, die p®esenvorteTei''eStUdeerd' Afederi ?et de eni9e schulc ederl"ndse beleid beleid?

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 14