ederlanders op Parijse kerkhoven
6.95
9.95
9.95
20.-
JGNUS
'af/es
99.-
MANN
Conrad Busken Huet (1826 - 1886)
zeeland
kens-
3fvlees
;ens-
indeau
:worst
bouten
4^95
:ns rug
6^95
ibiefstuk
IJeSTEM
leeuws
-Vlaamse beeldhouwer Luc Ingels restaureert het graf van Busken Huet
RKT-SLAGERIJ
RMARKTEN
ibiedingen
dinsdag 5 sept.
•- v mm,
DINSDAG 29 AUGUSTUS 1995 c4
kraag. Zuiver zijde.
359 XX?.-
oellebrug - Tel. 01140-13016
„jeanette Vergouwen
(ijS - De lucht is bezaaid
J wolken, de witte watten
en maken langzaam
,ts voor dreigende zwarte
zig uitzwermende flarden
een onweersbui of min-
uS een flinke slagregen
•kondigen. De sfeer op het
[khof Montparnasse in de
■duw van de indrukwek-
t|e toren wordt er nauwe-
door beïnvloed. De vele
jen wachten berustend op
irbijgangers.
mannen met de bezems,
pan de houten takken zijn
naiigen door groene plastic
lijkjes, vegen onverstoorbaar
I op en de dierbaren komen
rlmatig langs met een tas
iirin een borstel, een doekje en
,Oes water zitten om de graf-
(n schoon te maken. In deze
jentuin heerst rust, eeuwige
ilen stilte. Hier hoor je alleen
tjilpen en krijg je een
jd van enkele eeuwen beeld-
jwkunst.
i echte kerkhofloper, zoals ik,
i kier uren vertoeven, genie-
[dvan de natuur en de kunst.
js ging ik op zoek naar
uven van bekende Nederlan-
js. Ik vond er enkele en ont-
iette een bekende uit Zeeuws-
anderen: de beeldhouwer Luc
iels die de grafsteen van Bus-
aHuet restaureerde.
■dame achter de balie geeft een
ittegrond van het kerkhof
mtpamasse met de namen van
mensen die in een van
:30 'divisions' (afdelingen) rus-
i.Het papiertje meldt dat er in
I7ième division de toneelspe-
Remy Constant, de schilders
faDuval en Gustave Junot en
schrijver Sainte-Beuve liggen,
tee Franse criticus was het gro-
voorbeeld van de Nederlandse
en criticus Conrad Bus-
II Huet. Het graf van de Neder-
ider, die zijn laatste jaren in
sijs doorbracht, ligt er niet ver
«daan.
oemscliilder
j Sainte-Beuve nog drie bo
es verder en dan naar links,
issen de graven door," meldde
lis Strobbe, Parijskenner en
Frans aan het Zelden-
ist-Steelantcollege in Terneu-
i. Hij woont in Kloosterzande
heeft zijn hart verpand aan
irijs. Hij organiseert réizen
tar de Franse lichtstad en kan
n vertellen over 'zijn stad',
ontdekte het graf van de
mchilder Gerard van Spae-
lonck op het kerkhof Père
ichaise in Parijs.
i kreeg medewerking van de
rkhofkenner bij uitstek Vin-
at de Langlade en vond zo het
8 verwaarloosde graf van de
«derlandse schilder, niet ver
ia het graf van Chopin. Via de
aieentearchivaris van Tilburg
Bra ik achter de namen en
(essen van de nazaten van Van
Bendonck. Na wat brieven
Mg ik de toestemming om het
te laten restaureren en dat
tót Luc Ingels, een beeldhou-
gespecialiseerd is in het
staureren van graven, gedaan.
kwestie van ontroesten van
d ijzeren hekwerk, kruis en ei-
tb, en het opnieuw kappen van
t marmeren gedenkplaat. Een
[is die naar tevredenheid van
Metrokkenen geklaard is. Tja,
Hoen kende ik de weg en ging
'zoek naar andere bekende Ne-
rlanders op Parijse kerkho-
Het kerkhof van Montparnasse: stilte, veel groen, graven en sculpturen en zelfs een auto.
FOTO'S CAMILE SCHELSTRAETE
Stijve witte boord en keurige
zwarte strik, strak gekamde
haardos met scheiding links.
Busken Huet blikt vanaf zijn
foto streng de wereld in. De en
cyclopedie meldt dat hij op 28
december 1826 in 's-Gravenha-
ge geboren is en op 1 mei 1886
is gestorven in Parijs. Hij stu
deerde theologie, was enkele ja
ren predikant van de Waalse
Gemeente in Haarlem en stond
bekend als een man die met vol
le overtuiging de moderne rich
ting was toegedaan. Samen met
zijn vrouw Anna Dorothée van
der Tholl schreef hij enkele no
vellen. Hij werkte mee aan De
Nederlandsche Spectator en de
Gids.
Na zijn ontslag als predikant
was hij tussen 1862 en 1868 re
dacteur aan de Opregte Haar
lemmer Courant, legde hij zich
meer toe op letterkunde en
kreeg hij van Potgieter een vas
te rubriek (Kroniek en Kritiek)
in de.Gids. In 1865 raakte hij in
conflict met mederedacteuren.
Potgieter en Busken Huet ver
lieten de Gids en de pen van
Busken Huet werd scherper en
scherper. Van 1868 tot 1876
verbleef hij in Nederlands In-
dië. Hier richtte hij zijn eigen
krant op (Algemeen Dagblad
van Nederlands Indië) en
schreef letterkundige kritieken,
reisindrukken en kunsthistori
sche beschouwingen. Hij vond
zijn vaderland in 1876 maar een
klein en lusteloos land en ves
tigde zich daarom blijvend in
Parijs. Hier verscheen Het
Land. van Rembrand, Studiën
over de Noordnederlandsche
beschaving in de zeventiende
eeuw.
De wrevel welke het roeren van
Busken Huet in de stille vijver
van de Hollandse geest verwekt
heeft, is lange tijd voelbaar ge
bleven. In de bloemlezing van
H.J.M.L. Lodewick staat op pa
gina 281: „Zij hebben Huet ge
haat als de baldadige spelbre
ker in het knusse tijdverdrijf
dat zij met deftige ernst voor
kunst hielden. En geen hunner
heeft ingezien, dat vermoord te
worden door zijn hand, voor
hen de laatste kans was op een
bescheiden rol in onze litera
tuur."
Bij zijn begravenis in Parijs
was geen enkele Nederlander
uit de literaire wereld aanwe
zig. Nu na jaren krijgt Busken
Huet via de Maatschappij van
Nederlandse Letterkunde een
eerherstel. Zijn graf ligt er weer
prachtig bij. Hopelijk groeit nu
ook de belangstelling voor een
van Nederlands grote zonen,
wiens gebeente rust op het Ci-
metière Montparnasse in Parijs,
ven," vertelt Strobbe die, een
maal begonnen, nauwelijks te
stuiten is.
Enthousiast
Hij wist dat Busken Huet op
Montparnasse lag en ondernam
stappen om ook dit graf geres
taureerd te krijgen. Hij schreef
en belde naar de Maatschappij
der Nederlandse Letterkunde en
secretaris Leo van Maris was
meteen razend enthousiast.
„Ik vertelde van de restauratie
van het graf van Van Spaendon-
ck en vroeg of er geld beschik
baar was voor een grondige
schoonmaak en restauratie van
het graf van Busken Huet. Het
geld bleek geen probleem, wel
moest er gezocht worden naar de
erfgerechtigden om toestemming
te krijgen voor dit werk. Zoon
Gideon heeft de eeuwigdurende
concessie gekocht, maar die had
geen nazaten.
Ik kreeg het adres van Olf
Praamstra, die gepromoveerd is
op Busken Huet en les geeft aan
de universiteiten van Amsterdam
en Leiden. Ook hij was enthou
siast en gaf me het telefoonnum
mer van Gideon Gallandat Huet
wiens grootvader een neef was
van Conrad Busken Huet.
De toestemming kreeg ik snel en
toen kwam alles in een stroom
versnelling. Ik hoor nog de op
merking van Leo van Maris: Ge
beurt het nu al, het is bij jullie
een kwestie van weken, bij ons
duurt het afhandelen van zaken
altijd jaren", Wies Strobbe bla
dert nog eens door een stapeltje
brieven en laat niet zonder trots
het repertorium van Busken Hu
et, het boek dat hij van Olf
Praamstra kreeg, zien.
Kalksteen
Luc Ingels trok met zijn karretje,
een soort winkelwagentje, vol
materiaal naar het kerkhof van
Montparnasse. Zittend op een
steen vertelt hij hoe hij het graf
aantrof van de man die volgens
de kenners zijn pen in gal doopte
en vernietigende kritieken
schreef.
„Het is niet gemakkelijk te vin
den, het is een plat graf in Franse
kalksteen. De steen zag er ver
schrikkelijk uit en ik moest eerst
de meer dan 100 letters ontcijfe
ren. Gelukkig was het via ge
schriften ook op te zoeken. De
tekst die ik opnieuw heb uitge
kapt luidt: Familie Busken Hu
et... Conrad Busken Huet... 1826
1886... Madame C. Busken Hu
et... née Anne Dorothée van der
Tholl... 1827 - 1898." Hij trekt
het karretje vol spullen naar zich
toe en haalt er een koevoet uit.
„Het rijden door de eindeloze
metrogangen gaat goed, maar het
gesjouw trap op, trap af, zit nog
in mijn spieren."
De steen, die verzakt was, is met
koevoeten rechtgetrokken en
daarna maakte Ingels de scheu
ren dicht. Na het grondige
schoonmaken van de steen begon
de puzzel van het uittekenen van
de tekst en het met de hand in
beitelen ervan in de steen. De
materialen: een ijzeren hamertje,
een hard metalen beitel van drie
millimeter en een borstel worden
getoond. Ingels wijst naar een
soort grafkapel. „Daar kon ik
schuilen tegen de' regen en sloeg
ik mijn materiaal op." De deur
van de kapel maakt een schurend
geluid, roest over steen.
„De steen heb ik afgeschuurd
met steeds fijnere schuursteen op
diamantbasis. De structuur van
de kalkzandsteen is vrij grof en
daarom was het beitelen een se
cuur werkje. Toen dat klaar was,
is de steen bewerkt met een con-
ij c'Cletière Montparnasse ligt ook het zwart marmeren graf
e wieast Joris Ivens.
Het volledig door Ingels gerestaureerde graf van de Nederland
se bloemschilder Gerard van Spaendonck op Père-Lachaise.
serveermiddel op basis van sili
caten. De steen blijft ademen,
maar wind en water hebben er nu
geen invloed meer op. Kijk hier
eens! Op de kop van het graf heb
ik de naam van de steenhouwer
gevonden." Ingels wijst de naam
'Schmit mr' aan.
Roos
Ik bewonder het werk en vervolg
daarna mijn kerkhoftocht. Ten
slotte heb ik een roos bij me die
ik op het graf van Clara Haskil
(1895-1960) wil leggen. Een be
lofte die ik enkele jaren geleden
deed, omdat mijn bewondering
voor deze pianiste grenzeloos is.
Ik ontdekte het graf drie jaar te
rug en verbaasde me over het feit
dat hier drie zussen Haskil rus
ten. Alle drie geboren in Buca-
rest. Clara was de middelste. Zij
blijft eeuwig in mijn geheugen
gegrift als de wat kromgebogen
vrouw met haar haren in een
knot vastgestoken. Een vrouw
die achter een piano, de harten
van muziekliefhebbers sneller
deed kloppen. Zij kreeg pas laat
erkenning. Haar recitals met vio
list Arthur Grumiaux zijn legen
darisch.
Haar einde, een val van de trap
pen in het Centraal Station in
Brussel, was triest. Ze was pas 65
jaar. Nu rust ze samen met Lily
en Jane op Montparnasse onder
een dubbele zwart marmeren
plaat. Na een korte zoektocht
met als oriëntatiepunt een schit
terende sculptuur die bekroond
wordt met een treurende naakte
figuur, vind ik het graf waar ik
mijn belofte inwillig en een ver
late bloemenhulde breng.
Joris Ivens
Er liggen nog twee bekende Ne
derlanders op Montparnasse: Jo
ris Ivens, de Nederlandse filmer,
in de 12ième division vlak bij Sa
muel Beckett. En André Citroen
ligt in de 28e. Zijn grootvader
Barend was juwelier aan de
Nieuwendijk in Amsterdam, zijn
vader Levi probeerde zijn geluk
in Parijs en werd daar een ge
kend juwelier. De Nederlandse
achternaam Citroen bleek voor
de Fransen erg moeilijk uit te
spreken, de klank oe werd ge
splitst en Levi loste het probleem
op door een trema op de e te
plaatsen (Citroën). Zijn zoon
André zag juwelen niet zo zitten
en stak zijn latijn in auto's, met
de bekende gevolgen. Op het ter
rein van de Citroënfabrieken ligt
in Parijs nu het onovertroffen
Pare Citroën.
César Domela, de laatste verte
genwoordiger van de Stijlgroep,
waartoe ook Mondriaan behoor
de, stierf in 1992. De weduwe van
deze kunstenaar, de zoon van de
rode predikant Ferdinand Dome
la Nieuwenhuis, woont nog in de
Cité Fleurie in Parijs. César Do
mela rust op Montparnasse.
Dwalen langs bronzen beelden,
koperen, groen uitgeslagen, bus
ten, ingenieuze reliefs, minutieu
ze medaillons, opzienbarende
polyester poezen, lange sokkels
met inscripties, platte stenen in
verschillende materialen, kleine
en grote familiegraven in kapel-
vorm....dat alles komt niet mor
bide over. Het plaatsen van beel
den, foto's en herinneringstek
sten is een wijze van verdriet ver
werken of een poging om de
angst voor de dood te verdoeze
len. Op deze manier wordt de ge
dachtenis aan de gestorvenen le
vend gehouden.
De grote kerkhoven tonen een
beeld van de kunst van de afgelo
pen twee eeuwen. Treurende
vrouwen, strengogende portret
ten en ludieke voorstellingen
wisselen elkaar af. De uitgeduw
de sigarettepeuken op het graf
van Serge Gainsbourg en de
briefjes bij de grafsteen van Je-
an-Paul Sartre en Simone de
Beauvoir spreken een universele
taal. De doden worden niet ver
geten, over de graven heen sturen
ze nog hun levenslessen en waar
schuwingen.
De man die dagelijks bladeren en
papier wegveegt, kijkt de bezoe
kers peinzend aan. De vrouw die
het graf van haar echtgenoot,
vlak bij de zwarte steen van Joris
Ivens, schoonpoetst met water en
doek, groet bedeesd als er een fo
to gemaakt wordt. Een auto stopt
bijna aarzelend, omdat een der
gelijk voertuig hier niet thuis
hoort, bij een rij grafkapellen.
Materiaal wordt uitgeladen en
even later keert de rust weer.
Zoektocht
De zoektocht naar Belgen en Ne
derlanders op de Parijse kerkho
ven levert nog een klein lijstje op.
Op het Cimetière de Montmartre
ligt Adolphe Sax, de uitvinder
van de saxofoon in division 5. De
Franse schrijver Ernest Renan
rust samen met zijn Nederlandse
vrouw, de zus van de Dordrecht-
se schilder Ary Scheffer in een
familiegraf in division 22.
De kunstschilder Gerard van
Spaendonck ligt op Père-Lachai
se. Zijn leerling Van Dael uit
Antwerpen, ligt er naast. Van
Dael wilde immers absoluut vlak
bij zijn meester begraven wor
den. In het columbarium, waar
26.000 vakjes beschikbaar zijn,
rust Flore Goossens, een telg uit
een muzikale Vlaamse familie.
Waarschijnlijk liggen er nog
minder bekende landgenoten. De
uitvinder van de dynamo Zénobe
Gramme uit België laat in ieder
geval zien dat hij een groot mo
nument waard was. De gedenk
steen voor Gramme die in 1901
stierf en op Père-Lachaise ligt,
torent meters boven de rest uit.
Beeldhouwer Luc Ingels restaureert het graf van de Nederland
se criticus en essayist Busken Huet.
Een kerkhof biedt een zicht op enkele eeuwen beeldhouwkunst.
Sommige zijn een herkenningspunt, zoals dit beeld waar vlakbij de
pianiste Clara Haskil rust.
Busken Huet ligt niet ver van het graf (met buste) van zijn grote voorbeeld: de-criticus Sainte-Beu
ve.