Zomer-Gids Een nieuw herexamen voor Adam Hemingway in de Krajina DE STEM «STEM Bevrijdingsdag hebben de Neder landers en de Indo-Europeanen in het voormalige Nederlands-Indië nooit gevierd. Op 5 mei niet, omdat toen in hun land de oorlog nog niet was afgelopen. Ook niet toen het Japanse Rijk op 15 augustus 1945 capituleerde (wat de meeste geïn terneerden pas een week later hoorden). En al helemaal niet toen twee dagen later de Republiek In donesië werd uitgeroepen. De Japanse bezetting ging over in de Bersiap: maanden vol moorden en terreur •SEN INDIË INDONESIË Pas in juni 1947 verliet de laatste Nederlander een Indisch interneringskamp ^CSansdieersens°pde h»^ickm-MyoidMan ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1995 Indië kende geen bevrijd in Langzamerhand zie je ze allemaal terug komen, de jongens en meisjes die ver van huis de zomer van hun leven hebben be leefd. Er zijn er heel wat die een soort jungle-ziekte hebben opgelopen. Ze pra ten met schorre stem, sluiten zich met een krat bier op in hun kamer en koeste ren hun vakantie-kater. Arme ouders, woede helpt niet en begrip nog minder. Met Jan ligt het een beetje anders. Jan heeft een herretje. Met nagloeiende schouders en een vervellende neus buigt hij zich over een herexamen biologie. Ze hebben het er in de tent aan de Costa Brava met z'n allen wel vaak over gehad, maar dat ging dan meestal over het deel onderwerp voortplanting. Verder heeft Jan er niets aan gedaan. Nu hoort hij dat dit jaar een nieuw thema op het programma staat en dat stemt hem helemaal ellendig. Ze kunnen hem op het examen vragen stellen over de evolutietheorie. Dat schijnt politiek Den Haag zo te willen. Christelijke scholen hebben het liever niet, want zij vinden datje in de Bijbel moet geloven en niet in de evolutie. Jan zet een bandje met Nirvana op en zoekt in het woordenboek het woord 'evolutie' op. Ontwikkeling. Hij moet op eens denken aan de foto's die ze in Span je gemaakt hebben. Die moeten nodig ontwikkeld worden, want dat wordt la chen, Ze moeten het rolletje natuurlijk niet naar die zaak brengen die de foto's van Dutchbat heeft ontwikkeld, want van die kiekjes in Bosnië is geen snars overge bleven. Zo zie je maar weer: ontwikkelen is een vak apart. Ze zullen toch geen vragen stellen over de stoffen die gebruikt worden bij het ontwikkelen van filmrolletjes? Dat is ver domme scheikunde. Of gaan ze lekker ac tueel doen en vragen stellen over hoe mensen elkaar afslachten. Over etnische zuiveringen misschien. Jan weet niet wat hij daar mee aan moet. In Bonsië is alles zo in-gewikkeld dat het waarschijnlijk nooit meer ont-wikkeld kan worden. Op de televisie hoort Jan dat over die evolutie-theorie heel wat te doen is. Het vorige kabinet hield de evolutie buiten het examen, omdat het CDA er moeite mee had. De CDA-achterban is heel ge lukkig met de Schepping en kan niks met het verhaal van de aap die rechtop ging lopen en mens werd. Wat moet Jan zeg gen als hem gevraagd wordt wie Adam was? De oudste zoon van een vooruitstre vende aap of de eerste mens die God op aarde uitprobeerde? Sommigen mensen zeggen dat dat paar se kabinet er alleen maar gekomen is om buiten het CDA om de schepping uit te gummen. Mannen als Van Mierlo en Bol- kestein lezen veel te veel boeken. Ze vin den Genesis waarschijnlijk niet literair ge noeg en zijn zo arrogant te. denken dat ze het zelf veel beter kunnen. Nu zorgen ze er voor dat vrolijke, levenslustige jon gens als Jan hun vakantie moeten opoffe ren aan apen en oude botten. Terwijl apen eigenlijk thuishoren in leuke die renfilms van de EO. Okee, die ontwikkel-centrale verdoezel de de feiten in Bosnië, zoals de ontwikke lingstheorie de Schepping onbruikbaar maakt. Maar Jan heeft ook geleerd dat ontwikkelingshulp iets goeds is. Zo help je hele arme mensen. Hij komt er niet uit. Waarom komen ze in de Tweede Kamer juist in de zomer met dit soort geintjes? Jan kijkt uit het raam van zijn kamer. De dagen worden al iets korter. Er zit droef heid in het stervende oranje van de zon. Het nieuwe schooljaar komt elke dag iets dichterbij. Jan gaat door de knieën. Jan vouwt zijn handen. Hij hoopt dat nie mand hem zo ziet. Hij bidt, hij vraagt steun om door het examen te komen. Dit verhaal ontwikkelt zich naar een mooie climax, want het gebed van Jan wordt verhoord. Jan komt zonder kleer scheuren door het herexamen. God heeft dus niks tegen die evolutie-theorie. Dat mag best van hem. Trouwens, hij heeft de evolutie zelf ontworpen. Lang geleden, ver voordat het christendom werd opge richt. In feite ging de oorlog, die in maart L942 begon met de Ja panse invasie, er gewoon door. Winnaars en verliezers kregen alleen andere rollen. Indië was een speelbal geworden in han den van de internationale grootheden Amerika en Engeland en Nederland zelf diende zich op een afstand te houden. In het eilandenrijk brak te gelijkertijd de nieuwe dag van het nationalisme aan. Al wat Nederlands of Nederlands gezind was stond met een na de Japanse nederlaag voor een nieuwe periode van angst en terreur, gevechten en moord. Voor velen kwam er nog geen eind aan de gevan genschap in de interneringskampen; nieuwe kampen ontstonden zelfs. De Japanners werden niet eens ontwa pend, omdat ze bij gebrek aan een ge allieerde legermacht, voor law and order moesten zorgen. Door Wim Wormser Het was een verwarrende periode van no peace-no war (geen vrede maar ook geen oorlog, zoals de Brit ten zeiden). Ze duurde zeker tot maart 1946 en ging enkele maanden later over in de periode van de Poli tionele Acties, waarin Nederland massaal troepen zond om de revolu tie te onderdrukken. Pas in juni 1947 (bijna twee jaar na de 'onbevrijding') verliet de laatste Nederlander een in terneringskamp. De maanden van verwarring zijn veel minder belicht dan de jaren van de politionele acties. Terwijl de toen ontstane woede en frustraties van de Nederlanders van invloed moeten zijn geweest op de houding van de mensen in die, de afgelopen maanden weer zo omstreden, periode '46-49. De geallieerden hadden in juli '45 (conferentie van Potsdam, waar de capitulatie van Ja pan werd voorbereid) be paald dat Groot-Brittannië in dit deel van Zuidoost-Azië het comman do zou voeren. Het nam dit per 15 au gustus over van de Amerikanen. Groot-Brittanië zou dus eveneens het vredesproces begeleiden. Nederland had zich gebonden aan de overeen komsten - de zogenaamde civil af fairs agreements - met de Amerika nen en de Britten. Hierbij was aan de geallieerde opperbevelhebbers, Ma- cArthur en Mountbatten, zeer uitge breid volmacht verleend om in de eerste periode na de bevrijding maat regelen te treffen. De Nederlandse en de Nederlands-Indische regering konden dus niet zelfstandig optre den. Samen met wat er van het Ko ninklijk Nederlands Indisch Leger (Knil) over was, keek gouverneur Van Mook en zijn regering vanuit de Australische stad Brisbane werkloos toe. Pas in maart 1946 stonden de Britten toe dat een Nederlandse com pagnie op Java landde. Nog erger was de werkloosheid waartoe al die duizenden Nederland se mannen waren gedoemd die door de geallieerden uit krijgsgevangen schap waren bevrijd. In opvangkam pen buiten Indië (Bangkok, Manilla, Singapore) moesten ze maanden op de terugkeer naar huis en haard wachten, want voor hun transport waren geen middelen aanwezig. In de dagen die volgden op de capitu latie van Japan op 15 augustus gin gen de interneringskampen en ge vangenissen open. Voor de bewoners ging dat vaak zo'n beetje en-passant: ineens bleken de Japanse bewakers aan de poort weg te zijn. Soms werd de Japanse kampleiding per vanuit Britse vliegtuigen verspreide pam fletten op de hoogte gesteld van de capitulatie. Het Engelse leger, waar aan de macht was overgedragen, was in geen velden of wegen te bekennen. Anderzijds was er de dreiging van de Indonesische revolutie waarvan tij dens de Japanse bezetting de kiem was gelegd. De historica prof. dr. Petra Groen heeft een studie gemaakt van de pe riode augustus-december 1945, met name van de Britse activiteiten in Midden-Java. In die streek hadden de Japanners het laatste jaar van de oorlog duizenden van hun gevange nen bijeengebracht. Zo was Kamp Ambarawa op een vlakte in de buurt van Semarang een combinatie van ongeveer tien verschilende kampen, meest voor vrouwen en kinderen. 'Patience and bluff (geduld en bluf) luidt Groens typering voor die 'Brit se' tijd, waarin overwinnaars en overwonnenen betrekkelijke begrip pen waren. Admiraal lord Louis Mountbatten, de Britse bevelhebber in Zuid-Oost Azië, toonde zich niet zo gretig om de hem in Potsdam toebedeelde taak uit te voeren. Mountbatten kreeg van zijn regering opdracht zo snel moge lijk troepen naar Indië te sturen. Hij moest zich verder bezighouden met de verzorging van krijgsgevangenen en geïnterneerden, met de afhande ling van de Japanse capitulatie en hij moest voorbereidingen treffen om het gebied aan de Nederlandse auto riteiten over te dragen. De Britse admiraal stond voor een zeer moeilijke taak. Hij had schaarse middelen tot zijn beschikking, ter wijl zijn superieuren wilden dat er haast gemaakt werd met de demobi lisatie in het gigantische gebied dat onder Brits bevel stond. De Britse kolonies moesten daarbij voorrang hebben. Het grootste probleem was het gebrek aan scheepsruimte. Mountbatten besloot dat het landen van troepen op Java een lage priori teit had. Daardoor duurde het tot eind september 1945 voor de eerste Britse troepen, ter sterkte van een Brits-Indische divisie op Java land den. De militairen waren Gurkha's van eenheden met exotische namen als Punjab Regiment en Regiment Hyderabad. Ze hadden een respecta bele staat van dienst opgebouwd in Birma. De eerste stap naar hulp voor de 150.000 geïnterneerden in Indië was, dat de Britten teams parachutisten formeerden die bij de voornaamste 'jappenkampen' op Java en Sumatra werden neergelaten. Ze moesten de RAPWI (Relief and Aid for Prisoners of War and Internees) op poten zetten ten behoeve van hulp aan krijgsge vangenen en geïnterneerden. De RAPWI wist allengs aan daadkracht en invloed te winnen en werd later een belangrijk instrument ten behoe ve van de hulp aan de (ex)geïnter- neerden. In afwachting van de komst van de militaire eenheden kregen de over wonnen Japanners de opdracht om de status-quo te handhaven; min of meer op te treden als zaakwaarnemer van de geallieerden. Ze dienden te zorgen voor law and order en werden Een patrouillerende kolonne Britse tanks in Batavia passeert een tram met nationalistische In donesische leuzen. foto's riod Volgende week is het vijftig jaar geleden dat Indonesië eenzijdig de onafhankelijk heid uitriep. Die onafhankelijkheidsverkla ring was het begin van het einde van de ko lonie Nederlands Indië. Dezer weken beste den we regelmatig aandacht aan het toen malige Indië en het huidige Indonesië. niet ontwapend. De Japanse troepen mochten zich alleen overgeven aan daartoe gemachtigde geallieerde of ficieren. De feitelijke capitulatie van de Japanners in Nederlands-Indië werd als gevolg van een en ander op 18 september getekend. De Japanners hadden het met hun rol niet zo gemakkelijk. Ze wilden voor de veiligheid van hun eigen troepen zorgen, wensten geen ruzie met de Britten, maar hadden tevens ver plichtingen gemaakt tegenover de In donesische revolutie. Deze afweging van belangen en verplichtingen leid de tot een dubbelzinnig beleid. Ener zijds mochten nationalistische lei ders die tijdens de oorlog met de Ja panners hadden samengewerkt de onafhankelijke Republik Indonesia uitroepen. Anderzijds werd deze pro clamatie niet erkend. Voor de mensen in de vrouwen en jongenskampen werd onze kerheid op onzekerheid gesta peld. Het gezag kon hen alleen afdoende beschermen als ze in de kampen bleven of terugkeerden. Juist diezelfde gehate Japanners stonden met de wapens in de vuist voor de kamppoorten, ditmaal om de geïnterneerden te beschermen tegen de gevaren van buitenaf. De Britten gingen niet verder dan het instellen van veilige zones. De meeste Japanse militairen en burgers stelden zich veilig voor het nationalistische geweld door zichzelf te interneren in kampen en steden. De ordebewaking lieten ze aan kleine eenheden over; nota bene de kempeitai, de Japanse militaire politie, die zich tijdens de bezettingsjaren gehaat had gemaakt. Het was eerder een stemming van 'redde wie zich redden kan'. Het ge vaar kwam van de kant van allerlei republikeinse groeperingen. Bersiap (ontwaakt) en Merdeka (Vrijheid) waren de strijdkreten van de natio nalisten, pemuda's, de peloppers en de extremisten zoals ze werden ge noemd. Gevechtsgroepen, bestaande uit me rendeels jonge mannen die soms uit gerust waren met wapens die van de Japanners afkomstig waren. De ene keer zeer ongeregeld van samenstel ling van aard, de andere keer met een opleiding van de Japanners achter zich, zoals voor het Indonesische Vei- ligheidsleger (TKR) gold. Soms was hun bewapening weinig meer dan de roentjing, de gevreesde aangepunte bamboestok. Bersiap staat voor velen ook voor brandstichtingen en moord partijen. De revolutie kraaide en al wat Nederlands was leek te moeten worden verdelgd. Uit het dagboek (een van de vele die uit de vrouwen- en kinderkampen overbleven) van het Nederlandse meisje Sonja Paardekooper blijkt het onbegrip over de situatie zoals veel mensen die gevoeld zullen hebben. Het 15-jarige meisje schreef: „En ze laten ons hier maar verrekken, onze rot regering. Want er is weer oorlog. De Indonesiërs hebben de oorlog ver klaard aan de Europeanen, de Blan da-Indo's (indo-europeanen, WW) en de Ambonezen. Ze beginnen nu weer met alle mannen op te pikken. Wij zullen ook wel weer aan de beurt ko men. Waarom? Hebben wij dan geen recht van bestaan meer? Hebben wij dit allemaal moeten meemaken om opgepikt te worden?" Wat de Paardekoopers deden heette bolossen, spijbelen. Kampbewoners deden dat, omdat ze graag naar huis wilden, of niet weer een verjaardag achter het gedek (omheining) wilden vieren. De Britten hadden het verboden, om dat het gevaarlijk was en ze de men senmassa in bepaalde plaatsen wil den concentreren. Later zijn er zelfs kolonnes met vrachtauto's vol vluch telingen beschoten die daardoor ge dwongen werden terug te keren naar de kampen. De Britse evacuatieplannen werden vanaf 28 september uitgevoerd. Voor 1860 mensen uit Ambarawa werden beveiligde wijken in Soerabaja inge richt. Veel verder kwam men niet, want 2 oktober gaven de Japanners in de havenstad hun machtsmiddelen over aan de Indonesiërs en kon de veiligheid van de treintransporten niet langer gegarandeerd worden. In Soerabaja zou later die maand de hel pas echt losbarsten. Het meisje Paardekooper was met haar moeder uit het internerings kamp weggelopen toen het nieuws van de Japanse capitulatie hen be reikt had. Dat was op 23 augustus in kamp Banjoebiroe in de vlakte van Amba rawa, waar ze sinds 15 mei '45 ver bleven. Daarvóór hadden Sonja en haar moeder een lijdensweg langs andere interneringskampen ge- maakt.Toen Sonja Paardekooper de boven aangehaalde regels schreef, stond de kalender op 15 oktober 1945. Over de 'bevrijding' had ze ge meld: „Ik had het me zo anders voor gesteld. Ik had gedacht, dat er een Amerikaan zou komen en dat we on der geleide naar huis zouden gaan. Hoe heel anders kwam alles uit." Op 28 oktober schrijft Sonja Paarde kooper in haar dagboek ondermeer: „Opeens werd ik opgeschrikt door een stel vrachtauto's. Nu komen er vaak genoeg vrachtauto's van het 'In donesische leger' voorbij, dus dat is heel gewoon. Maar op deze vrachtau to's zaten geen Indonesiërs, maar Brits-Indiërs. De langverwachte be zetting! Ze waren pikzwart en ge kleed in groen khaki en op elke vrachtauto zat een lange Engels man." De Japanners stonden ook toe dat de Indonesiërs het bestuur geleidelijk overnamen en soms droegen ze daar zelfs hun wapens aan over. Geduren de de week of zes na 15 augustus kre gen de Indonesiërs zo kostbare tijd om hun macht te ontplooien. Professor Groen beschrijft de vele conflicten tussen Japan ners en Indonesiërs. Daarbij zijn aan beide zijden nog veel doden gevallen. Zo vocht van 14 tot 19 oktober een bataljon onder com mando van de Japanner Kido in Se marang een bloedig oorlogje uit. De dag was begonnen met het gevangen zetten van 2700 (ex-geïnterneerde) Indo-Europeanen, Ambonezen, Ja panse functionarissen door Indonesi sche politie-ambtenaren en jonge ex tremisten. Ze verbraken de verbin dingen tussen de stad en het Japanse garnizoen aan de zuidzijde van Se marang. Commandant Kido kwam aanvanke lijk een eind aan de vijandelijke eisen tegemoet, waarbij hij ondermeer toe liet dat een aantal van zijn mannen ontwapend werd. Toen de nationalis ten die nacht het munitiedepot van zijn kazerne in brand staken, besloot Kido zich niet over te geven maar de handschoen op te nemen. Prof. Groen ziet als mogelijk motief voor zijn reactie, dat de geallieerden het Kido niet in dank zouden afnemen als hij de tienduizend geïnterneerden in de stad (meest vrouwen en kinderen) aan hun lot overliet. De kleine eenheid van Kido stond te genover een overmacht van driedui zend Indonesiërs, maar gaandeweg groeide zijn groep aan doordat elke bevrijde Japanner de wapens opnamr Ook de pemuda's stroomden vanuit de verre omgeving naar het slagveld toe. Pas op 19 oktober had Kido de strijd in Semarang definitief beslist. Alle gevangen Europeanen waren nog in leven, maar om Kido's optre den te wreken hadden de opstande lingen tenminste 99 Japanners op soms gruwelijke wijze omgebracht. Aan Nederlandse kant kwamen drie mensen om. Onder de Indonesiërs wordt het aantal gesneuvelden ge schat op tweeduizend, andere bron nen komen niet verder dan driehon derd doden. Er volgde nog een twee de slag om Semarang. Toen vochten Japanners en Britten zij aan zij tegen de Indonesische extremisten. Britten hadden de beschikking o een kleine luchtmacht in devoid zes Thunderbolts. Dat was rond| november. De met de strijd g gaande zuivering verliep rig De Britten vernietigden een aa kampongs waar zich nog groepen; wapende Indonesiërs ophielden.) gens Britse bronnen sneuvelde: totaal vier Brits-Indiërs en ruim li derd Indonesiërs. Ook in en Surabaja is zwaar gevochten.I name aan de laatste stad beivai Britten bittere herinneringen,: de Indonesiërs er de 'Nationale I dendag' vieren. Een van van die slag was aan nationa kant Roeslan Abdulgani (81). hl recent van de hand van Schuuring verschenen boek '1 Abdulgani. De man die bleef',vei hij dat de strijd van 24 dageninoij ber en november ruim twintigr zend doden heeft naar zijn schatting 16. nesische kant. „De bevolking vaij stad heeft het aangedurfd, voren een rationele afwegi ken, dertigduizend Engelsen straatgevechten te weerstaan, Abdulgani die 'Surabaja' heH noemt van 'hóe stevig algemeen verbreid ons nation was'. Een verklaring voor het mindere gedrag van op hol geslagen jong heeft Abdulgani ook. Hij noemt' 'het ongecontroleerde gedrag v^J verzamelde gepeupel in met de angst de nieuw vei*] macht te verliezen. Het gaf de re® tie een hysterische ondertoon weet ook dat sommige 'Nedera' en Eurazische vijanden wd overgeleverd aan 'het gepen werden neergeknuppeld of aai ken gespietst'. In 1946 werd de situatie nog strijdiger toen Britten en Indo® samen de operatie POPDA zetten met het doel Japanse m J ren en ex-geïnterneerden te em ren. Andere legeronderdelen o ten elkaar nog hevig. Tussen aw juli '46 werden 69.810 Japai® wapend en vervolgens in schep] gevoerd. Ook daarbij vielen want de Japanners weigerden.' enkel geval hun wapens aan siërs af te staan. De transporten van Nede'j1 se kampbewoners en 6 genen gaven een nee beeld te zien. Hierbij het Indonesische (TKR) in sommige schermer optreden tegen kende (stelende en moor''i genoten. Naar schatting 45. sen zijn daar veilig doorhe^ men, want voor zover beke bij deze trein- en tru*'r'eva(l geen doden gevallen. Hun nam tot juni 1947 in beslag. LOLG VAN ZOMERGIDS 1 racura, de docent Engels, schudde m'n hand en zei dat hij zich niet meer herin- Jnerde dat hij' me drie jaar <1 den uit z'n kantoor had gegooid, n t heb ik met zoveel mensen ge- Emlachte hij, „Dan raak je de tel L?t" Macura was nu alleen nog Wementslid, maar z'n radicale Lsn waren nog hetzelfde, here keer als ik Knin bezocht, ging even bij Macura langs. We dron- n koffie en praatten over de Kraji- en tapten schunnige moppen W gacura een groot liefhebber n was. Hij was Serviër, dat zeker, r Macura was ook niet gek. Hij yd vaak op Serviërs. Hij zei dat 'altijd onderling ruzie hadden en waren en n0oit wilden werken. 'herhaalde de mop die een Serviër fin Belgrado had verteld over de 'meende luiheid onder de Ser- masturbeert een Serviër zich," Zt ik aan Macura, die al begon te jnniken. ■lij graaft een gat m de grond, 'ekt z'n lid erin en wacht op de ijlbeving," zei ik. jcura sloeg dubbel. Ha, ha, ha, L hij voor vijf minuten. En toen {daarna in m'n auto stapten, reden j richting de Servische frontlinies idom de aangrenzende moslim- Bave Bihac. Op weg naar Bihac aide Macura steeds dat hij wacht- de aardbeving. „Waiting for a earthquake, we're just waiting ithe earthquake!De sfeer in de jtowerd hoe langer hoe beter. Ma- _a tapte moppen en terwijl we met a noodvaart over de smalle Kraji- 1-wegen suizden, haalden we een 'ote, blauwe Mercedes in die onder jlitiebegeleiding over de weg reed, 'latwas Martic!," schreeuwde Ma- i op hilarische toon, wijzend op j man op de achterbank van de rcedes. We waren net de auto met irin de president van de Krajina Sorbij gestoven en Macura vond het lemaal prachtig. rderop vertelde Macura dat hij a groot liefhebber was van Engelse en veel literatuur thuis had tyat is uw favoriete schrijver?," >eg ik Macura. flemingway natuurlijk," ant- lorddehij. ban hebben we dezelfde smaak," li ik. la, Hemingway is prachtig," zei jacura. daarom eigenlijk?," vroeg ik. te leeft als je Hemingway leest. Die palen, prachtig. En altijd een eurig einde. Altijd. 'On ima jaja', 'ij heeft tenminste ballen aan z'n lacura's voordeur van z'n huis op ederde verdieping van de straat in fct centrum van Knin stond open. Kt halletje lag bezaaid met meubi- en omvergetrokken kasten, gels waren kapot, kleding lag aid over de vloer. De televisie in woonkamer stond er nog en de ïaos in de keuken viel wel mee. Ma- ira zelf was er niet. Vanzelfspre- fend. Want een dag voor de Kroati- :ke aanval op Knin, maakte Macura kl uit van de Servische delegatie It de Krajina die in Genève onder ping van bemiddelaar Stoltenberg p de Kroaten onderhandelde over 1 laatste mogelijkheid om de na- frende oorlog te vermijden. Toen ik wde dat Macura in Genève onder- Pelde met de Kroaten, vreesde ik Pet ergste. Want Macura had 'bal- 1 en iemand met ballen deed geen joncessies. „Wij eten liever gras dan T ,^ee^ uit gaan maken van wië,had Macura weieens tegen N Macura in Genève, had zijn alleen moeten vertrekken y de Kroaten er aankwamen. Ze phter moeten laten, want '.vee' hjd hebben de Serviërs in M niet gehad. sen de rotzooi in het huis, vond ik L r5 s legerboekje, een paar oude m men z n Pariementskaart. Tegen Itanauur, stond een donker, houten LreUbel- Macura's boeken i n!!ier no® *n' siechts enkele wa mt: l 81:0110 gegooid. Omdat het ton kv leger toestemming gaf pL n. hechts een uur lang te be- ilstni'v? 'k snel naar de titels. ütz»r uatherine Mansfield, Kafka, LtAustralische poëzie, Ser- ioeken .tratuur- Ik pakte een paar die i„ et wandmeubel en stop- frfiS b„0ek was een Handbook mte wiï - £mmar' een volgende ierde heJt £?gles over Serbia, de 'fter Str, Garden Party and fc' Van Katherine Mans- besloot om de documenten ierii a?n de muur hangend pen, zodat", doeken mee te ne- Ngradn -?e wellicht ergens in ren' Vlak v3" ¥ac;ura kan terugge- ®a's vm-i-"0 at vertrok uit Ma- ara s Vpriat„, K vertroK uit Ma- dikke v™ ^Uis' viel m'n °°g °P h iy0r,agelse pocket. Het was loorhews. vheif/or,j "seis bekend» da inhrmtf We ort Story- Toen Iat Macum ®°.PSave bekeek, zag ik 'erhaal hari een P°tiood een kort tan omcirkeld iw„ j n/r„„ I Bronnen: Achter het 9^'ÏÏoilM de 13-jarige Sonja Paardek P^J Ambarawa: eigen uitgaf oo'ï boek van het RUk,sin5ffi?m Roef' documentatie in AmsterMJ^ C dulgani. De man die "leafcl, t Schuuring, uitg. Waning Patience and bluff van P™ verschenen in Mededeling re geschiedenis Landmach •eri: „ZÓ*aTsU=nlle.st°n4 er leschre ploggh t K 51 6 „oek °Pen op pagina 208 Bi ter int k oj k- oductie l r ai. i V-i. gCOLlUC- alle verhalen van He- de risirn'c l bier over de pijn 'delijke verv" Ieven en het uit- lan bezit." 16S van aHes dat een

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 26