Zomer-Gids
Een nieuw
herexamen
voor Adam
Hemingway in
de Krajina
DE STEM
«STEM
Bevrijdingsdag hebben de Neder
landers en de Indo-Europeanen in
het voormalige Nederlands-Indië
nooit gevierd. Op 5 mei niet, omdat
toen in hun land de oorlog nog niet
was afgelopen. Ook niet toen het
Japanse Rijk op 15 augustus 1945
capituleerde (wat de meeste geïn
terneerden pas een week later
hoorden). En al helemaal niet toen
twee dagen later de Republiek In
donesië werd uitgeroepen.
De Japanse
bezetting ging over
in de Bersiap:
maanden vol
moorden en terreur
•SEN INDIË
INDONESIË
Pas in juni 1947
verliet de laatste
Nederlander
een Indisch
interneringskamp
^CSansdieersens°pde
h»^ickm-MyoidMan
ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1995
Indië kende geen bevrijd in
Langzamerhand zie je ze allemaal terug
komen, de jongens en meisjes die ver van
huis de zomer van hun leven hebben be
leefd. Er zijn er heel wat die een soort
jungle-ziekte hebben opgelopen. Ze pra
ten met schorre stem, sluiten zich met
een krat bier op in hun kamer en koeste
ren hun vakantie-kater. Arme ouders,
woede helpt niet en begrip nog minder.
Met Jan ligt het een beetje anders. Jan
heeft een herretje. Met nagloeiende
schouders en een vervellende neus buigt
hij zich over een herexamen biologie. Ze
hebben het er in de tent aan de Costa
Brava met z'n allen wel vaak over gehad,
maar dat ging dan meestal over het deel
onderwerp voortplanting. Verder heeft
Jan er niets aan gedaan.
Nu hoort hij dat dit jaar een nieuw thema
op het programma staat en dat stemt
hem helemaal ellendig. Ze kunnen hem
op het examen vragen stellen over de
evolutietheorie. Dat schijnt politiek Den
Haag zo te willen. Christelijke scholen
hebben het liever niet, want zij vinden
datje in de Bijbel moet geloven en niet in
de evolutie.
Jan zet een bandje met Nirvana op en
zoekt in het woordenboek het woord
'evolutie' op. Ontwikkeling. Hij moet op
eens denken aan de foto's die ze in Span
je gemaakt hebben. Die moeten nodig
ontwikkeld worden, want dat wordt la
chen, Ze moeten het rolletje natuurlijk
niet naar die zaak brengen die de foto's
van Dutchbat heeft ontwikkeld, want van
die kiekjes in Bosnië is geen snars overge
bleven. Zo zie je maar weer: ontwikkelen
is een vak apart.
Ze zullen toch geen vragen stellen over
de stoffen die gebruikt worden bij het
ontwikkelen van filmrolletjes? Dat is ver
domme scheikunde. Of gaan ze lekker ac
tueel doen en vragen stellen over hoe
mensen elkaar afslachten. Over etnische
zuiveringen misschien. Jan weet niet wat
hij daar mee aan moet. In Bonsië is alles
zo in-gewikkeld dat het waarschijnlijk
nooit meer ont-wikkeld kan worden.
Op de televisie hoort Jan dat over die
evolutie-theorie heel wat te doen is. Het
vorige kabinet hield de evolutie buiten
het examen, omdat het CDA er moeite
mee had. De CDA-achterban is heel ge
lukkig met de Schepping en kan niks met
het verhaal van de aap die rechtop ging
lopen en mens werd. Wat moet Jan zeg
gen als hem gevraagd wordt wie Adam
was? De oudste zoon van een vooruitstre
vende aap of de eerste mens die God op
aarde uitprobeerde?
Sommigen mensen zeggen dat dat paar
se kabinet er alleen maar gekomen is om
buiten het CDA om de schepping uit te
gummen. Mannen als Van Mierlo en Bol-
kestein lezen veel te veel boeken. Ze vin
den Genesis waarschijnlijk niet literair ge
noeg en zijn zo arrogant te. denken dat
ze het zelf veel beter kunnen. Nu zorgen
ze er voor dat vrolijke, levenslustige jon
gens als Jan hun vakantie moeten opoffe
ren aan apen en oude botten. Terwijl
apen eigenlijk thuishoren in leuke die
renfilms van de EO.
Okee, die ontwikkel-centrale verdoezel
de de feiten in Bosnië, zoals de ontwikke
lingstheorie de Schepping onbruikbaar
maakt. Maar Jan heeft ook geleerd dat
ontwikkelingshulp iets goeds is. Zo help
je hele arme mensen. Hij komt er niet uit.
Waarom komen ze in de Tweede Kamer
juist in de zomer met dit soort geintjes?
Jan kijkt uit het raam van zijn kamer. De
dagen worden al iets korter. Er zit droef
heid in het stervende oranje van de zon.
Het nieuwe schooljaar komt elke dag iets
dichterbij. Jan gaat door de knieën. Jan
vouwt zijn handen. Hij hoopt dat nie
mand hem zo ziet. Hij bidt, hij vraagt
steun om door het examen te komen.
Dit verhaal ontwikkelt zich naar een
mooie climax, want het gebed van Jan
wordt verhoord. Jan komt zonder kleer
scheuren door het herexamen. God heeft
dus niks tegen die evolutie-theorie. Dat
mag best van hem. Trouwens, hij heeft de
evolutie zelf ontworpen. Lang geleden,
ver voordat het christendom werd opge
richt.
In feite ging de oorlog, die in
maart L942 begon met de Ja
panse invasie, er gewoon door.
Winnaars en verliezers kregen
alleen andere rollen. Indië was
een speelbal geworden in han
den van de internationale grootheden
Amerika en Engeland en Nederland
zelf diende zich op een afstand te
houden. In het eilandenrijk brak te
gelijkertijd de nieuwe dag van het
nationalisme aan. Al wat Nederlands
of Nederlands gezind was stond met
een na de Japanse nederlaag voor een
nieuwe periode van angst en terreur,
gevechten en moord. Voor velen
kwam er nog geen eind aan de gevan
genschap in de interneringskampen;
nieuwe kampen ontstonden zelfs. De
Japanners werden niet eens ontwa
pend, omdat ze bij gebrek aan een ge
allieerde legermacht, voor law and
order moesten zorgen.
Door Wim Wormser
Het was een verwarrende periode
van no peace-no war (geen vrede
maar ook geen oorlog, zoals de Brit
ten zeiden). Ze duurde zeker tot
maart 1946 en ging enkele maanden
later over in de periode van de Poli
tionele Acties, waarin Nederland
massaal troepen zond om de revolu
tie te onderdrukken. Pas in juni 1947
(bijna twee jaar na de 'onbevrijding')
verliet de laatste Nederlander een in
terneringskamp.
De maanden van verwarring zijn veel
minder belicht dan de jaren van de
politionele acties. Terwijl de toen
ontstane woede en frustraties van de
Nederlanders van invloed moeten
zijn geweest op de houding van de
mensen in die, de afgelopen maanden
weer zo omstreden, periode '46-49.
De geallieerden hadden in juli
'45 (conferentie van Potsdam,
waar de capitulatie van Ja
pan werd voorbereid) be
paald dat Groot-Brittannië in dit
deel van Zuidoost-Azië het comman
do zou voeren. Het nam dit per 15 au
gustus over van de Amerikanen.
Groot-Brittanië zou dus eveneens het
vredesproces begeleiden. Nederland
had zich gebonden aan de overeen
komsten - de zogenaamde civil af
fairs agreements - met de Amerika
nen en de Britten. Hierbij was aan de
geallieerde opperbevelhebbers, Ma-
cArthur en Mountbatten, zeer uitge
breid volmacht verleend om in de
eerste periode na de bevrijding maat
regelen te treffen. De Nederlandse en
de Nederlands-Indische regering
konden dus niet zelfstandig optre
den. Samen met wat er van het Ko
ninklijk Nederlands Indisch Leger
(Knil) over was, keek gouverneur
Van Mook en zijn regering vanuit de
Australische stad Brisbane werkloos
toe. Pas in maart 1946 stonden de
Britten toe dat een Nederlandse com
pagnie op Java landde.
Nog erger was de werkloosheid
waartoe al die duizenden Nederland
se mannen waren gedoemd die door
de geallieerden uit krijgsgevangen
schap waren bevrijd. In opvangkam
pen buiten Indië (Bangkok, Manilla,
Singapore) moesten ze maanden op
de terugkeer naar huis en haard
wachten, want voor hun transport
waren geen middelen aanwezig.
In de dagen die volgden op de capitu
latie van Japan op 15 augustus gin
gen de interneringskampen en ge
vangenissen open. Voor de bewoners
ging dat vaak zo'n beetje en-passant:
ineens bleken de Japanse bewakers
aan de poort weg te zijn. Soms werd
de Japanse kampleiding per vanuit
Britse vliegtuigen verspreide pam
fletten op de hoogte gesteld van de
capitulatie. Het Engelse leger, waar
aan de macht was overgedragen, was
in geen velden of wegen te bekennen.
Anderzijds was er de dreiging van de
Indonesische revolutie waarvan tij
dens de Japanse bezetting de kiem
was gelegd.
De historica prof. dr. Petra Groen
heeft een studie gemaakt van de pe
riode augustus-december 1945, met
name van de Britse activiteiten in
Midden-Java. In die streek hadden
de Japanners het laatste jaar van de
oorlog duizenden van hun gevange
nen bijeengebracht. Zo was Kamp
Ambarawa op een vlakte in de buurt
van Semarang een combinatie van
ongeveer tien verschilende kampen,
meest voor vrouwen en kinderen.
'Patience and bluff (geduld en bluf)
luidt Groens typering voor die 'Brit
se' tijd, waarin overwinnaars en
overwonnenen betrekkelijke begrip
pen waren.
Admiraal lord Louis Mountbatten,
de Britse bevelhebber in Zuid-Oost
Azië, toonde zich niet zo gretig om de
hem in Potsdam toebedeelde taak uit
te voeren. Mountbatten kreeg van
zijn regering opdracht zo snel moge
lijk troepen naar Indië te sturen. Hij
moest zich verder bezighouden met
de verzorging van krijgsgevangenen
en geïnterneerden, met de afhande
ling van de Japanse capitulatie en hij
moest voorbereidingen treffen om
het gebied aan de Nederlandse auto
riteiten over te dragen.
De Britse admiraal stond voor een
zeer moeilijke taak. Hij had schaarse
middelen tot zijn beschikking, ter
wijl zijn superieuren wilden dat er
haast gemaakt werd met de demobi
lisatie in het gigantische gebied dat
onder Brits bevel stond. De Britse
kolonies moesten daarbij voorrang
hebben. Het grootste probleem was
het gebrek aan scheepsruimte.
Mountbatten besloot dat het landen
van troepen op Java een lage priori
teit had. Daardoor duurde het tot
eind september 1945 voor de eerste
Britse troepen, ter sterkte van een
Brits-Indische divisie op Java land
den. De militairen waren Gurkha's
van eenheden met exotische namen
als Punjab Regiment en Regiment
Hyderabad. Ze hadden een respecta
bele staat van dienst opgebouwd in
Birma.
De eerste stap naar hulp voor de
150.000 geïnterneerden in Indië was,
dat de Britten teams parachutisten
formeerden die bij de voornaamste
'jappenkampen' op Java en Sumatra
werden neergelaten. Ze moesten de
RAPWI (Relief and Aid for Prisoners
of War and Internees) op poten zetten
ten behoeve van hulp aan krijgsge
vangenen en geïnterneerden. De
RAPWI wist allengs aan daadkracht
en invloed te winnen en werd later
een belangrijk instrument ten behoe
ve van de hulp aan de (ex)geïnter-
neerden.
In afwachting van de komst van de
militaire eenheden kregen de over
wonnen Japanners de opdracht om
de status-quo te handhaven; min of
meer op te treden als zaakwaarnemer
van de geallieerden. Ze dienden te
zorgen voor law and order en werden
Een patrouillerende kolonne
Britse tanks in Batavia passeert
een tram met nationalistische In
donesische leuzen. foto's riod
Volgende week is het vijftig jaar geleden
dat Indonesië eenzijdig de onafhankelijk
heid uitriep. Die onafhankelijkheidsverkla
ring was het begin van het einde van de ko
lonie Nederlands Indië. Dezer weken beste
den we regelmatig aandacht aan het toen
malige Indië en het huidige Indonesië.
niet ontwapend. De Japanse troepen
mochten zich alleen overgeven aan
daartoe gemachtigde geallieerde of
ficieren. De feitelijke capitulatie van
de Japanners in Nederlands-Indië
werd als gevolg van een en ander op
18 september getekend.
De Japanners hadden het met hun rol
niet zo gemakkelijk. Ze wilden voor
de veiligheid van hun eigen troepen
zorgen, wensten geen ruzie met de
Britten, maar hadden tevens ver
plichtingen gemaakt tegenover de In
donesische revolutie. Deze afweging
van belangen en verplichtingen leid
de tot een dubbelzinnig beleid. Ener
zijds mochten nationalistische lei
ders die tijdens de oorlog met de Ja
panners hadden samengewerkt de
onafhankelijke Republik Indonesia
uitroepen. Anderzijds werd deze pro
clamatie niet erkend.
Voor de mensen in de vrouwen
en jongenskampen werd onze
kerheid op onzekerheid gesta
peld. Het gezag kon hen alleen
afdoende beschermen als ze in de
kampen bleven of terugkeerden.
Juist diezelfde gehate Japanners
stonden met de wapens in de vuist
voor de kamppoorten, ditmaal om de
geïnterneerden te beschermen tegen
de gevaren van buitenaf.
De Britten gingen niet verder dan het
instellen van veilige zones. De meeste
Japanse militairen en burgers stelden
zich veilig voor het nationalistische
geweld door zichzelf te interneren in
kampen en steden. De ordebewaking
lieten ze aan kleine eenheden over;
nota bene de kempeitai, de Japanse
militaire politie, die zich tijdens de
bezettingsjaren gehaat had gemaakt.
Het was eerder een stemming van
'redde wie zich redden kan'. Het ge
vaar kwam van de kant van allerlei
republikeinse groeperingen. Bersiap
(ontwaakt) en Merdeka (Vrijheid)
waren de strijdkreten van de natio
nalisten, pemuda's, de peloppers en
de extremisten zoals ze werden ge
noemd.
Gevechtsgroepen, bestaande uit me
rendeels jonge mannen die soms uit
gerust waren met wapens die van de
Japanners afkomstig waren. De ene
keer zeer ongeregeld van samenstel
ling van aard, de andere keer met een
opleiding van de Japanners achter
zich, zoals voor het Indonesische Vei-
ligheidsleger (TKR) gold. Soms was
hun bewapening weinig meer dan de
roentjing, de gevreesde aangepunte
bamboestok. Bersiap staat voor velen
ook voor brandstichtingen en moord
partijen. De revolutie kraaide en al
wat Nederlands was leek te moeten
worden verdelgd.
Uit het dagboek (een van de vele die
uit de vrouwen- en kinderkampen
overbleven) van het Nederlandse
meisje Sonja Paardekooper blijkt het
onbegrip over de situatie zoals veel
mensen die gevoeld zullen hebben.
Het 15-jarige meisje schreef: „En ze
laten ons hier maar verrekken, onze
rot regering. Want er is weer oorlog.
De Indonesiërs hebben de oorlog ver
klaard aan de Europeanen, de Blan
da-Indo's (indo-europeanen, WW) en
de Ambonezen. Ze beginnen nu weer
met alle mannen op te pikken. Wij
zullen ook wel weer aan de beurt ko
men. Waarom? Hebben wij dan geen
recht van bestaan meer? Hebben wij
dit allemaal moeten meemaken om
opgepikt te worden?"
Wat de Paardekoopers deden heette
bolossen, spijbelen. Kampbewoners
deden dat, omdat ze graag naar huis
wilden, of niet weer een verjaardag
achter het gedek (omheining) wilden
vieren.
De Britten hadden het verboden, om
dat het gevaarlijk was en ze de men
senmassa in bepaalde plaatsen wil
den concentreren. Later zijn er zelfs
kolonnes met vrachtauto's vol vluch
telingen beschoten die daardoor ge
dwongen werden terug te keren naar
de kampen.
De Britse evacuatieplannen werden
vanaf 28 september uitgevoerd. Voor
1860 mensen uit Ambarawa werden
beveiligde wijken in Soerabaja inge
richt. Veel verder kwam men niet,
want 2 oktober gaven de Japanners
in de havenstad hun machtsmiddelen
over aan de Indonesiërs en kon de
veiligheid van de treintransporten
niet langer gegarandeerd worden. In
Soerabaja zou later die maand de hel
pas echt losbarsten.
Het meisje Paardekooper was met
haar moeder uit het internerings
kamp weggelopen toen het nieuws
van de Japanse capitulatie hen be
reikt had.
Dat was op 23 augustus in kamp
Banjoebiroe in de vlakte van Amba
rawa, waar ze sinds 15 mei '45 ver
bleven. Daarvóór hadden Sonja en
haar moeder een lijdensweg langs
andere interneringskampen ge-
maakt.Toen Sonja Paardekooper de
boven aangehaalde regels schreef,
stond de kalender op 15 oktober
1945. Over de 'bevrijding' had ze ge
meld: „Ik had het me zo anders voor
gesteld. Ik had gedacht, dat er een
Amerikaan zou komen en dat we on
der geleide naar huis zouden gaan.
Hoe heel anders kwam alles uit."
Op 28 oktober schrijft Sonja Paarde
kooper in haar dagboek ondermeer:
„Opeens werd ik opgeschrikt door
een stel vrachtauto's. Nu komen er
vaak genoeg vrachtauto's van het 'In
donesische leger' voorbij, dus dat is
heel gewoon. Maar op deze vrachtau
to's zaten geen Indonesiërs, maar
Brits-Indiërs. De langverwachte be
zetting! Ze waren pikzwart en ge
kleed in groen khaki en op elke
vrachtauto zat een lange Engels
man."
De Japanners stonden ook toe dat de
Indonesiërs het bestuur geleidelijk
overnamen en soms droegen ze daar
zelfs hun wapens aan over. Geduren
de de week of zes na 15 augustus kre
gen de Indonesiërs zo kostbare tijd
om hun macht te ontplooien.
Professor Groen beschrijft de
vele conflicten tussen Japan
ners en Indonesiërs. Daarbij
zijn aan beide zijden nog veel
doden gevallen. Zo vocht van 14 tot
19 oktober een bataljon onder com
mando van de Japanner Kido in Se
marang een bloedig oorlogje uit. De
dag was begonnen met het gevangen
zetten van 2700 (ex-geïnterneerde)
Indo-Europeanen, Ambonezen, Ja
panse functionarissen door Indonesi
sche politie-ambtenaren en jonge ex
tremisten. Ze verbraken de verbin
dingen tussen de stad en het Japanse
garnizoen aan de zuidzijde van Se
marang.
Commandant Kido kwam aanvanke
lijk een eind aan de vijandelijke eisen
tegemoet, waarbij hij ondermeer toe
liet dat een aantal van zijn mannen
ontwapend werd. Toen de nationalis
ten die nacht het munitiedepot van
zijn kazerne in brand staken, besloot
Kido zich niet over te geven maar de
handschoen op te nemen. Prof. Groen
ziet als mogelijk motief voor zijn
reactie, dat de geallieerden het Kido
niet in dank zouden afnemen als hij
de tienduizend geïnterneerden in de
stad (meest vrouwen en kinderen)
aan hun lot overliet.
De kleine eenheid van Kido stond te
genover een overmacht van driedui
zend Indonesiërs, maar gaandeweg
groeide zijn groep aan doordat elke
bevrijde Japanner de wapens opnamr
Ook de pemuda's stroomden vanuit
de verre omgeving naar het slagveld
toe. Pas op 19 oktober had Kido de
strijd in Semarang definitief beslist.
Alle gevangen Europeanen waren
nog in leven, maar om Kido's optre
den te wreken hadden de opstande
lingen tenminste 99 Japanners op
soms gruwelijke wijze omgebracht.
Aan Nederlandse kant kwamen drie
mensen om. Onder de Indonesiërs
wordt het aantal gesneuvelden ge
schat op tweeduizend, andere bron
nen komen niet verder dan driehon
derd doden. Er volgde nog een twee
de slag om Semarang. Toen vochten
Japanners en Britten zij aan zij tegen
de Indonesische extremisten.
Britten hadden de beschikking o
een kleine luchtmacht in devoid
zes Thunderbolts. Dat was rond|
november. De met de strijd g
gaande zuivering verliep rig
De Britten vernietigden een aa
kampongs waar zich nog groepen;
wapende Indonesiërs ophielden.)
gens Britse bronnen sneuvelde:
totaal vier Brits-Indiërs en ruim li
derd Indonesiërs. Ook in
en Surabaja is zwaar gevochten.I
name aan de laatste stad beivai
Britten bittere herinneringen,:
de Indonesiërs er de 'Nationale I
dendag' vieren. Een van
van die slag was aan nationa
kant Roeslan Abdulgani (81). hl
recent van de hand van
Schuuring verschenen boek '1
Abdulgani. De man die bleef',vei
hij dat de strijd van 24 dageninoij
ber en november ruim twintigr
zend doden heeft
naar zijn schatting 16.
nesische kant. „De bevolking vaij
stad heeft het aangedurfd,
voren een rationele afwegi
ken, dertigduizend Engelsen
straatgevechten te weerstaan,
Abdulgani die 'Surabaja' heH
noemt van 'hóe stevig
algemeen verbreid ons nation
was'.
Een verklaring voor het mindere
gedrag van op hol geslagen jong
heeft Abdulgani ook. Hij noemt'
'het ongecontroleerde gedrag v^J
verzamelde gepeupel in
met de angst de nieuw vei*]
macht te verliezen. Het gaf de re®
tie een hysterische ondertoon
weet ook dat sommige 'Nedera'
en Eurazische vijanden wd
overgeleverd aan 'het gepen
werden neergeknuppeld of aai
ken gespietst'.
In 1946 werd de situatie nog
strijdiger toen Britten en Indo®
samen de operatie POPDA
zetten met het doel Japanse m J
ren en ex-geïnterneerden te em
ren. Andere legeronderdelen o
ten elkaar nog hevig. Tussen aw
juli '46 werden 69.810 Japai®
wapend en vervolgens in schep]
gevoerd. Ook daarbij vielen
want de Japanners weigerden.'
enkel geval hun wapens aan
siërs af te staan.
De transporten van Nede'j1
se kampbewoners en 6
genen gaven een nee
beeld te zien. Hierbij
het Indonesische
(TKR) in sommige
schermer optreden tegen
kende (stelende en moor''i
genoten. Naar schatting 45.
sen zijn daar veilig doorhe^
men, want voor zover beke
bij deze trein- en tru*'r'eva(l
geen doden gevallen. Hun
nam tot juni 1947 in beslag.
LOLG VAN ZOMERGIDS 1
racura, de docent Engels,
schudde m'n hand en zei
dat hij zich niet meer herin-
Jnerde dat hij' me drie jaar
<1 den uit z'n kantoor had gegooid,
n t heb ik met zoveel mensen ge-
Emlachte hij, „Dan raak je de tel
L?t" Macura was nu alleen nog
Wementslid, maar z'n radicale
Lsn waren nog hetzelfde,
here keer als ik Knin bezocht, ging
even bij Macura langs. We dron-
n koffie en praatten over de Kraji-
en tapten schunnige moppen
W gacura een groot liefhebber
n was. Hij was Serviër, dat zeker,
r Macura was ook niet gek. Hij
yd vaak op Serviërs. Hij zei dat
'altijd onderling ruzie hadden en
waren en n0oit wilden werken.
'herhaalde de mop die een Serviër
fin Belgrado had verteld over de
'meende luiheid onder de Ser-
masturbeert een Serviër zich,"
Zt ik aan Macura, die al begon te
jnniken.
■lij graaft een gat m de grond,
'ekt z'n lid erin en wacht op de
ijlbeving," zei ik.
jcura sloeg dubbel. Ha, ha, ha,
L hij voor vijf minuten. En toen
{daarna in m'n auto stapten, reden
j richting de Servische frontlinies
idom de aangrenzende moslim-
Bave Bihac. Op weg naar Bihac
aide Macura steeds dat hij wacht-
de aardbeving. „Waiting for
a earthquake, we're just waiting
ithe earthquake!De sfeer in de
jtowerd hoe langer hoe beter. Ma-
_a tapte moppen en terwijl we met
a noodvaart over de smalle Kraji-
1-wegen suizden, haalden we een
'ote, blauwe Mercedes in die onder
jlitiebegeleiding over de weg reed,
'latwas Martic!," schreeuwde Ma-
i op hilarische toon, wijzend op
j man op de achterbank van de
rcedes. We waren net de auto met
irin de president van de Krajina
Sorbij gestoven en Macura vond het
lemaal prachtig.
rderop vertelde Macura dat hij
a groot liefhebber was van Engelse
en veel literatuur thuis had
tyat is uw favoriete schrijver?,"
>eg ik Macura.
flemingway natuurlijk," ant-
lorddehij.
ban hebben we dezelfde smaak,"
li ik.
la, Hemingway is prachtig," zei
jacura.
daarom eigenlijk?," vroeg ik.
te leeft als je Hemingway leest. Die
palen, prachtig. En altijd een
eurig einde. Altijd. 'On ima jaja',
'ij heeft tenminste ballen aan z'n
lacura's voordeur van z'n huis op
ederde verdieping van de straat in
fct centrum van Knin stond open.
Kt halletje lag bezaaid met meubi-
en omvergetrokken kasten,
gels waren kapot, kleding lag
aid over de vloer. De televisie in
woonkamer stond er nog en de
ïaos in de keuken viel wel mee. Ma-
ira zelf was er niet. Vanzelfspre-
fend. Want een dag voor de Kroati-
:ke aanval op Knin, maakte Macura
kl uit van de Servische delegatie
It de Krajina die in Genève onder
ping van bemiddelaar Stoltenberg
p de Kroaten onderhandelde over
1 laatste mogelijkheid om de na-
frende oorlog te vermijden. Toen ik
wde dat Macura in Genève onder-
Pelde met de Kroaten, vreesde ik
Pet ergste. Want Macura had 'bal-
1 en iemand met ballen deed geen
joncessies. „Wij eten liever gras dan
T ,^ee^ uit gaan maken van
wië,had Macura weieens tegen
N Macura in Genève, had zijn
alleen moeten vertrekken
y de Kroaten er aankwamen. Ze
phter moeten laten, want
'.vee' hjd hebben de Serviërs in
M niet gehad.
sen de rotzooi in het huis, vond ik
L r5 s legerboekje, een paar oude
m men z n Pariementskaart. Tegen
Itanauur, stond een donker, houten
LreUbel- Macura's boeken
i n!!ier no® *n' siechts enkele wa
mt: l 81:0110 gegooid. Omdat het
ton kv leger toestemming gaf
pL n. hechts een uur lang te be-
ilstni'v? 'k snel naar de titels.
ütz»r uatherine Mansfield, Kafka,
LtAustralische poëzie, Ser-
ioeken .tratuur- Ik pakte een paar
die i„ et wandmeubel en stop-
frfiS b„0ek was een Handbook
mte wiï - £mmar' een volgende
ierde heJt £?gles over Serbia, de
'fter Str, Garden Party and
fc' Van Katherine Mans-
besloot om de documenten
ierii a?n de muur hangend
pen, zodat", doeken mee te ne-
Ngradn -?e wellicht ergens in
ren' Vlak v3" ¥ac;ura kan terugge-
®a's vm-i-"0 at vertrok uit Ma-
ara s Vpriat„, K vertroK uit Ma-
dikke v™ ^Uis' viel m'n °°g °P
h iy0r,agelse pocket. Het was
loorhews. vheif/or,j "seis
bekend»
da inhrmtf We ort Story- Toen
Iat Macum ®°.PSave bekeek, zag ik
'erhaal hari een P°tiood een kort
tan omcirkeld iw„ j n/r„„
I Bronnen: Achter het 9^'ÏÏoilM
de 13-jarige Sonja Paardek P^J
Ambarawa: eigen uitgaf oo'ï
boek van het RUk,sin5ffi?m Roef'
documentatie in AmsterMJ^ C
dulgani. De man die "leafcl, t
Schuuring, uitg. Waning
Patience and bluff van P™
verschenen in Mededeling
re geschiedenis Landmach
•eri: „ZÓ*aTsU=nlle.st°n4 er leschre
ploggh t K
51 6 „oek °Pen op pagina 208
Bi ter int k oj
k- oductie l
r ai. i V-i. gCOLlUC-
alle verhalen van He-
de risirn'c l bier over de pijn
'delijke verv" Ieven en het uit-
lan bezit." 16S van aHes dat een