)E STEM
ilburg,
een
heerlijke rotstad
ALEN
OP!
HALLEN
lental Theo
SCHIJF
LEN
nn
;en entreekaart
statie 1995.
ALBERT WEST
..«nER LANDINWAARTS
Reptielenhuis
Bach-Cantates
Gershwin
OP REIS
BETSY GIJS -16
Art Blakey
fotovak
f jos bleijenbergh
I weststraat 32 axel tel. 0115 - 562093
zekerheid
Zoraertraktaties
Kleine winkeltjes
I IpJn C's een mee
nbi want route I00?*
en, kranen enz.
Str a vinski's
pianomuziek
Igor Stravinsky
daar zijn broer Ira Gershwin
voor de gezongen lyrics en de
oerengelse P. G. Wodehouse als
schrijver van het libretto.
Zoals gebruikelijk bij een
Gershwin-musical, leverde ook
Oh Kay! een aantal hits op, zo
als Someone to watch over me,
Maybe, Clap yo' hands en Do,
do, do. In de nu verschenen oor
spronkelijke versie horen we
een orkest van bescheiden af
metingen en een even beschei
den koor, Een belangrijke rol
spelen twee vleugels, die met of
zonder het orkest hun hoog
standjes verrichten.
MUZIEKRECENSIES
Zomer-Gids
DINSDAG 18 JULI 1995 DEEL
jfStephan Jongerius en Robert Dólle
Jende schrijvers van dit stuk begin jaren tachtig respec-
levelijk vanuit Eindhoven en Breda naar Tilburg ver
ijsden, overkwam ons hetzelfde. De naaste omgeving
reidde een indrukwekkende portie meewarigheid ten-
och gut.
mmm
Tilburg is lelijk, saai, onaantrek
kelijk; een beeld wat even hard
nekkig is als wijd verbreid. Un
less you're mad or desperate, the
re's no earthly reason why you'd
want to stay in Tilburg, schreef in
'92 The Rough Guide, een Engel
se reisgids. Wij zijn gebleven, en
weten inmiddels beter.
Wees niet bevreesd voor een ron
kend verhaal. Rivieren die zich
een weg meanderen langs stede
lijke oevers? Tilburg heeft alleen
een kaarsrecht kanaal. Keizerlij
ke paleizen? Ach, we hebben het
Paleis-Raadhuis waar Koning
Willem II verbleef, maar tot ly
riek kan het ons niet verleiden.
En tegenover sfeervolle steegjes
en idyllische grachtjes kunnen
wij slechts de Heuvelstraat in
brengen. Maar de 'Kalverstraat
van het Zuiden' is inmiddels net
zo afgezakt als het origineel.
Tilburg is geen stad waar je voor
valt, en dat overkwam ons des
tijds ook niet. Dat heeft alles te
maken heeft met de historie, of
liever het gebrek eraan. In den
beginne was er niet een stadskern
die rondom stukje bij beetje uit-
dijdde. De ontwikkeling was om
gekeerd. Tilburg groeide vanaf de
vroege middeleeuwen, vanuit een
aantal agrarische nederzettingen,
aaneen. Die herdgangen hadden
ieder him driehoekige weide
waarop 's avonds de schapen bij
elkaar werden gedreven en wer
den onderling verbonden door
landwegen.
Pas in de vorige eeuw legde de
huisnijverheid de basis voor een
bloeiende industriële textielstad.
Fabrikant en pastoor hadden er
volgens de overlevering een sterk
pact contra kruikezeikers (iedere
ochtend ging een volle kruik uri
ne mee naar het werk om de wol
voller te maken); de eerste hield
ze arm, de tweede dom.
De katholieken hier moeten van
een uitzonderlijk braaf gehalte
zijn geweest. Met kwartjes en
dubbeltjes spaarden talloze paro
chies hun eigen kerk bijeen, tot
dat de stad er volgens kenners
meer kubieke meter van had dan
Rome zelf. Aan deze periode dan
ken veel Tilburgers nog hun die
pe achtertuinen: voor periodes
dat de fabriek ze niet kon gebrui
ken, hadden ze altijd nog de
moestuin om van te leven.
Aan het centrum - daaraan ontle
nen mensen hun beeld van een
stad - is in Tilburg dus niet veel
ouds en fraais te ontdekken.
Maar dat wil niet zeggen dat we
niet heel wat interessante plekjes
hebben: u zult er alleen wat voor
moeten rijden. Textiel en clerus
hebben ondanks hun ineenstor
ting, respectievelijk zwaar ter-
reinverlies, bezienswaardige spo
ren nagelaten. In de Bokhamer
met z'n weverswoninkjes waan je
je in vorige eeuwen, evenals bij
de Hasseltse Kapel en rond de
kerk op de Schans. Ook de kapel
van onze eigen heilige Peerke
Donders is het bekijken waard.
De Frankische Driehoeken (in
modern jasje gepakt in oude
vorm hersteld) en de verbindende
oude linten op zich zijn vroeg
middeleeuwse historie.
Fraaie bouwwerken uit de tex-
tieltijd zijn bewaard gebleven
met nieuwe bestemmingen als
museum (Het Nederlands Tex
tielmuseum) of kunstcentrum
(Duvelhok, De Pontcentrum).
Hopelijk gaat nu met kerkelijke
gebouwen hetzelfde gebeuren.
Van de tientallen oude kloosters,
kapellen en kerken zijn/worden
er handenvol overbodig. Restau
raties van een voormalige RK
weeshuis tot wooncentrum voor
kunststudenten en van een kloos
terkapel tot geluidsstudio hebben
bewezen dat het kan.
Landkaarten
Tilburg is een heerlijke stad,
maar beweer het en je hebt veel
uit te leggen. Wat maakt die stad
zo aardig? Het is er prima wonen,
werken en studeren, kunnen we
naar eer en geweten melden. De
voorzieningen zijn per saldo vaak
net beter dan elders. Negatief
springt alleen het winkelen er uit.
Wij weten weliswaar alles te vin
den wat we nodig hebben. En we
horen dat er winkeltjes zijn, die
je nergens anders vindt (de vlie
gers van Het Zingende Nijlpaard,
de kunstkleding van Zijne Ko
ninklijke Hoogheid, de landkaar
ten van Atlas). Maar wilt u sjop-
pen, stel dan een bezoek aan het
centrum van Tilburg nog maar
even uit. Voor ons Tilburgers is
de nog betrekkelijk jonge Emma-
passage al topsjiek.
Het nieuwe hoofdkantoor van Interpolis NV in aanbouw in de
Tilburgse binnenstad.
Maar verder niets te klagen. Onze
uitgaansbehoefte kunnen we uit
stekend bevredigen. Toen we
hierheen kwamen lag dat nog an
ders, maar de horeca heeft zich -
met dank aan de 24.000 studen
ten - de afgelopen paar jaar
stormachtig ontwikkeld. Prettige
bijkomstigheid: de vele nieuwe
cafés en disco's liggen handzaam
bijeen rond Heuvel, Piusplein en
Oude Markt, zijn van uitstekende
kwaliteit, zeer gevarieerd en bie
den volop vermaak. Ook lekker
eten is geen probleem en de keus
wordt met de dag groter.
Kunst en cultuur? Tilburg is rijk
voorzien. Piepkleine en grote za
len bieden een keur aan theater-
en muziekprodukties en dat
wordt nog beter als dadelijk de
Middenzaal en de gemeentelijke
muziekzaal klaar zijn. Een muzi
kale stad is Tilburg zonder meer,
en dat niet alleen door de aanwe
zigheid van het conservatorium
en de dansacademie. Noorderligt
- voor de popliefhebber in Zuid-,
Nederland een begrip - krijgt
een fraai, nieuw onderkomen in
het popcluster. Jazz-freaks ko
men aan hun trekken in Paradox.
En zo kunnen we lange lijsten op
sommen. Studie en opleiding?
Zowat alles is voorhanden
(kunst, muziek, dans, technisch
onderwijs, lerarenopleidingen,
universitair). Musea? We zijn
goed voorzien: het Nederlands
Textielmuseum, Scryption (mu
seum voor schriftelijke commu
nicatie), Noordbrabants Natuur
museum en het De Pontcentrum
(hedendaagse kunst). Natuur?
Het is er te kust en te keur
(Oisterwijkse Vennen, het land
goed Gorp en Roovert, de Kampi-
na-hei, de Regte Hei, Loonse en
Drunense Duinen). Topvermaak
is met Efteling, Land van Ooit en
de Beekse Bergen binnen hand
bereik.
Natnekken
Maar de echte charme van Til
burg zit 'm voor ons in de inwo
ners en hun relatie met de stad.
De Tilburger is een gezellig mens
die een broertje dood heeft aan
dikdoeners, of zoals hij ze noemt
natnekken. Een nieuwkomer kan
op argwaan rekenen, maar mag
aanschuiven als-ie gewoon doet.
Het verenigingsleven bloeit, ner-
Weverswoninkje in de Bokhamer, een van de plekken waar je je
in het Tilburg van vorige eeuwen waant. foto's ton toemen
gens zoveel vogeltjesclubs als
hier. Tilburgers zijn harde wer
kers, maar weten te genieten.
Volksvermaak doet het hier goed.
Kijk maar naar de Tilburgse Ker
mis en het Festival van het Le
venslied. Daar haakt de bewoner
van Broekhoven-IH in bij de stu
dent en de ondernemer. Mis
schien is de Tilburger wel het
meest Brabants.
Schamen we ons voor de stad?
Lijden we aan een minderwaar
digheidscomplex? Misschien.
Zelfspot is ons niet vreemd. En
we worden kriegelig als een
goedbedoelende nieuwkomer
ons, in een poging Tilburg op te
stoten in de vaart der volkeren,
wijs gaat maken dat we moeten
gelóven in onze stad. Maar de
minachting van de buitenwacht
voor 'die rotstad' schept ook een
band. Als puntje bij paaltje komt,
springen we voor Tilburg in de
bres.
Waar anders roepen ze voortdu
rend tegen elkaar dat ze de zo
veelste stad van het land zijn?
Hier is iedereen ervan doordron
gen: de zevende zijn we, met
164.198 stadgenoten, en de twee
de in het zuiden. Groter dan Nij
megen, Den Bosch, Breda, Maast
richt, jawél. Zijn we een tikkeltje
betrokkener bij onze stad dan el
ders? Is die daardoor misschien
net even levendiger dan andere?
Of denken we dat maar omdat we
wat chauvinistischer zijn?
Als je uit Tilburg komt, moet je
beter zijn om (even) serieus geno
men te worden. Net wat gedre-
vener zijn of een grotere bek op
zetten. Vroeger hadden we al
eens een zekere burgemeester C.
Becht, die rigoureus huishield in
het centrum en als Cees de Sloper
de geschiedenis in ging. Nu zit er
ene Brokx aan de leidsels en hij
trekt er hard aan. Terwijl de col
lega's van Breda en Eindhoven
destijds op hun sloffen reeds de
status van stedelijk knooppunt
binnen hadden, liep hij zich
daarvoor nog het vuur uit die
zelfde dingen. Maar we mogen
het hart van Brabant zijn, ook De
Baas kan niet verhelpen dat ze
vanuit het noorden maar de ge
baande paden blijven bewande
len: Utrecht-Den Bosch-Eindho
ven en Utrecht-Breda (daaraan
schijnen we het trouwens ook te
danken te hebben dat betaalde
seks hier nagenoeg een onbekend
verschijnsel is).
Model
Maar we zijn toch maar de best
bestuurde stad van Nederland.
Zegt Brokx. Dankzij doelmatig
begroten (het beroemde Tilburg
se Model) blijven ieder jaar weer
miljoenen over, zonder dat wij
burgers daar krommer voor hoe
ven liggen dan in vergelijkbare
steden. Onder de vlag van Til
burg Moderne Industriestad pro
beren we van alles om een echte
stad te worden: 95,1 miljoen ge
meenschapsgeld hebben we er
vorig jaar in gestoken. De negen
tig meter hoge nieuwe kantoorto
ren van Interpolis en een prachtig
kunstcluster zijn nog maar een
begin van (ahum) 'een algehele
revitalisering van het centrum'.
Een bezoekje aan Tilburg? Mis
schien nog even wachten. Het
centrum - u bent er voor u er erg
in hebt - staat nu echt op z'n kop
door reconstructies van pleinen,
aanleg van fietspaden, herstra-
tingen en bouwprojecten. Maar u
moet beslist eens langskomen. Al
was 't maar voor de gezelligheid.
Het De Pontcentrum, geves
tigd in een voormalige textiel
fabriek, trekt (inter)nationale
belangstelling.
en ook een beetje
In het Reptielenhuis De
Oliémeulen lopen sommige
lieren los. Wie durft krijgt
een slang om zijn nek of een
vogelspin in zijn handen.
Een bezoek aan het Reptie
lenhuis is altijd bijzonder.
Als bezoeker sta je werkelijk
oog in oog met een fascine
rende collectie dieren. Inter
nationaal vermaard is de
verzameling kikkers, kame
leons en varanen. De slan
gen, vliegende honden en ha
gedissen mogen er ook zijn.
Inde tuin is een zoogdieren
parkje ingericht met was-
beertjes, gieren en aapjes.
Het min of meer gevaarlijke
deel van de levende have zit
achter slot en grendel, dit ter
geruststelling. Maar de tam
me dieren zitten in open ter
raria of trippelen gewoon
tassen de bezoekers rond. De
verzorgers zijn hobbyisten
lie vrijwillig in het Reptie
lenhuis werken en er veel ge
noegen in scheppen de be
zoekers uitleg geven.
Heel populair is het Reptie
lenhuis bij kinderen. Het is
beslist een goed en budget-
vriendelijk alternatief voor
dat voor de hand liggende
uitstapje naar amusements
gigant de Efteling.
Open: dagelijks van 10 tot 18
uur.
Entreeprijzen: 6 (volwasse
nen), ƒ4,50 (kinderen t/m 12
en65-plussers).
Adres: Reitse Hoevenstraat
EEN VAN de grote pro
jecten uit de geschiede
nis van de discografie is
op gang gekomen. Na
tien jaar voorbereiding
en musicologisch onder
zoek is het eerste doosje
verschenen met de eer
ste elf Cantates van Jo-
hann Sebastian Bach,
op 3 cd's.
Het project, dat alle 200
bewaarde kerkelijke en
wereldlijke cantates
van Bach omvat, is een
atlas-onderneming van
dirigent Ton Koopman.
Hij volbrengt de onder
neming met zijn eigen Amster
dam Baroque Orchestra
Choir. Ook de vocale solisten
zijn vaste raspaarden uit Koop-
mans's stal: Barbara Schlick
(sopraan), Kai Wessel (alt), Guy
de Mey (tenor), Klaus Mertens
(bas).
Tegelijk met het uitbrengen van
de cd's verschijnen er de ko
mende jaren drie boeken over
Bachs cantates. Er valt natuur
lijk ontzaglijk veel - historisch
en estetisch - over deze werken
te vertellen. Maar de hoofdzaak
is toch wel dat het schatkamers
zijn, volgepakt met wonderen
van artistieke vinding.
De allereerste cantate, Ich hatte
viel bekümmernis BWV 21, be
gint al direct met zo'n onverge
lijkelijke Sinfonia met hoboso
lo. En eindigt in hoog-barokke
pracht en praal (trompetten,
pauken).
BWV 131 is Aus der Tiefe rufe
ich, Herr, zu dir is een ingetogen
cantate over lijdzaamheid, ge
duld en hoop: het niet eindigen
de koor 'Ich harre des Herrn',
met hobospel omrankt; de te
nor-aria in driekwartsmaat
'Meine Seele wartet auf den
Herrn' met een zacht gezongen
koraal van het koor erdoorheen;
het slotkoor 'Israël, hoffe auf
den Herrn' met steeds dezelfde
stijgende chromatische passus.
We horen ook trombones, die
zelden of nooit door Bach wor
den gebruikt (BWV 21, appen
dix). We horen de inleidende
'Sonatina' tot BWV 106, Gottes
Zeit ist die allerbeste Zeitmet
z'n twee zwevende flauti dolci.
We horen BWV 71 Gott ist mein
König, geschreven ter ere van
de nieuwe gemeenteraad van
Mühlhausen, vol zelfverzekerde
wereldse geluiden (trompetten,
pauken, orgel).
BWV 31, cantate voor Eerste
Paasdag, Der Himmel lacht! die
Erde jubilieret! zet in met een
'Sonata' met ingehouden vreug-
detrompetten (dat blijkt moge
lijk te zijn), gevolgd door de 'ti
telsong'. En het gaat maar door!
(Erato 3 CD 4509-98536-2)
HANS ROOSEBOOM
VERSCHENEN IS een recon
structie van Oh Kay! (1926), een
van de grote musical-successen
van George Gershwin, toen 28
jaar. Wat een talent was in die
productie vertegenwoordigd:
behalve George Gershwin was
Dat hebben wij nou altijd, dat we
op vakantie bekende Nederlanders
tegenkomen. Zitten we 's avonds in
het campingcafé Am Fluss in Mon-
schau, zien we daar Aart, de reser
ve-bassist van de Havenzangers!
Nou, Betsy was natuurlijk niet meer
te houden toen ze eenmaal wist
wie Aart was, dus dat was hele
avond Aart voor en Aart na en het
ene moezelwijntje na het andere.
Dat werd dus zin
gen en ik geloof
dat we het hele
Nederlandstalige
repertoire vanaf
Teddy en Henk
Scholte tot en met
Marco Borsato
doorgenomen
hebben. Die Duit
sers begonnen
wel een beetje
grimmig te kijken
toen we luidkeels 'Een potje met
vet' voor de veertiende keer inzet
ten, maar Aarts vriend Eugène zei
dat ze daar maar tegen moesten
kunnen, want dat ze anders geen
campingcafé moesten hebben en
dat ze zelf in Rockanje precies het
zelfde doen. Deze foto heeft Har-
men gemaakt. Het was al 's nachts
na tweeën en Aart zwierde zo innig
met Betsy over de dansvloer dat je
absoluut niet kan
zien dat-ie eigen
lijk je-weet-wel
is.
Aart en Eugène
waren trouwens
schatten van
mensen. Ze wil
den bijna niet
eens dat wij de
rekening betaal
den.
(Wordt vervolgd)
ste' pianomuziek die er
bestaat. De pianist
Aleck Kans lijkt er geen
moeite mee te hebben.
Hij speelt een hele cd
vol met pianomuziek
van Stravinsky (1911-
1942) - overigens alle
maal aan de virtuoze
kant. Voor de piano
schreef Stravinsky blij
kens deze cd bij voor
keur 'dansante' stuk
ken, zoals de al genoem
de Petrouchkaen ver
der Ragtime, Piano-
Rag-Music, Tango (heel
leuk) en Circus Polka.
Maar daar is ook de ab
stracte Pianosonate -
een prachtig voorbeeld van
Stravinsky's neoclassicisme,
eindigend met een razend knap
fugatisch slotdeel.
Minstens even klassiek is de
daaropvolgende Serenade - een
omvangrijk pianowerk van een
serene schoonheid. De cd wordt
gecompleteerd met een aantal
kleine stukjes (voor kinderen),
The Five Fingers, en acht Easy
Pieces for Piano Duet.
„Verbluffende uitvoeringen...
Aleck Karis speelt met groot
elan, glanzende muzikale intel
ligentie en adembenemende
techniek!" Dat schreef Stra
vinsky's apostel Robert Craft
toen deze cd vorig jaar in de VS
verscheen. Helemaal terecht.
(Bridge BCD 9051)
HANS ROOSEBOOM
THE JAZZ Messèngers van Art
Blakey bereikten in 1960, tij
dens een concert in Lausanne,
het hoogtepunt van de hard
bop, en tegelijkertijd zo'n beetje
het einde van de natuurlijke
jazz-ontwikkeling. Hier is de
jazz van vlak voor de collaps.
Even later ontspoorde de hele
zaak in de free jazz en werd bo
vendien alles overspoeld door
de vloedgolf van de popmuziek.
Het Lausanne-concert van de
Messengers is een mijlpaal. We
weten dat omdat het optreden is
vastgelegd. Met name in het
nummer Dat Dere van Bobby
Timmons klinkt helemaal de
sfeer van die tijd.
Blakeys Jazz Messengers speel
den in de standaardbezetting
van be en hard bop. In 1960 wa
ren het Wayne Shorter (tenor),
Lee Morgan (trompet), Bobby
Timmons (piano), Jymie Merritt
(bas) 'en Art Blakey (drums).
Blakey doet ook de aankondi
gingen en het voorstellen van
zijn crew, die zoals altijd jeug
dig en zeer veelbelovend is.
Want dat is natuurlijk Blakeys
grootste verdienste geweest, dat
hij ieder jaar de markt afspeur
de naar het beste aankomende
talent uit de Verenigde Staten.
Hoeveel kanjers zijn daaruit
niet voortgesproten! In deze
1960-Messengers is het met ge
paste trots dat 'vader' Blakey
zijn 'zoon' Wayne Shorter voor
stelt - dezelfde ster die 35 jaar
later op het laatste moment af
zegde voor het North Sea Jazz
Festival 1995. (TCB 02022)
HANS ROOSEBOOM
01155-61451
Wettig gedeponeerd is de
naam die Tilburg geeft aan
evenementen die van mei tot
en met september in de stad
I plaatsvinden. Er zijn al een
paar Zomertraktaties ge
feest, maar er is nog genoeg
5 over.
Tot en met 24 september: The
Beatles, populaire stof; ex-
tie in
Nederlands Textielmuseum,
1 Goirkestraat 96.
22 juli t/m 30 juli: Kermis (de
grootste van de Benelux),
J binnenstad.
augustus: Luehtsportfes-
öval, Dongenseweg.
20 t/m 27 augustus: Bos-
vreugd Variété Festival,
Eeeshofdijk 12.
'5 t/m 17 september: Tilburg
Wijnstad, binnenstad.
j Bij de VW Hart van Brabant
t1 ^schillende beschrij-
J "«gen verkrijgbaar van bij-
I P&re routes door Tilburg.
I e onvermijdelijke histori-
I tok rout? ontbreekt zelfs in
I at v n'et'maar er °°k een
I"öToute en een architec-
ï"?ute behoort tot de mo-
I Lieden. Een hele aardi-
I is het rondje van vier kilo-
keltf lan®s win'
I behh!rme^ antiek> trendy
B nedmgetjes, hippe kle-
I kuif t °u^e boeken: de
I row j,ai?bek- en verzamel-
adressen. Er zit ook
I Pon museum tussen, het
I foonletnmuseum aan de Tele-
I „„ij s'raat- Hier bevindt zich
ten n Prabtijkruimte van
I VW B^okt®11-
1 Hart van Brabant,
201135.
Plein 128, tel. (013)-
DE PIANOBEWERKING die
Igor Stravinsky maakte van zijn
balletmuziek voor Petrouchka
geldt wel als de 'allermoeilijk-
De muziek die Gershwin in de
jaren '20 voor Broadway schreef
is uiteraard 'lichte' muziek,
maar van welk niveau! Je hoort
voortdurend uit welke richting
deze muziek komt: uit de 19e
eeuw in Europa. Touches van
Gilbert Sullivan, van Offen
bach, en dan voortspruitend uit
het hoofd van een zoon van
Oosteuropese joodse emigran
ten met hun vitale muziektradi
tie. Al die ingrediënten zijn ste
vig door elkaar geroerd tot een
echt Amerikaanse saus, met de
enige echte Gerswhin-flavour.
„Things are once again O.K.
with Kay", schrijft Tommy
Krasker, directeur van Roxbury
Recordings, en 'specialist in het
restaureren van Broadway mu
sicals uit de jaren '20 en '30'.
(Nonesuch 7559-79361-2)
HANS ROOSEBOOM