Hi Weekend De hartelijke CDA-groeten uit Dalfsen TUSSEN 1ND!Ë EN INDONESIË DE STEM de stem Hij heeft een Indonesisch pas poort, een Indo-uiterlijk maar voelt zich voor honderd procent Nederlander. „Ik ben als Neder lander opgevoed. Dat verander je niet zo maar", zegt Willem van den Broeke (68). Op het Molukse eiland Groot Banda is hij de enige overgebleven particuliere perke nier (planter en producent van nootmuskaat) in heel Indonesië. De jaarproduktie van zijn 'perk' bestaat uit 1,5 ton nootmuskaat en foelie die geheel is bestemd voor de Nederlandse markt. Een gesprek met een nazaat uit een roemrijk Nederlands geslacht. Willem van den Broeke verbouwt nootmuskaat uitsluitend voor Nederland Zoon Paulus zet straks familietraditie van vier eeuwen voort Een Schiphol dend NederlaH perstation in met treinen dit rijden. Van Br; de Randstad ei Met 12.000 pai sen, om al die te vangen die auto laten staE treinkaartje nt dam nemen of ringcar stappe Dat zijn de pk de Nederlands gen hebben mt tion Lage Zws ZATERDAG 24 JUNI 1995 f Door Dirk Vellenga We waren laatst met de hele fami lie aan het fietsen in Overijsel. De Vecht kabbelde bedaard en het zand knerpte vrolijk onder de wie len. „Hé, hij lijkt wel of Til Garde niers daar zit tussen die geranium- bakken", riep iemand. Ach, die lie ve oud-minister, dat kon toch niet? We lachten en trapten lekker ver der. Maar even later viel mijn blik op een man die als twee druppels wa ter leek op Ruud Lubbers. Hij stond te spitten in een pas aangelegde groentetuin. „Hoe heet het hier ook al weer?" vroeg ik remmend. „Eh, laat eens kijken. Hier ligt Zwolle. Dan moet dit Dalfsen zijn", vertelde onze kaartlezer. „Verrek, nou weet ik het weer. Lubh""S is verhuisd. Die man daar is de ichte", zei ik tegen de ande ren. „Maar Ruud woont toch in Rotterdam, omdat hij daar de meeste autodieven kan vangen?" protesteerde een ongelovige. We stapten af en zagen dat Ruud op de knieën ging en zijn handen in de aarde stak. Een ontroerend ge zicht. „Is dat nu die positieve grondhou ding waar u het vroeger over had?" vroeg mijn broer brutaal. Lubbers keek op en knikte. „Terug naar de bescheidenheid", zei hij, nog steeds geknield. „Terug naar de basis. Ik heb vreselijk veel spijt van mijn hardheid. Kijk eens hoe zacht en vriendelijk Moeder Aarde is." We waren een moment sprake loos. Zo kenden we Ruud helemaal niet. „Hier heb ik mezelf terugge vonden", zei hij. „Ik ben veel al leen tegenwoordig. Ria is weer naar een of ander congres. Of was liet een opening met aansluitende receptie?" Ik wist het weer. Lubbers is naar Dalfsen gekomen, omdat dit het laatste CDA-dorp van Nederland is. Het enige christen-democrati sche bolwerk in een gemene, hei dense wereld. We keken eens rond in Dalfsen en kwamen veel beken den tegen. Yvonne van Rooy heeft een leuk klein winkeltje in bon bons. Aantjes beheert een cam ping, een beetje achteraf, maar hij schijnt heel tevreden te zijn. René van der Linden zit op het gemeen tehuis en gaat onder meer over de paspoorten. Het is één grote, gezonde CDA-fa- milie, daar in Dalfsen. De bakker, de notaris, de bankfiliaalhouder, de man van de vuilnisdienst, het zijn allemaal echt CDA-mensen. Ze helpen elkaar, zoals vroeger op landelijk niveau. Ze matsen elkaar, ze zijn zelfs bereid elkaar bloed te geven. „Daar loopt die De Hoop Schef- fer", wordt er geroepen. „De op schepper?" echoot iemand in de achterhoede. Jaap de Hoop Schef- fer richt onmiddellijk het woord tot ons. „Wij van het CDA zijn terug gegaan naar af", legt hij kalm uit. „We zijn opnieuw begonnen, klein, vanaf de grond, tussen de gewone mensen. Hier vinden we die oude, vertrouwde nestgeur." Ik inhaleerde flink, want ik had be grepen dat hij het over mestgeur had, met een M. „Ik weet dat jullie diep in de stront zitten," zei ik. „Maar om daar gelijk je levenswij ze van te maken, dat gaat wel wat erg ver." De dorpelingen spraken vol bewondering over de omzet van Braks, de beste varkensmester van het dorp. Ze wezen ook op boer* Heerma, die in zijn nieuwe overall druk doende was zijn kud de bij elkaar te houden. We vroegen hoe het zat met het CDA-bloed en toen deden de Dalf- senaren een beetje lacherig. „Be doel je de bloedbank naast de ka tholieke kerk, van Hans Helgers? Of wil je een andere zien? Er zijn er hier drie, voor CHU, ARP en KVP." Op dat moment jakkerde Dries van Agt voorbij op zijn race-fiets. „Niks voor mij", riep hij. „Veel te provin ciaal hier." Piet Steenkamp, voor zitter van de winkeliersvereniging, keek een beetje beschaamd. „Waar woont Elco Brinkman?" vroeg ik. Het antwoord kwam aar zelend. „Het schijnt dat hij zijn oog heeft laten vallen op een oude boerderij met atelier-ruimte. Maar het is nog lang niet zeker of hij een vergunning krijgt." „Ooit gaan we terug naar Den Haag", zei Steenkamp stoer. „De mensen krijgen genoeg van de ouderenpartijen en van de jonge- rcnclubs D66 en VVD. Wij komen terug en veroveren de natie vanaf net platteland." We stapten maar weer eens op en rr.Ldekten spoedig dat het met die come-back niet zo makkelijk zal gaan. Sinds de privatisering rijden er geen bussen meer naar Dalfsen. Het portret van Pieter van den Broecke, geschilderd door Frans Hals, nu in particulier Engels be zit. FOTO FRANS HALS-MUSEUM Mi ■et een bootje, uitgerust met buitenboordmotor, duurt de overtocht van Banda Neira naar Groot Banda ongeveer een half .uur. De oude, enigszins onderkomen perkenierswoning uit 1715 ligt er verscholen onder een aantal grote en lommerrijke bomen, vlak aan het strand. De laatste me ters moeten blootsvoets worden af gelegd door het lauwe en glashelde re zeewater. Willem van den Broeke, gekleed in korte broek en wit shirt, zit al te wachten op de veranda. „Aangenaam, Van den Broeke, per kenier". Benny-Willem, zoals hij zichzelf noemt, werd in 1926 op Banda gebo ren. Zijn vader, getrouwd met een inlandse, was in dienst van het Ne derlandse gouvernement op de Mo- lukken en werd bij de inval van de Jappen op Java geïnterneerd. Een oom van Willem, Paulus van den Broeke, beoefende het vak van perkenier op het eiland Ai. Op dit kleinste van de vier Banda-eilanden, bezat de familie van oudsher twee plantages, 'Welwaren en Westklip'. De naam 'Welvaren' is nog zichtbaar op een vervallen toegangspoort naar 'Zo, lijk ik zo een beetje ouwe Pieter?' foto's mathieu kou Voor de restauratie van de bei gebouwen, de droogschuur perkenierswoning hoopt Van Broeke nog steeds op fina® steun uit Nederland. Volgensde kenier is behoud van de partici plantage 'Groot en Klein Walinj historische gronden voor de bevolking van groot belang. Het perkeniersbedrijf is in ti stelling tot vroeger al lang geen' pot meer. Maar het bloed waar het niet gaan kan en Tweede Wereldoorlog deed Van, Broeke alle moeite om het gecoi ceerde familiebezit weer krijgen. Het had toen niet veel het eeuwenoude perkeniersh Hoilanasch Diep Langeweg De laatste perkenier op de Banda's Door Mathieu Kothuis de overwoekerde binnenplaats van de oude plantage. Beide perken wer den na de Tweede Wereldoorlog ge nationaliseerd maar Willem zet de familietraditie van het perkenier- schap voort op het perk 'Groot en Klein Waling' op Groot Banda. Volgens het familie-archief is Wil lem een rechtstreekse nazaat van Pieter van den Broecke (toen nog ge schreven met een c) die in 1585 werd geboren te Antwerpen en later ver huisde naar de Noordelijke Neder landen. De stamboom van de familie is nagetrokken, gecontroleerd èn juist bevonden door het Westfries VOC-museum in Hoorn. Officiële bezoeken van minister Pronk van Ontwikkelingssamen werking en prins Bernhard aan Groot Banda en Van den Broeke, in 1991, staan volgens Willem garant voor diens officieuze status en er kenning als 'Nederlands' perkenier in Indonesië. „Ik hoop dat koningin Beatrix bij haar komst naar Indone sië tijd vindt om hier op bezoek te komen. Dat zou pas echt geweldig zijn", zegt Van den Broeke. Die verre voorvader, Pieter Van den Broecke (1585-1640), begon als han delaar voor de Verenigde Oostindi- sche Compagnie (VOC) in West- Afrika en werkte vervolgens in Per- zië, India en op Java. Samen met Jan Pieterszoon Coen kwam Van den Broecke in 1612 naar Banda Neira waar hij voor zijn goede diensten aan de VOC werd beloond met een 'perk', een plantage waar hij met be hulp van elders aangevoerde slaven zijn nootmuskaat en foelie kon gaan verbouwen. De vulkanische bodem op de Banda's leent zich hier uitste kend voor deze specerijensoort. Het perk, feitelijk een door de VOC verleend recht om de nootmuskaat te mogen produceren, bleef sinds Pieter van den Broecke (met slechts een korte onderbreking na de Twee de Wereldoorlog) steeds in het bezit van de familie. Alle andere door gouverneur-generaal Coen uitgege ven perken die in 1949 door de Indo nesische regering werden geconfis- ceerd, zijn nu ondergebracht in één staatsonderneming. De plantage 'Groot en Klein Waling' produceert uitsluitend voor de Ne derlandse specerijenmarkt. De vol ledige jaarproduktie van 1,5 ton nootmuskaat en foelie, afkomstig van 4.000 bomen, wordt afgenomen 'Een blik op Groot Banda vanaf het fort Belgica op Banda Neira. door de specerijenimporteur Catz in Rotterdam. Met zichtbaar genoegen ontvangt 'Benny-Willem' tijdens het toeristenseizoen vrijwel wekelijks een klein groepje toeristen op zijn veranda. De Banda-eilanden zijn niet groot en een bezoekje aan de 'Nederlandse' perkenier wordt ge zien als een aardige onderbreking in het dagprogramma van luieren, snorkelen, duiken en lekker eten. De bezoekers zijn voor het merendeel Nederlanders. Het familiehuis, de droogschuur voor de nootmuskaat en de oude on derkomens voor de arbeiders op de plantage zijn zwaar in verval ge raakt. De binnentuin wordt over woekerd door onkruid. De eigenlijke plantage ligt een paar kilometer landinwaarts. Zijn zoon slaapt in een woning op de plantage. „Dat moet ook wel anders stelen ze hele bomen kaal", aldus Willem. Hij heeft niet zoveel op met veel van zijn mede-eilandbewoners. De nootmuskaat (onder) en foelie liggen hier te drogen in de zon. Voor het droogproces van de noten wordt echter vooral gebruik gemaakt van een aparte droogschuur. was voorgoed verloren Javanen die bij de onafhankelij heid op de Molukken de dienst g gen uitmaken hadden niet zo veil met de Molukkers en Indo's, del donesiërs van Nederlandse afkon die in hun ogen al eeuwenlang J de Hollanders hadden geheuld J nog bestaande particuliere onderj mingen op de Banda-eilanden den genationaliseerd en daa dus ook 'Groot en Klein Wali President Sukarno wilde ook I: niets weten van teruggave t geconfisceerde bezit. Als Nederlands staatsburger verh Willem van den Broeke direct nal oorlog naar Nederland en vest/ zich in Amsterdam. In '51 keerde! terug naar Indonesië terug en vl tigde zich met zijn gezin in Jakaf op Java. Zijn vier kinderen, i dochters en één zoon, zijn c' boren. Pas in '66, na de machtsovenj me door president Suhatf kon Willem bij de IndontJ sche regering een verzoek indienen tot teruggave ij het familieperk op Groot F Twaalf jaar later, in '78, stem harto toe en kon Willem naar Bail verhuizen. Zijn zoon woont daarl middels ook met zijn gezin. Dedf dochters bleven in Jakarta achter/ „Straks neemt mijn zoon Paulus| bedrijf over. Dan blijft de p' na zoveel eeuwen gelukkig tothj de familie". Paulus van (35) heeft inmiddels ook een zoon| daarmee is de toekomst van d( tage voorlopig veilig gesteld. Niet zonder trots vertelt V over zijn familiegeschiedenis, tól ven van de oude Pieter van dr Broecke, de ontdekking en intn tie van de nootmuskaat doordeii bieren èn over de familie?®] 'Welvaren' en 'Westklip' i land Ai. Op het eiland ligg^1 "j verschillende familiegraven. Volgens Willem was voorvader ft] ter een tijdgenoot en heel vriend van de schilder Frans# (1588-1666). In het VOC-muse» Hoorn waar de geschiedenis »M| VOC uitvoerig wordt bestiffl wordt bevestigd dat Willem van j Broeke moet worden gezien r rechtstreekse nazaat van PieWJ den Broecke. De schilder Hals" j net als Pieter in Antwerpen g» en hij heeft Van den Broedse® rond 1633 geportretteerd, overleed in 1640, Hals in 1666 Die geschiedenis over Var Broecke en Frans Hals is uil® ook bekend in het Frans I seum in Haarlem. Op het door Hals geschilder» tret (nu in Engels bezit) is V® J Broecke te zien, geleund wandelstok en met een goud1 ting om zijn hals die hij krW(1* zeventien jaar trouwe VOC. „Hals en Van den Broecke® heel goede vrienden zijn gewj de doop van Hals' dochter SPI in 1634 wordt Van den Broec» noemd als eerste getuige van beurtenis", aldus een toelic van het museum. In Nederlaa staat verder het 'Bandaneest milie Archief' dat informatie F;| melt over de geschiedenis van den van de familie Van den (Broecke of Broucke) in vo®"! Nederlands-Indië. Met een portret van zijn gw vader in de hand wil Will® grapje uithalen. „Als de ko hier straks op bezoek komt, .1 kunnen zien dat ze te make met een roemrijk geslacht Willem hangt een kralen®» zijn hals, zet zijn arm in .J leunt vervolgens met zijn J pols op een in de tuin gevon I Dezelfde pose die Pieter j Broecke destijds aannam op 1 tret van Frans Hals. „Zó, lijk ik zo een beetje op Pieter?". Door Marja Klein 'Als ergens in Ni Ik heb gisteren I weg een petitie ik begin me nu 1 zorgen te maked nications decenq Jim Exon. U weet misschiel tein uit Nebrad zorgen maakt ol bermen van de f weg. Exon en Slade Gorton uil ton willen het tq ge taal en vieze p aan banden legj van een boete per overtreding! bak. Een paar wekerj nog dat het Exon en Gort! dwarsboomd wa tische bezwareq bloot gaat geld van Amerika erl publieken hele I in Amsterdam elektronische grenzen. Inmidcj danks 1-0

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 30