4
Daniëlle Overgaag vindt het plezier in het wielrennen terug
len bank vol dokters met eremetaal
ISSTEM
SPORT
B5
M-zwemster Conny van Bentum teamarts Nederlandse hockeyvrouwen
TERDAG 24 JUNI 1995 [$4
ZATERDAG 24 JUNI 1995
derlecht kan. Ik heb dus heel
te danken aan Vitesse. Natuurt
zou ik ook negatieve zalen ai
kunnen dragen, over gebeu
nissen en over mensen bij de cli|
Maar die vallen weg tegen
goede."
„Laat ik voorop stellen Jat
veel respect voor Karei Aalb^
heb. Zowel privé, als in zijn hc
danigheid van zakenman
van Vitesse-voorzitter. Maar
ik niet begrijp is, waaron. hij
zichzelf vaak zo moeilijk maal
Veel moeilijker dan nodij. Wa
of het nu een speler betreft,
trainer of een bestuurslil, zot.
er iemand vertrekt bij d'e ch]
creëert Karei een soort vijat
beeld. Hij wil dan altijd iet
ste woord hebben."
„Aalbers wil duidelijk mal
aan de buitenwereld dat Vite
er met het vertrek van iie
soon feitelijk alleen mair bet
op geworden is. Schijnbar vc
hij zich goed daarbij. O: hij
nodig heeft om bij zichzef de
dige vechtlust op te
weet het niet. Maar jamnar is
wel. In mijn ogen is het
onnodig. Volstrekt onnolig.
schaadt alleen maar."
„Het is gewoon niet fairen
reet om mensen die de clui
ten een trap na te geven,
ook omdat je diegene lie
blijft het idee geeft: dat vat
overkomt, valt als ik opsap
mij ten deel. De
dat je een algemeen geviel
achterdocht creëert. Je
werknemers tot emotioneè
zichtigheid. Iets meer
respect voor de gaande
zou de club juist passen.
Erfenis
„Wat stijl en niveau
ik blij naar Anderlecht
Natuurlijk krijg ik daar
zware erfenis te maken. Be cluj
werd drie jaar achtereen"
kampioen. In dat opzicht
het alleen maar slechter
Maar het is ook een club Hevel
der kijkt dan resultaat alleen, j
het minder gaat, wordt niet
matisch met de vinger raar
trainer gewezen."
„Dat het misschien niet hé
geschikte moment is om
derlecht trainer te wordei
andere zaak. Ik kan met de
weging weinig, simpelwej
ik niets te kiezen heb. Ah
nend trainer moet ik blij ijn
deze kans. Ik ben niet i
tie om nee te zeggen
club als Anderlecht. Of iter
aan gedaan heb, zal wel
Misschien kom ik er
dat de job van toptraine
maal niets voor mij is. Dit
privé te veel voor moet
fel ren."
lar „Mogelijk ook dat ik er
(iel maal in op ga en
fi- vind. Per slot van rekenin,
er- een mens toch aan zichzel
|n- ven werken. Het is, lijkt mi,
rst de kunst om in een zo zwtar
et- druk leven als dat van
liet lecht-trainer jezelf te
liije door niets van je stuk
brengen. Dat je al die dingen
om heen en de hectiek vsn
dag hooguit tot je knieën liat
men, maar niet verder. Ja,
denk echt dat dat de kunstis.
Ik voel die lekkere pijn weer'
klELLE OVERGAAG
ld enkele maanden ge-
Ien genoeg van het
Ujjdige bestaan als
jp.wielrenster. Ze ver
telde nationale vrou-
Lselectie van Piet
■oekstra en vloog naar
Ijstin, Texas. Naar Lan-
I Armstrong. Want op
liefde tussen de Ame-
laanse wereldkampi-
(iivan 1993 en zijn fiet-
»de fotomodel zit nog
L sleet. Dat kan van
|aar relatie met de wie-
tsport niet gezegd wor-
k Overgaag wilde wat
hers: werken bij de te-
fcisie of als fotomodel,
jidan waren er nog de
raktische ongemakken
neen vriend op af-
jid. Kortom reden ge-
.egvoor een 22-jarige
Ltlandse om in alle
list na te denken over de
komst. De voorlopige
Itkomst is dat Arm-
jong zijn vriendin weer
de fiets heeft gekre
un „Ik probeer het nog
inkeer, op het NK in
leerssen. Daarna beslis
Tof doorgaan tot At-
[nta of er definitief een
int achter zetten."
or Ad Pertijs
Ibravenzande - Het is een
lilerige, sombere dag in
lt Westland. Het vele
achtverkeer wringt zich
lor het overvolle kassen-
Ibied. „Ik denk dat ik
navond op de rollen zal
eten," zegt Daniëlle
f'ergaag. „Trainen in de
gen vind ik niks en doe ik
ook niet." Fietsen in
|et Westland op zich is al
genoeg. „Je kunt hier
let lekker meer trainen,
let is constant remmen en
".rekken. Nu ik net terug
p uit Amerika besef ik
ft pas goed."
liêlle Overgaag oogt met haar
een baseballcap gevangen
pde paardestaart als een 'All
perican Girl'. „Ik val daar in-
niet op," zegt ze. Zeven
fken verbleef ze in Austin, de
van de vleermuizen. Over-
kwam er tot rust. En daar
pde eindeloze Texaanse vlaktes
i de andere kant van de grote
s ook vond ze de inspiratie om
('■frêle lijf nog een keer te pijni-
„Lance vond het zonde dat
f met topsport zou stoppen. Hij
Ntrae overgehaald om het nog
Pkeer te proberen. In ieder ge
it tot het NK. Wordt dat niks,
fistop ik er mee. Gaat het daar
i dan wil ik nog een jaartje
a. Tot de Olympische
Daniëlle Overgaag blaakt van het zelfvertrouwen met haar vriend Lance Armstrong (rechts) aan de vooravond van het NK in Meerssen: „Het gaat hartsstikke goed.
Spelen van Atlanta." „Lance
vindt dat het parcours in Atlanta
geknipt is voor mij. Hij pakte zijn
scooter en ging met mij op snel
heid trainen. Zo kwam langzaam
de ambitie terug." Overgaag
meldde zich na weken vol bezin
ning en training in Philadelphia
tijdens het voorprogramma van
de Amerikaanse kampioenschap
pen weer aan de start van een
wedstrijd. Ze won niet, maar met
de top-tien-notering was ze min
stens zo blij.
„In Philadelphia voelde ik voor
het eerst sinds lange tijd weer die
lekkere pijn in een wedstrijd. Je
lijdt altijd, maar als de vorm goed
is, is dat een lekker gevoel. Zon
der pijn geniet je een stuk minder
van een zege. In de maanden
daarvoor moest ik ook afzien,
maar toen was het een pijn die
het plezier in het fietsen weg
nam."
De lol in het wielrennen was me
de daardoor het afgelopen voor
jaar helemaal verdwenen. Net zo
als bij haar vriendin Leontien
van Moorsel. „Maar de proble
men van Leontien zijn van een
andere aard," zegt ze. Samen
lijnden ze enkele jaren geleden zo
hard, dat de kilo's eraf vlogen.
Overgaag kwam er vorig jaar al
achter dat je beter lekker dan te
mager in je vel kunt zitten. „Het
gewicht is dan ook geen pro
bleem. Ik ben nu iets te zwaar,
maar daar zit ik niet mee."
Uitdaging
„Ik miste het plezier en de uitda
ging," zegt ze nu. „In het wielren
nen had ik alles al meerdere ke
ren meegemaakt. Ieder kam
pioenschap, ieder criterium. De
motivatie was weg. Nu had ik op
mijn naam nog rustig een jaartje
in de nationale selectie kunnen
blijven zitten, maar dat vond ik
niet fair tegenover al die meiden
die wel dolgraag naar het WK of
de Tour wilden. Rijden voor de
nationale ploeg is een eer. Je
moet het waard zijn om een oran
je shirt te dragen. Voor mijn ge
voel was dat niet meer zo."
En dus belde ze bondscoach Piet
Hoekstra, leverde bij hem al haar
spullen in en vloog hals-over-kop
naar Amerika. „Ik wilde naar
Lance toe. Ik had hem nodig,"
kijkt ze terug op een periode vol
onzekerheden. Na 15 jaar wiel
rennen, stond haar hoofd naar
andere dingen. „Zo wilde einde
lijk geld gaan verdienen. Aan het
fietsen heb ik nooit wat over ge
houden." Dat Armstrong meer
dan voor twee verdient, daar
heeft ze geen boodschap aan.
Overgaag: „Ik wil ook niet alles
in mijn schoot geworpen krijgen.
Het liefst begin ik ergens onder
aan de ladder. Werken bij de tele
visie is nog altijd mijn droom.
Niet omdat ik zonodig met mijn
hoofd op de buis wil, maar omdat
die wereld me enorm aanspreekt.
Als wielrenster heb ik in de loop
der jaren heel wat tv-ploegen aan
het werk gezien, dus ik weet wat
er bij komt kijken. Als ze me een
kans geven, begin ik desnoods
achter de schermen met het sjou
wen van kabels. In die tijd kan ik
mooi een specifieke opleiding
volgen."
De Westlandse gaat door het le
ven als het fietsende fotomodel.
Een kwalificatie die enige nuan
cering behoeft. „Ik heb een cür-
sus gevolgd voor fotomodel en
mannequin, maar door het wiel
rennen is van dat modellenwerk
nog niet veel terecht gekomen.
Dat was een van de redenen
waarom ik wilde stoppen met
topsport. Je kunt beide dingen
niet combineren. Zeker niet als je
ook nog eens een vriend hebt, die
je alleen maar kunt zien na het
bestuderen van eikaars agen
da's."
Fotomodel
Maar ook over een toekomst als
fotomodel heeft ze zo haar twij
fels. „Dat statische poseren, is nu
ook weer niet iets dat me echt
trekt. Ik beweeg liever of wil din
gen presenteren. In de fotografie
heb je daarnaast zoveel verschil
lende niveaus. Ik zie me nog niet
poseren voor modebladen bij
voorbeeld. Dan zullen toch eerst
die fietskuiten moeten verdwij
nen. Aan de andere kant: sportie
ve types zijn in. Dus dat zou weer
wel kunnen."
„Puur op mijn naam zullen ze me
in ieder geval niet vragen. Bettine
Vriesekoop heeft waarschijnlijk
veel geld gekregen voor die re-
foto cor vos
portage in Playboy. Ik geloof niet
dat ik zo bekend ben, dat ze mij
bellen. Bettine wel en ik vind het
knap van haar dat ze ja heeft ge
zegd."
Amper vier weken na haar rent
ree in Philadelphia is de opge
leefde dochter van een chrysan-
tenkweeker weer helemaal in de
ban van het fietsen. Daar waar de
meiden van bondscoach Piet
Hoekstra knokken tegen het
vormverlies, blaakt Daniëlle
Overgaag van het zelfvertrou
wen. Zozeer dat de oranje-briga
de de voormalige ploeggenote al
tot favoriete nummer een heeft
gebombardeerd. „Het gaat ook
hartstikke goed," zegt ze aan de
vooravond van het NK in Meers
sen. De overwinningen in de cri
teriums van Numansdorp en
Schermerhorn zeggen haar niet
zoveel. „Om het NK te winnen zal
ik een superdag moeten hebben
en moet de factor geluk me niet in
de steek laten. Vooral omdat de
meiden van Hoekstra alles op al
les zullen zetten om de titel in ei
gen gelederen te houden."
Een goed gereden kampioen
schap'kan betekenen dat Hoeks
tra Overgaag terugvraagt voor de
selectie, of haar met het oog op de
wereldkampioenschappen mee
laat draaien in het hoogtestage
project „In principe wil ik dat
wel, maar aan de andere kant heb
ik gezien het steile WK-parcours
in Colombia niets te zoeken." Het
liefst zou ze zich pas vanaf de ko
mende winter gaan voorbereiden
op Atlanta. „Waarom niet. De
Spelen staan qua parcours hele
maal los van het WK. Vanwege
het late tijdstip van het WK zal
de selectie later dan anders met
de voorbereiding op het seizoen
beginnen."
Ongestoord
Het zou haar goed uitkomen. In
de wintermaanden immers kan ze
ongestoord bij Lance zijn. Wan
neer de Amerikaan zomers zijn
tenten opslaat aan het Italiaanse
Como-meer is het gedaan met de
pret. „Nog een geluk dat ik fiets.
Want met een normale baan, zou
ik hem een stuk minder zien in
het seizoen."
Armstrong en Overgaag liepen
elkaar vorige winter in Las Vegas
tegen het lijf op een fietsshow.
„Puur toevallig," volgens de Ne
derlandse. „Hij liep er rond in
zijn spijkerbroekie, ik werkte er
als model. In eerste instantie wis
ten we van elkaar niet dat we
fietsen. Achteraf blijkt dat we al
lebei deelgenomen hebben aan de
wereldkampioenschappen in
Moskou (junioren), Stuttgart en
Oslo. Daar hebben we elkaar
nooit gezien."
De Amerikaan was al zeventien
toen hij door de Amerikaanse
wielerbond gevraagd werd de
triatlon in te ruilen voor het wiel
rennen. Overgaag zit al vanaf
haar kleuterjaren tussen de wie
len. „Maar inmiddels heeft hij al
meer ervaring opgedaan dan ik.
Voor zijn eigen carrière heeft hij
me niet nodig, maar het is uiter
aard wel een voordeel dat we bei
de fietsen. Je weet van elkaar wat
je doormaakt en wat er bij komt
kijken om op niveau te presteren.
Daarom ook denk ik dat er meer
meiden in de selectie een wielren
ner als vriend hebben: Natascha
den Ouden en Servais Knaven,
Edith Klep en Koos Moerenhout
en Leontien en Michael Zij
laard."
Stoppen met fietsen om Arm
strong over de hele aardbol te
kunnen volgen, is nooit een over
weging geweest. „Voor de buiten
wereld leek dat misschien zo,
maar in de praktijk werkt zoiets
niet. Als Lance thuiszit in Ameri
ka en alleen maar traint of af en
toe een wedstrijdje rijdt, ben ik
liever bij hem dan dat ik hier
thuis bij de telefoon zit te wach
ten. Als hij fietst, is het een heel
ander verhaal. Ik zal best een
keer naar een start of finish gaan
kijken, maar ik trek nooit tijdens
een etappewedstrijd met hem van
hotel naar hotel. Ik weet als wiel
renster maar te goed dat je tij
dens een wedstrijd alleen met die
koers bezig moet zijn."
Pascal Appeldoorn pakz'J
titel: Die neemt niemanl ffl'JI
meer af...' foto de limbjWEk[
ma naar mijn zin. Ik sta alsk°<
rier op de loonlijst. Ben ik'®1
minste ook verzekerd. En ïl WJ
in een sterke ploeg. Wij ;ta
niet voor niets met overmant F
kop in het klassement vat 1
topcompetitie."
Appeldoorn deelt niet de rij
mene opinie dat het zo se
gaat met de Nederlandse
roepsrenners. Gaat er van uï
de amateurs het zondag 11JJ
open wedstrijd met profs I
moeilijk zullen krijgen au
rieus gekoerst zal worden.
zelfs van overtuigd dat de
strijd voor de meeste
afgelopen, als de profs
ronden voluit koersen. En
daarom ook niet aan Drolong1
van het kampioenschap.
„De profs willen nooit ie
de amateurs te maken
zegt Appeldoorn. „Maar n
het niet anders. He'z0"lrer kon|
zijn als ik mij in de te*
rijden. De afstand schri
niet af. Ik voel vaak hee.Jtot|
aan als de juiste ontsnapp 'y
stand komt. Ex-profs
Louis de Koning en Danny
lissen zijn duidelijk in ne
deel. Zij weten precies ho
aan toegaat."
:"2cbewust^0nny van Bentum a's teamarts op de bank van de Oranje-hockeysters. „Mensen die aan topsport doen, hebben die
gemaakt en weten zelf wel wat ze moeten doen en laten. Ze hebben hun eigen verantwoordelijkheid.
Door Ivar Penris
Amstelveen - Op de Neder
landse bank tijdens het EK
hockey voor vrouwen in Am
stelveen zit niet alleen veel
medische kennis. Vier van de
vijf begeleiders kregen ooit
Olympisch goud, zilver of
brons omgehangen. Coach
Tom van 't Hek en manager
Marjolein Bolhuis dankten
die plakken aan hun vaardig
heden met de hockeystick. De
derde tikte twee keer als één
na snelste aan in de Olym
pisch zwembaden: teamarts
en oud-zwemster Conny van
Bentum.
Huisarts Tom van 't Hek maakt
de opstelling, huisarts Robbert
Delissen assisteert hem daarbij
en huisarts Marjolein Bolhuis re
gelt alle zaakjes om het hockey
heen. Fysiotherapeut Johannes
Veen doet in Amstelveen wel zijn
gewone dagelijkse werk, net als
huisarts Conny van Bentum.
Medische kennis genoeg derhalve
in Amstelveen. Toch vond Van 't
Hek drie huisartsen op de bank
nog niet voldoende en benaderde
hij Conny van Bentum. De drie
zittende doktoren hebben het im
mers druk genoeg met hun eigen
lijke taken.
„Tom wilde naast een fysiothera
peut voor het sporttechnische as
pect ook iemand erbij hebben
voor huis-, tuin- en keuken-aan
doeningen," verklaart Van Ben
tum. „We kenden elkaar vaag van
een paar Olympische Spelen en
we lazen wel eens verhalen over
elkaar. Tom had de indruk dat
wij wat sport betreft dezelfde
Toen vrouwencoach Bert Wentink vorig jaar na
het mislukte WK hockey besloot te bedanken voor
de eer, viel ook de rest van zijn kabinet. De forma
tie van de nieuwe regering had Tom van 't Hek
snel geregeld.
De bezetting: vier artsen en een fysiotherapeut, al
lemaal oud-topsporters. De teamarts is de enige
die haar sporen niet op het hockeyveld verdiende:
oud-zwemster Conny van Bentum.
ideeën hebben. Toen heeft-ie me
gebeld."
Een kort gesprekje leerde dat de
bondscoach en de oud-zwemster
inderdaad op één lijn zitten. „We
zijn allebei heel praktisch inge
steld, nuchter en niet betutte
lend. Zo wil Tom ook met zijn
hockeysters omgaan. Ik denk er
hetzelfde over. Mensen die aan
topsport doen, hebben die keuze
bewust gemaakt en weten zelf
wel wat ze moeten doen en laten.
Ze hebben hun eigen verant
woordelijkheid."
Medailles
Vijf jaar geleden stopte Conny
van Bentum met zwemmen om
haar studie geneeskunde af te
maken. Naast talloze ereplaatsen
op Europese en wereldpodia
zwom ze op de Olympische Spe
len van Moskou ('80), Los Ange
les ('84) en Seoul ('88) een bron
zen en twee zilveren medailles bij
elkaar. Ze is nu 29 en staat der
halve in ieder geval qua leeftijd
middenin de groep. Keepster Jac
queline Toxopeus is bijvoorbeeld
al een jaartje ouder. Maar zo. wil
Tom van 't Hek ook: middenin de
groep.
De intrede in het kleine hockey-
wereldje is haar niet tegengeval
len. „Buiten het zwemmen ben ik
een standaard sportliefhebber.
Van hockey wist ik dus wat de
gemiddelde sportliefhebber weet.
Ik kende niemand toen ik begon,
maar dat veranderde snel genoeg.
Op zo'n toernooi praat je ook veel
met mensen van de buitenlandse
teams, zo leer je snel bij. Het
zwemwereldje was vroeger heel
vertrouwd, dat zal ook vrij snel
gebeuren in het hockey. Boven
dien: topsporters zijn topspor
ters, maakt niet uit in welke dis
cipline. Natuurlijk trainen en
werken zwemmers heel anders
dan hockeyers, maar het blijven
topsporters. Je pikt ze er zo uit."
Grote lijnen
Echt druk heeft Van Bentum het
nog niet. Ze neemt bij elke wed
strijd trouw plaats op de bank,
maar komt er de hele wedstrijd
niet vanaf. Blessurebehandelin
gen zijn voor de fysiotherapeut.
Van Bentum is meer voor het uit
zetten van de grote lijnen op me
disch gebied. „Ik heb kennis van
fysieke fitheid, krachttraining en
de beste voeding voor topspor
ters. Ik geef aan wat ze op dat ge
bied het beste kunnen doen. Maar
nogmaals, ik ben alleen aangever,
ze hebben hun eigen verantwoor
delijkheid."
Naarmate een toernooi als het
EK vordert, verwacht ze meer in
actie te moeten komen. „De
speelsters zijn nu toch gespan
nen, de vermoeidheid slaat toe en
je herstelt minder snel. Dan ko
men er ook de pijntjes en moet ik
er staan." Ze vindt het een voor
deel zelf op het hoogste sportni-
veau te hebben geacteerd. „Alles
is heel herkenbaar. Ik heb vaak
aan één woord voldoende om te
begrijpen wat er speelt."
Atlanta
Van Bentum begeleidt ook de Ne
derlandse jeugdzwemploeg, al is
dat maar een week of twee, drie
per jaar tijdens grote toernooien.
Zelf is ze niet meer actief in de
sport, maar ze kan het niet mis
sen. Ze zou graag meegaan naar
Atlanta. Die beslissing is aan het
NOCNSF. Niet elke arts van elke
ploeg of atleet mag mee naar At
lanta. „Maar wacht even, we
moeten ons eerst in Kaapstad
kwalificeren. Dat is ook mijn
doel. Misschien heb ik direct niet
zoveel te maken met het resul
taat, indirect zeer zeker wel. Het
is voor mij ook een uitdaging. En
als we ons kwalificeren, wil ik
het werk ook graag in Atlanta af
maken."
In principe blijft Van Bentum
aan tot de regeerperiode Van 't
Hek voorbij is. „Het dreigde even
te druk te worden met mijn prak
tijk en nog wat aanvullende op
leidingen, maar het moet lukken.
Na het hockey? Dan vind ik wel
weer iets anders in de sport.