•selmr eren en [uub Beurskens krijgt dinsdag de YSB Poëzieprijs ld eI (1963> maakt 5 STEM GROTE GIDS D3 GENS IN BELGIE... u zo'n grote showroom unieke kollekties vloer-en Itegels, ursteen en marmers van ïeest exclusieve ten tot 't goedkoopste irtiment. ids de laatste nieuwig- en vanuit Italië, Spanje, ugal, Brazilië enz. ZENDEN SOORTEN id bestemmingsplan Wuus [Een Brabantse I salon IN BEELD 424 wvaliteit alleen. 1 perfecte service. 4aVnn°Ster' ''"Kool- Tde frictie tussen Beelden in Roosendaal VRIJDAG 9 JUN11995 ichters tussen intimiteit en chaos maandag tot en met zondai pend van 9 tot 12 uur en va' -tof 18 uur. erseweg 135 B 11 Hoogstraten-Meer 00-32 3 315 70 82 00-32 3 315 03 85 EMEENTE [EUW-VOSSEMEER" Iten hebben op 11 mei 1995 het fSimon Luijmesstraat Herzie- edgekeurd. [plan ligtgedurende zes weken voor vethouders van Nieuw-Vossemeer donderdag Bredabaan erV N® .tis een jonge prijs, de VSB Poëzieprijs en de enige substan- j rijs op het gebied van Nederlandstalige poëzie. Op dins- ,13 juni zal een bedrag van 50.000 worden uitbetaald aan de 'naar, Huub Beurskens. Dat is de helft van het bedrag dat bij j bij de Libris als de AKO Literatuur Prijs voor proza agereserveerd. De dikte van een werk heeft blijkbaar toch, v binnen de literatuur, een doorslaggevend gewicht, dat in Iwordt omgezet. het zelfs de discussie versterken omtrent de positie van een dich ter in de samenleving, zowel van uit het publiek als vanuit de dichters gezien. Hoe betrokken is een dichter op het gebeuren in de samenleving? Bestaat er behoefte aan poëzie bij het publiek of is dit genre echt bijna dood, zoals Komrij denkt? Zelf zou ik juist denken, dat de mensen in dit tijdperk van voort durend besef van tijdgebrek en jagen, de dikke boeken links zou den laten liggen om zich op ge dichtenbundels te storten, des noods op een dieet van één ge dicht per dag. Of schort er iets aan die poëzie? Of aan onze cul turele overlevering? i poëzieprijs nodig, heeft i, prijs een functie in de stille «ld van dichters en dichtbun- llfoëziefestivals worden zeer ik bezocht door een enthou- w publiek, dat echter niet van- sprekend tot het poëzielézen- ppbliek behoort. Poëzie laat u nlet gemakkelijk navertel- oa. vanwege haar verdichte bijzondere taalgebruik. Het is jral de manier waarop de orden gerangschikt staan, die gedicht zo bijzonder maakt piet de rechttoe rechtaan ver ft van een gebeuren, roman heeft verwantschap 1 de film, waarin in gedurende 0 tijdsverloop de spanning jdt opgebouwd. In een gedicht 1|e tijd bijna stilgezet en is er _ocht naar een spanning tussen woorden onderling en hun be llissen. In dit spel worden itre mogelijkheden van wer- peidsopvatting zichtbaar, t verandert voor een moment verhouding tussen de dingen, larom worden festivals dan tb zo druk bezocht? Drommen fcn bezoeken de Nacht van te Utrecht en Poetry national te Rotterdam -24 juni). In Brabant gebeurt in Eindhoven bij Woordwe- ronihet havenhoofd (25 ju- Zo'n gebeuren heeft een hoog ithalte: men amuseert zich js de live-optredens van de ra. Daarentegen werpt een |talachtige tekst op een blad- Ie blijkbaar eerder drempels jntvankelijk Ech is het allemaal maar een lestie van ontvankelijk willen in voor de meerduidigheid van dingen en de taal. De altijd e en consumerende mens [ei daaraan wennen. Hij prefe- t de prettige snelweg naar 1 bedrieglijke eenduidigheid ris kees. Maar daarmee vdt die werkelijkheid eigenlijk [weid aangedaan. Grenzen en eden moeten voortdu- ïdworden afgetast. Onder an- reviadetaal. r. poëzie gepromoot worden? I'ngrote poëzieprijs kan op zijn ast het gesprek rondom dit J versterken. Misschien kan Helder De dichters die genomineerd werden, lijken zich van het pro bleem bewust. Herman de Conin- ck Schoolslagheeft nooit onder stoelen of banken gestoken, dat poëzie boven alles in eenvoudige taal en volstrekt helder moet zijn voor de lezer. Hij maakt in het gedicht iets intiems van een alle daags moment en daaruit moet ontroering loskomen bij de lezer. Als ik de bundel opnieuw bezie, slaagt hij daarin, maar gebruikt hij té gewild een kinderlijke taal en werkt hij té bewust naar het effect van sentiment. Dit reikt uiteindelijk niet verder dan een kleine ontroering in een kleine belevingsruimte. De wereld van Leonard Nolens (Honing en as) is minder vlinder achtig en zwaarder van toon en thematiek. Hier staan het onver mogen te leven en het dichtproces zelf centraal. Er is sprake van' dubbelgangers en verwisseling van muze en geliefde, die eigen lijk ook weer het gedicht en de dichter vertegenwoordigen. De dubbelzinnigheid doet hier zijn intrede, maar nog altijd binnen de particuliere ruimte van Nolens zelf. Hij spreekt over bovaryisme, het vermogen van de mens zich zelf anders te zien dan hij in wer kelijkheid is. Hij is voordurend bezig zijn plaats te bepalen in het leven. Hij verwoordt op steeds andere wijze zijn psychologisch onvermogen óm te leven. De stro- fenbouw is regelmatiger dan bij Huub Beurskens: taaluitbarstingen De Coninck en er is vaak sprake van binnenrijm. Dwang De poëzie van Charles Ducal (Moedertaal) is strenger van vorm en woordgebruik. Lading wordt via eenvoudige woorden samengebald. Het gaat hier over de ouders, de moeder met name, en wat via hen op hem overging. Ook over zijn moedertaal, het Vlaams, dat hij verruilde voor het Nederlands. Hij werkt met de dwang, die van het verleden en de taal uitgaat: 'Het lijkt wel rijm dwang', zegt hij. Hij verwoordt een ingespannen gevecht en houdt het sentiment oplettend op afstand. Alleen in het gedicht kan God bestaan. Het gedicht is voor hem dus iets dat achter en tussen de fysieke zaken in staat. Er is een poëtische metafysica. De dichter staat 'in de marge van het verkeer. Hun strook is niet inge lijfd'. Over Hester Knibbe (Een hemd van vlees) is nog niet veel geschreven. Het is ook pas haar tweede bundel, maar zij had met een een eigen toon. Een stevige, nuchtere toon, waarmee zij her kenbare situaties van alledag verwoordt, en daarvan ook tel kens een bijna mystiek of reli gieus facet. Het werkt heel ver rassend, want de toon blijft even flink en de mystieke beelden heb ben een onmiddellijkheid, omdat ze hen niet inleidt. Het strakke metrum leidt je moeiteloos door bewust aangebrachte lassen en FOTO CHRIS VAN HOUTS breuken. Ze wordt wel met Nij- hoff in verband gebracht vanwe ge haar bijna klassieke beheer sing van vorm en emotie. Ze toont een soms staccato-achtige weer baarheid tegen destructie van binnenuit door middel van scher pe observaties en accurate taal vondsten. Ook hier komen diver se gestalten van de hoofdpersoon voor. Postmodernisme Stefan Hertmans (Muziek voor de overtocht) werd ook voor de Li bris Prijs genomineerd met zijn prozataferelen Naar Merelbeke. Hij vertoont de invloed van het postmodernisme. Muziek voor de overtocht bevat proza - achtige vertelpoëzie, die hier en daar be togend is. Hij refereert aan muzi kale strukturen. Zijn teksten zijn complex. Hij belicht steeds ande re facetten binnen eenzelfde si tuatie. Opvallend is de rol die de beweging speelt. Alles verschuift in deze poëzie en is daardoor nooit echt grijpbaar, zowel het waargenomene als de waarnemer zelf. Aanleiding zijn o.a. de pre- kubist Cézanne en de Franse au teur Valéry. Het gaat om onvaste, aldoor veranderende ordeningen. Ook Huub Beurskens is postmo dernistisch beïnvloed. Ook hier beweging en metafysica. De titel Aangod en afmens duidt er al op. Beurskens bekritiseert de mens die zichzelf tot afgod heeft ge maakt. Hij noemt zichzelf gods dienstafvallige, maar heeft het toch over een onzichtbare tegen woordigheid, maar niet die van één heer met één leer. In het af tasten van de taalgrenzen over drijft hij soms bewust de poëti sche middelen, schrijft prozage dichten in navolging René Char en voert geleidelijk de snelheid op. Hij wordt bijna jubelend als hij het heeft over de veelheid aan vormen en geuren en alles wat el kaar overlapt. Over het onvervul bare verlangen, dat hij hier ba naal en daar religieus verwoordt in wisselende stijlen en met grote gebaren. Maniëristisch is hij ook wel, net als Hertmans. Evenwichtig Bij Eva Gerlach (Wat zoekraakt), tenslotte, krimpt de wereld weer in, maar niet de reikwijdte van haar woorden. Ze heeft een aan zienlijk oeuvre, dat alléén uit poëzie bestaat. Ze schrijft even wichtige poëzie, waarbij com plexiteit, intimiteit en atmosfeer samengaan in vakkundig gecon strueerde lichtheid. Beelden, toon en opbouw van haar gedich ten zijn heel eigen. Haar aanlei dingen bevinden zich binnen het dagelijks gezinsleven, maar ze tast daarin altijd naar universele onbekenden. Haar poëzie komt zo écht over, zo zonder effectbe jag. Dat kan alleen, omdat ze elk woord uiterst consciëntieus een plek geeft. Er is ook wel gesproken van Ger- lachs neo-metafysica. Wat je ziet is niet wat je ziet en dat ver woordt ze, met een wonderlijk scherp oog voor details. Gerlach zoekt naar de 'rafelige verban den', naar 'het verschil/ tussen één op miljoen en ware grootte/ van de dingen als ze niet meer he ten/ hoe. Er geen herinnering om wil.' Ook hier neemt de ik diverse gestalten aan, het is als de 'Russi sche poppetjes', die in elkaar pas sen. Ook hier zijn beweging en snelheid belangrijke motieven. Zintuiglijk Hierboven heb ik een persoonlij ke klassement van de genomi neerden weergegeven in oplopen de lijn. De jury heeft voor een an dere nummer één gekozen. Wat betreft de zeven uitverkoren bun dels, valt nog te zeggen dat het lijkt alsof de jury een keuze heeft willen maken, die samenhang vertoont. Zintuiglijkheid speelt een grote rol en een streven naar scherpe waarneming van de fy sieke wereld. Bij de meest 'metafysische' dich ters blijkt die fysieke wereld juist door die concentratie op de waar neming ongrijpbaar en zeer ver anderlijk. Ze gaan op zoek naar hun plaats in die veranderlijke wereld. Er is ook geen sprake meer van één en een duidelijk be grensd ik, echter meer vanuit een benadering als die van de fysica dan die van de psychologie. De grenzen veranderen terwijl je er naar op zoek bent. Ook is niet ge kozen voor dichters, die zich al leen op de taal en het dichtproces concentreren. De keuze vertoont wel uitersten: het vlinderachtige sentiment van De Coninck staat ver af van de taaluitbarstingen van Beurskens. Er worden grenzen afgetast tus sen intimiteit en chaos. De dich ters zijn op zoek naar de juiste toon en taal voor de complexiteit van een wereld, waarin niét de mens het centrum is. De dichters zijn op zoek naar een verander lijk ordenen van taal en wereld. De samenhang kan toeval zijn. Toch spreekt me het idee van een samenhang binnen de nominaties wel aan. Zo kun je op een inspire rende manier laten zien wat bin nen de poëzie sterk leeft, zonder kwaliteit in onvergelijkbare ui tersten al te zeer geweld aan te doen. Slechts één winnaar kiezen is in de poëzie zowiezo niet recht vaardig. Er zijn heel veel goede dichters. Maar ik denk, dat alle beetjes helpen om die goede poë zie onder de aandacht te brengen. Hierin mag een krachtiger tradi tie komen. De VSB Poëzieprijs is een particulier gesponsorde prijs, die voor de tweede keer wordt uitgereikt. Ze is ingesteld op ini tiatief van Huub Oosterhuis, di recteur van De Rode Hoed te Am sterdam. Daar vindt dinsdag ook de uitreiking plaats. lin de ruimtes van de NBKS (de |Sieuwe Brabantse Kunststich- ®8) u Breda vindt een presen ile plaats van kunst van veelal ®ge Brabantse kunstenaars. Iniiim zestig kunstenaars, die in |"93 en 1994 in het documenta- 1 van de NBKS werden Ingenomen, hebben een uitnodi- s ontvangen om met twee 'ten aan Salon II deel te ne tten. De eerste salon vond plaats 5 ter gelegenheid van de opening IJiBreda in 1992. kunstenaars doen mee ;<M deze presentatie die niet an- ■ders pretendeert dan een etalage T z'in voor hen die zich op de ™gte willen stellen van wat op 1 ogenblik onder jonge Bra- "ise kunstenaars gaande is. afgewogen en uitgebalan- :™ei ftematisch bedoelde ten- I Mistelling moet u dus niet ver- I...J ,n. en dat is ook wel eens Laat de kunst zelf Door Frits de Coninck ■Ia twezel |e van zo'n tableau de is dat je je vrijelijk -ken tot wat goed en in Seval opmerkelijk is. De zeef is weliswaar al ge- Fmen door de NBKS, dieniet Ttini1 voorheen ieder die zich- kunstenaar benoemt, au- Wlt 'laar !)estanc' °P~ i?fePr°^ssionaliteit is vereist. een kunstenaar die zijn I mm- °Pde ^stmarkt wil ver- asn!ni' S',e't zkdl onophoudelijk I SïMat e ^°°L En deze pre- I van ia 1S daar een onderdeel I dan dle wat voor reden kldenl g®mteresse®rd is in zijn unst> spreekt hier ittt r f°°rdelen uit' °P CS^Wle:in.dat opzicht a len Wouter Bakker Inge ineen n V3nni Dalessi' Ehilo- ■Mander i ï"laekers, Marjolijn ■"outer R t? Ronald Plune' lB'i voorkeu? schilderijtjes. Iivaar de van blnnenruimtes bedd staat'? j,nafweziëis' Het v„„rtkat otlder spanning, die l^deunn ,°^aa^ de grootte l1"' Werk »Aen'althans in LJ^rkdat hlJ bij de bpgjjg toont, de dikte en beweeglijk heid van de penseelstreken. De spanning tussen die factoren die elkaar eigenlijk in de weg zitten, maakt zo'n klein doek tot een schilderij waarin voelbaar wat gebeurt. Werk van Wouter Bakker was ook te zien op een speciale pre sentatie op de recente KunstRAI, gewijd aan kunstenaars die de afgelopen twee jaar een startsti pendium van de overheid heb ben ontvangen. De kwaliteit van wat daar te zien was van Bakker was overi gens wel beter. En dat geldt ook de Eindhovense schilder Gio vanni Dalessi (1964). Hij maakt portretten die de mens naakt en vol berusting frontaal op het kleine doek zetten. Een navrant detail in elk schilderij bepaalt de atmosfeer waarin het leven van dat moment zich voltrekt. Zijde lings doet hij denken aan de ver halende en tekenachtige schil derkunst van Co Westerik. Een interessante kunstenaar van wie hier jammer genoeg niet zijn beste werk hangt. Wie het andere werk van Jolan- da Kooijmans niet kent, zal moeite hebben met de stapeling dozen op deze salon. De veelheid en diversiteit van schilderijen en objecten in de directe omgeving hindert deze stapeling in haar relatie tot de ruimte. En dat laatste is een belangrijke kwali teit in haar oeuvre. De grijskar tonnen dozen hebben elk een op schrift dat verwijst naar de we reld buiten en tegelijk een ver wijzing naar de te vermoeden in houd van de doos niet uitsluit. Maar vooral is het een geleed beeld dat onmiskenbaar op de vloer staat en tegen de muur leunt. Want het omvallen dreigt Beelden van Wim Geeven in het Tongerlohuys in Roosendaal. altijd. De positie van zo'n stapel dozen in deze concrete ruimte kun je dus benoemen als een aantal activiteiten: staan, leu nen, omvallen, maar ook verwij zen en verbergen. Een beeld van Jolanda Kooijmans is altijd een reeks samenhangende uitspra ken over die ene, specifieke ruimte. Zo zijn alle vertrekken van de NBKS, ook de administratieve ruimtes, ingeschakeld om deze grote hoeveelheid te tonen. Za kelijk en neutraal, opdat de kij ker zelf ongeremd zijn houding kan bepalen. NBKS, Reigerstraat 16, Breda; tot 10 juli. Open di t/m zo van 1 tot 5 uur. De beelden die deze zomer in het Tongerlohuys in Roosendaal worden getoond, zijn in velerlei opzicht divers. Verschillend van maker, van materiaal, van uit drukking, van mentaliteit. Maar ze zijn samen onder een dak ge bracht en nemen samen de open ruimte van de tuin in, zodat ze met elkaar te maken hebben. Onvermijdelijk. Als beelden het verdragen om in een betrekke lijk kleine ruimte zo eikaars buurman te zijn, dan zou dat kunnen inhouden dat ze elkaar aanvullen. Dat ze in elk geval el kaar niet beconcurreren, een voudigweg omdat ze naar totaal verschillende betekenissen lei den. Op die sociale heterogeni teit is dit goede nabuurschap ook gestoeld. Peter van den Berk (1952), Wim Geeven (1949) en Adri Verhoe ven (1952) zijn alle drie uit Bra bant afkomstig en eveneens in Brabant als beeldhouwer opge leid. Wat ze gemeen hebben in hun werk is een zeker soort van conventie. Ze maken beelden van een signatuur die in de he dendaagse kunst al klassiek is. Die terugkijkend rechtstreeks voert naar de academies waar ze zijn opgeleid, naar de opvattin gen van pakweg twintig jaar ge leden. En die in hun geval sinds- FOTO ARCHIEF DE STEM dien ook niet wezenlijk meer veranderd zijn. De beelden die nu in Roosendaal te zien zijn, tonen een vaste, her kenbare stijl met grote aandacht voor het gebruikte materiaal in een duidelijke vorm. Een vorm die het verhaal strak binnen de eigen grenzen houdt. Fysieke beeldhouwkunst, in verschillen de graden van abstractie. Wat ontbreekt bij alle drie is een ma te van raadselachtigheid, van onzekerheid, een poging om tot een daadwerkelijk andere bele ving te geraken. Bijna zou ik het woord twijfelen schrijven, want daar zetten de beelden inder daad niet toe aan. Maar de pre sentatie die op zich zelf al vol doende uitnodigt om er gedach ten bij te ontwikkelen, is voor zien van het thema 'Het voor recht van de twijfel'. En zoiets wordt onontkoombaar gevolgd door een tekst in het begeleiden de boekje waarin de beelden in een gewichtig kader worden ge zet. Alweer zo'n boekje dat woorden fabriceert die de beel dende kunst voorbij schieten, omdat ze uitgaan van enig weten en zeker niet van onbevangen kijken en denken. Wim Geeven is de interessantste van de drie. Terwijl zijn beelden het minst toegankelijk, het minst vrij lijken. Maar in die constate ring zit iets paradoxaals. Hij maakt beelden van ijzer, duide lijk bedacht, geconstrueerd. Streng, scherp afgelijnd, mas sief. Altijd evenwichtig en ern stig. En toch levert dat wat zo streng begrensd lijkt, de meeste vrijheid en beweging op. Elke vorm lijkt zijn tegenvorm te heb ben, licht en donker definiëren elkaar en zorgen voor ruimte in het beeld. Tegenover dat wat ligt en zo het oppervlak zoekt, staat letterlijk iets rechtop en klimt de ruimte in. Zijn beelden blijven verre van de gemakkelijke asso ciatie met een bestaande vorm, zodat de weg vrij is voor nieuwe, andere betekenissen. Het is de paradox van de dichter, die zich vrijwillig onderwerpt aan het sonnet met al zijn regels en gren zen. Juist die vormdwang zorgt voor een concentratie, die in staat is een nieuwe vrijheid te verove ren. De ogenschijnlijke vrijheid die er is door de vormdwang te ontlopen, levert meestal veel minder op. En dat geldt eigenlijk voor de twee andere beeldhou wers, Peter van den Berk en Ad ri Verhoeven. In verschillende mate, maar toch. Hun werk oogt esthetisch en af en toe verleide lijk, maar wat er aan ontbreekt is diepgang: betekenis die verder gaat dan het verhaal van de bui tenkant. Tongerlohuys, Molenstraat 2, Roosendaal; tot 1 augustus. Open dl t/m zo van 2 tot 5 uur.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 21