Weekend m BB King in de Efteling DE STEM 'In dit land houdt men krampachtig het sprookje van het ideale gezin in stand' George Rab poogt via de rechter zijn moeder de naam van zijn vader te laten prijsgeven ÈRDAG 3 JUNI 1995 ZATERDAG 3 JUNI 1995 zijn 'Rino-bat' klaarstoomt zending naar Bosnië op 1 jai )6. [el zal De Gilde er vooralsnog merken, want voorlopig ver een de 200 personen tellende rlandse staf van luitenant-gen itsma (drie sterren) naar Müi troepen blijven in Neder, itsma krijgt twee assistenten c der hem, twee Duitse gene :n ster en twee sterren), want icties in Münster zijn eerlijk rangen verdeeld. Als Reitsma kt, komt een Duitse drie-ste n plaats, en krijgt Nederland leraals met een en twee sterre huidige Duitse stoelen. 1 Gilde ziet voorlopig slecht ordelen van de reorganisatie, enstplicht had iets onrechtvaar een jongens waren verplicht men. Nu alle functies opens istateer ik een grote toeloop ïisjes, zelfs van zestien jaar. Ze éren alle mogelijke functies, neeskundige troepen is 45 pn ouw, maar ook bij de eenheit langs naar Zaire moest om vu» gen uit Ruanda te helpen, was drie een vrouw." iaarnaast merk ik dat het ent isme onder het personeel1 is, mensen komen omdat ze w ;rken. We krijgen echte pi°® le soldaten. De mensen die je ud je langer binnen, zodat je s kunt scholen en de kennis iger in huis," m w z< Jl voorspelt Reitsma d, internationale inzet vai legerkorps in de toe1 zou kunnen yera!!' Ve worden een multi-na 1 irps dat ingezet moet kunnen ;n in crisisgebied. Je kunt je e atie voorstellen dat er snel g :erd moet worden bij een ng. Nederland en Duitsland we jaren met hetzelfde maten ilerlei terrein. Waarom z°u <en Nederlandse militairen i ncuciianuoc d" zenden!met°Duitse chauft» e politiek zal er waarschijn! j el even anders over denken, j zelf al op. k heb twee bazen: de Duit ederlandse minister van houd van korte directe aarom vrees ik dat ik op s aatsen snel als een absoluui S >or de bureaucratie zal wo en." Geheel in lijn met regJ it mission statement, dat w ïl en slagvaardig. I pit is een verhaal over een volwas sen man van 50 die zijn moeder voor de rechter sleept. Een verhaal ook over de taboes waar hij tegen aan loopt als hij vraagt waar hij j vecht op heeft: de naam van zijn va- j der. Eigenlijk moet hij niet zeuren, want hij bestaat helemaal niet. George Rab pikt dat niet. Als je zijn boek leest, begrijp je waarom. Door Marja Klein Obbink En dan is er nog iets: Rab's verhaal maakt verdrietig duidelijk waarom de uit spraak van de Hoge Raad een doorbraak was, maar geen oplossing. Op 15 april '94 be sliste dit rechtscollege dat het kind recht heeft op kennis over zijn afstam ming en inzage in zijn afkomstdossier. Maar als er geen dossier is - zo daarin al de waarheid staat - hoe kun je dan een moeder dwingen een naam te noe men die ze haar hele leven verzwegen heeft? Wat moet je doen als ze liegt? Bovendien: je eigen moeder aankla gen, dat doe je toch niet? George Rab deed dat wel. Na jarenlan ge mishandelingen, treiterijen en las ter. Hij schreef al zijn ervaringen op in een boek. Het wachten is nu op een moedi ge uitgever. Volgens adoptie-hoogle raar prof. dr. R. Hoksbergen, die het voorwoord schreef, zal met de uitgave van dit boek 'een groot maatschappe lijk belang gediend worden'. Tot nu toe ervaart Rab dat niemand zich voor hem en zijn lotgenoten ver antwoordelijk voelt. Ook de politiek die jarenlang heeft meegewerkt aan het verdonkeremanen van tienduizen den kinderen, maakt zich niet druk om hun lot. Sterker nog: op dit moment praten we al over verruiming van de adoptiewet, terwijl de rechten van het kind nog niet zijn geregeld en er nog steeds gefraudeerd kan worden met geboorte-aangiften. George Rab is een bevrijdingskind. Hij werd geboren in die blije zomer van 1945. Maar een feest is het leven voor hem nooit geworden. Hij was een on wettig zijn er meer van. En hij was onge wenst. Ook daar valt nog mee te leven. Anders wordt het als de ze verboden vrucht de schuld krijgt van zijn eigen bestaan. George heeft er namelijk niet om gevraagd geboren te worden. Als hij wordt weggestopt op een zolder en als die paar mensen die op de hoogte zijn van zijn bestaan, zo als zijn grootmoeder, hem 'die daar' of 'de bastaard' noemen. Als hij jaren lang wordt getreiterd, mishandeld, en zijn moeder hem blijft achtervolgen met haar vernederingen en kwaads prekerij. Als kortom je levensvreugd wordt vergald alleen om het simpele feit dat je bestaat. Terug naar die blije zomer van '45 in Arnhem. Een verpleegster van huize Kindervreugd doet aangifte van zijn geboorte. Achter de naam van zijn va der vult de ambtenaar in 'toevallig ge boren'. Overigens: Rab is een pseudoniem dat is samengesteld uit de beginletters van de achternaam van zijn moeder, zijn pleegouders en zijn eigen achternaam. Een paar maanden na zijn geboorte sjouwt een pastoor met baby George onder zijn arm door de straten. Hij heeft het kind zwaar ondervoed en on der de schurft aangetroffen. Hij leurt langs de deuren. Of iemand dit kind wil hebben. En hij vindt een pleegge zin in een naburig dorp. Zes lange en gelukkige jaren leeft Ge orge daar daar onder de zorgzame vleugels van een kruideniersgezin. Tot de dag waarop hij achterop de fiets van zijn pleegvader moet stappen die hem, met tranen in de ogen, naar zijn biologi sche moe der brengt. Zij heeft hem opgeëist. Waarom? Dat snapt niemand, want van af die dag beginnen de mis- handelin- gen. Het verboden bestaan Eerst door zijn stiefvader, de beroeps militair die als een schoothondje zijn echtgenote gehoorzaamt. Ook zijn moeder, die George consequent Bm (biologische moeder) noemt, heeft wapperende handen. George begint in bed te plassen. Krijgt daar slaag voor, met de wasknuppel in het washok. Hij moet met z'n handen boven de lakens slapen, krijgt koude douches. Vier maanden later is het onbezorgde vriendelijke jochie veranderd in een stotterend, bedwaterend en moeilijk opvoedbaar kind. Hij wordt geplaatst in kindertehuis Lievenshove in Bergen op Zoom. George heeft een stiefbroertje en een stiefzusje, de twee wettige kinderen van mevrouw Bm. Zij krijgen te horen dat George een kindje uit een kinder tehuis is dat af en toe bij hen komt lo geren. Ook de buurt gelooft dit ver haal. George wordt nooit wat ge vraagd. Ook niet als zijn moeder hem naar een psycholoog stuurt, omdat hij onhandelbaar is. Zijn begeleider, het schoonzusje van Bm, beantwoordt de vragen. Bleef het daar maar bij. Maar zijn Bm weet van geen ophou den. Ze vernedert en vertrapt hem en behandelt hem als een hond, schrijft George in zijn manu script: 'Ze zat op het bankstel met de honderiem in haar hand. Ik moest op mijn knieën gaan zitten waarna zij mij de riem omdeed die ze vervolgens aan de tafelpoot vastmaakte. De riem had zoveel speling dat ik alle zijden kon be reiken van het Perzische tapijt waarop ik zat. Aan twee zijden van dit tapijt zaten de zogeheten afwerkdraden of franjes. Op mijn knieën zittend moest ik deze draden gelijkkammen met een haarkam. Ze moesten precies evenwij dig naast elkaar liggen. Niet één mocht er scheef liggen. Indien dit wel het ge val was schopte zij met haar voet de draden door elkaar en moest ik op nieuw beginnen. Dit herhaalde zich vele malen tot het haar ging vervelen waarna zij op zoek ging naar andere pesterijen.' Kruimels rapen bijvoorbeeld, na het eten, op handen en voeten onder de ta fel. Zijn verblijf in Lievenshove be schouwt hij bijna als een uitje. Het is er streng, maar hij wordt er wel met rust gelaten. Directie en begeleiders slikken de verhalen van mevrouw Bm over zijn misdragingen als zoete koek. George woont er samen met NSB-kin- deren die kort na de oorlog in Lievens hove worden ondergebracht. Ook wij, de ongewenste oorlogs- en bevrij dingskinderen werden en worden ge stigmatiseerd. Men vroeg en vraagt nimmer naar de ware redenen van ie mands verblijf in een opvoedingsge sticht, zoals men dat dan gemakshalve noemt. Een lotgenoot merkte eens op: 'Onze ouders maakten de fouten en wij kregen levenslang." Kindertehuis na kindertehuis volgt. Als een broeder zijn blauwe plekken ziet die een gevolg zijn van de afranse lingen thuis, krijgt George iets over zij afkomst te horen. Zijn vader zou een Tsjech zijn die door de Duitsers was gedeporteerd en te werk was gesteld bij een schoenmaker. Maar George gelooft er, 35 jaar later, geen barst van. Hij heeft ontdekt dat zin persoonspapieren zijn vervalst. Pas dertien maanden na zijn geboorte zijn ze aangelegd. De verpleegkundige die hem destijds bij de burgerlijke stand zou hebben aangegeven, ontkent dat zij daar geweest is. Zij woonde in die periode in een ander deel van Neder land. Bovendien heeft George uitgere kend dat hij geboren is na een zwan gerschap van 10,5 maanden. Dat George op zijn 21e meerderjarig is geworden, weerhoudt zijn moeder er niet van door te gaan met haar verne deringen en kwaadsprekerij. Nadat zij hem al heeft benadeeld door een brief naar defensie te schrijven dat hij ho mofiel is en dus wordt afgekeurd, trapt zij hem eem paar jaar later compleet de grond in als hij op kamers gaat. Bm komt op bezoek bij zijn hospita. Heeft zij kindertjes? Dan is het oppassen ge blazen. George is niet alleen homofiel, hij valt ook op kleine meisjes, En o ja, hij heeft in België, Duitsland en Span je in de gevangenis gezeten. Dan - voor het eerst in zijn leven - komt iemand voor hem op: zijn hospi ta. Zij zegt tegen Bm dat zij niet kan begrijpen hoe een moeder haar kind zo te grabbel kan gooien. „Ook al zou de helft van het verhaal waar geweest zijn, wat ik niet kan geloven, zou ik nog liever mijn tong afbijten dan dit aan een wildvreemde te vertellen." Waarom doet een moeder dit? George heeft er lang over nagedacht. In zijn manuscript heeft hij een gedicht hier over geschreven. Hij probeert het uit te leggen: „Ik ben de barst in de spiegel van haar leven. Een verfoeilijke onef fenheid, die niet meer is weg te wrij- Prof. dr. Hoksbergen, de adoptie hoogleraar, beantwoordt de vraag zo: „Deze vrouwen voelen een diepe, per soonlijke gekwetstheid, die bovendien niet door het moedergevoel wordt ge compenseerd. Bovendien treedt er door de buitenwereld ook geen correc tie op: het kind had er ook eigenlijk niet mogen zijn." Dat ervoer George korte tijd geleden nog, toen een krant schreef dat hij zijn moeder ging vervolgen: „Ik zat in de bus en de hele tijd voelde ik een oude vrouw zeer doordringend naar mij kij ken. Toen ik gelijk met haar uitstapte, beet ze me toe: 'Jij nestbevuiler! Om je moeder zo door het slijk te halen. Een draai om je oren moet je hebben! „Kijk," zegt George die nog steeds kwaad is over dit voorval, in zijn rij tjeshuis in Heerlen: „Dat bedoel ik nou. De mensen willen je niet geloven! Jij bent een bastaard en dan zal er met jou ook wel wat mis zijn. En je moe der? Die doet zoiets niet. In dit land houdt men krampachtig het sprookje van het ideale gezin in stand. Er be- VERVOLG VAN VOORPAGINA Slechts bereid aan zijn eigen wetteloosheid te gehoorza men, hielp het gewelddadige Beale-milieu Memphis zelfs aan de nationaal gebezigde bijnaam Murder USA. Een kleine eeuw lang heerste de zwarte penose over haar zompige koninkrijk van (592 gelagkamer tjes, gokholen en hoerenkasten. Juist hier ontwikkelde zich de blues, als de soundtrack van een bandeloos bestaan vol zinnelijk verzet tegen het blanke burgerman sfatsoen. De maandenlange rassenonlusten die uitbraken na de moord op Mar tin Luther King, verschaften de be- stuurderen hun politieke alibi om eindelijk met het Sodom-aan-de- Mississippi af te rekenen. Onder de nobele banier van de Urban Rene wal, de Stadsvernieuwing, rukten in 1969 de gemeentelijke bulldozers op naar Beale Street en creëerden er het effect van een bombarde ment. Voor er een jaar verstreken was, la gen de zevenhonderd panden van Beale tegen de grond. Slechts een handjevol historische geveltjes bleef, beschermd door de monu mentenlijst van de staat Tennessee, overeind. De fiere geboortestraat van de Blues had opgehouden te be- staan. Evenals trouwens de blanke achter buurten waar de jonge Elvis Presley opgroeide, voordat hij via de - wel bewaarde, maar slecht geconser veerde - Sun Studio aan 706 Union Avenue de wereld veroverde. Voor een plaats waar stadshistorie en muziekgeschiedenis zo synoniem zijn aan elkaar, is dat niet veel min der dan een catastrofe. Maar de stad die in een slordige 130 hitsongs vereeuwigd is, ligt ook weer niet voor niets in het vaderland van de virtual reality. Tien jaar terug trok Memphis - in de beste traditie van Beale Street zelf - alsnog de toeris tische troefkaart uit de manchet. De reconstructie begon. De plaatselijke tegenstanders, on der wie de auteur Michael Bane, er geren zich al jaren aan deze 'ge schiedvervalsing'. Een dode kun je geen nieuw leven inblazen, redene ren zij. Maar de voorstanders be schikken over zeer (kapitaalkrach tige beademingsapparatuur, waar mee in ieder geval de illusie van le ven gewekt kan worden. In 1991 begon het er, althans vanuit commercieel-toeristisch oogpunt, al aardig op te lijken met de komst van BB King's Blues Club. Dat de uit Memphis afkomstige bluesgi gant helemaal geen eigenaar is van 'zijn' barbecue-restaurant, is aller minst strijdig met de gehanteerde recreatie-formule. Het brave Beale Street anno nu dankt immers meer aan Disney dan aan de Delta. Het straatbeeld wordt gedomineerd door de vele kledingzaakjes, snuis terijenwinkeltjes en, natuurlijk, de musea. In het handjevol eethuisjes daar tussenin werken de blanke bands zich avond aan avond gerou tineerd door de bluesclichés, terwijl hun zwarte collega's het liever op Southern Rock en Philly-Soul hou den. Of dit voor de Europese muziekpel- grim nu net zulke heilige grond is als het - wel goed geconserveerde - Graceland voor de Elvisfans, valt te betwijfelen. Voor de doorgewinter de blueskenner kan het bloed(e)loze Beale weinig meer zijn dan een ker misattractie. Zoveel als BBKing- in-de-Efteling. Maar financieel ge sproken zit er ongetwijfeld weer muziek in Beale. „Tien jaar geleden bestond Beale Street helemaal niet," meldt de plaatselijke publicist David Lyons, terwijl hij in BB's zijn veel te zwaar doorbakken steak met een Budwei- ser wegspoelt. „Vijf jaar terug ver diende de straat al één miljoen dol lar, in 1994 was dat twintig miljoen. Het einde is voorlopig nog niet in zicht, thanks to KLM." De rest van zijn fiere verhandeling gaat verloren in de wonderlijke klanken van BB's huisband the King Bees: onvervalste top-40 mu ziek uit de jaren '70. Hey hey hey listen to the music. Een tafeltje ver der steekt een toerist beide duimen op. 'Sfeertje hè'. Pas als het neon dooft op Beale Street en de hoertjes en bedelaars zich uit het duister van de zijstraten losmaken om de laatste toeristen aan te klampen, pas dan klapt de zeepbel. De subtropische Memphis- nacht voelt plotseling onbehaaglijk. Kort als een huivering wordt iets voelbaar van wat Beale tot de kraamkamer van die broeiige twaalf-maten-muziek gemaakt moet hebben. De dreiging van de rauwe werkelijkheid. Alsnog, Wel come to the Home of the Blues. Geraadpleegde literatuur: M.Bane - 'White Boy Singin' the Blues' (DaCa- po Press). P.Guralnick - 'Sweet Soul Music' (Harper Perennial); 'Last Train to Memphis' (Little, Brown Co); 'Lost Highway' (Vintage Books). C.Es- cott/M.Hawkins - 'Good Rockin' To night' (St.Martin's Press). C. Gillet - 'The Sound of the City' (Pantheon Books). J. O'Neal - liner notes on 'Blues Masters, vol.12' (Rhino). De zwarte activiste Jacqueline Smith voert al zeven jaar onafgebroken actie tegen wat zij de 'bezoedeling' van Martin Luther King's erfenis noemt. foto ruud taal/capital press George Rab: „Als ik zeg dat ik op zoek ben naar m'n vader, dan zegt iedereen: 'je moet niet zeuren!'." foto frans welters staan geen slechte ouders en moeders dragen een kroontje. De duizenden ge vallen van kindermishandeling bewij zen het tegendeel. Desondanks koeste ren we de mythe dat mensen die kin deren krijgen, ook vader en moeder zijn." Ook al is er nu eindelijk jurisprudentie over het recht van kinderen op hun af stamming, dat wil niet zeggen dat de maatschappij er ook al klaar voor is. George heeft dat ervaren door de te genwerking die hij krijgt als hij zijn recht wil halen. „Een schande!vindt hij het dat je moet gaan procederen te gen je biologische moeder. „Je stuit op een eindeloos durende procedure." Hij wil een duidelijke wettelijke regeling. Maar een brief van CDA-Kamerlid M. Soutendijk bevestigt zijn veronder stelling dat een meerderheid van de Tweede Kamer dit onderwerp blok keert. En op brieven naar minister Van Mierlo die hem, aldus George, bij een toevallige ontmoeting in Heerlen de belofte gaf deze kwestie in het kabinet te behandelen, krijgt hij geen ant woord. Toch is volgens prof. Hoksbergen wet geving niet meer noodzakelijk. „Ne derland heeft - zij het als laatste land - het Internationale Verdrag over de rechten van het kind ondertekend. De Hoge Raad heeft het afstammings recht nog eens onderstreept." Maar hij geeft toe dat het wel erg moeilijk wordt als een moeder die door de rech ter gedwongen is te spreken, een valse naam opgeeft. „Wat moet je dan doen? Haar martelen soms? Dan ben je uitge praat." „Het is een Tsjech," heeft de moeder van George nog eens tegen haar advo caat gezegd. Hij zou te werk gesteld zijn in een Gelders stadje. Een brief van de Tsjech aan haar waarin hij vraagt naar de kleine bobi (baby) Ge orge, moet dat bewijzen. Maar George gelooft er geen barst van. Omdat zij met die brief kwam toen hij angstig dicht het spoor naar een andere moge lijke vader naderde, een jeugdvriend van haar. „Het is gewoon een aflei dingsmanoeuvre." Tot zijn grote vreugde heeft hij op het laatste moment, kort voor de behande ling van de rechtszaak, een zus van zijn stiefvader bereid gevonden om schriftelijk te verklaren dat zij wist van de mishandelingen. Hij staat nu niet meer alleen in zijn beweringen. Maar George zal nooit meer de bewij zen kunnen vinden die antwoord ge ven op de vraag wie hij werkelijk is. Met zijn persoonsgegevens is gefrau deerd. Prof. Hoksbergen: „De uit spraak van de Hoge Raad ligt er. Nu moeten er maatregelen worden geno men om te voorkomen dat het kind bij voorbaat kennis over zijn achtergrond wordt onthouden." En dat begint al bij de geboorte. Hoe is het mogelijk dat er zo lichtzinnig met geboortegegevens wordt omgespron gen? Hoe kon het gebeuren dat iemand kwam zeggen dat er een kind is gebo ren, zonder dat hem of haar om een le gitimatie werd gevraagd? Wie contro leerde dat dat find geboren is en dan ook nog eens op de opgegeven datum? George Rab is razend! Zijn woede wordt nog begrijpelijker als hij uitlegt dat er anno 1995 nog steeds met geboortegegevens gesjoemeld kan worden. Hij haalt het nieuw burgerlijk wetboek erbij: „Hier, lees! Nergens staat dat je je hoeft te le gitimeren, je hebt geen doktersverkla ring nodig en iedereen die bij de ge boorte aanwezig was kan aangifte doen." Ambtenaren van de burgerlijke stand bevestigen dat de regels voor geboor te-aangifte niet waterdicht zijn. Wel wordt er 1 januari van dit jaar om een legitimatie gevraagd. Maar een dok tersattest is nog steeds niet verplicht, zegt plaatsvervangend chef burgerza ken E. Goossens in Oosterhout, 'alleen bij twijfel mogen wij om een verkla ring vragen.' Waarna hij er meteen aan toevoegt dat dat niet betekent dat je dan zomaar een niet-bestaand kind kunt opgeven, 'want dan val je later bij de oproep van de entadministratie om je kind te laten prikken, wel door de mand.' Toch, moet ook Goossens bekennen: „de datum en de lokatie van de ge boorte worden niet gecontroleerd, dus daar kan nog steeds mee gesjoemeld worden." Welke krachten - de zoekende kinde ren leggen het uit als taboes - spelen hier op de achtergrond? Professor Hoksbergen zegt het zo: „We moeten in de samenleving de discussie aan gaan over het belang om te weten waar je vandaan komt, wie je bent. Dat nog veel mensen geen prioriteit geven aan die discussie, heeft volgens mij te ma ken met hun gebrek aan inlevingsver mogen, het gebrek om zich te verplaat sen in dat zoekende kind. Hoe dat komt? De vanzelfsprekendheid om ge woon bij een vader en een moeder op te groeien is zo inherent aan hun per soon geworden dat zij zich niet kun nen verplaatsen in die andere situa tie." George: „Als er op de televisie een na tuurfilm komt over zeehondjes of zo, en je ziet ze scharrelen op zo'n eiland je, zoekend naar hun vader of moeder, dan hoor je van: 'aaaah... wat zielig!'. Maar als ik zeg dat ik op zoek ben naar m'n vader, dan zegt iedereen: 'je moet niet zeuren!'." De rechtbank in Den Bosch zal pas 17 november vonnis wijzen in de zaak van Rab tegen zijn moeder. Waarom het tot die tijd duurt eer er een uitspraak is, is hem niet verteld.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 39