Vrijwilligerslegioen: het sfeertje en de spanning Klassieke jazz betekent een bikkelhard muzikantenbestaan Leger medewerkers verslaafd aan de kick van het Jazz Festival Breda taar hevige itoryville :hts alleen ich Quarter' i New Orleans z echt geboren JAZZ FESTIVAL Exemplarisch Vernieuwing Spanning Tevreden Het onterechte rijkeluis-imago van de 'dixieland-jazz' Uitersten Veteranen Bitter Corpsbal mrESTML IENSDAG 24 MEI 1995 hj XJDESTEM WOENSDAG 24 mei 1995 D3 r de legale rosse buurt van New 0 pikanten Op de foto: Basin Stre te worden. De nieuwe uitgang wijk vlak buiten het French Quai ter kreeg de naam van de fa| soensridder: Storyville. SeJ drank en jazz bloeiden daar twil tig jaar lang. In 1917, midden M de Eerste Wereldoorlog, W1 Storyville in één klap geslote het was te verleidelijk voor i duizenden soldaten die in de m rinehaven van New Orleans w, ren gestationeerd, klaar om veil scheept te worden naar de ska velden van Europa. De sluiting van Storyville in 19]| betekende tevens de afsluithl van de bloeiperiode van New 0 leans als jazz-stad. Het brandpui- van de verdere ontwikkeling v3 deze muziek verplaatste zich na J Chicago, Kansas City en Nel York. 1 elddadige stad van Amerika. In i merika wijzen ze steevast met d Los Angeles naar Atlanta, Detro: T- Het appartementengebouw wai alf Helen Arlt resideert staat in di lid gebied. Het is een zwaar bewaal fcr- bastion. Slagbomen, twee grin Ie- mige portiers, die alle gegeva bei van de bezoeker noteren. Biirne ui- heerst een doodse stilte. Maar hi |is- is er veilig. 's Avonds in het French Quark |)s- een bar-eigenaar die zelf ee avondje op stap is. „Wees maa Iu- blij dat je in Europa woont. I zz Amsterdam kun je hoogstens mt st. een mes bedreigd worden. Da Ik heb je nog een kans om weg te ren De nen. Hier draagt iedereen een wa Iijd pen. Als jij dadelijk van hier naa ;n- je hotel loopt kun je doodgescho ;en ten worden. Dat is het grote vei oit schilIk zou het niet wagen. Neei een taxi, kost maar een paar een bw ten." ds. Ik heb alle dagen 's avond allee: St. over straat gelopen, en ook da f>pt avond waag ik het er maar op. E gebeurt niets. Op de hotelkame kan ik, toch opgelucht, neervalle Ier- en weer heerlijk verder geniete len van de continuing story vand ys. The O.J. Simpson soap opera. Helpende handen boutoen de Festival-zuil op de Bredase Grote Markt aan de vooravond van het Jazz Festival 1994 foto de stem/johan van gurp I [oor Rob Cremer ,Als ik voldoende tijd had zou ik eens een cursus willen volgen over wat jazz muziek nu allemaal precies inhoudt. Waar je op moet let ten bij het luisteren en de ach tergronden ervan. Daar ben ik a die 25 jaar niet aan toege- I komen. Of ik thuis wel eens 1 jazz draai? Ach, zo nu en dan, I maar nooit langer dan een f uur achter elkaar. Ik mis de sfeer, het enthousiaste pu- Die horen erbij. Jazz met die sfeer, met dat plezieri- publiek: dat geeft mij de jaarlijkse kick waaraan ik verslaafd ben geraakt." Een kwart eeuw jazzfestival in i. In 1970 kwam een aantal liefhebbers bij elkaar om hun schouders te zetten onder een nieuw fenomeen: een festival rond klassieke jazzvormen (des tijds aangeduid met 'oudestijl jazz'). In 1971 werd het eerste festival gerealiseerd. Tot de taken van de Festivalmedewerkers behoort het ophalen en ontvangen van de vedetten, zoals in 1984 Joe Tarto, Doc Cheatham en Judy Carmichael foto de stem/johan van gurp Hans Peter Mouwen (49), docent technisch onderwijs in Óss, zat toen in het leger van medewer kers en is anno 1995 nog steeds van de partij. „Van 1971 tot en met 1976 was ik festivalmedewerker. Toen pakte ik een nieuwe studie op en ik besloot ermee op te houden. Maar in 1977 zag ik mijn vriend I Nico Schot bij de podia bezig met het werk dat later is uitge groeid tot dat van de floormana gers. Hij vroeg me om even te helpen en ik was meteen ver kocht. Onaangekondigd was ik weer vier dagen lang de klos. Daarna heb ik mij maar nooit meer afgemeld als medewerker, ook niet toen ik van Breda ver huisde naar Oss. Ik kan het ge woon niet meer missen, die sfeer rond het festival, die genietende mensen, de altijd ontspannen niet-agressieve stemming en de vonken die daarbij overspringen van muzikanten naar publiek en omgekeerd." Mouwen is exemplarisch voor de eerste festivalmedewerkers. Hij was medewerker (lid van het 'so- ciëteitsbestuur') van de Roaring Twenties Club Breda. „Eigenlijk ook vanwege het sfeertje, de teamgeest onder de organisato ren. Je stond ervoor. De muziek was een prettige bijkomstigheid, waar de deskundigen zich mee bezighielden bij het samenstel len van het programma." De groei van het festival in Bre da is alleen maar mogelijk ge weest door het enthousiasme en de inzet van de vrijwilligers. De eerste jaren, tot 1975 (het eerste lustrum), was de Roaring Twen ties Club een goed reservoire van poten- tiële medewerkers, daar na kwam de verwijdering. Het 'vrijwilligerslegioen' kreeg meer en meer een eigen identiteit en trok zelfstandig nieuwelingen aan. Waarom ook niet, het festi val was jaarlijks één groot feest en het gaf een uiterst blij gevoel, zeker ook door de waardering bij het wassende aantal bezoekers, om daarvan de kern te vormen. Een betrokken buitenstaander die de ontwikkelingen nabij kon volgen merkte daarbij al snel op dat de medewerkersgroep zo langzamerhand heel eigen tradi ties kreeg en bepaalde gewoon ten groteske vormen aan gingen nemen. Het korps gastvrouwen groeide in de jaren '80 bijvoor beeld uit tot een soort elite-orde waar het uiterst begerenswaard was om deel van uit te maken of leiding aan te geven. De instruc ties om swingend met de festi valparaplu's op podium een show weg te kunnen geven, le verden soms hilarische momen ten op. De mededeling dat een jonge vrouw dan daarbij vanwege te schokkende motoriek en te wei nig gevoel voor jazzmatig ritme verwezen werden naar de kassa diensten leverde dan tranen plengende, diep teleurgestelde hoopjes ellende op. De sponsor die voor kledij van deze gast vrouwen zorgde, legde meer geld op tafel dan de duurste drie mu ziekacts van dat bewuste festival bij elkaar kostte. Bij de sanering van de organisatie is de laatste jaren flink het mes gezet in deze uitwassen. Het eerste festivalbestuur had in principe een jaarlijkse vernieu wing van het medewerkerskorps in gedachte. Vandaar ook de ge woonte om de medewerkers in ipl^gl na het festival officieel te ontslaan om daarna de mogelijk heid te openen om in te schrijven als medewerker van een komend festival. Alleen het stichtingsbestuur bleef als permanente factor zit ten, al had die groep in de begin jaren de traditie om na het festi val elk bestuurslid apart grondig te analyseren wat functioneren aangaat. Het massale ontslag gaf het voordeel, dat in principe elk fes tival wat medewerkers aangaat met een schone lei zou beginnen. Maar principes leveren lang niet altijd ook de realiteit op. Het zou ook niet kunnen om ervaring die door bekwame medewerkers is opgebouwd te verspillen door het jaar daarop totaal andere mensen met dezelfde taak te be lasten. Zodoende is er toch heel duide lijk sprake van een specifieke groep van medewerkers van het festival, die door de jaren heen een hechte onderlinge band heb ben opgebouwd. Mouwen: „Je merkte ook dat be paalde taken goed te combineren waren. Bij een podium als floor manager de leiding hebben gaat heel goed samen met het publiek voor aanvang van een band iets te vertellen en na afloop om ap plaus te vragen en mededelingen te doen over wat er verder op dat podium te beluisteren valt. Kortom: wij als floormanagers kregen een korte cursus presen teren." De spanning van het onder stress werken is voor Mouwen nou net dat waar hij op valt. „Er is bij voorbeeld een probleem met een vliegtuig, de artiest komt op het nippertje aan. Haalt hij wel het eerst geplande optreden? Dan moet je zorgen dat het program ma omgegooid kan worden, or kestleden motiveren om mee te werken ook organisatorisch te improviseren. Het publiek is er om vermaakt te worden en heeft geen boodschap aan het feit dat er ergens een kink in de kabel zit. The show must go on. Dat is de spirit, dat moet je uitstralen, zowel intern als naar de bezoe kers." De floormanagers kunnen elkaar daarbij op een hilarische manier testen. „Ik denk dat dit gebeurt om de spanning wat te breken. Zo was er een aantal jaren terug een uiterst bejaarde zangeres te gast in Breda: miss Rhapsody. Zij zat achter het podium klaar om op te gaan. Nico Schot komt naar mij toe met de gejaagde me dedeling dat hij dringend elders wat te doen heeft, maar dat hij wel die 'batterij van het gehoor apparaat van Rhapsody geregeld heeft'. Daarop stopt Schot mij een piepklein batterijtje in de hand met de vraag om dat snel maar discreet aan de zangeres te geven. Daarop snelde Nico heen en ik ging naar miss Rhapsody toe om haar in mijn beste Engels te melden dat die batterij voor haar hulpmiddel aanwezig was." Grote verwarring: de op fluister toon gevoerde conversatie, miss Rhaspsody bleek uiterst goed al les te kunnen verstaan, leverde alleen maar onbegrip op. „Het geheel bleek een geintje te zijn. Nico wilde kijken of ik in zo'n geval in paniek zou raken. Maar ik heb het redelijk vlekke loos doorstaan: het publiek merkte niets, miss Rhapsody moest er alsnog erg om lachen en de andere medewerkers en musi ci achter het podium hebben ook geen commotie waargenomen. Dat is de kunst: rustig blijven maar degelijk hectische situaties oplossen." Voor de 25ste editie van het Bre dase muziekfeest is Hans Peter Mouwen verantwoordelijk voor de gang van zaken op alle bui tenpodia, voor zover die vallen onder directe verantwoording van het Bredase jazzfestival. „Als ik dan al die gelukkige mensen zie genieten van het pro gramma, dan ben ik tevreden. Dan ben ik in staat om duizend gehoorapparaatjes discreet te herstellen, ook als ze er niet zijn." leans French Quarter zijn stil ich ns, nde /ol- uit- den s II. ide re r- ;er- tte- arte den ?en, aar ari- ond ;iek be- ier- re r- ken den ïid- m- /er- My tot h of 'azz, s, de Jazz ads- niet het ma ken voor het huidige zakendis trict van New Orleans, het stuk]1 ultramoderne stad dat New Or leans een bescheiden skyline zorgt: city hall, handelscentrum grote hotels, de Superdome. Maar honderd jaar geleden schiedde hier, in dit uitgestreW net van modderige straten, tussen lage houten huizen vol straat® me maar vitale mensen, eenwo»' der. Een uitgestrekte buurt var sappelaars, dagloners en Wa"8 winkeliers, vol geschreeuw vechtpartijen, maar ook vol toe komst, want het verleden was afschuwelijk om nog bij stil staan. Deze buurt was een buurt v» muziek. Buddy Bolden had rond 1895 zijn eerste jazz-ori® Bolden speelde zo hard dat het het French Quarter te horen w' In het French Quarter, beston' lang een bloeiend muziekl^ georiënteerd op Europese ziek, vooral Franse. En die twee soorten muziek v mengden zich. Niemand heen jazz 'uitgevonden'. Jazz is het o^, vermijdelijke product van straten, boulevards en stegen een unieke stad met veel talen rassen, zinderend van liefde conflicten, een slagveld van tionaliteiten en culturen, landschap van slijk en lia's. Door Rob Cremer De fan zit naast zijn idool. Voorzichtig vraagt hij hoe het is om te spelen in de hoogste regionen van de klassieke jaz- tbeoefening. De man naast Rem in de bus kijkt somber voor zich uit: „Het is ver schrikkelijk. Die strijd om 'oor ons gezin brood op de Plank te krijgen, het school ed voor de kinderen te beta len en daarnaast de huur op te hengen om onze eigen club °Pen te houden, ik kan er ge- Woon niet meer tegen. Dat was het verhaal van pianist rite Clute, pianist en zakelijk lei- te van Turk Murphy's San Fran cisco Jazz Band in de bus op weg haar een optreden in Noordoost hrabant na een uiterst succesvol tempen kerstconcert in 1974 Breda06 R°aring club De december-tournee door Euro- Pa, een gevolg van de komst van rphy naar het derde Bredase Jazzfestival in 1973, verliep ver- er vlekkeloos: overal uitver- °chte zalen met uitgelaten fans an Turk Murphy en zijn muzi- anten. De meesten kennen de uziek enkel en alleen van de Si,' een enkeling is op bezoek Lvr6?in de iazzdub Earthqua- «kGoon's in San Francisco, ei- rv d van het orkestcollectief. Bredase liefhebber die mocht eereizen in de bandbus naar het concert krijgt van Clute een zeer triest beeld van het muzikanten- bestaan: hard sappelen en weinig inkomsten, balanceren op de grens van het minimum. „Dat wordt niet weggepoetst met al dat uitbundig gejuich dat wij hier van het publiek krijgen", aldus de pianist. De dikke man van in de 50 in een T-shirt dat meer geschikt is voor een jongere muzikant laat zich het bier smaken. Onder zijn arm steekt losjes zijn trompet en hij kijkt blasé naar het publiek dat op het plein zit waar de meeste concerten van dit speciale oude stijl jazzfestival in een Zuidhol landse gemeente geschiedt. Met een hete aardappel in de keel bralt hij: „Die hebben wij weer eens een poepje laten ruiken." De donkere lach volgt op deze op merking. „Ja jongen: ik heb met al die groten van Bill Coleman tot Sidney Bechet op de bühne ge staan: de kneepjes van het arties tenvak ken ik door en door. En het leuke van die dixielandwereld is ook dat je elkaar zo makkelijk de bal kan toespelen. Met mijn advocatenpraktijk heb ik daar veel lol van..." Klassieke jazz om met keihard werken een armetierig bestaan mee op de bouwen, dat is de ene kant van de medaille. Aan de an dere zijde dus die ex-corpsbal die vanuit de amateur-dixielandbele- ving een semi-artiestenbestaan weet hoog te houden en tegelijk via handjeklap de extra krenten uit de maatschappelijke pap weet te vissen. Dat zijn de twee uitersten binnen de klassieke jazz. In Nederland kent jazz in het algemeen en dixieland in het bijzonder een aanhang die gerecruteerd schijnt uit de 'betere kringen'. Het is nog niet zo heel lang geleden dat bij concerten van The Dutch Swing College Band de blauwe blazers en driedelige kostuums bij de he ren en coctailjurken en mantel pakjes bij de vrouwen heel gang baar waren bij onder toehoorders. Het imago van de 'dixieland', de verzamelnaam waaronder de niet-kenner de klassieke jazz laat vallen, is in Nederland dan ook: rijkeluismuziek of WD-klanken. De gigantische groei van het libe ralisme onder de jongeren de laatste jaren hebben de partijpro pagandisten van de WD pas on langs de nietszeggende dixieland- klanken als geluidsdecor bij de media-spots doen vervangen door Grootheden als Turk Murphy, Lu Waiters en Bob Scobey leidden een onzeker en bitter bestaan. wat meer trendy disco- en rock muziek. Toen in het San Francisco van de tweede helft van de jaren '30 een aantal muzikanten besloten om serieus jazz van vijftien jaar daar voor te gaan beoefenen, was dat geen commerciële gril. Het ging om jonge beroepsmusici met een goed bestaan op de loonlijst van dansorkesten die onder meer speelden op de lijnboten naar Oost-Azië. Die zekerheden gaven Lu Watters, Bob Scobey, Turk Murphy en hun mede-musici van de Yerba Buena Jazz Band op om in een eigen club die oude klassie ke jazz te gaan spelen. Of er pu bliek zou komen naar de Dawn Club in Annie Street in San Fran cisco, was helemaal niet zeker. Deze veteranen van de revival jazz hadden wel incidenteel en thousiaste bezoekers binnen ge kregen bij jam sessions, maar of er dagelijks belangstelling zou zijn voor een professionele jazz club, dat was de vraag. Maar de muzikanten hadden wat over voor hun ideaal: het levend hou den van een traditionele vorm van jazzbeoefening. Degenen die deze tijd hebben meegemaakt weten smakelijk te vertellen over Lu Watters die de worstjes in de keuken staat de bakken en dan met koksmuts op naar het podium rent om daar de volgende série met de band af te kunnen trappen. Of Turk Mur phy, die in toerbeurt met de ban- joist die het pauze-entertainment verzorgt de garderobe beheert. „Alle vrouwen verrichtten hand en spandiensten om de club draaiende te houden. Let wel, zonder direct loon. Daarvoor was geen geld. Zij deden het alleen om het bestaan van de club veilig te stellen en zo de inkomsten van hun echtgenoten", weet klarinet tist Bob Helm, oud-lid van de Yerba Buena Jazz Band te vertel len. Pete Clute in 1974 met zijn bitter relaas over het leven als lid van de Turk Murphy Jazz Band, ook met een eigen club: „Earthquake Mc- Goon's is wereldberoemd. Alle jazzliefhebbers over de hele we reld hebben het erover. Maar wij moeten bestaan van ons contract met de WV van San Francisco. Die heeft de club opgenomen in een arrangement van een rondrit met een bus. Dat brengt ons dage lijks zo'n drie- tot vierhonderd koffieklanten op. De meesten van hen weten niets van jazz af en luisteren verbaasd naar onze band. Als wij van de jazzfans zou den moeten leven, waren wij alle maal al omgekomen van de hon ger, samen met onze gezinnen." Een twee uur later staat pianist Clute buigend het donderend ap plaus te ondergaan, die een grote schare van liefhebbers van klas sieke jazz doet klinken: klater goud als doekje voor het bloeden bij een onzeker bestaan? De Nederlandse corpsbal op leef tijd, nog meer dronken wordend aan de artiestenbar van het lokale jazzfeest: „Die tweede trompet tist van de Yerba Buena Jazz Band, Bob Scobey, was helemaal gek. Die was lid van de Ameri kaanse communistische partij. Nou vraag ik je: zo'n idiote revo lutionair en dan onze muziek spe len. Dat moest verboden wor den..." Of zou het corpsballen onmoge lijk gemaakt moeten worden om een heel serieus muziekgenre te beoefenen en daar een (vaak be lastingvrije) extra inkomsten naast hun al vaak riante tracte- foto george FiETCHERmenten mee in de wacht te sle pen? De mannen van het eerste uur van de revival hadden in ie der geval de wind mee uit de we tenschappelijke hoek. Enkele mu sicologen van het Berkelee Insti tute of Arts vonden het spel van de Yerba Buena Jazz Band zoda nig, dat zij in die stijl 'verant woorde' composities schreven. Uiteraard mèt het amusements- karater dat de klassieke jazz nu eenmaal eigen is. „Ach, wij spelen toch gewoon veredelde carnavalsmuziek", lalt de trompetspelende overjarige student voordat hij in de bandbus naar zijn residentie Den Haag wordt afgevoerd.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 23