Een gids in voetbaljungle Judoka's voeren keiharde strijd tegen de pondjes Samaranch: Eenheid olympische beweging heel dun SPORT B3 Bert Jacobs: 'Ik ben minimaal gelijkwaardig aan Beenhakker, De Mos of Advocaat' WOENSDAG 10 MEI 1995 Nog drie wedstrijden stelt Bert Jacobs zijn vakmanschap in dienst van RKC. Daarna ver kast hij voor drie seizoe nen naar Volendam. Na meer dan dertig jaar als trainer actief geweest te zijn in het betaald voet bal weet de geboren Zandvoorter nog altijd niet wat degraderen is. De komst van Jacobs is het spookbeeld van elk degradatiespook. „De hoogte van de exploitatie geeft geen zekerheid over de eindrangschikking." joo, Marcel Luyckx jk zou een hele goede voorzitter kunnen worden, ftardatdoe ik niet. Alsje- leftniet." Bij de gedachte >n al gruwelt Bert Ja- i.'Blijf bij je vips', is de boodschap die de 54-jarige trainer de voorzitters jn het betaald voetbal mee zou lillen geven. Joorzitters. In Nederland ko- stnzebij, maar niet uit het voet- lil. Ik bemoei me toch ook niet ut het werk van een stratema- ts. Ik heb respect voor elk be- ntp. Als je geen kennis van za- 'iebt, moet je er niet aan be- :n. Ik weet wel hoe het ierkt. Je hebt een goede vrouw, #s goede baan in de maatschap- pijendan moet je opeens voorzit- tet worden van een betaald-voet- ib. Fout. Niets te moeten. Bet vak van voorzitter is ook spe- tiaal. Je moet leiding geven, re presentatief zijn en stimulerend. 1 zou zo'n functie niét ambië- t zo belangrijk om te «leven als eten en drinken. Utrecht, Roda JC, Willem II, Sei ko Hongkong, Sparta, Fortuna Sittard, Vitesse, Sporting Gijón en RKC de veertiende werkgever van Jacobs in het betaald voet bal. Sinds 1964 heeft hij slechts twee keer een half jaar zonder werk gezeten. De eerste keer was vanwege een zware kaakoperatie. De tweede keer was na zijn ont slag bij Sporting Gijón, in april 1993. Meestal kiest Jacobs zijn clubs met zorg uit. Hij vergewist er zich eerst van dat er een goede organisatie staat en dat er groei mogelijkheden zijn. RKC had weinig van dat alles, toen Jacobs er in december aan de slag ging als opvolger van Hans Verel. Was de keuze voor RKC een mo ment van zwakte? Jacobs: „Ik stond al een paar maanden droog. Kreeg proble men met mezelf. Ik ging weer wat meer naar de dokter. Clubs als Utrecht en Cambuur vielen voor mij af, dan blijft er midden in het seizoen niet veel meer over. Doorslaggevend was dat ik zelf weer op het veld kon staan. En destijds heb ik al gezegd dat het technisch vermogen wel aanwe zig was in de selectie van RKC. Ie reddingsoperatie verleiden tot nog een jaartje RKC. Het beslis sende zetje gaf Ben Mandema- kers, hoofdsponsor en toen nog bestuurslid. Jacobs: „Mandema- kers gaat brengen waar ik achter sta, dacht ik. Na drie maanden was er weer ruzie en stapte hij uit het bestuur. Op zo'n moment ga ik toch weer twijfelen. Ik vond het mijn plicht om met het elftal door te gaan. Maar de boot was wel aan aan het begin van het sei zoen." „Toch moet ik zeggen dat ik, on danks de voortdurende druk van lijfsbehoud en ondanks spelers verkopen en dergelijke, prettige herinneringen overhoud aan mijn verblijf hier. Met name aan de spelersgroep. Ik heb nu gekozen voor Volendam. Daar staat een uitstekende organisatie en daar wordt ook geld ingestopt. Er is een manager en een goede jeugd opleiding. De zaterdagafdeling meegerekend telt Volendam wel negentig elftallen. Er zijn overal trainers, er zijn verzorgers. Op de begroting wordt driekwart mil joen gulden uitgetrokken voor de jeugd. Dat is een basis om een stapje verder te komen. RKC Bert Jacobs: We kunnen in Nederland best aardig ballen hoor....'. van de topscorers Marco Boogers en Harry Decheiver, die bij kapi taalkrachtigere clubs als Sparta en Go Ahead Eagles nog altijd vechten tegen degradatie. „Je kunt stellen dat het beter is gegaan nadat Boogers en Dechei ver zijn verkocht, maar dat is na tuurlijk waanzin. Het is geen goede zaak als je'steeds in de competitie je speelwijze moet hoor. Maar ten eerste verloopt de competitie op een amateurbasis. Ten tweede vind ik dat we ons in de Nederlandse competitie wat scherper moeten opstellen rich ting zogenaamde topclubs. Ajax vindt het alleen maar prettig als het op meer weerstand stuit in ei gen land. Scherpte van trainen, handelingssnelheid, veldbezet- ting. Er is in Nederland nog zo- M heeft Bert Jacobs bij Zijn op- ding meegekregen van zijn iders. Hij is ze er nog dankbaar «r, „Ik heb altijd al aardig tanen relativeren. Ik had dat in se. Tijdens mijn ziekte is dat «eer aan het licht gekomen." 8e trainer doelt op een tumor in zijn kaak. In 1987 was hij daar toe een half jaar uit de roulatie. 8e operatie heeft het gelaat van ie oefenmeester meer getekend dsn ruim dertig arbeidsjaren in let betaald voetbal, vaak af ge sidderd als een jungle. „Ik er- nar het niet als een jungle. Je zoet gewoon jezelf zien te blij- ffl." Er volgt een anekdote hoe acobs in het begin van zijn loop- ja» de voorzitter van FC precht zijn plaats wees. Toen de 1 man niet goedschiks de Ikamer wilde verlaten, het maar kwaadschiks, ij ging door het glas-in-lood in." Mendam wordt na ADO, DWS, 8e Volewijckers, Velox, FC En daar moet je het als trainer uiteindelijk mee doen." Met dezelfde selectie als waar mee Verel in zestien wedstrijden zes punten had gepakt, veroverde Jacobs in de resterende achttien duels negentien punten. De enige versterking betrof Feyenoord- huurling Giovanni van Bronck- horst, die aanvankelijk moeite had zijn draai te vinden in Waal wijk. Aan de nacompetitie wist RKC net niet meer te ontkomen. Vervolgens bood RKC het hoofd aan het 'hots-knots-voetbal' van AZ, FC Den Haag en Telstar. Was het niet vreemd om elke werkdag je voorganger Hans Ver el tegen te komen op de club in zijn nieuwe rol van manager? „We zeiden elkaar goedendag. 'Hoe gaat het ermee?' Verder hadden we weinig contact. Hans had immers geen vrijheden op het gebied van aan- en verkopen van spelers. Voor zaken moest ik bij het bestuur zijn, niet bij Hans." Jacobs liet zich na zijn succesvol- moet daar nog aan beginnen. Hier moet bijna al het geld in de A-selectie gestopt worden. Dat zal voorlopig wel zo blijven, denk ik." „Ik heb aangegeven bij RKC dat het ook zo'n organisatie moet neerzetten. Dat vond ik mijn taak als hoofdtrainer. Maar ik heb me daar verder niet mee beziggehou den, omdat de clubleiding niets met de jeugd wilde doen. Er moet onder andere een betaalde scout komen. Dat kost geld en dat gaat af van de begroting van het eerste elftal. Ook RKC zal er niet aan ontkomen om een deel van de be groting naar de jeugdafdeling over te hevelen. Dat kan variëren van twee ton tot driekwart mil joen." Jacobs is in zijn carrière nog nooit gedegradeerd. Hij wil dat ook graag zo houden. Na een moeizame start loodste hij RKC deze competitie veel eerder dan vorig jaar in veilige haven. On danks de tussentijdse verkoop aanpassen. Achteraf is het ge makkelijk zeuren. Zo van: 'Zie je wel, die twee voetballen nu bij clubs die allebei op degraderen staan.' Dat ligt natuurlijk niet aan die twee spelers. Er is kwali teit verkocht. Dat we er toch nog iets van hebben gemaakt, ligt aan de positieve instelling van de voetballers. En dat de tegenpartij vaak tot niet meer in staat is. Zelfs niet met aankopen. Met twee miljoen gulden naar de sub top, dat kan niet. Daar zijn hoge re bedragen voor nodig. En dat kan geen club in Nederland zich permitteren. De hoogte van de exploitatie geeft geen zekerheid over de eindrangschikking. Het hoogste bedrag wat ik ooit uitge geven heb voor een transfer is 500.000 gulden. Voor Philip Cocu bij Vitesse." Bert Jacobs gebruikt elk podium om zich badinerend uit te laten over de sterkte van de Neder landse competitie. „We kunnen in Nederland best aardig ballen veel te doen, ook voor de techni sche staf, waardoor de weerstand voor de topploegen hoger wordt. Je bent verkeerd bezig als je denkt dat je met een paar aanko pen even van Ajax wint. En als je voetballen alleen gaat zien als de mouwen opstropen, vind ik dat absurd. Dat is kretologie. Een eredivisievoetballer heeft een be paalde handelingssnelheid nodig. Dat is de basis. Want dan kun je ook vertellen dat de bal daarheen moet. Dat is trainbaar, al bij de jeugd. Zie Ajax." „Het probleem is veelal dat de angst overheerst naarmate de prestaties minder worden en de degradatiestreep in zicht komt. Wat je dan allemaal ziet... Dan wordt de klok teruggedraaid. Er zullen altijd ploegen degraderen. Je moet niet in paniek raken, maar vasthouden aan je visie. We kunnen er in Nederland veel meer uithalen. Dat moet op het veld gebeuren. Ik heb het toch Vlaardingen (anp) - Afvallen. De meeste judoka's hebben daar een gruwelijke hekel aan. Behalve de zwaargewichten, moeten ze er echter in de aanloop naar de Europese titelstrijd, die mor gen (donderdag) in Birmingham begint, allemaal aan geloven. zelf aangetoond bij diverse clubs." Bert Jacobs zou graag eens zijn voetbalideeën projecteren op een topclub. Öp 54-jarige leeftijd sluit hij die stap nog altijd niet uit. „Maar niet ten koste van al les. Niet op een geforceerde ma nier. Ik weet dat ik het aankan. Ik ben echter nooit zo'n planner ge weest. De assistent van Ajax wordt vroeg of laat een keer hoofdtrainer. Leo Beenhakker werd na zijn ontslag bij Go Ahead Eagles jeugdtrainer bij Feyenoord. Stel je voor dat ik uit oogpunt van carrière-planning ook zoiets had moeten doen. Met alle respect overigens voor de mensen die dat wel kunnen." Wat hebben Leo Beenhakker, Aad de Mos of Dick Advocaat wat Bert Jacobs niet heeft? „Ik ben minimaal gelijkwaardig. Ik schijn ooit met een brandblus ser rondgelopen te hebben over een hotelgang. Flauwekul. Maar dat soort verhalen spelen wel een rol. In het huidige commerciële ge beuren waartoe de voetballerij vervallen is, moet je allemaal in hetzelfde kostuum over straat. Aan dat uiterlijke vertoon doe ik niet mee. Ik ben zoals ik ben. Zonder com mercie gaat het niet meer, dat be sef ik ook. Maar laten we niet vergeten dat voetbal een spel is." De strijd tegen de overtollige pondjes is hard en vereist een ij zeren discipline. Sjoemelen gaat niet, de teller op de weegschaal is harteloos. Wie tijdens de weging op de ochtend van de wedstrijd te zwaar is, valt af. Maar ook zij die te snel te veel ki lo's zijn kwijtgeraakt, vallen door de mand. Niet op de weging, maar op de mat. Als slappe vaat doeken met holle ogen en een lege blik staan ze op de tatami, uitge put door de vermageringskuur. Een simpele worp is voldoende om hen te vloeren. Andere judo ka's werken na de weging bergen met voedsel weg. Ook dat wraakt zich onmiddellijk. „Ik heb gere geld judoka's kotsend de mat zien verlaten", weet Peter Ooms, coach van de EK-gangers Patrick van Loon, Rogier Smulders en Monique van der Lee. Van zijn pupillen heeft Van Loon, die uitkomt in de klasse tot 71 kilo, de meeste problemen met afvallen. De Tilburger moet ge middeld zes a zeven kilo verlie zen voor een belangrijk toernooi. „Patricks probleem is snoepen. Hij eet te veel zoetigheid", aldus Ooms, die vorig jaar voor de EK junioren in Portugal een nare er varing met hem had, „Hij was toen veel te laat begonnen met aftrainen en moest dus in de laat ste dagen veel vocht zien kwijt te raken. Dat is niet goed, het ge volg was dat hij als een dweil op de mat stond en in de eerste ron de verloor van een slechte judo ka. Afvallen is keihard: doe je het niet goed, dan word je onmiddel lijk gestraft. Het is alles of niets: een tussenweg bestaat niet." Van Loon zal zijn lichtzinnigheid niet snel vergeten. Hij heeft ge leerd. Sindsdien gaat de student aan de sportacademie op tijd op diëet. „Ik baalde in Portugal ver schrikkelijk. Ik heb lang met een schuldgevoel gelopen. Ik begreep niet waarom ik niet vroeger was begonnen. Hoe kon ik zo stom zijn. Voor de EK in Birmingham ben ik op tijd - drie weken van tevoren - begonnen. Natuurlijk heb ik momenten dat het moeilijk is. Ik ben een zoetekauw, hou van chocolade en snoep. Zodra ik zondig, krijg ik onmiddellijk spijt. Aan de andere kant is het een stimulans om er de rest van de dagen extra hard tegenaan te gaan." In de weken dat vet en zoetigheid verboden zijn voor de judoka's, .lijdt het humeur daar flink on der. „Familie, vrienden en vrien dinnen moeten het eens zijn met de keuze van de sporter", zegt Chris de Korte, coach van de EK- gangers Mark Huizinga en Ange- lique Seriese. „De omgeving moet zich aanpassen, Eén keer afvallen is namelijk niet erg, maar een paar keer per jaar is een hele toer. Mark is in die periode vreselijk chagrijnig, bokkig. Absoluut geen aardige persoon." Ooms heeft zelfs ruzies met ouders over het onderwerp afvallen: „Ze.zien hun kind verhongeren. Maar ik ben keihard: als de judoka wil af vallen, mogen de ouders zich daar niet mee bemoeien." Van een sociaal leven blijft vol gens Van Loon weinig over. Op Koninginnedag was zijn vader jarig. „Moeder had natuurlijk voor hapjes, taart en chips ge zorgd, maar ik mocht er niet van eten. Het liefst ging ik weg, maar ik wilde het feest van mijn vader niet bederven. Zulke momenten zijn het moeilijkst. De hele dag met een Spa-rood en op een hout je bijten, is ook niet alles." Van Loon, Huizinga en Patrick van Kalken zijn in de huidige se lectie de 'probleemgevallen'. Zij moeten de meeste kilo's kwijtra ken. Volgens Huizinga is afvallen het vervelendste van judo. „Ik train me liever kapot, dan dat ik afval. Je bent er elk moment van de dag mee bezig. Ik eet erg graag. Na een toernooi en een pe riode van wekenlang afvallen, kan ik nauwelijks wachten met eten. Het liefst zo veel mogelijk. Het maakt me niet of het een vet te hap of boterhammen met kaas zijn, als het maar veel is. Die eer ste week kom ik dan ook heel snel aan." De race tegen de overtollige pondjes wordt voor Huizinga elk jaar moeilijker. Normaliter weegt de Vlaardinger 85 kilo gram, hij komt uit in de klasse tot 78 kilogram. In samenspraak met De Korte en na een medisch on derzoek, heeft hij vorig jaar be sloten tot de Olympische Spelen in Atlanta in die gewichtsklasse uit te komen. De bronzen medail le-winnaar van de EK vorig jaar heeft er geen spijt van. „Hij zal misschien ooit de stap naar een klasse hoger maken", weet De Korte.. „Maar als hij die nu al had gemaakt, dan had hij opnieuw moeten beginnen." Het zwaarste gedeelte vormen de laatste pondjes. Een uur voor de officiële weging rennen diverse ..judoka's dik ingepakt met regen pakken rondjes. „Eigenlijk moet je tegen die tijd al bijna op je ge wicht zitten, het is namelijk on verantwoord in een paar uur bij voorbeeld twee kilo kwijt te ra ken", zegt vrouwenbondscoach Cor van der Geest. Hij traint de EK-gangers Van Kalken, Arens, Sonnemans, Meijer en Jessica en Jenny Gal. „Vroeger gebruikten judoka's nog wel eens plaspillen om snel af te vallen, maar die staan inmiddels op de doping- lijst. Beter is het een tijdje in de sauna te zitten of met kleren aan de douchecel in." Bij Huizinga, die door zijn gerin ge vetpercentage, vooral vocht moet kwijtraken, is het de laatste dagen spannend geweest. Haalde hij de limiet of niet? Aan de voor avond van het internationale toernooi in Parijs in februari woog hij twee kilo te veel. „Daar bleef ik maar op hangen, wellicht had ik me niet goed genoeg aan het dieet gehouden. Om de laat ste kilo's kwijt te raken, heb ik niet meer gedronken en ben toch de sauna ingegaan. Meer dan twee liter zweten mag absoluut niet, dus nam ik een risco. Maar onder doktersbegeleiding was dat verantwoord." - Hij noemt de een- W in de olympische bewe- ?in§ heel dun, vindt Neder- :®d een sportief volk, bewon- ®rtna één visite Erica Terps- ra evenzeer als Anton Gee sink en Fanny Blankers- 7®, prijst Hein Verbruggen hemel in en wil sport in het .drag van Maastricht. Pun- een gesprek met Juan Antonio Samaranch, voorzit- van het Internationaal Olympisch Comité (IOC). sWerelds belangrijkste sportlei- f ontving in Chateau de Vidy, et Hoofdkwartier van het IOC in "sanne, eerst de Nederlandse ««secretaris voor Sport, gaf olgens een exclusief inter- aan het ANP. '5"jarige Catalaan wei- wJn eerste aanleg vragen te lip l ??orden- Hij wil informa- l n over Erica Terpstra, gestegen vrouw in de tiuü °Pgerezen uit het olym- zwembad (Tokyo '64, zilver har u?' l^ededelingen over enthousiasme, 'nzet v00r de °P alle niveaus en populari- Mi» ,en Samaranch tot een 311 ja-knikker. Terpstra's 4 voorkeurstemmen bij de 7^en v4ndt hij ongeloof- tot A„t een g°ed team hij on Geesink," concludeert torpS6 van de olympische 'atie voor het Nederlands Instituut voor Doping en Drugs Research in Utrecht is vrij ge makkelijk opgelost. „Persoonlijk weet ik niets van die materie. Daarom heb ik Prins De Merode erbij gehaald. Voor mij was be langrijk dat de overheid, natio naal olympisch comité en de sport op dezelfde lijn zitten als het IOC. Alleen als eenheid kun nen we het gevecht met doping aan. Andere mogelijkheden zijn er niet. Uw sportminister heeft mij uitgelegd welke weg Neder land is ingeslagen. De weg die het IOC aangeeft." „De Merode stuurt nog een in specteur naar het laboratorium in Utrecht. Daarna kan het op onze lijst van erkende instituten. Het is niet zo dat wij zuinig zijn met de uitgifte van accreditaties. Het liefst hebben we er wereld wijd een stuk of honderd in plaats van de tegenwoordige 23. Waar het om gaat is dat wij al leen de erkende laboratoria 100 procent vertrouwen. Daarom moeten ook zij van tijd tot tijd proeven van bekwaamheid afleg gen." Eenheid, afstemming, gelijke doelstellingen. Juan Antonio Sa maranch is er zijn olympische le ven mee bezig. In 1981 nam hij een failliete boedel over van de Ier Lord Killanin. Het olympisme was verscheurd door politiek, boycots en armoede. De kleine Catalaan had in 1965 in Spanje al een geschrift doen verschijnen waarin hij aandrong op vernieu wing. Eenmaal voorzitter vestigde hij zich permanent in Lausanne om dagelijks te werken aan de een heid in de internationale sport wereld onder het witte vaandel met de vijf ringen. Niet meer en niet minder. „Wij zijn een sport organisatie die internationaal werkt," herhaalde hij deze week in Lausanne. Econoom, bankier, gemeente raadslid, gouverneur (in Catalo- nië), diplomaat, ambassadeur en sportbestuurder. Samaranch om ringde zich met experts en fun geerde met de grootst mogelijke hardnekkigheid als bindende factor. Hij schroomde niet de we reldleiders te bezoeken of uit te nodigen in het Olympisch Mu seum aan het Meer van Genève, een peperduur maar indrukwek kend pronkstuk van honderd jaar topsport. Olympic Review, het eigen or gaan van het IOC, somde in maart over vier pagina's Sama ranch' tientallen ontmoetingen in '94 op. Jeltsin, Clinton, Mandela, Tudjman, Arafat, Kohl, Walesa en Koning Albert zijn maar een paar (zéér) bekenden uit de poli tiek. Gevolg van Samaranch' aanja gen: topsport op de Olympische Spelen na afschaffing van ama teurisme, financiële gezondheid door uitgekiende marketing, een heid in sport en politiek. Over het laatste een kleine uitspraak van hem: „Waar komt de hele wereld samen? En ik bedoel de hele we reld? In de Olympische Bewe ging. Bij ons doen China en Tai wan samen mee. Dat kan zelfs het Rode Kruis niet zeggen." Samaranch blijft maar doorgaan, misschien bedenkt hij zich nog over zijn voorgenomen aftreden in 1997. Hij ijvert nu sterk voor opname van de sport in het Ver drag van Maastricht. Volgend jaar is de intergouvernementale conferentie. Daar werken de lid staten van de Europese Unie het Verdrag van Maastricht nader uit en herzien het zo nodig. Samaranch: „Cultuur staat wel in het Verdrag omschreven. Dan moet de sport er ook in. Ik heb het besproken met Marcelina Oreja, sportcommissaris bij de EU. Hij was minister van Buiten landse Zaken van Spanje toen ik in Moskou als ambassadeur werkte." Eenheid creëren is gemakkelijk praten, weet Samaranch. „Maar niet gemakkelijk voor elkaar te brengen. Het is in de Olympische Beweging gelukt, maar de een heid is dun. Heel dun. De sport wereld moet alert blijven, altijd hard willen werken en vechten voor de vereniging. Topsport op het hoogste niveau is in de toe komst wellicht nog belangrijker dan tegenwoordig." Zo lang hij zit werkt Samaranch verder aan de eenheid. Binnen zijn eigen college liggen sommige verhoudingen nog scheef. „Wij hebben als lid zo'n dertig voor zitters van olympische comités. Voorzitters van internationale sportfederaties hebben we veel minder, eigenlijk maar een paar. IOC, NOC's en sportbonden vor men samen de eenheid. Daarom ga ik, en ik heb daarvoor vorig jaar het reqht verworven, een aantal voorzitters van internatio nale sportfederaties in het IOC te halen. Wie ik aan de vergadering in Boedapest in juni zal voorstel len, houd ik nog voor me." Samaranch weigerde de naam te noemen van Hein Verbruggen, de Nederlandse voorzitter van de wereldwielrenunie UCI, als een van de belangrijkste kandidaten. Wel zei hij over Verbruggen: „Hij is een van de bekwaamste voor zitters. In korte tijd heeft hij de UCI vernieuwd. Die federatie was krankzinnig. Twee autono me takken; een van de profs en een van de semi-profs. Verbrug gen heeft die samengebracht. Wij denken en hopen dat Atlanta eer steklas wielrennen te zien zal ge ven. Met Verbruggen onderhoud ik een nauwe relatie. We voeren regelmatig overleg. Trouwens, zijn zoon heeft hier bij het IOC een paar maanden stage gelo pen." Niets staat de verkiezing van Verbruggen nog in de weg, behal ve een eventuele- persoonlijke weigering. Het olympisch hand vest is na het Congres in Parijs aangepast. Voor de opgeroepen leiders van sportbonden tellen nationaliteit of woonplaats niet Juan Antonio Samaranch: 'Topsport op het hoogste niveau is in de toekomst wellicht nog belangrij ker dan tegenwoordig.' FOTO ANP (meer). Dit in afwijking van ge wone IOC-leden. Wel bestaat nog de restrictie van één per land. Nederland heeft al leen Anton Geesink in het IOC. Verbruggen' heeft als Nederlan der geen concurrentie van voor zitters bij andere olympische sportbonden. Markies de Samaranch, hij kreeg de adelijke titel in 1992, zegt de Nederlanders wel te mogen. „Ze zijn sportief. Voorbeelden zie ik bij het voetbal in Catalonië. Ze kunnen goed voetballen en lesge ven. Ik vind het jammer dat Koe man weggaat." „Voor mij zijn Geesink en Blan- kers-Koen de grootste sporters van Nederland. Anton is een apostel van de sport. Hij heeft la ten zien dat een sportkampioen ook een goede sportleider kan zijn. Ik weet dat hij problemen heeft gehéld met het Nederlands Olympisch Comité. Gelukkig gaat het nu beter."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 13