Een gids in
voetbaljungle
Judoka's voeren
keiharde strijd
tegen de pondjes
Samaranch: Eenheid olympische beweging heel dun
SPORT
B3
Bert Jacobs: 'Ik ben minimaal gelijkwaardig aan Beenhakker, De Mos of Advocaat'
WOENSDAG 10 MEI 1995
Nog drie wedstrijden
stelt Bert Jacobs zijn
vakmanschap in dienst
van RKC. Daarna ver
kast hij voor drie seizoe
nen naar Volendam. Na
meer dan dertig jaar als
trainer actief geweest te
zijn in het betaald voet
bal weet de geboren
Zandvoorter nog altijd
niet wat degraderen is.
De komst van Jacobs is
het spookbeeld van elk
degradatiespook. „De
hoogte van de exploitatie
geeft geen zekerheid over
de eindrangschikking."
joo, Marcel Luyckx
jk zou een hele goede
voorzitter kunnen worden,
ftardatdoe ik niet. Alsje-
leftniet." Bij de gedachte
>n al gruwelt Bert Ja-
i.'Blijf bij je vips', is de
boodschap die de 54-jarige
trainer de voorzitters jn het
betaald voetbal mee zou
lillen geven.
Joorzitters. In Nederland ko-
stnzebij, maar niet uit het voet-
lil. Ik bemoei me toch ook niet
ut het werk van een stratema-
ts. Ik heb respect voor elk be-
ntp. Als je geen kennis van za-
'iebt, moet je er niet aan be-
:n. Ik weet wel hoe het
ierkt. Je hebt een goede vrouw,
#s goede baan in de maatschap-
pijendan moet je opeens voorzit-
tet worden van een betaald-voet-
ib. Fout. Niets te moeten.
Bet vak van voorzitter is ook spe-
tiaal. Je moet leiding geven, re
presentatief zijn en stimulerend.
1 zou zo'n functie niét ambië-
t zo belangrijk om te
«leven als eten en drinken.
Utrecht, Roda JC, Willem II, Sei
ko Hongkong, Sparta, Fortuna
Sittard, Vitesse, Sporting Gijón
en RKC de veertiende werkgever
van Jacobs in het betaald voet
bal. Sinds 1964 heeft hij slechts
twee keer een half jaar zonder
werk gezeten. De eerste keer was
vanwege een zware kaakoperatie.
De tweede keer was na zijn ont
slag bij Sporting Gijón, in april
1993. Meestal kiest Jacobs zijn
clubs met zorg uit. Hij vergewist
er zich eerst van dat er een goede
organisatie staat en dat er groei
mogelijkheden zijn. RKC had
weinig van dat alles, toen Jacobs
er in december aan de slag ging
als opvolger van Hans Verel.
Was de keuze voor RKC een mo
ment van zwakte?
Jacobs: „Ik stond al een paar
maanden droog. Kreeg proble
men met mezelf. Ik ging weer wat
meer naar de dokter. Clubs als
Utrecht en Cambuur vielen voor
mij af, dan blijft er midden in het
seizoen niet veel meer over.
Doorslaggevend was dat ik zelf
weer op het veld kon staan. En
destijds heb ik al gezegd dat het
technisch vermogen wel aanwe
zig was in de selectie van RKC.
Ie reddingsoperatie verleiden tot
nog een jaartje RKC. Het beslis
sende zetje gaf Ben Mandema-
kers, hoofdsponsor en toen nog
bestuurslid. Jacobs: „Mandema-
kers gaat brengen waar ik achter
sta, dacht ik. Na drie maanden
was er weer ruzie en stapte hij uit
het bestuur. Op zo'n moment ga
ik toch weer twijfelen. Ik vond
het mijn plicht om met het elftal
door te gaan. Maar de boot was
wel aan aan het begin van het sei
zoen."
„Toch moet ik zeggen dat ik, on
danks de voortdurende druk van
lijfsbehoud en ondanks spelers
verkopen en dergelijke, prettige
herinneringen overhoud aan mijn
verblijf hier. Met name aan de
spelersgroep. Ik heb nu gekozen
voor Volendam. Daar staat een
uitstekende organisatie en daar
wordt ook geld ingestopt. Er is
een manager en een goede jeugd
opleiding. De zaterdagafdeling
meegerekend telt Volendam wel
negentig elftallen. Er zijn overal
trainers, er zijn verzorgers. Op de
begroting wordt driekwart mil
joen gulden uitgetrokken voor de
jeugd. Dat is een basis om een
stapje verder te komen. RKC
Bert Jacobs: We kunnen in Nederland best aardig ballen hoor....'.
van de topscorers Marco Boogers
en Harry Decheiver, die bij kapi
taalkrachtigere clubs als Sparta
en Go Ahead Eagles nog altijd
vechten tegen degradatie.
„Je kunt stellen dat het beter is
gegaan nadat Boogers en Dechei
ver zijn verkocht, maar dat is na
tuurlijk waanzin. Het is geen
goede zaak als je'steeds in de
competitie je speelwijze moet
hoor. Maar ten eerste verloopt de
competitie op een amateurbasis.
Ten tweede vind ik dat we ons in
de Nederlandse competitie wat
scherper moeten opstellen rich
ting zogenaamde topclubs. Ajax
vindt het alleen maar prettig als
het op meer weerstand stuit in ei
gen land. Scherpte van trainen,
handelingssnelheid, veldbezet-
ting. Er is in Nederland nog zo-
M heeft Bert Jacobs bij Zijn op-
ding meegekregen van zijn
iders. Hij is ze er nog dankbaar
«r, „Ik heb altijd al aardig
tanen relativeren. Ik had dat in
se. Tijdens mijn ziekte is dat
«eer aan het licht gekomen."
8e trainer doelt op een tumor in
zijn kaak. In 1987 was hij daar
toe een half jaar uit de roulatie.
8e operatie heeft het gelaat van
ie oefenmeester meer getekend
dsn ruim dertig arbeidsjaren in
let betaald voetbal, vaak af ge
sidderd als een jungle. „Ik er-
nar het niet als een jungle. Je
zoet gewoon jezelf zien te blij-
ffl." Er volgt een anekdote hoe
acobs in het begin van zijn loop-
ja» de voorzitter van FC
precht zijn plaats wees. Toen de
1 man niet goedschiks de
Ikamer wilde verlaten,
het maar kwaadschiks,
ij ging door het glas-in-lood
in."
Mendam wordt na ADO, DWS,
8e Volewijckers, Velox, FC
En daar moet je het als trainer
uiteindelijk mee doen."
Met dezelfde selectie als waar
mee Verel in zestien wedstrijden
zes punten had gepakt, veroverde
Jacobs in de resterende achttien
duels negentien punten. De enige
versterking betrof Feyenoord-
huurling Giovanni van Bronck-
horst, die aanvankelijk moeite
had zijn draai te vinden in Waal
wijk. Aan de nacompetitie wist
RKC net niet meer te ontkomen.
Vervolgens bood RKC het hoofd
aan het 'hots-knots-voetbal' van
AZ, FC Den Haag en Telstar.
Was het niet vreemd om elke
werkdag je voorganger Hans Ver
el tegen te komen op de club in
zijn nieuwe rol van manager?
„We zeiden elkaar goedendag.
'Hoe gaat het ermee?' Verder
hadden we weinig contact. Hans
had immers geen vrijheden op het
gebied van aan- en verkopen van
spelers. Voor zaken moest ik bij
het bestuur zijn, niet bij Hans."
Jacobs liet zich na zijn succesvol-
moet daar nog aan beginnen.
Hier moet bijna al het geld in de
A-selectie gestopt worden. Dat
zal voorlopig wel zo blijven, denk
ik."
„Ik heb aangegeven bij RKC dat
het ook zo'n organisatie moet
neerzetten. Dat vond ik mijn taak
als hoofdtrainer. Maar ik heb me
daar verder niet mee beziggehou
den, omdat de clubleiding niets
met de jeugd wilde doen. Er moet
onder andere een betaalde scout
komen. Dat kost geld en dat gaat
af van de begroting van het eerste
elftal. Ook RKC zal er niet aan
ontkomen om een deel van de be
groting naar de jeugdafdeling
over te hevelen. Dat kan variëren
van twee ton tot driekwart mil
joen."
Jacobs is in zijn carrière nog
nooit gedegradeerd. Hij wil dat
ook graag zo houden. Na een
moeizame start loodste hij RKC
deze competitie veel eerder dan
vorig jaar in veilige haven. On
danks de tussentijdse verkoop
aanpassen. Achteraf is het ge
makkelijk zeuren. Zo van: 'Zie je
wel, die twee voetballen nu bij
clubs die allebei op degraderen
staan.' Dat ligt natuurlijk niet
aan die twee spelers. Er is kwali
teit verkocht. Dat we er toch nog
iets van hebben gemaakt, ligt aan
de positieve instelling van de
voetballers. En dat de tegenpartij
vaak tot niet meer in staat is.
Zelfs niet met aankopen. Met
twee miljoen gulden naar de sub
top, dat kan niet. Daar zijn hoge
re bedragen voor nodig. En dat
kan geen club in Nederland zich
permitteren. De hoogte van de
exploitatie geeft geen zekerheid
over de eindrangschikking. Het
hoogste bedrag wat ik ooit uitge
geven heb voor een transfer is
500.000 gulden. Voor Philip Cocu
bij Vitesse."
Bert Jacobs gebruikt elk podium
om zich badinerend uit te laten
over de sterkte van de Neder
landse competitie. „We kunnen
in Nederland best aardig ballen
veel te doen, ook voor de techni
sche staf, waardoor de weerstand
voor de topploegen hoger wordt.
Je bent verkeerd bezig als je
denkt dat je met een paar aanko
pen even van Ajax wint. En als je
voetballen alleen gaat zien als de
mouwen opstropen, vind ik dat
absurd. Dat is kretologie. Een
eredivisievoetballer heeft een be
paalde handelingssnelheid nodig.
Dat is de basis.
Want dan kun je ook vertellen
dat de bal daarheen moet. Dat is
trainbaar, al bij de jeugd. Zie
Ajax."
„Het probleem is veelal dat de
angst overheerst naarmate de
prestaties minder worden en de
degradatiestreep in zicht komt.
Wat je dan allemaal ziet... Dan
wordt de klok teruggedraaid. Er
zullen altijd ploegen degraderen.
Je moet niet in paniek raken,
maar vasthouden aan je visie. We
kunnen er in Nederland veel
meer uithalen. Dat moet op het
veld gebeuren. Ik heb het toch
Vlaardingen (anp) - Afvallen. De meeste judoka's hebben daar
een gruwelijke hekel aan. Behalve de zwaargewichten, moeten
ze er echter in de aanloop naar de Europese titelstrijd, die mor
gen (donderdag) in Birmingham begint, allemaal aan geloven.
zelf aangetoond bij diverse
clubs."
Bert Jacobs zou graag eens zijn
voetbalideeën projecteren op een
topclub. Öp 54-jarige leeftijd
sluit hij die stap nog altijd niet
uit. „Maar niet ten koste van al
les. Niet op een geforceerde ma
nier. Ik weet dat ik het aankan. Ik
ben echter nooit zo'n planner ge
weest. De assistent van Ajax
wordt vroeg of laat een keer
hoofdtrainer. Leo Beenhakker
werd na zijn ontslag bij Go
Ahead Eagles jeugdtrainer bij
Feyenoord. Stel je voor dat ik uit
oogpunt van carrière-planning
ook zoiets had moeten doen. Met
alle respect overigens voor de
mensen die dat wel kunnen."
Wat hebben Leo Beenhakker,
Aad de Mos of Dick Advocaat
wat Bert Jacobs niet heeft?
„Ik ben minimaal gelijkwaardig.
Ik schijn ooit met een brandblus
ser rondgelopen te hebben over
een hotelgang. Flauwekul. Maar
dat soort verhalen spelen wel een
rol.
In het huidige commerciële ge
beuren waartoe de voetballerij
vervallen is, moet je allemaal in
hetzelfde kostuum over straat.
Aan dat uiterlijke vertoon doe ik
niet mee.
Ik ben zoals ik ben. Zonder com
mercie gaat het niet meer, dat be
sef ik ook. Maar laten we niet
vergeten dat voetbal een spel is."
De strijd tegen de overtollige
pondjes is hard en vereist een ij
zeren discipline. Sjoemelen gaat
niet, de teller op de weegschaal is
harteloos. Wie tijdens de weging
op de ochtend van de wedstrijd te
zwaar is, valt af.
Maar ook zij die te snel te veel ki
lo's zijn kwijtgeraakt, vallen
door de mand. Niet op de weging,
maar op de mat. Als slappe vaat
doeken met holle ogen en een lege
blik staan ze op de tatami, uitge
put door de vermageringskuur.
Een simpele worp is voldoende
om hen te vloeren. Andere judo
ka's werken na de weging bergen
met voedsel weg. Ook dat wraakt
zich onmiddellijk. „Ik heb gere
geld judoka's kotsend de mat
zien verlaten", weet Peter Ooms,
coach van de EK-gangers Patrick
van Loon, Rogier Smulders en
Monique van der Lee.
Van zijn pupillen heeft Van
Loon, die uitkomt in de klasse tot
71 kilo, de meeste problemen met
afvallen. De Tilburger moet ge
middeld zes a zeven kilo verlie
zen voor een belangrijk toernooi.
„Patricks probleem is snoepen.
Hij eet te veel zoetigheid", aldus
Ooms, die vorig jaar voor de EK
junioren in Portugal een nare er
varing met hem had, „Hij was
toen veel te laat begonnen met
aftrainen en moest dus in de laat
ste dagen veel vocht zien kwijt te
raken. Dat is niet goed, het ge
volg was dat hij als een dweil op
de mat stond en in de eerste ron
de verloor van een slechte judo
ka. Afvallen is keihard: doe je het
niet goed, dan word je onmiddel
lijk gestraft. Het is alles of niets:
een tussenweg bestaat niet."
Van Loon zal zijn lichtzinnigheid
niet snel vergeten. Hij heeft ge
leerd. Sindsdien gaat de student
aan de sportacademie op tijd op
diëet. „Ik baalde in Portugal ver
schrikkelijk. Ik heb lang met een
schuldgevoel gelopen. Ik begreep
niet waarom ik niet vroeger was
begonnen. Hoe kon ik zo stom
zijn. Voor de EK in Birmingham
ben ik op tijd - drie weken van
tevoren - begonnen. Natuurlijk
heb ik momenten dat het moeilijk
is. Ik ben een zoetekauw, hou van
chocolade en snoep. Zodra ik
zondig, krijg ik onmiddellijk
spijt. Aan de andere kant is het
een stimulans om er de rest van
de dagen extra hard tegenaan te
gaan."
In de weken dat vet en zoetigheid
verboden zijn voor de judoka's,
.lijdt het humeur daar flink on
der. „Familie, vrienden en vrien
dinnen moeten het eens zijn met
de keuze van de sporter", zegt
Chris de Korte, coach van de EK-
gangers Mark Huizinga en Ange-
lique Seriese. „De omgeving
moet zich aanpassen, Eén keer
afvallen is namelijk niet erg,
maar een paar keer per jaar is een
hele toer.
Mark is in die periode vreselijk
chagrijnig, bokkig. Absoluut
geen aardige persoon." Ooms
heeft zelfs ruzies met ouders over
het onderwerp afvallen: „Ze.zien
hun kind verhongeren. Maar ik
ben keihard: als de judoka wil af
vallen, mogen de ouders zich
daar niet mee bemoeien."
Van een sociaal leven blijft vol
gens Van Loon weinig over. Op
Koninginnedag was zijn vader
jarig. „Moeder had natuurlijk
voor hapjes, taart en chips ge
zorgd, maar ik mocht er niet van
eten. Het liefst ging ik weg, maar
ik wilde het feest van mijn vader
niet bederven. Zulke momenten
zijn het moeilijkst. De hele dag
met een Spa-rood en op een hout
je bijten, is ook niet alles."
Van Loon, Huizinga en Patrick
van Kalken zijn in de huidige se
lectie de 'probleemgevallen'. Zij
moeten de meeste kilo's kwijtra
ken. Volgens Huizinga is afvallen
het vervelendste van judo. „Ik
train me liever kapot, dan dat ik
afval. Je bent er elk moment van
de dag mee bezig. Ik eet erg
graag. Na een toernooi en een pe
riode van wekenlang afvallen,
kan ik nauwelijks wachten met
eten. Het liefst zo veel mogelijk.
Het maakt me niet of het een vet
te hap of boterhammen met kaas
zijn, als het maar veel is. Die eer
ste week kom ik dan ook heel snel
aan."
De race tegen de overtollige
pondjes wordt voor Huizinga elk
jaar moeilijker. Normaliter
weegt de Vlaardinger 85 kilo
gram, hij komt uit in de klasse tot
78 kilogram. In samenspraak met
De Korte en na een medisch on
derzoek, heeft hij vorig jaar be
sloten tot de Olympische Spelen
in Atlanta in die gewichtsklasse
uit te komen. De bronzen medail
le-winnaar van de EK vorig jaar
heeft er geen spijt van. „Hij zal
misschien ooit de stap naar een
klasse hoger maken", weet De
Korte.. „Maar als hij die nu al had
gemaakt, dan had hij opnieuw
moeten beginnen."
Het zwaarste gedeelte vormen de
laatste pondjes. Een uur voor de
officiële weging rennen diverse
..judoka's dik ingepakt met regen
pakken rondjes. „Eigenlijk moet
je tegen die tijd al bijna op je ge
wicht zitten, het is namelijk on
verantwoord in een paar uur bij
voorbeeld twee kilo kwijt te ra
ken", zegt vrouwenbondscoach
Cor van der Geest. Hij traint de
EK-gangers Van Kalken, Arens,
Sonnemans, Meijer en Jessica en
Jenny Gal. „Vroeger gebruikten
judoka's nog wel eens plaspillen
om snel af te vallen, maar die
staan inmiddels op de doping-
lijst. Beter is het een tijdje in de
sauna te zitten of met kleren aan
de douchecel in."
Bij Huizinga, die door zijn gerin
ge vetpercentage, vooral vocht
moet kwijtraken, is het de laatste
dagen spannend geweest. Haalde
hij de limiet of niet? Aan de voor
avond van het internationale
toernooi in Parijs in februari
woog hij twee kilo te veel. „Daar
bleef ik maar op hangen, wellicht
had ik me niet goed genoeg aan
het dieet gehouden. Om de laat
ste kilo's kwijt te raken, heb ik
niet meer gedronken en ben toch
de sauna ingegaan. Meer dan
twee liter zweten mag absoluut
niet, dus nam ik een risco. Maar
onder doktersbegeleiding was
dat verantwoord."
- Hij noemt de een-
W in de olympische bewe-
?in§ heel dun, vindt Neder-
:®d een sportief volk, bewon-
®rtna één visite Erica Terps-
ra evenzeer als Anton Gee
sink en Fanny Blankers-
7®, prijst Hein Verbruggen
hemel in en wil sport in het
.drag van Maastricht. Pun-
een gesprek met Juan
Antonio Samaranch, voorzit-
van het Internationaal
Olympisch Comité (IOC).
sWerelds belangrijkste sportlei-
f ontving in Chateau de Vidy,
et Hoofdkwartier van het IOC in
"sanne, eerst de Nederlandse
««secretaris voor Sport, gaf
olgens een exclusief inter-
aan het ANP.
'5"jarige Catalaan wei-
wJn eerste aanleg vragen te
lip l ??orden- Hij wil informa-
l n over Erica Terpstra,
gestegen vrouw in de
tiuü °Pgerezen uit het olym-
zwembad (Tokyo '64, zilver
har u?' l^ededelingen over
enthousiasme, 'nzet v00r de
°P alle niveaus en populari-
Mi» ,en Samaranch tot een
311 ja-knikker. Terpstra's
4 voorkeurstemmen bij de
7^en v4ndt hij ongeloof-
tot A„t een g°ed team
hij on Geesink," concludeert
torpS6 van de olympische
'atie voor het Nederlands
Instituut voor Doping en Drugs
Research in Utrecht is vrij ge
makkelijk opgelost. „Persoonlijk
weet ik niets van die materie.
Daarom heb ik Prins De Merode
erbij gehaald. Voor mij was be
langrijk dat de overheid, natio
naal olympisch comité en de
sport op dezelfde lijn zitten als
het IOC. Alleen als eenheid kun
nen we het gevecht met doping
aan. Andere mogelijkheden zijn
er niet. Uw sportminister heeft
mij uitgelegd welke weg Neder
land is ingeslagen. De weg die het
IOC aangeeft."
„De Merode stuurt nog een in
specteur naar het laboratorium
in Utrecht. Daarna kan het op
onze lijst van erkende instituten.
Het is niet zo dat wij zuinig zijn
met de uitgifte van accreditaties.
Het liefst hebben we er wereld
wijd een stuk of honderd in
plaats van de tegenwoordige 23.
Waar het om gaat is dat wij al
leen de erkende laboratoria 100
procent vertrouwen. Daarom
moeten ook zij van tijd tot tijd
proeven van bekwaamheid afleg
gen."
Eenheid, afstemming, gelijke
doelstellingen. Juan Antonio Sa
maranch is er zijn olympische le
ven mee bezig. In 1981 nam hij
een failliete boedel over van de
Ier Lord Killanin. Het olympisme
was verscheurd door politiek,
boycots en armoede. De kleine
Catalaan had in 1965 in Spanje al
een geschrift doen verschijnen
waarin hij aandrong op vernieu
wing.
Eenmaal voorzitter vestigde hij
zich permanent in Lausanne om
dagelijks te werken aan de een
heid in de internationale sport
wereld onder het witte vaandel
met de vijf ringen. Niet meer en
niet minder. „Wij zijn een sport
organisatie die internationaal
werkt," herhaalde hij deze week
in Lausanne.
Econoom, bankier, gemeente
raadslid, gouverneur (in Catalo-
nië), diplomaat, ambassadeur en
sportbestuurder. Samaranch om
ringde zich met experts en fun
geerde met de grootst mogelijke
hardnekkigheid als bindende
factor. Hij schroomde niet de we
reldleiders te bezoeken of uit te
nodigen in het Olympisch Mu
seum aan het Meer van Genève,
een peperduur maar indrukwek
kend pronkstuk van honderd jaar
topsport.
Olympic Review, het eigen or
gaan van het IOC, somde in
maart over vier pagina's Sama
ranch' tientallen ontmoetingen in
'94 op. Jeltsin, Clinton, Mandela,
Tudjman, Arafat, Kohl, Walesa
en Koning Albert zijn maar een
paar (zéér) bekenden uit de poli
tiek.
Gevolg van Samaranch' aanja
gen: topsport op de Olympische
Spelen na afschaffing van ama
teurisme, financiële gezondheid
door uitgekiende marketing, een
heid in sport en politiek. Over het
laatste een kleine uitspraak van
hem: „Waar komt de hele wereld
samen? En ik bedoel de hele we
reld? In de Olympische Bewe
ging. Bij ons doen China en Tai
wan samen mee. Dat kan zelfs
het Rode Kruis niet zeggen."
Samaranch blijft maar doorgaan,
misschien bedenkt hij zich nog
over zijn voorgenomen aftreden
in 1997. Hij ijvert nu sterk voor
opname van de sport in het Ver
drag van Maastricht. Volgend
jaar is de intergouvernementale
conferentie. Daar werken de lid
staten van de Europese Unie het
Verdrag van Maastricht nader uit
en herzien het zo nodig.
Samaranch: „Cultuur staat wel
in het Verdrag omschreven. Dan
moet de sport er ook in. Ik heb
het besproken met Marcelina
Oreja, sportcommissaris bij de
EU. Hij was minister van Buiten
landse Zaken van Spanje toen ik
in Moskou als ambassadeur
werkte."
Eenheid creëren is gemakkelijk
praten, weet Samaranch. „Maar
niet gemakkelijk voor elkaar te
brengen. Het is in de Olympische
Beweging gelukt, maar de een
heid is dun. Heel dun. De sport
wereld moet alert blijven, altijd
hard willen werken en vechten
voor de vereniging. Topsport op
het hoogste niveau is in de toe
komst wellicht nog belangrijker
dan tegenwoordig."
Zo lang hij zit werkt Samaranch
verder aan de eenheid. Binnen
zijn eigen college liggen sommige
verhoudingen nog scheef. „Wij
hebben als lid zo'n dertig voor
zitters van olympische comités.
Voorzitters van internationale
sportfederaties hebben we veel
minder, eigenlijk maar een paar.
IOC, NOC's en sportbonden vor
men samen de eenheid. Daarom
ga ik, en ik heb daarvoor vorig
jaar het reqht verworven, een
aantal voorzitters van internatio
nale sportfederaties in het IOC te
halen. Wie ik aan de vergadering
in Boedapest in juni zal voorstel
len, houd ik nog voor me."
Samaranch weigerde de naam te
noemen van Hein Verbruggen, de
Nederlandse voorzitter van de
wereldwielrenunie UCI, als een
van de belangrijkste kandidaten.
Wel zei hij over Verbruggen: „Hij
is een van de bekwaamste voor
zitters. In korte tijd heeft hij de
UCI vernieuwd. Die federatie
was krankzinnig. Twee autono
me takken; een van de profs en
een van de semi-profs. Verbrug
gen heeft die samengebracht. Wij
denken en hopen dat Atlanta eer
steklas wielrennen te zien zal ge
ven. Met Verbruggen onderhoud
ik een nauwe relatie. We voeren
regelmatig overleg. Trouwens,
zijn zoon heeft hier bij het IOC
een paar maanden stage gelo
pen."
Niets staat de verkiezing van
Verbruggen nog in de weg, behal
ve een eventuele- persoonlijke
weigering. Het olympisch hand
vest is na het Congres in Parijs
aangepast. Voor de opgeroepen
leiders van sportbonden tellen
nationaliteit of woonplaats niet
Juan Antonio Samaranch: 'Topsport op het hoogste niveau is in de toekomst wellicht nog belangrij
ker dan tegenwoordig.' FOTO ANP
(meer). Dit in afwijking van ge
wone IOC-leden.
Wel bestaat nog de restrictie van
één per land. Nederland heeft al
leen Anton Geesink in het IOC.
Verbruggen' heeft als Nederlan
der geen concurrentie van voor
zitters bij andere olympische
sportbonden.
Markies de Samaranch, hij kreeg
de adelijke titel in 1992, zegt de
Nederlanders wel te mogen. „Ze
zijn sportief. Voorbeelden zie ik
bij het voetbal in Catalonië. Ze
kunnen goed voetballen en lesge
ven. Ik vind het jammer dat Koe
man weggaat."
„Voor mij zijn Geesink en Blan-
kers-Koen de grootste sporters
van Nederland. Anton is een
apostel van de sport. Hij heeft la
ten zien dat een sportkampioen
ook een goede sportleider kan
zijn. Ik weet dat hij problemen
heeft gehéld met het Nederlands
Olympisch Comité. Gelukkig
gaat het nu beter."