Weekend
|n Nederland)
>ed nooit op
Wie weet wat de elektronische snelweg is?
DÖ
E2 dESTEM
E3
Turkije is niet te
begrijpen zonder
een bezoek aan het
mausoleum van
Atatürk
De oppositiekrant
Yeni Politika staat
voortdurend vol
met witte plekken
INTERFACE
5AG 29 APRIL 1995
ZATERDAG 29 APRIL 1995
Is
el
ft alleen met woorden uitdragen'.
3 elanda (de honden van Neder
land) genoemd, hebben in de
Jptrijd tegen de voor onafhanke
lijkheid strijdende Indonesiërs
een belangrijke rol gespeeld aan
Nederlandse kant. Voor hen is
heen plaats in de nieuwe repu-
pliek Indonesië.
Ie willen graag vanuit Java ver
trekken naar het nog onder Ne-
Iderlands bewind staande Weste-
llijk Nieuw Guinea of naar een
(plek in Indonesië die nog niet door
■Indonesische troepen wordt bezet.
Iln 1951 is het gebied van de RMS
lal grotendeels in handen van de
'(Indonesische strijdkrachten. Al-
lleen het eiland Ceram is op dat
Imoment nog onder controle van
Ide Molukse vrijheidsstrijders,
Imaar de situatie is daar moeilijk.
De Nederlandse regering besluit
Ide Ambonese militairen tijdelijk
«naar Nederland te sturen. De be-
Idoeling is dat zij, zodra de situatie
[in Indonesië dat toelaat, naar de
(Molukken of een andere plaats
naar keuze in Indonesië zullen te-
I rugkeren.
j Ze weten niet beter of zij zouden
in Nederland hun militaire status
I behouden. Dat gebeurt niet. Op 21
maart 1951 neemt de Nederlandse
[regering het besluit de Ambone-
I zen bij aankomst in Nederland uit
militaire dienst te ontslaan. Velen
I vernemen deze jobstijding aan
boord. Zij voelen zich verraden en
beschouwen 21 maart 1951 nog
steeds als een zwarte dag. Jaren
lang hebben zij, uiteindelijk te
vergeefs, dit ontslag via de rechter
aangevochten.
In Nederland worden de Molukse
gezinnen ondergebracht in kam
pen in het hele land. Een lijdzaam
bestaan breekt aan. Want wat een
verblijf van een half jaar zou zijn,
blijkt tientallen jaren te gaan du
ren. Totdat in 1965 Indonesië de
Molukse strijder mr.dr. Chris
Soumokil laat fusilleren. De woe
de over deze gebeurtenis slaat in
1966 over op de Molukse woon
oorden in Nederland. Vooral jon
geren komen in opstand tegen het
'verraad' van Nederland. Volgens
hen een land dat hun voorouders
na 350 jaar uitbuiting en trouwe
dienst volstrekt aan zijn lot over
laat. Hun gijzelingsacties in de ja
ren zeventig hebben een traumati
sche uitwerking gehad op de Ne
derlandse, maar ook Molukse sa
menleving.
Een kwart eeuw verder lijkt de
Molukse gemeenschap in balans
De woonoorden zijn merendeels
verdwenen. De Molukse gemeen
schap, gegroeid tot 45.000 perso
nen, is vrijwel volledig geïnte
greerd. En hoe zit het met de
RMS-gedachte? 'De RMS leeft, le
ve de RMS,' is het adagium van
drie generaties Molukkers. Daar
over zijn ze nog eensluidend.
Maar ze raken hopeloos verdeeld
over de vraag hoe het beoogde
doel moet worden bereikt. Zoveel
zielen, zoveel gedachten. Maar el
ke idealist krijgt het devies: Seka-
li-Kali Djangan Putus Asa (geel
de moed nooit op).
gen dag voor de grote Turkse manifes
te in Den Haag reisde een onzer ver
slaggevers naar de hoofdstad van Tur
fje, Ankara. Vandaag het eerste van
serie van drie verhalen met zijn
impressies.
Dagen in Ankara
Door Ed van de Kerkhof
-*■ -rlak na aankomst in het ho-
V tel is er het toilet. Na een
dag in het vliegtuig einde-
lijk een moment van onge
il stoord gemak. Maar echte
V rust wordt me niet gegund.
Ik bedoel: uit de achterrand van de
toiletpot steekt een stalen pijpje dat
irritant in mijn rechterbil prikt.
Naast de pot ontdek ik een kraantje
dat, als ik het opendraai, een
stroompje water uit het pijpje doet
gutsen. Aan de andere kant hangt
een verontrustend uitgedund rolle
tje toiletpapier. Plotseling begrijp
ik dat zich hier de gespleten natuur
van Turkije manifesteert.
Toiletpapier is iets westers, in de
wereld waar ik thuishoor zo alle
daags dat het nauwelijks onder
werp van enige overpeinzing vormt.
In het oosten gebruikt men echter
water. En de hand, de linker hand
welteverstaan, bestemd voor het
verrichten van de onreine dagelijk
se handelingen. Ik besef dat ik ben
gestoten op een ontmoeting van cul
turen, een oosterse waterinstallatie
en een dun rolletje papier, Europa
en het Verre Oosten in een toiletpot
verenigd.
Ik realiseer me dat ik op dat mo
ment, letterlijk, op de rand van twee
werelden zit. Dit is Ankara.
Turkije was die dag al op de D-pier
van Schiphol begonnen. Achter me
stootte een breed beboezemde
vrouw met touw dichtgeknoopte
dozen, plastic tassen van Blokker en
nog wat uitpuilend boodschappen-
gerei voortdurend tegen m'n hielen.
Alsof ze bang was dat ze niet meer
mee kon. Ze droeg een hoofddoek.
Voortdurend keek ze om of haar
echtgenoot wel volgde. Hij had een
stoppelbaard van enkele dagen on
der een snor die groot en oud en ge
dwee terneer hing. Pasje voor pasje
rukte het stel op. Tot ze bij de
geüniformeerde beambte van Tur
kish Airlines kwamen. Een stort
vloed van woorden en opgewonden
gebaren richting 'handbagage'
volgde. Mevrouw won. De beambte
gooide in gespeelde wanhoop zijn
armen in de lucht, terwijl de dozen,
tassen en nog meer tassen haastig
verder schoven. Uit een van de tas
sen stak het hoofd van een forse
pop-
Het was het beeld dat ik kende van
een vakantie van jaren geleden, van
morsige stadjes diep in Anatolië.
Het beeld van boerse echtparen die
in de stad inkopen hadden gedaan
en nu ruzie stonden te maken met
de chauffeur over de onmogelijke
hoeveelheid van de bagage die ze de
bus in wilden stouwen. Een beeld
vol stof en schelle woorden. Een
beeld dat gelijksoortige echtparen
hadden meegenomen naar Europa
toen ze daar heen trokken om er als
gastarbeider de armoede van hun
schrale heuvels te ontvluchten.
Vanaf dat moment was de tijd voor
hen blijven stilstaan. Het vliegtuig
naar Istanboel zat er vol van.
Gürbetciler worden ze in Turkije
genoemde, arbeiders in den vreem
de.
Maar de tijd was niet stil blijven
staan. Dat merkte ik in het vliegtuig
van Istanboel naar Ankara. Beauty
cases en bijhorende slanke benen,
postmoderne heren met snelle kof
fertjes en een hoog bodylotion-ge
halte vulden beschaafd fluisterend
de stoelen. Twee gelipstickte en
hoogst modieuze mantelpakjes lis
pelden elkaar iets in de gepoederde
oren toen zo'n goeiige, ongeschoren
lobbes het gangpad kwam door
schuiven, ongeduldig vooruit ge
duwd door een vrouw met pakjes en
tassen en volgestouwde dozen,
dichtgebonden met touw. Het wa
ren niet dezelfden. De hoofddoek
had een andere kleur.
Het kwam me voor dat ze naar huis
terugkeerden in een wereld die niet
meer de hunne was. Maar misschien
vergiste ik me. Want dat Turkije een
verwarrend land is, zou ik vlug ge
noeg merken.
Dagen in Ankara. Die eerste zon
dagmorgen wandel ik naar het kan
toor van Yeni Politika, een nieuwe
krant in Turkije. Het kantoor be
vindt zich ergens op een bovenver
dieping van een flat. Een miniem
kaartje naast de bel verraadt de
aanwezigheid. Voor de weinige op
positiebladen iü dit land is het ken
nelijk beter zo min mogelijk op te
vallen. Ik voel me een beetje onge
makkelijk en kijk over m'n schou
der.
Yeni Politika is in de voetsporen ge
treden van kranten als Ozgür Gün-
dem (Vrije Agenda) en Ozgür Gülke
(Het Vrije Land), bladen die het
keer op keer presteerden om de
woede van de Turkse autoriteiten
op te roepen en die tenslotte een
verschijningsverbod kregen opge
legd. Het gebouw van een van de
kranten werd door een bomaanslag
in de as gelegd. Ook Yeni Politika
wordt, zo zegt men, voortdurend in
het oog gehouden. Je zou voor min
der over je schouder kijken.
De chef-redacteur is er niet. Wel
een bebaarde intellectueel die me
niet zonder humor vertelt hoe dat
gaat met de censor. Het is een soort
wedloop, zegt hij, die zich elke
avond opnieuw op de stoep van de
drukkerij afspeelt. Je moet probe
ren om de krant de straat op te krij
gen voor de autoriteiten zijn gearri
veerd. Zo niet, dan heb je alle kans
dat er stukken uit moeten en dat de
krant opnieuw moet worden ge
drukt. Of dat de hele oplage in be
slag wordt genomen. Hij grinnikt:
„Vergelijk het met de drooglegging
van Amerika. Er mocht geen drank
verkocht worden. Dus werd het een
sport om de drank toch te verko
pen."
Een jonge redactrice brengt het
nummer waarin het bericht stond
over de oprichting van het zelfbe
noemde Koerdische parlement in
ballingschap in Den Haag. Alleen
de kop staat er nog. In de witte
ruimte staat verder nog slechts een
woord. Sansürlüdür. Turks voor
'gecensureerd'.
Er is zoete thee uit kleine glaasjes,
er is een andere redactrice die haar
kind heeft meegenomen. Een jonge
tje. Ze vertelt dat hij Umut Gündem
heet. Dat Umut Hoop betekent. En
Gündem is de naam van die verbo
den krant.
De chef-redacteur arriveert niet.
Misschien is het beter dat ik morgen
terugkom.
(Morgen, dat is maandag. Die dag
zal ik op het kantoor van de men
senrechtenorganisatie Insan Hakla-
ri Dernegi horen dat een van Tur-
kijes prominente dissidenten, dr. Is
mail Besikci, een gevangenisstraf
uitzit van opgeteld 169 jaar, wegens
het publiceren van verscheidene
kritische boeken, artikelen en stu
dies over het Koerdische probleem.
En hij is niet de enige. Er zitten
tientallen journalisten en schrijvers
achter de tralies. Vrijheid van druk
pers is kennelijk niet iets dat door
de elkaar opvolgende Turkse rege
ringen warm aan het hart gedrukt
wordt...)
Het is nog steeds zondag. Ik besluit
een bezoek te brengen aan het graf
van Atatürk, de Turkse Vader des
Vaderlands.
De taxichauffeur trekt berustend
zijn zwarte wenkbrauwen op.
„Anarchisme," grijnst hij als ik hem
vraag waarom er. zoveel politie
agenten op de been zijn. Alsof hij
met dat ene woord alles heeft uitge
legd. Hij spreekt een beetje Duits
dat hij heeft opgedaan in Neuren
berg waar hij zes jaar in de bouw
heeft gewerkt. Nu is hij taxichauf
feur in Ankara. Hij zet me af aan de
voet van het mausoleum.
Turkije is niet te begrijpen zonder
dit mausoleum. Hier is de man bij
gezet die Turkije schiep zoals het er
nu uitziet. Het is een streng stenen
heiligdom, bewaakt door militairen
die onder hun stalen helmen de koe
le geslotenheid van het marmer
weerspiegelen. Ze komen tot leven
als de wacht wordt afgelost, met
schorre bevelen en stramme passen
op de plavuizen klikklakkend. En in
hun kielzog jongetjes op afgetrapte
schoenen en rafelige broekranden
die ijverig proberen de soldatenpas
te imiteren. Het publiek applaudis
seert.
In het museum zie ik zijn schoenen.
Lederen molières, netjes opge
poetst. Zijn boordeknoopjes. Zijn
sigarettenkokers. Zijn hoge hoed.
Zijn pijama.
Mustafa Kemal Atatürk redde het
land van de absolute ondergang,
nadat het eens zo machtige Otto
maanse rijk van sultans en kaliefen
een roemloos einde had gevonden
en hun opvolgers zich gestort had
den in een laatste en heilloos avon
tuur aan de zijde van de Duitsers in
de Eerste Wereldoorlog. Het Ver
drag van Sèvres (1920) betekende
de genadeklap: als haviken stortten
de grijpgrage overwinnaars zich op
het land. Britten, Grieken, Fransen,
Russen en Italianen verdeelden on
derling het verslagen rijk in hapkla
re brokken. Op dat moment wierp
Mustafa Kemal zicb op als de nieu-
Het wrak van de auto van de
Turkse journalist Ugur Mumcu.
Mumcu kwam om toen een door
fundamentalisten geplaatste au
tobom ontplofte. foto ap
we leider van de vernederde Tur
ken. Als briljant strateeg had Ke
mal al naam gemaakt bij de slag van
Gallipoli, waar hij de Australiërs
een verschrikkelijke nederlaag had
bezorgd. Nu vestigde hij zich in het
slaperige stadje Ankara, ergens aan
een spoorwegknooppunt in het
Turkse binnenland, waar hij een
nieuwe regering samenstelde en
waar hij begon met de herovering
van het land. In een triomfantelijke
Onafhankelijkheidsoorlog verdreef
hij eerst de Fransen en vervolgens
de Grieken en in het jaar 1923 kon
de naam van een nieuw land op de
wereldkaart worden getekend: de
Republiek Turkije. De eerste presi
dent werd Mustafa Kemal, die in
1934 door de Grote Nationale Ver
gadering de naam Atatürk kreeg
uitgereikt oftewel Vader der Tur
ken.
Atatürk en de zijnen wilden korte
metten maken met de vermolmde
oosterse structuren in het land.
Kordaat richtten zij de blik naar het
Westen. De islam werd aan banden
gelegd, het Arabische schrift werd
aan de kant geschoven, de fez en de
sluier werden verboden en ijverig
werd de burgerlijke wetgeving uit
Zwitserland gekopieerd.
Tegelijkertijd werd driftig gewerkt
aan een van de belangrijkste grond
stenen van het nieuwe Turkije: het
nationalisme. Onder Atatürk zou
den de Turken hun verloren trots
terug krijgen. Tot op de dag van
vandaag wordt het land ingepeperd
dat de Turken het belangrijkste ras
op aarde zijn. Nog iedere morgen
begint de dag voor de schoolkinde
ren met een van de bekendste uit
spraken van Atatürk: Ne mutlu
Türküm diyene, hetgeen zoveel be
tekent als 'Wie zich Turk kan noe
men, prijze zich gelukkig.' En kans
om dit te vergeten is er niet: de kreet
staat levensgroot op berghellingen
door het hele land heen, in enorme
letters ingelegd.
Met dat rigoureus doorgevoerde na
tionalisme werd echter ook de basis
gelegd voor latere onlusten. Binnen
de grootste minderheid van het
land, de ruim vijftien miljoen Koer
den, ontstond op den duur een
steeds luider opklinkend gemor
over het feit dat ze geacht werden
voortaan gelukkige Turken te we
zen, in plaats van een eigen volk
met een eigen taal en een eigen cul
tuur.
De staat reageerde met ijzeren
vuist. 'Koerdistan' werd een tot op
de dag van vandaag verboden
woord. Parlementsleden die het
waagden met een strikje in Koerdi
sche kleuren - rood, geel en groen -
de ambtseed af te leggen, werden in
het gevang gesmeten. Dat er in de
koffiehuizen in Oost-Turkije Koer
disch werd gesproken kon de rege
ring op de langen duur niet meer te
genhouden, maar ieder die het
waagde in woord of geschrift begrip
te uiten voor het Koerdische pro
bleem werd beschouwd als een ter
rorist die zich schuldig maakte aan
separatisme - en ook dat geldt tot
op de dag van vandaag.
In het hotel hangt naast de lift een
goudkleurig afgietsel van het hoofd
van Atatürk. Buiten hangen flatho-
ge doeken met afbeeldingen van
Atatürk naast korfbalveldgrote hal
vemaan-vlaggen. Een van de Turkse
televisie-stations zendt een gouwe
ouwe uit van de Dikke en de Dunne.
In het hoekje van het scherm wap
pert een rode halve maan met het
hoofd van Atatürk er in geprojec
teerd. De andere zenders hebben
ook zoiets.
Het is nog steeds zondag. Het is
feest in Turkije. Vijfenzeventig jaar
geleden werd het eerste parlement
van het nieuwe Turkije ingesteld,
's Maandags zijn de meeste doeken
van de flats verdwenen. Alleen het
Nog altijd vereren de Turken Atatürk, de man die Turkije schiep zo
als het er nu uitziet. foto archief de stem
hoofd naast de lift hangt er nog.
De chef-redacteur van Yeni Politika
schuift krant na krant over het bu
reau. Hij wijst op lege plekken.
„Hier stond een bericht over eën de
monstratie in Zürich. Er werden
leuzen gedragen als 'Turks- leger
weg uit Koerdistan' en 'Boycdt toe
risme naar Turkije'. Gewoon
nieuws van een persbureau. De cen
sor schrapte het."
Een bericht over de Koerdische
guerrillaleider Öcalan kon ui
teraard niet door de beugel.
Het wordt echter van de weer
omstuit ietwat komisch als ook
blijkt dat de paasboodschap van de
paus uit de krantekolommen werd
gehaald. Johannes Paulus had het
bestaan om de Koerden te noemen!
Nog merkwaardiger is dat andere
kranten hetzelfde bericht, zelfs' met
foto, ongestoord konden meenemen.
Maar die schreeuwden maandag
ochtend dan ook torenhoog vanaf
de voorpagina's over de triomf van
Den Haag, in de trant van 'WIJ
HEBBEN NEDERLAND DÓEN
TRILLEN', terwijl Yeni Politika het
waagde Hans van Mierlo te cite
ren...
Maar de hilariteit gaat er vlug af als
hij de feiten noemt. Twaalf num
mers zijn er inmiddels verschenen,
waarvan er negen gecensureerd of
in beslag genomen werden. Zes
journalisten zijn in het korte be
staan van de krant inmiddels dóór
de politie voor kortere of langere
tijd opgepakt. Krantendistributeurs
richting Koerdisch gebied worden
onveranderlijk door de militairen
tegengehouden. Er waren anonietne
telefonische bedreigingen. Er zijn
lezers die niet openlijk met het blad
over straat durven.
De chef-redacteur vouwt een krant
dicht. De kop is niet meer zichtbaar.
„Zo wordt hij verkocht." Ik: „Alsof
het porno is." Hij: „Met dat verschil
dat porno hier open en bloot over de
toonbank gaat."
Op dat moment komt een redactrice
ietwat witjes om de neus voor een
dringende boodschap binnen. Als
de chef-redacteur even later terug
komt zegt hij: „Politie." Ik verslik
me prompt in een slokje zoete thee.
Maar ze zijn al weer weg...
Sommige tragische zaken hebben
een komische kant. Zoals blijkt uit
het geval Ahmet Altan, tot vorige
week columnist in het dagblad Mit-
liyet. Altan had een badinerend
stukje geschreven onder de kop
Atakürt. Dat verscheen zoals te
doen gebruikelijk met zijn penne-
vruchten prominent in de krant. Al
tan legde de lezers een fictieve ge
schiedenis voor. Mustafa Kemal, de
latere Atatürk, was in dit geval een
etnische Koerd, die wel dezelfde
oorlog had gestreden maar die ver
volgens het Koerdisch tot nationale
taal had verheven. Uit dank had de
natie hem de naam Atakürt ge
schonken, Vader der Koerden.
Kun je je voorstellen, zo had hij zijn
lezers gevraagd, wat het voor de
Turken zou betekenen als zij hun
taal niet zouden mogen spreken, als
zij hun namen niet mochten dragen,
als zij enzovoorts. Het werd tijd, zo
concludeerde Altan, dat de Turken
eens gingen nadenken over de ware
betekenis van democratie. De dag
daarop stond Ahmet Altan op
straat. Hij was door de directie van
Milliyet op staande voet ontslagen.
Yeni Politika was er natuurlijk als
de kippen bij om hetzelfde stukje
nogmaals af te drukken. Dat lever
de opnieuw een witte vlek op in de
krant, want dat mocht toch echt
niet van de censor.
En wat lees ik warempel dinsdag
ochtend in de krant? Dit: minister
van justitie, Mehmet Mogultay,
heeft gezegd dat sommige politici
eens op moeten houden met hun
angst als zou wat meer democratie
Turkije uiteen doen vallen. Gedach
ten, zei hij, kunnen niet uitgeroeid
worden. De geschiedenis, zei hij,
bewijst dat je filosofen en weten
schappers wel kunt opsluiten, maar
de vrijheid van expressie valt nim
mer met geweld in te tomen. De mi
nister van justitie Mehmet Mogul
tay zei dat het beruchte artikel 8
van de Turkse Anti-Terrorisme Wet
(op basis waarvan schrijvers en
journalisten en duizenden anderen
zijn opgepakt) wat hem betreft de
prullebak in kon. Diezelfde ochtend
vraag ik aan een Turkse politicus -
'nee, geen naam alstublieft' - waar
om die minister niet eenvoudig de
celdeuren laat openen. De politicus
lachte honend. „Die man kan zeg
gen wat hij wil. Als minderheid in
de coalitie heeft hij niets in te bren
gen." Hij wil nog meer kwijt over
het gehalte van de Turkse democra
tie, maar daarover later meer.
En zo groeit de verwarring. Ik be
doel: Zondag had ik mijn exemplaar
van Yeni Politica verstopt in de tas
die ik bij de ingang van het mauso
leum van Atatürk moest inleveren.
Hij werd in het wachthokje van een
militair gezet, die er met zijn auto
matisch geweer streng de wacht
over hield. In het hotel merk ik dat
de krant open en bloot tussen ande
re bladen ligt uitgestald. En verder
verneem ik dat onder meer diverse
afdelingen van de Bond van Journa
listen in Turkije boze faxen hebben
gestuurd naar de Nederlandse am
bassade in verband met het toe
staan van de vestiging van het zoge
naamde Koerdische parlement in
ballingschap.
Als ik de deur van mijn hotelkamer
open, hoor ik van buiten de door al
les heen dringende oproep voor het
gebed vanaf een minaret. Ook dit is
Turkije. 'Ik ga maar weer eens rich
ting badkamer...
Iedereen praat erover, maar nie
mand weet wat het precies is: de
elektronische snelweg. Een verade
mende constatering dat niet zomaar
de minsten dat zonder omhaal toe
gegeven. Twee professoren, een
paar doctorandussen en enkele pro
fessionele whizz-kids: het afgelo
pen woensdag door studentenvere
niging 'Cedo Nulli' van de faculteit
bestuurskunde en sociologie van de
Erasmus Universiteit in Rotterdam
georganiseerde symposium over de
elektronische snelweg.
Eén voor één gaven de leden van
dat symposium toe dat zelf niet
wisten wat dat nou precies is, die
elektronische snelweg. Wel hadden
ze allemaal verschillende gedach
ten over hoe die snelweg er in de
toekomst uit zou moeten of kunnen
zien, wat het zou moeten kosten,
hoe snel, of hoe breed hij zou moe
ten worden, en welke rol de over
heid daarin wel of niet zou moeten
spelen. Of, liever gezegd, zou kun
nen spelen, want het anarchistische
Internet trekt zich van geografische
grenzen immers geen bitje aan.
Sommigen maken zich daar nogal
wat zorgen over. In Nederland
wordt op dit moment volop gedis
cussieerd over het al dan niet ver
bieden van het versleutelen van ge
gevens voordat die getransporteerd
worden. De Binnenlandse Veilig
heids Dienst (BVD) zou het liefst
zien dat het encrypten van data
vandaag nog verboden wordt. Om
dat ook criminelen allang ontdekt
hebben welke ongekende communi
catiemogelijkheden het Internet
biedt, en zeker als dat in geheimtaal
gaat. Er zijn al verschillende pro
gramma's in omloop, Pretty Good
Privacy schijnt een van de beste te
zijn, die tekstbestanden via wis
kundige algoritmes in onkraakbare
geheimtaal om kunnen zetten. Al
leen iemand die de sleutel heeft, en
alleen die sleutel al zou kunnen zijn
samengesteld uit een pakketje van
een of meerdere miljoenen bytes,
kan het bestand weer omzetten in
iets leesbaars.
Zonder die sleutel, die overigens op
zijn beurt als een versleuteld cryp
togram van de een naar de ander
verzonden kan worden, valt er voor
de BVD niets meer af te luisteren of
te hacken, en kunnen criminelen
ongehinderd hun gang gaan. Be
grijpelijk dus dat BVD zich sterk
maakt voor het verbieden van het
gebruik van geheimtaal.
Groot probleem: ook eerlijke men
sen, net als U en ik, hebben die mo
gelijkheid tot privacy wel eens no
dig. Als we een E-mailtje sturen
naar een nieuw stuk en we willen
niet dat huidige schoonmoeder plus
iedereen met een computer mee-
smult van die ontluikende liefde,
moet dat in geheimtaal kunnen.
Passeerwoorden en gebruikersna
men vormen dienaangaande geen
voldoende beveiliging. Niet voor
niets waarschuwen mijn providers
me om de zoveel maanden dat het
hoog tijd wordt om mijn passeer-
woord te veranderen. Het moge
daarom ook duidelijk zijn dat er in
het elektronisch betalingsverkeer
een noodzakelijke behoefte is aan
geheimtaal. Daarom zal het laatste
woord over de wettelijkheid van ge
heimtaal nog niet gesproken zijn. In
Rusland wel, daar is het inmiddels
doodleuk verboden, maar daar
neemt de Rodina, moedertje staat,
wel meer eenzijdigè beslissingen
die niet overal van harte verwel
komd worden.
Het gebeurt ook wel eens dat ik een
briefje zit te tikken dat ik door nie
mand behalve de adressant gelezen
wil hebben. Dat levert hier op de
krant de nodige problemen op. Ten
eerste moet ik iedere keer als er ie
mand achter langs me heen loopt,
(leuk stukkie aan het tikken, kerel,
mag ik even meelezen?) als de weer
ga op de beteaar-toets drukken. Als
het klaar is, dan komt het volgende
probleem, want de adressant leeft
nog in het stenen tijdperk, heeft
geen E-mail-adres en zal derhalve
via snail-mail bereikt moeten wor
den. Mijn brief op poten moet dus
geprint worden. De printer die aan
het redactionele netwerk hangt,
zo'n geval met kettingpapier uit het
jaar nul, is prima geschikt voor een
kladje tussendoor, maar een brief
voor goed fatsoen druk je daar niet
Door Léon Krijnen
Reacties: E-mail: 100445.2062@compuserve.com
op af. De laser-printer op het re
dactie-secretariaat hangt aan een
ander netwerk. Volg ik die weg dan
moet mijn briefje van mijn persoon
lijke bestandsgebied, waar so-wie-
so als niks persoonlijks aan is, want
iedereen kan daar een blik in wer
pen, naar een algemeen bestandsge
biedje. Alleen van daaruit kan het
gekopieerd worden naar een WP-li-
centie op een ander netwerk, van
waaruit het uiteindelijk geprint
kan worden. Maar pas nadat een
goedwillende secretaresse er alle
verminkingen uit gehaald heeft die
onstaan zijn omdat er geen hout
deugt van de vertaaltabel tussen
het eerste en het tweede netwerk.
Tegen de tijd dat mijn kattebelletje
uiteindelijk geprint is (automatisch
in tweevoud, een ander hardnekkig
netwerkfoutje) heeft de halve we
reld hem al gelezen voordat hij de
enveloppe ingaat. Brieven tikken
doe ik dus tegenwoordig thuis, en ik
moet zeggen dat mijn nieuwe HP
540C dat prima doet, zij het pas na
dat er een nieuw serieel kaartje in
mijn computer geprikt was.
Soms heb ik gevoel dat de duvel zelf
over mijn schouder mee zit te lezen
als ik deze rubriek zit te tikken.
'Lijkt me typisch iets voor jou,' riep
net een collega, en voor de zoveelste
maal werd een persbericht met
floppie op mijn bureau gegooid.
Ditmaal van Security Access Con
trol (SAC) uit Dongen (01623-
23468). Die kondigen aan voor
795,- een elektronisch slot in mijn
PC te willen bouwen, dat te verge
lijken is met een autoalarm. Je
krijgt er ook een afstandsbediening
bij, waar je op drukt als je even
wegmoet. Pats, de boodschap
Hands off my computer op je
scherm, en de hele reutemeteut is
geblokkeerd. Voor de goede orde:
het is een hard-ware-matige bevei
liging waar geen hacker langs komt
en het lijkt mij een aardig idee.
Kent U Murphy en zijn wet nog?
Die deed zich bij dat symposium in
Rotterdam weer even grappig gel
den. Er zou een mooie demonstratie
internetten en webben gegeven
worden. Frans Ward, de systeembe-
heerde van de Erasmus Universi
teit, had alles keurig klaar staan.
Mooie computer, bliksemsnelle net
werk-verbinding, vlak voor de de
monstratie alles nog even uitgetest,
probleemloze verbinding met
noemt-U-maar-op welke computer
waar ook ter wereld.
Alles werkte. Zaal vol, licht uit,
overhead-projector aan. En daar
was Murphy. Met een nauwelijks
hoorbaar tikje sprong de lamp van
de projector en zaten we in het don
ker. Uiteindelijk zou het met een
andere, iets minder moderne pro
jector, toch nog goedkomen. Maar
pas nadat we met zijn allen gezellig
een tijdje hadden zitten grinniken
over de onontkoombaarheid aan de
wet van Murphy....