Huizenmarkt
Milieubewust bouwen in kinderschoenen
NOVA
'Zonder subsidie
is het niet te doen'
E CIJFERS
BEHAAGLIJK
WARMTE
erschueren
Ikamers
HALEN
icmente
.ANTENSHOW
'egio! 't Lijkt
ukenhof wel...
Permanente
expositie in
Den Bosch laat
verrassend veel
toepassingen
zien
PESTEM
EN WARM WOONCOMFO"
I St-A ec^aar Ouwerkerk voor het fraai gerestaureerde pand aan de
unastraat. foto de stem dick de boer
n wij veelzeen
wij staan u met
laag geprijsd en
■NTRUM
IMFORTABEL KOPE
'Consument en
overheid zouden
wat meer druk
moeten uitoefenen
op bouwwereld'
rr&iïifiJHtj
rnmmtm
ZATERDAG 22 APRIL 1995
:eft 15jaar garanlie
ratis onderhoud.
ATAG SelectDealer
precies voor-
nen hoe voordelig u
?em met de energie-
ige Blauwe Engel®,
een paar tientjes
maand stooki u
ig en zonder zorgen,
ulde bon in of bel
Ivies,
BON VOOR GRATIS AIA11
Ja, ik ben (jUl'/J.A
geïnteresseerd in
ATAG ComforiLease*.
Naam
Adres
PostcodePImis
>n opsturen naar ondersiwnd adrt
ijblijs-end met deze b^n bij
INT-JANSTEEN - Tel. 01140-13506
Veel mensen denken dat als er maar een grasdak op ligt, het om een milieuvriendelijke woning gaat. Terwijl zo'n dak helemaal niet zo essentieel is voor een biologische of ecologische
woning. foto fotopersburo dijkstra
35-61451
70 - HULST
vinkei - Boomkwekerij
(oor Peter de Leeuw
Sinds anderhalf jaar wonen Lucie en Bernard Ouwerkerk in het
hartje van Breda. Hij is onder de Grote Toren de gemeentesecretaris,
- van alle ambtenaren in de stad. De woning van de Ouwerkerks
t aan de St.-Annastraat, het van origine koets- en tuinhuis is een
lijksmonument.
Jet is in 1767 gebouwd in opdracht van Christiaan Lodewijk Francken jr.,
legent van het Militair Hospitaal, kapitein van de Burgerwacht en, maar dat
terzijde, lid van de vrijmetselaarsloge Het Vrij Geweeten. Francken woonde
jan de Catharinastraat en liet in de tuin achter zijn pand, die over de hele
lengte aan de Annastraat grensde, dus een klein huis om aangenaam te ver-
pozen en een stalling voor zijn paarden en koetsen optrekken. Het geheel
heeft nog na de Tweede Wereldoorlog dienst gedaan als brandweerkazerne.
Voordat het koets- en tuinhuis in 1976 het onderkomen werd van de Breda
se raadsfracties, en Praathuis ging heten, is het fraai gerestaureerd.
,0ns hart gaat uit naar twee dingen: historische steden en wonen in zo'n
stad. Toen de kinderen klein waren, woonden we min of meer gedwongen in
sn buurt met jonge gezinnen. Zodra de kinderen naar de middelbare school
{aan, namen we ons voor, zoeken we een huis in de binnenstad. In Gronin
gen hebben we ook op de Markt gewoond," vertelt de heer des huizes, die in
1J93 - de raadsleden waren al enige tijd vertrokken uit de St.-Annastraat -
meedeed aan de openbare inschrijving en prompt 'iedereen' over zich heen
kreeg toen hij als hoogste bieder uit de bus kwam. Want de kersverse ge
meentesecretaris die een huis koopt van de gemeente, zijn werkgever, kan
het toeval zijn..?
Lucie Ouwerkerk zag in het 18e-eeuwse koets- en tuinhuis 'een schitterend
pand om te verbouwen' en werd er onmiddellijk 'verliefd op'. „M'n moeder
geboren in Giethoorn. Daar heb je veel boerderijen met van die grote uit
bouwen. Dit theehuis deed me aan zo'n uitbouw denken. Toen ik voor het
eerst hier, in het koetsgedeelte, kwam, was het waanzinnig donker. Ik houd
van hoge en grote ruimten. Hier zou ik wel iets van kunnen maken, dacht
ik," zegt ze aan de glazen tafel in het inmiddels lichte woonvertrek.
De zon is binnengelaten door bijvoorbeeld de muur tussen het thee- en
koetshuis uit te breken. In het eerste deel, waar GroenLinks ooit beraad
slaagde, staat een groot keuken-
liland met houten blad. Het
tweede deel, indertijd het CDA-
ioraein, is nu de modern inge
richte huiskamer van de Ouwer
kerks. „Ik vind dus dat je oud en
nieuw best kunt combineren,"
meent zij in het decor dat haar
gelijk bewijst.
Slagje in een Rijksmonument al
les veranderen wat in je opkomt?
,Nee," licht ze toe, „dat mag je
zeker niet. Ik had bijvoorbeeld
een idee voor een dakterras. Maar
dat mocht dus niet."
Eb hij zegt: „Je moet per definitie
met Monumentenzorg overleggen. Gelukkig wordt er subsidie gegeven voor
dit soort zaken, anders is het niet te doen. Je kunt daarvoor twee wegen in
slaan: die van de particuliere woningverbetering of die van de Monumen
tenzorg. Op de laatste regelingen is voor de restauratie in de jaren zeventig
sl een beroep gedaan. Wij konden nog de weg van de particuliere woning
verbetering bewandelen. Vervolgens kom je weer bij de Monumentenzorg
terecht in verband met belastingaftrek. Toch, je moet een behoorlijk salaris
verdienen om een pand als dit geschikt te maken voor bewoning."
Voor hen zit daar juist de uitdaging in. „Heel veel monumenten worden ge
bruikt als kantoorpanden. Achter die ruiten is het na zes uur 's avonds don
ker. Vroeger woonde iedereen in de binnenstad. Wij vinden dat nog steeds
heel prettig. Dichtbij het uitgaans- en kroegleven." Dat de Annastraat ook
een coffeeshop kent die hasjlucht ademt en dat een druk bezochte plashoek
is ontstaan daar waar hun huis- en tuinmuur samenkomen, ach, ze nemen
bet op de koop toe, 'want dat hoort bij de binnenstad'.
■Het is ons wel afgeraden om hier te gaan wonen. Die gevaarlijke An
nastraat, zeiden mensen dan, jullie kunnen je toch veel beter in een buiten
wijk vestigen... We hebben wat nieuwe winkels in de straat... De laatste tijd
êaat het er echt op vooruit. Ook aan de Catharinastraat komen weer mensen
wonen. Het bevalt ons hier heel goed. Het enige dat ons een beetje is tegen
vallen, is het drukke verkeer. Want hoewel we midden in de historische
stad zitten, lijkt de straat af en toe wel een racebaan."
Is het nou ecologisch, biolo
gisch of duurzaam bouwen?
De doorsnee woonconsu
ment hoeft zich daarover
geen zorgen te maken.
Want, hooguit een beetje
ongenuanceerd uitgedrukt,
die drie begrippen dekken
dezelfde lading: een bouw
werk moet van wieg tot
graf goed voor mens, na
tuur en milieu zijn. Begin
nend bij het milieuvriende
lijke potloodje en het her
gebruikte tekenpapier van
de architect en eindigend
op de composthoop of bij
het recyclingbedrijf. Waar
dus weer een nieuwe wieg
ontstaat.
Door Norbert Bökkerink
bouwstoffen om een of andere reden
de natuur en het milieu (zullen) be
lasten.
Het milieuvriendelijk bouwen staat
in ons land dus nog duidelijk in de
kinderschoenen. Alle 'duurzaam
bouwen'-projecten, waarmee menig
gemeente zich momenteel op de
borst klopt, ten spijt. „De grote
markt heeft het idee van ecologisch
of biologisch bouwen nog steeds niet
overgenomen," bevestigt Jan Hol-
stein. „Ja, iedere architect, op
drachtgever of bouwonderneming
doet inmiddels wel iets aardigs voor
het milieu. Maar als je naar grote
woningbouwlocaties van een paar
duizend huizen kijkt, dan stellen een
paar of in het meest gunstige geval
honderd milieuvriendelijke wonin
gen natuurlijk niks voor. Er vallen
voor ons nog heel wat registers en
laatjes open te trekken. Wel is dui
delijk, dat inmiddels steeds meer
grote fabrikanten en leveranciers op
het vinkentouw zitten. Zo wordt er
veel onderzoek gedaan naar milieu
vriendelijke produkten en sommige
ondernemingen staan al klaar om in
die markt te springen. Zowel de
woonconsument als de overheid
zouden nu wat meer druk moeten
uitoefenen om ze het laatste zetje in
de goede richting te geven."
Ecologisch, biologisch danwel duur
zaam bouwen is meer dan alleen
maar een goed geïsoleerde woning
wegzetten in combinatie met allerlei
spaar-, regel- en hoogrendementap
paraten.
Een permanente expositie, die de
VIBA heeft ingericht in een van de
gebouwen van de Brabanthallen aan
de Veemarktkade 8b in Den Bosch,
brengt dat goed in beeld. De bezoe
ker valt daarbij van de ene in de an
dere verbazing. Niet in de laatste
plaats omdat er produkt-informatie
te vinden is van gerenomeerde be
drijven en instanties die tot voor
kort nou niet bepaald voorop liepen
bij bijvoorbeeld de bescherming van
de tropische bossen of het Hollandse
rivierenlandschap. Ook de eenvoud
van oplossingen of alternatieven die
worden aangedragen voor nu nog in
zwang zijnde milieu-onvriendelijke
technieken of produkten, blijkt vaak
verrassend. Zo waan je je bij het
aanschouwen van een met rieten
matten versterkte lemen binnen
muur meer in een oudheidkundig
museum, dan op een expositie over
hedendaagse (eco-biologische)
bouwkunst.
Toch verzekert Jan Holstein dat alle
tentoongestelde produkten zijn ge
screend. „Niet alleen of ze in alle fa
sen tussen winning en sloop milieu
vriendelijk zijn, maar ook op bruik
baarheid. Voordat bedrijven hier
mogen exposeren, wordt het een en
ander onderzocht door het Neder
lands Instituut voor Bouwbiologie
en Ecologie in Naarden."
Indachtig de doelstelling van VIBA
brengt de ruim honderd bedrijven
omvattende expositie alles in beeld
wat met milieuvriendelijk bouwen,
wonen en werken te maken heeft:
van het slaan van de eerste paal tot
het puinruimen, van architectoni
sche filosofieën tot de dagelijkse
stoelgang van de bewoner, van bu
reaustoelen met recycling-garantie
tot beplantingsplannen voor bin
nenruimten als onderdeel van de
klimaatregeling.
De tentoonstelling laat zien dat veel
grondstoffen en produkten terug
van weggeweest zijn. Veel materia
len raakten in onbruik omdat ze
kwalitatief en financieel niet kon
den opboksen tegen nieuwe vindin
gen. Maar mede dankzij ontwikke
lingen in de techniek blijken ouder
wetse bouwstoffen weer goed bruik
baar. Bijvoorbeeld het al eerder ge
noemde leem. Een aantal steenfa
brieken heeft een leemsteen ontwik
keld voor zowel dragende als niet-
dragende binnenmuren. Deze stenen
worden niet gebakken maar ge
droogd en zijn alleen daarom al mi
lieuvriendelijk. Bovendien, als het
bouwwerk zijn langste tijd heeft ge
had, kan het leem opnieuw gebruikt
'worden.
Een andere oude bekende is de gres-
pijp ofwel keramische riolerings
buis. Gres verloor het indertijd van
de grijze pvc-pijp omdat het kwets
baar was, slechte dichtingen ople
verde en het systeem weinig flexibel
was. Een bedrijf in Limburg heeft
nu het produktieproces zodanig ver
nieuwd, dat 'de oude gresbuis is ver
beterd, met behoud van het goede.'
Maar de VIBA-expo toont vooral
veel 'nieuwtjes'. Een ander soort
heipaal bijvoorbeeld, ter vervanging
van betonnen palen. Een niet onaan
zienlijk deel van Amsterdam werd
eeuwen geleden gebouwd op houten
palen. En staat er nog steeds. Dus
bedacht een fabrikant een 'tussen
oplossing': een houten paal met be
tonnen kop, zodat de locatie op ter
mijn indien nodig op eenvoudige
wijze weer kan worden verlost van
de betonnen splinter.
Ook op metselstenen wordt gestu
deerd. Zo is er een nieuwe soort ont
wikkeld, die is samengesteld uit een
combinatie van schelpkalk, zeezand
en zeekiezel.
Een bekende leverancier van dak
elementen blijkt eveneens op de mi
lieuvriendelijke toer te zijn overge
stapt. Het bedrijf gebruikt de hout
achtige delen van de vlasplant, wel
ke niet voor de produktie van linnen
worden gebruikt, als grondstof voor
het plaatmateriaal. Het isolatiema
teriaal wordt gevormd door gerecy
cled papier en afval-jute.
Ook tal van andere soorten isolatie-
en plaatmateriaal verdienen inmid
dels het predikaat milieuvriendelijk,
dankzij al dan niet in cominatie ge
bruikte grondstoffen als katoen,
wol, papier of cellulose dons.
Dekvloersystemen kennen inmid
dels eveneens 'een gezond alterna
tief': de anhydrietgebonden giet-
vloer. Anhydriet wordt vervaardigd
uit het rookgasontzwavelingsgips
dat vrijkomt bij het reinigen van
rookgassen in kolengestookte elek
triciteitscentrales.
Een beetje eco-biowoning benut ui
teraard ook het water dat gratis uit
de lucht valt. Er zijn inmiddels hele
opslag- en filtersystemen verkrijg
baar, waardoor dat water voor alles
(behalve als drinkwater) kan wor
den gebruikt, zoals het spoelen van
het toilet, het dweilen van de vloer
of sproeien van de tuin.
VEBO toont verder materialen die al
wat langer bestaan, maar pas nu
worden 'ontdekt'. Een voorbeeld
daarvan is het twintig jaar geleden
al ontwikkelde epdm-rubber. De
toepassing van dit materiaal begint
nu een beetje op gang te komen ter
vervanging van zinken goten of bi
tumineuze dakbedekking. Het heeft
niet alleen een veel langere levens
duur (ongeveer vijftig jaar) maar
kan daarna ook weer als grondstof
worden gebruikt voor de fabricage
van bijvoorbeeld stoepranden of te
gels.
Evenmin nieuw zijn de meeste soor
ten milieuvriendelijke verven, waar
over ook de Consumentenbond on
langs nog een positief oordeel velde.
De keus is ruim, variëerend van 'wa
tergedragen kookverfzoals die al
eeuwenlang in Scandinavische lan
den wordt gebruikt, tot de in Neder
land wat beter bekende klassieke
lijnolie verf.
Aan al deze en andere soorten mi
lieuvriendelijke bouwstoffen is ech
ter een grote maar verbonden: ze
zijn doorgaans duurder dan de zoge
naamd 'traditionele' materialen.
Volgens Holstein is dat echter be
trekkelijk. „In de vergelijkingen
wordt nog steeds geen rekening ge
houden met zogenaamde verborgen
milieukosten. Kosten die bijvoor
beeld ontstaan, doordat stoffen bij
voorbeeld schaarser, opgeruimd of
gestort moeten worden en afgewen
teld worden op de samenleving. Als
je daar wel rekening mee houdt, ko
men de verhoudingen zeker op ter
mijn anders te liggen. Dat is ook de
reden dat wij al langer pleiten voor
de invoering van een ecotax, zoals
dat inmiddels ook is gebeurd met
betrekking tot auto's."
Meewarig schudde menigeen ruim
tien jaar geleden het hoofd. „Gras
daken? Hoe willen ze die maaien? En
wat denk je van het knippen van de
kantjes?"
Het begrip 'duurzaam bouwen'
moest nog worden bedacht. Alleen
wat wereldvreemde 'alternatievelin
gen' hielden zich ermee bezig.
Maar geitewollen sokken lijken nu
toch vaste voet op de bouwsteigers
te hebben gekregen. Zie de make
laarsadvertenties, waarin steeds va
ker nieuwbouwhuizen als 'ecologi
sche, geschakelde villa's', 'bio-eco-
logische huizen' of 'milieuvriende
lijke woningen' worden aangepre
zen.
Een onwikkeling die de Vereniging
Integrale Biologische Architectuur
(VIBA) in Den Bosch uiteraard toe
juicht. De VIBA ijvert immers al bij
na twintig jaar voor 'mens- en mi
lieubewust bouwen, wonen en wer
ken in de praktijk'. Maar volgens
haar consumentenvoorlichter Jan
Holstein is er nog een lange weg te
gaan. „Neem die grasdaken bijvoor
beeld. Nog steeds denken veel men
sen dat als er maar een grasdak op
ligt, het om een milieuvriendelijke
woning gaat. Terwijl zo'n dak hele
maal niet zo essentieel is voor een
biologische of ecologische woning."
Naast gebrek aan inzicht bij de
woonconsument, zijn er ook andere
signalen die duidelijk maken dat er
voor instellingen als VIBA nog veel
werk te verzetten is. Het vorig jaar
gepubliceerde rapport 'Vernieuwba
re grondstoffen voor de bouw' bij
voorbeeld. In opdracht van het mi
nisterie van VROM was onderzocht
in hoeverre de bouwwereld al ge
bruik maakte van 'vernieuwbare'
ofwel milieuvriendelijke grondstof
fen, zoals vlas, katoen, wol, hennep,
stro, riet en hout. Het gaat dus om
stoffen die 'niet eindig' zijn, binnen
een kort tijdsbestek opnieuw kun
nen worden geproduceerd en in het
hele traject van bouwen-wonen-slo-
pen een groen labeltje kunnen dra
gen. Uit het rapport bleek dat
slechts drie procent van alle in de
bouw gebruikte grondstoffen tot de
ze milieuvriendelijke categorie kan
worden gerekend. Het gaat hierbij
om 2,5 miljoen kubieke meter 'ver
nieuwbare grondstof' met een ge
wicht van ruim 1,9 miljoen ton.
Wat dus wil zeggen dat de overige 97
procent van de in ons land gebruikte
Een schets van acht milieuvriendelijke woningen die aan het Annie Romeinplantsoen in Rijen verrijzen.
foto paul kin makelaardij