De verfijnde geur van een muskusrat
Groene hart Europa klopt in Tilburg
Vooi
de Stem
SURPLUS
Rattenvanger Van der Stelt: 4Het is nooit humaan om een beest te doden, maar het moet'
PE stem
Europees Centrum Natuurbescherming zetelt op de KUB
VRIJDAG 21 APRIL 1995 £4
In Friesland stond de On
datra Zibethicus ooit
eens als Wettergrien kjif-
fer op het menu, in België
noemden ze hem gewoon
waterkonijn. En volgens
rattenvanger Jan van der
Stelt hapt hij zelf zo nu
en dan ook graag in een
boutje muskusrat. Het
beest zorgt behalve voor
bont en gaten in de dij
ken ook voor een van de
grondstoffen van onze
parfums. Over een rat
tenvanger die het eigen
lijk pijn doet dat-ie de
beestjes moet doden.
Van onze verslaggever
„Het rugje gebruiken ze in het
buitenland voor die lange warme
bontmantels. De onderkant van
de muskusrat, met die korte
haartjes, is geschikt voor de mo
dieuzere korte jacks." Jan van
der Stelt zegt het met oprechte
bewondering in zijn stem. Het
velletje van de rat glanst in de
zon. Hij poetst het verse kadaver
nog eens extra op tegen zijn groe
ne vestje.
Het blauw-grijs-bruine bont is
onwaarschijnlijk dicht behaard.
Het beest is dood, komt recht uit
de klem in een sloot, maar zijn
vacht ziet er vlekkeloos zuiver
uit. „Het is een pracht beestje",
zegt Van der Stelt. Hij meent het,
dat hoor je.
In heel Nederland zijn vorig jaar
zo'n vierhonderdduizend mus
kusratten gevangen. Een kwart
daarvan in Friesland. In Noord-
Brabant waren het er vorig jaar
iets meer dan 6200, het jaar daar
voor nog 10.600. Reden waarom
de 33 rattenvangers in Noord-
Brabant menen dat ze de ver
spreiding van de muskusrat in
middels onder controle hebben.
Tempo
„Denk vooral niet dat wij een
mooi baantje hebben," zegt Jan
van der Stelt. Samen met zijn
collega Rien van Tilborg loopt hij
in heel noordwest-Brabant langs
de slootkanten in een tempo
waarin twintig wandelkilometers
per dag gemakkelijk haalbaar lij
ken. „Het is nou dan wel mooi
weer, maar denk er om dat wij
hier ook lopen als het waait en
regent." Zijn laarzen sjoempen
door de natte en zware klei, het
opkomende gras verstrikt zich
rond zijn voeten. Het is een heel
getrek en gesjouw om vooruit te
komen. „In een jaar tijd bezoeken
wij elke meter water in ons ge
bied minstens twee keer", zegt
Van der Stelt om daarmee waar
schijnlijk een indicatie te willen
geven voor de noodzaak van het
straffe tempo.
Rien van Tilborg gooit een dode muskusrat op het veld: prooi voor kraaien en buizerds.
Jan van der Stelt (links) en Rien van Tilborg turen naar een roedel reeën op het akkerland.
De eerste klem in het groenige
slootwater bevat al meteen buit.
Het is een flinke Jaap. Van kop
tot staart meet het mannetje een
halve meter. Als Jan van der Stelt
hem door het water trekt laat het
dode beest iets na wat op een
oliespoor lijkt. „Dat is muskus
olie. Het wordt gebruikt in de
parfumindustrie. Als een gevan
gen rat nog niet te lang dood is
kun je het ruiken", bezweert Van
der Stelt. De ratten gebruiken
hun muskusolie om nu, in de
trektijd, paartjes te vormen voor
het nageslacht. De parfumindus
trie fokt wel muskusratten om
die olie te kunen winnen, maar
dat gebeurt slechts op kleine
schaal. Volgens Van der Stelt ge
bruiken ze daarvoor liever mus
kusherten die eenzelfde soort olie
afscheiden.
De klem wordt leeggemaakt. Het
dode dier belandt met een boog in
het weiland. „Voer voor kraaien
en buizerds", zegt Van der Stelt.
„Binnen een uur zitten die aan
het diner. Pas wanneer we op een
dag erg veel muskusratten zou
den vangen gaan de kadavers
naar de destructor."
De muskusrat is eigenlijk geen
rat. „Het is de grootste in Neder
land voorkomende woelmuis,"
zegt Van der Stelt. Hij ziet ook
veel meer overeenkomsten met
een bever dan met een rat. „Kijk
naar de tanden, geel-oranje van
kleur, schuiven ze over elkaar
heen, het zijn een soort slagtan
den, maar dan aan de voorkant
van de snuit. Het beest kan ach
ter zijn tanden de mond sluiten
en krijgt zo geen water binnen.
Of let eens op zijn staart, afgeplat
en met iets van schubben erop.
Een rat graaft zijn hol ook onder
De muskusrat heeft korte voorpootjes en scherpe nagels. Daarmee kan het beest in een jaar tijd der
tien kruiwagens zand verplaatsen. foto's marc bolsius
water, gebruikt het water als een
soort extra slot tegen zijn natuur
lijke vijanden als de bunzing,
hermelijn en buizerd."
Excursie
Op rattenjacht met Jan van der
Stelt staat eigenlijk gelijk aan
een excursie voor natuurliefheb
bers. Voor elke vierkante meter
kent Van der Stelt (gouden oor
ringetje, stoppelig baardje en een
ietwat doorgroefd gezicht) zijn
eigen verhaal. Bloemrijk vertelt
hij over de voorjaarsbloeiers in
de wei. En over het glazige
braaksel dat de reiger na een
maaltje pad achtergelaten heeft.
En met de verrekijker tuurt hij
naar veertien reeën die een paar
honderd meter verderop liggen te
soezen in het warmte weerkaat
sende witte akkerland, naar de
hazen die her en der wegschieten,
de blauwe kiekendief ('een man
netje') en die ene bever, die uit de
natte Biesbosch over de dijk heen
naar de drogere akkers achter is
verhuisd en nu als een houthak
ker her en der spaanders uit de
stammen van bomen eet.
„Dat doet-ie om twee redenen.
Op deze manier komt hij aan het
voedsel dat zich achter de bast
van elke boom bevindt. Boven
dien kan hij zo bomen vellen,
waarna het beest de dunnere tak
ken gebruikt om zijn burcht mee
te verstevigen."
Het lijkt alsof hier een ploeg
houthakkers met hun bijlen bezig
is geweest. Overal liggen spaan
ders, diverse bomen zijn aan de
stam in een forse V-vorm uitge-
knaagd. Ze wachten op een laat
ste zuchtje wind, voordat de be
ver de takken te lijf kan gaan.
Als volleerde spoorzoekers ban
jeren Van der Stelt en Van Til
borg langs de slootkanten. Het
lijkt op een scène uit een western
als Van der Stelt wijst op twee af
gebroken grasstengels. „Heeft
een muskusrat gedaan," zegt hij
stellig.
Zijn oog gaat over het water van
de sloot, door het groene kroos
tekent zich een spoor af, op de
bodem zijn rietstengels blootge-
knaagd. „Kom maar mee, ik weet
zeker dat we er hier een vinden."
Twintig meter verder zit de twee
de muskusrat dood in een klem.
Waarschijnlijk heeft de klem hem
geslagen toen hij zijn holletje in
wilde. Voor het rattenhol heeft
het talloze keren in en uit zwem
mende beest in de sloot een heuse
geul uitgebaggerd.
Van der Stelt ziet nog verse zand
korreltjes op de bodem liggen,
daarom veronderstelt hij dat deze
nog niet zo lang dood is. Het olie-
spoor en de muskusgeur die hij
ruikt sterken hem in die mening.
Een muskusrat heeft kleine voor
pootjes, om te graven, en duide
lijk langere krachtige achterpo
ten met lange nagels.
Achter die achterpoten bevinden
zich harde haren die tijdens het
zwemmen als een soort zwem
vliezen het beest voldoende
voortstuwen. „Een goede zwem
mer houdt hem in het water niet
bij", weet Van der Stelt. Een
muskusrat eet ook alleen plant
aardig voedsel. „Ik word vaak ge
beld door boeren die me vragen
of ik niet snel wil langskomen
omdat 'muskusratten' al hun
graan opeten. Ik weet dan vaak al
genoeg: bruine of zwarte ratten."
Jan van der Stelt is duidelijk over
zijn beroep: „Fijn, maar het is na
tuurlijk voor niemand huma»
om welk dier dan ook te dodfn'
En over de manier waarop
hij haast verontschuldigend- w
hebben al van alles geprobeert
uitgebreid onderzoek gedaa„
maar tot nu toe zijn de klemnS
en de fuik die wij gebruiken j,
beste oplossing.
Met de klem krijgt de muskus»,
een forse tik achter zijn kop t]
is er meteen geweest. Zwemt W
beest in een fuik, die wij vaak»
der de weg plaatsen juist voorha
gat van een duiker, dan sterft S
de verdrinkingsdood." 1
Gifgas
„Alle andere methoden helni
niet, of zijn stukken slechter"
zegt Jan van der Stelt. „We heb-
ben wel eens geprobeerd holen
met gifgas te injecteren, maar dat
werkt in de praktijk niet omdat»
dan nooit te weten komt hoevt
beesten je hebt gedood.
Je krijgt geen zicht op de pop
tie. Daarom is de methode die#
in België gebruiken ook ni«
goed.
Daar gooien ze stukken wo:
die geïnjecteerd zijn met cyai
kali in de sloten.
Op de eerste plaats kunnen daar
ook veel andere beesten van eten
en dus sterven.
Bovendien weet je niet waar dit
vergiftigde muskusratten blijven
en hoeveel het er zijn. Je kunt ik
effectiviteit van de bestrijding
niet meten, weet dus ook niet 0!
het überhaupt wel zin heeft wat
je doet."
Muskusratten zijn zeer bedreva
in hun eigen voortplanting. Drit
keer per jaar kunnen ze jongen
werpen. Gemiddeld genomen zijn
dat er zes. De jongen die in
april/mei geboren worden kun
nen in augustus zelf al weer jon
gen krijgen.
De muskusrat bouwt zijn nestii
de oever van een sloot of vlie
Via twee of drie pijpen, die onda
water liggen, graaft hij naar ei
hol dat niet zelden twaalf tot vij
tien meter landinwaarts ligt.
Van der Stelt: „Een volwass.
muskusrat kan jaarlijks een kui
zand, ongeveer dertien vol
kruiwagens, weggraven."
Inham
In de sloot lijkt het water ee
soort inham te hebben g
Niks inham, zegt Van der Ste
dat zand is gewoon weggesla
omdat muskusratten daar
gangen naar hun nesthol in heb
ben gegraven. „En daarom moe
ten we ze bestrijden. Vee
zich kreupel in dit soort 1
boeren kunnen hun land niel
meer gebruiken." Is er t
andere manier om muskusratte
weg te houden? „Als je de oevei
vrij wilt houden van muskusral
ten moet je ze in beton gieten
er stalen damwanden voorplaa
Na de overwinnin
de communistisch
Vietcong op het di
de Verenigde Stat
gesteunde Zuidvit
mese leger in 197f
speelde de voorm;
Sovjet-Unie een c
ciale rol in de op
van de Socialistis
Republiek Vietna:
Nu, twintig jaar 1
richt Vietnam de
op de rest van de
reld. Voor Russen
geen plaats meer
nieuwe Vietnam.
Van onze verslaggeefster
Vung Tau - Melancholi
paren in Café Aline zi
de klanken van de Bea
sische popmuziek. Na
elk nummer wordt gel
wegen de dansers ziel
stoelen. Vrouwelijke c'.
geblondeerd haar en ti
up, maar vooral veel
snorren. Gekleurde,
ting en discoballen ge-
vloer net dat beetje ej
halfduister is iedereen
Anno 1995 zijn Russen in|
anachronisme. Sinds de
de Socialistische Repub
in 1975 onderhield Vi
banden met de Sovjet-U
Door het uiteenvallen v
Unie en het daarmee ge
verlies van de Russische
hun aanwezigheid in
langer vanzelfsprekend,
landen nog steeds nauwe
onderhouden, is de rol
sche Federatie geleidelij
sinds Vietnam eind jaren
deuren voor de rest va
opende.
De Russische aanwezig!
nam stamt uit het begin
twintig, toen Noord-Vii
gang naar een commun
werd begeleid door d<
Sovjet-Unie.
Na de Tweede Wereldoor
de Sovjet-Unie uitgebre
on militaire steun aan No I
Moskou knoopte al tij
hankelijkheidsstrijd tegc
koloniale regime volledig
ke betrekkingen aan het
De steun intensiveerde til
enigingsconflict in de ja
zeventig. Voor de Sovjet
hulp een middel Zuidoos.
haar invloedssfeer te trq
bedragen van de Sovje
Periode tot 1987 zijn moi
Na meer dan veertig jaar
daaraan voorafgaande k
heersing was de Vietnan
in zeer slechte staat. Het
handelsembargo, dat in
grote navolging vond, en
11e inval in Cambodja
grensconflieten met cll
rachten Vietnam in ec
«onomisch isolement. F
°or de hand dat de b
ovjet-Unie werden aan
e Sovjet-Unie stuurd
aar Vietnam en het Vi
nagement van de nier
«aatsbedrijven ontving
economische bijscholin,
S.aan de Commui
I teit voor Oosterse 1!
trainingen were
1 q q ussische perestror
a°rupt een einde a<
1 ?viet-steun. Na he
,d« Sovjet-Unie kor
«iddels onder de naaml
ari„zkh een dergel!
dating niet meer verr
'ij sarnenwerking tuJ
jar erabe en Vietnam is]
nercou eri^pt tot een volI
"2chaP," zei Alexandef
siJr Yfrtegenwoordigë
stad v ratie in de Z|
relati!unS Tau. „Tegerl
derzbri eerd °P §el
1?! s voordeel. Econc
sChe Jm nu belangrijker,
f vraagstukken," vl
Van onze verslaggever
Op de eerste verdieping van het
nieuwe gebouw Y van de Katho
lieke Universiteit Brabant in Til
burg zitten ze kamer aan kamer.
Een Duitser, een Belg, een
Fransman, een Engelsman en
een Hongaar. Hun vakgebieden:
biologie, economie, cultuurtech
niek, landschapsecologie en so
ciologie. In de loop van dit jaar
voegen zich nog een Spanjaard
en een Italiaan bij hen.
Samen met zes Nederlanders
vormen ze de staf van het Euro
pees Centrum voor Natuurbe
scherming (ECNB), tot stand ge
komen op initiatief van particu
liere natuurbeschermers met
steun van de Nederlandse rege
ring.
Het ENCB laat onderzoek uit
voeren dat beleidsmakers in de
lidstaten ertoe moet brengen bij
beslissingen over investeringen
méér rekening te houden met de
belangen van natuur en milieu.
Zodat ook de komende genera
ties nog kunnen genieten van de
poesta's in Hongarije, de hoog
veengebieden in Ierland, de ei-
kelbossen in Spanje en de duinen
in Nederland.
Afkorting
Directeur ir. Frits Prillevitz (60)
leidt het ECNB, dat veelvuldiger
met de afkorting van het Engelse
European Center for Nature
Conservation (ECNC) wordt
aangeduid. En hij beaamt zonder
aarzeling onze suggestie dat zijn
centrum bij het leeuwedeel van
de Tilburgse goegemeente nog
vrijwel onbekend is.
Maar Prillevitz, begin jaren
tachtig directeur van Staatsbos
beheer en later permanent Ne
derlands vertegenwoordiger in
Rome voor de Voedsel- en Land
bouworganisatie (FAO) van de
Verenigde Naties, is daar niet
rouwig om.
De Raad van Europa heeft 1995 tot Natuurbescher
mingsjaar uitgeroepen. In Tilburg zetelt sinds ruim
een jaar een organisatie die daar werk van probeert
te maken. Het Europees Centrum voor Natuurbe
scherming heeft zich een enorme klus op de hals ge
haald, want milieu bungelt nog onderaan de Euro
pese agenda. Ondanks alle mooie woorden in het
Verdrag van Maastricht.
„We voelen ons zeer thuis in Til
burg en op de Katholieke Uni
versiteit Brabant en waarderen
hun gastvrijheid enorm. Het be
langrijkste is echter dat we be
kend zijn bij de enkele honder
den mensen die in Europa beleid
maken op het terrein van het mi
lieu. En in het dikke jaar dat we
nu aan de slag zijn, is het met on
ze bekendheid in die kring fabel
achtig snel gegaan," zegt Prille
vitz.
En dat is van groot belang, om
dat het juist die beleidsmakers
zijn waarop het ECNB zich richt,
beleidsmakers die zich bijvoor
beeld bezighouden met de om
vorming van landbouwgebieden
naar natuurgebieden. Die men
sen moeten ervan worden door
drongen dat een duurzame ont
wikkeling van de Europese lid
staten niet kan worden losgezien
van de behartiging van natuur-
en milieubelangen.
In die zin is het ECNB niet meer
en niet minder dan een lobby
club, die evenwel niet met onge
nuanceerde protestkreten maar
met wetenschappelijk onder
bouwde cijfers probeert de be
langen van natuur en milieu
overeind te houden.
Uitdaging
Prillevitz legt uit dat zulks een
enorme uitdaging is, aangezien
tegenover de vele miljarden ecu's
die binnen de Europese Unie aan
landbouw, energie, transport en
toerisme worden besteed, slechts
een schijntje aan financiën voor
het milieu staan. De Europese
Unie, sinds 1 januari bestaande
uit vijftien landen, trekt in ge
meenschapsverband jaarlijks
maar honderd miljoen gulden
voor de natuur uit. „Die schrij
nende ongelijke financiële ver
deling moeten we proberen om te
buigen," vat de ECNB-directeur
samen.
Beschikking
Als voorbeeld wijst hij op de si
tuatie rond de vier armste lan
den binnen de Europese Unie:
Portugal, Spanje, Griekenland
en Ierland. Tot 1999 hebben zij
140 miljard ECU (ruim 300 mil
jard gulden) ter beschikking.
Daarvan zou de helft aan het mi
lieu kunnen worden besteed,
maar het meeste gaat op aan in
vesteringen in de infrastructuur.
Denk aan wegen, waterbeheer
sing en het opkrikken van de
landbouw.
En aangezien de regeringen van
de lidstaten uiteindelijk zelf uit
maken wat ze met de Europese
subsidies doen, is het van levens
belang dat de ECNB druk op die
regeringen uitoefent. Met con
gressen, workshops, weten
schappelijk onderzoek en via het
wereldwijde computernetwerk
Internet.
Op dit moment lopen er volgens
het ECNB in Europa veel dingen
op milieugebied fout en blijft de
milieuparagraaf die eind 1991 in
het Verdrag van Maastricht
werd opgenomen een krachte
loos ding. Milieu-econoom dr.
Jan van der Straaten (59), een
van de Nederlandse stafleden
van het ECNB, geeft een voor
beeld van de volgens hem ver
keerde wijze waarop Europese
investeringsgelden worden ge
bruikt.
„Tussen de Spaanse plaatsjes
Valdelinares en Fortanete, die
vijftien kilometer uit elkaar lig
gen, is in 1994 een brede geasfal
teerde weg aangelegd. Daar
werd veel Europees geld voor ge
bruikt. De weg zou uit agrarisch
belang noodzakelijk zijn en
moest het pad vervangen dat er
voorheen lag."
„Ik heb die nieuwe weg zelf ge
wandeld en wat blijkt: je komt
op één dag zegge en schrijve één
auto tegen. En die is dan ook nog
van toeristen, omdat er in dat
betreffende gebied helemaal
geen agrarische activiteiten zijn.
Het lijkt erop of de weg vooral is
bedoeld om wintertoeristen naar
Valdelinares te brengen", aldus
Van der Straaten, vanuit de vak
groep Vrijetijdswetenschappen
van de KUB bij het ENCB gede
tacheerd.
Netwerk
Wie spectaculaire zaken ver
wacht in de ruimten die de
ECNB op de Tilburgse universi
teitscampus gebruikt, komt van
een koude kermis thuis. Dat
komt omdat het centrum vooral
een coördinerende en secretarië
le taak heeft voor het Europese
netwerk aan universiteiten en
onderzoeksinstellingen. Een la
boratorium bijvoorbeeld zoekt
men er dan ook vergeefs. Het
enige opzienbarende vormt mis
schien de hoogte van de tele
foonrekeningen. Er wordt im
mers dagelijks met heel Europa
Directeur ir. Frits Prillevitz van het Europees Centrum voor Natuurbescherming in de bosrijke omgeving van de Katholieke Um-
foto ralph van de LISDONK
zonder negatieve effecten voor werd hij aangetrokken door wat Directeur Prillevitz aarzelt
de werkgelegenheid. In dat on- hij noemt het lieflijke, het vredi- de vraag pf het ENCB erin
derzoeksproject naar de moge- ge van het platteland. „En dat is
altijd zo gebleven."
versiteit Brabant.
contact gehouden. Dat kost
maandelijks pakweg driedui
zend gulden.
Het ECNB vormt als het ware
het groene hart dat een aantal
Europese onderzoeksinstellin
gen en universiteiten aanstuurt.
Zoals de Landbouwuniversiteit
Wageningen, de Katholieke Uni
versiteit Leuven, de Universiteit
van de Griekse eilanden, de Uni
versiteit van Madrid en de KUB
zelf.
Die zijn momenteel betrokken
bij een project dat duidelijk
moet maken dat de ongebreidel
de groei van het massatoerisme
aan de Middellandse zeekust een
halt kan worden toegeroepen
lijkheden van een soort eco-toe-
risme worden zowel de milieu-,
sociale, economische als toeris
tische kanten belicht. Zodat de
beslissers een zo evenwichtig
mogelijk beeld hebben voordat
ze tot besluiten komen.
„Laat één duidelijk zijn: we zijn
niet tegen economische groei,
maar vinden dat de milieubelan
gen niet uit het oog mogen wor
den verloren. Economische be
langen moeten steeds in de eco
logische mogelijkheden worden
ingebed," zegt Prillevitz. Als
klein Rotterdams stadsjongetje
haa'
Jehova's getuige
Vijf jaar heeft het Europees Cen
trum voor Natuurbescherming
van haar financiers de tijd ge
kregen zich waar te maken. Het
ministerie van Landbouw, is met
één miljoen gulden per jaar de
grootste geldschieter, gevolgd
door de KUB, die uitgesmeerd
over vijf jaar één miljoen inves
teert. De gemeente Tilburg en de
provincie betalen tot 1999 elk
een half miljoen gulden.
slagen binnen vijf jaar
doelstellingen waar te n
Hij betwijfelt of alle Europe®
lidstaten dat milieu daadwerke
lijk en concreet gaan koestert
Niettemin is hij gunstig geste®
over de eerste signalen.
„We worden in alle landelU'
serieuze gesprekspartner
schouwd. En dat is al heel w
want toen ik in de beginfase v
het ECNB in het Brusselse
voelde ik me soms net een Je
va's getuige. Je probeerde
voet tussen de deur te kflj|>!
maar die werd vrijwel a
dichtgesmeten."