Een zeldzaam gelukkig huwelijk GER EKEN I Petersburg pakt uit in Bonn, maar zonder 'oorlogsbuit' Van Goghmuseum toont 55 schilderingen mét de originele lijst |ongeren ffSTEM GROTE GIDS D3 )ude sporen ii de voestijn IN BEELD Tekeningen JDAG 21 APRIL 1995 Carol Shields foto de geus vine en bij non-fictie naar The Beak of the Finch: A Ston, of Evolution in Our Time van Jona than Weiner. Toneel- en scenarioschrijver Horton Foote werd met de pn,s onderscheiden voor zijn stuk The Young Man From Atlanta. De 79. jarige Foote won tweemaal eek Oscar voor filmscenario's: m 1962 voor zijn bewerking van de roman To Kill a Mockingbird van Harper Lee en in 1983 voor de filmbewerking van zijn stuk Ten der Mercies. het Letterkundig Museum in Den 5 november bol van de meisjesro- gse tekenaar, fotograaf, schilder en .991). Hij illustreerde van de jaren irden meisjesboeken van auteurs als e, Ar ja Peters en Cissy van Marx- VRIJDAG 21 APRIL 1995 yier Van Goghs: van latjes tot protserige lijsten. foto's archief de stem de poëtica wil brengen om iets moois te ontvouwen, zoals je een hoedje krijgt als je krantenpapier op een bepaalde manier vouwt, In die eerste bundel stond iüi dood van een vader en een broei centraal: 'aan de randjes ging hi langzaam dood...'. Die thema' zijn gebleven, in zijn nieuwsti zesde bundel Een torentje va niks, lees je: Er ging op een da een vader dood./Hij was van m en hij viel zomaar/ineens van i rand van het leven af.' Meer mo tieven worden herhaald.... Air, echt een hem is en als ik daa dan woon,/din is mijn vadei net mijn broe tje/en mi broertje ne mijn zoon staat in de eer ste bundel. Een torentj staat een dicht over eei oude grootvi der die kijk naar een op groeiend kind Hij wil van zon alleen it schaduw/en j mij in de ver moeite doen om tl groeien; het leuk/dat werkt woi terwijl hij 2! langzaam ai het sterv\ is/zonder een poot vi uit te hoi steken. Ovi peinzingen je kunt vatti met het Chii se gezegde'! kind is de vj der van man'. In bundels 0 kijkdagen van veilinghui- iduiken ze op. Mannen Et meetlatten. Zij veinzen indacht voor alle uitgehan- p schilderkunst en leggen dat langs de lijst. In de ca- togus worden de maten hter de veilingnummers ge- iabbeld. Op de meestal ver fde kaders wordt straks het td gedaan. De schildering »rdt in het beste geval als sraatje op een rommel- irkt verpatst. Maar voor kzelfde geld verdwijnt zij steen in de container, ter schilderingen en hun «lijstingen kun je heel veel rtellen. Je kunt er zelfs een toonstelling aan wijden. E dat heeft het Van tghmuseum in Amsterdam k gedaan. En met reden. Int met name in de periode tarvoor het museum he istelling heeft (de jaren liö-1920), is de lijst om het stilderij een nieuw leven pn leiden. Oor Koos Tuitjer kunt een schilder niet erger tstreren, dan dat je hem het igende laat weten. „Ik vind 1 schilderij van je prachtig, ilzou het ook graag willen ben, maar helaas, het past ut bij mijn bank." He 19e eeuwse Europese kunst- 1, die vaak aan kunstinstel- gekoppeld was, werden he metten met dit probleem [naakt. Om eenheid te schep- I* in het grote aanbod bij geza grijke tentoonstellingen, dien- felke schilder zich aan het re- [Inent te houden. Dat bepaalde je je werk moest aanbieden met een voorgeschreven lijst. Als een stevige dijk bedwong dit uni forme kader de kolkende stromen van ieders individuele expressie. De lijst maakte het werk passend voor elke omgeving. Sinds de 18e eeuw was er maar één lijst favoriet: de gouden lijst. Deze presenteerde de welstand van de verzamelaars. Daarom werd de schilderkunst uit vóór gaande perioden ook ontdaan van de oorspronkelijke omlijstin gen. Op het moment dat de mode weer veranderde, werd alle inge lijste kunst vroeg of laat ook weer ontmanteld en opnieuw ingelijst. Peter Waldeis, een Duits specia-- list op dit terrein, schat dat 95 procent van de historische schil derkunst niet meer in haar oor spronkelijke jas zit. Jacht Waldeis vertelt ook over de jacht, die tegenwoordig op dergelijke originele lijsten gemaakt wordt. Want ze zijn er nog en soms spoor je er een op, die bij het schilderij dat je hebt hoort. Het museum in Frankfurt waaraan Peter Wald eis verbonden is, smaakt dat ge luk in ieder geval wel eens. Maar daar hangt dan ook een stevig prijskaartje aan. Zijn Stade Mu seum kocht voor een doek van Rembrandt 'de jas' terug a raison van 60.000. „Maar ja," zegt Waldeis, „je hebt voor dat geld wel weer een huwe lijk hersteld." Onder de aanduiding In Perfect Harmony presenteert het Van Goghmuseum de schilderkunst uit de periode 1850-1920 in haar oorspronkelijke setting. In die tijd revolteerden de Impressio nisten op alle fronten tegen de klassieke opvattingen. En daar om gruwden zij ook van de prot serige gouden kaders, die je vol gens de overlevering om je werk moest plaatsen. Zij kozen voor iets eenvoudigs. De strakke lijst is een impressio nistische 'uitvinding'. Maar al is alle vooruitgang nog zo snel, een nieuwere tijdgeest achterhaalt haar wel. De straatarme Vincent van Gogh, was niet slecht uit met die impressionistische smaak. Hij kon volstaan met goedkope latjes om zijn werk. Toch werd hij daarvoor postuum op de vingers getikt. Vanaf het moment dat Van Gogh werd ontdekt en er een stormloop op zijn werk ontstond, werden de latjes vervangen door dure lijsten. Origineel Slechts één doek van Van Gogh kent nog zijn originele omlijsting. Een brede lijst voor de verande ring (de schilder zette ook wel eens iets anders dan een latje om een doek). Die lijst is zeker ook belangrijk. Want Van Gogh bracht daar zelf een laagje verf op aan. De kleur die hij daarvoor koos, paste nu precies bij de gele tonen in het doek. Die ingreep maakte voor hem het schilderij wat je noemt af. Dit doek Stilleven met vruchten is een van de 55 schilderijen op de tentoonstelling In Perfect Har mony. Deze presentatie is uniek. Want de werken moet je rekenen tot die schaarse vijf procent ori gineel ingelijste doeken,' die de Duitse restaurateur Waldeis noemde. Om dit aanbod in huis te kunnen halen, heeft het museum de hulp moeten inroepen van veel particuliere verzamelaars. Maar zo zijn er tegelijkertijd schilde rijen te zien, die tot nu toe nau welijks te zien waren. Het Van Goghmuseum heeft niet per se al les willen tonen. De leidraad bij de samenstelling was: dat wat je aan schilderkunst laat zien, moet ook kwaliteit hebben. Ringetje De tentoonstelling is werkelijk om door een ringetje te halen. Een gouden ringetje, mag je wel zeggen. Want niet alleen de im pressionisten met hun ingetogen ideeën over de lijst, hadden het in de periode 1850-1920 voor het zeggen. Tegen het einde van de 19-de eeuw was er in Duitsland, Oostenrijk en Engeland sprake van een tegengestelde reactie. Op de maat van de verfijnde lijnvoe- ring van de Symbolisten, kwa men er allereerst uiterst sierlijke lijsten. Deze vormden vaak een voorzetting van wat op doek ge schilderd was. En dat was toch weer iets anders dan wat Van Gogh deed, toen hij de lijst om het Stilleven met vrucht ook nog even geel maakte. Jan Toorop, een andere Neder lander, was een van de Symbolis ten, die zo te werk ging. Maar ook toen hij op een andere stijl over ging, bleef hij grote aandacht aan het kader geven. Hij ontwierp lijsten, die vervolgens door een lijstenmaker werden uitgevoerd. Voor de aardigheid maakte hij zelfs een portret van zijn getrou we lijstenmaker Joosstens. De man staat er al met al drie keer mooier op dan hij met zijn karak teristieke kop al was. Lijstenmakers Maar het opzienbarende lijst werk werd toch over de grenzen gemaakt. In Engeland kwam een beweging opgang, die er op uit was om alle handvaardigheid een artistieke vlucht te verlenen. De lijstenmakers ontpopten zich op haast middeeleeuwse wijze als meester-lijstenmakers. Deze kunstzinnige Engelse lijstenma kers zetten de theorieën van de Impressionisten volledig aan de kant. Maar zij braken deze nog net niet af. Dat gebeurde in Duitsland en Wenen. Met name de schilders Franz von Stuck en Gustav Klimt gingen met hun verlangens werkelijk alle perken te buiten. Zij maakten hun werk tot onderdeel van imposante meubelstukken.Deze stukken vormen wel de pieces de rés- tistance van de tentoonstelling in Amsterdam. Want er zijn enkele buitenissige voorbeelden uit de Weense periode rond 1900 be schikbaar gesteld. Alle protserig heid uit de geschiedenis van de schilderijlijst wordt hier - zo zouden wij nü zeggen - op post modernistische wijze overtroffen. Maar tegelijkertijd sta je paf van de elegante overeenstemming tussen de geschilderde zwoele beelden en de uitzinnige bewer king van wat zich daaromheen afspeelt. Grande dame De meest intrigerende lijst intus sen is er een rond een schilderij van de Belg Fernand Khnopff. Deze maakte een portret van zijn zuster Marguerite, een even ele gante als trotse grande dame. De zus was overigens het favoriete model van de kunstenaar. Als je op dit schilderij toeloopt, denk je dat daar verderop een spiegel hangt. Maar dan moet zich daar ook een voor onze tijd ongewoon geklede vrouw ophouden, die in de spiegel gevangen wordt. Dat is dus niet het geval. Er hangt een schilderij met een geportretteer de dame. Maar de lijst daar om heen is uitermate bedriegelijk. Tentoonstelling 'In Perfect Har mony', Schilderij lijst. Van Goghmuseum, Paulus Potterstraat 7, Amsterdam. Dagelijks van 10-17 uur. Tot 26 juni. Door Frans Wijnands Bonn - Duitse kunst in Sint Petersburg en Moskou, en Russische kunst in Bonn. Op het oog een harmonieuze kunst-uitwisseling, 'maar wij zijn blij dat we géén Duitse krijgsbuit in ons mu seum hebben', zei Wladimir Gusew in Bonn. Gusew is di recteur van het Russische Staatsmuseum in Sint Pe tersburg, volgens zijn colle ga van de Bundeskunsthalle in Bonn, Pontus Huiten, 'het mooiste museum ter wereld'. Aan het eind van de oorlog bracht het zegevierende Rode Leger treinladingen vol ge roofde kunst naar de Sowjet- Unie. Sinds het einde van de Koude Oorlog dringt Duits land aan op teruggave van die krijgsbuit, maar Rusland voelt daar niets voor. Sterker: in de St. Petersburgse Hermitage en het Poesjkinmuseum in Mos kou worden op dit moment, bijna provocatief, delen van die krijgsbuit getoond. Hoewel de Russen met de hand op het hart verklaren dat ze geen an dere bedoelingen hebben dan de unieke meesterwerken voor een zo breed mogelijk publiek tentoon te stellen. Gelijktijdig zorgde de schatrij ke Duitse kunstverzamelaar Peter Ludwig voor opschud ding met een schenking van 33 kunstwerken aan het Russi sche Staatsmuseum dat in het Michael-paleis prompt een zaal naar de gulle Duitser heeft genoemd. Intussen is bekend dat Ludwig nog eens honderd werken aan het Petersburgse museum zal afstaan; als hom mage aan de Russische cul tuurgeschiedenis. „Had hij ze niet beter kunnen ruilen tegen een deel van de Duitse krijgs buit dan zomaar weggeven?", wordt hem in eigen land ver wijtend gevraagd. Respect De Duits-Russische 'kunst oorlog' is nog niet ten einde, maar in de Kunst- en tentoon stellingshal van de Bondsrepu bliek aan de 'museum-mijl' in Bonn is de culturele strijdbijl begraven. Wederzijds respect kenmerken de Duits-Russische presentatie van een uitzonder lijke expositie: bijna 500 kunstvoorwerpen die meer dan vijf eeuwen Russische kunst vertegenwoordigen en die voor het merendeel nog nooit buiten Rusland te zien zijn geweest. De veelzijdige collectie is af komstig uit het Russische Staatsmuseum, gehuisvest in het wonderschone Michael-pa leis in Sint Petersburg. Een eeuw geleden gebouwd op ini tiatief van cultuurminnende tsaren en sindsdien uitgegroeid tot een museum met een in drukwekkende verzameling kunst en kunstnijverheid. Met in totaal meer dan 370.000 kunstvoorwerpen. In 1998 wordt in het Michael-paleis een jubileum-expositie inge richt. Bonn krijgt daar - tot half augustus - een smaakma kend voorproefje van. Breed- ingestelde kunstliefhebbers zullen na het zien van de Bon ner expositie ongetwijfeld de neiging voelen om in 1998 on verwijld naar St. Petersburg te reizen. Fijne neus Hoewel het onbegonnen werk lijkt, hebben de inrichters van de expositie met wijd open ogen en een uiterst fijne neus, een representatieve selectie ge maakt uit de meer dan 370.000 kunstwerken. Wie, aan een reusachtige stadsmaquette van het oude Sint Petersburg voorbij, de Bonner tentoonstellingruimten betreedt is verzekerd van een uiterst goed overzicht van vijf eeuwen puur Russische kerke lijke, kunst- en cultuurge schiedenis; van ikonen tot avant-gardisten. Op een paar stappen van elkaar hangen wonderschone ikonen uit Nov gorod, Pskov en andere Noord- russische kloosters, sociaal- kritisch schilderijen van Pavel Fedotov en tijdgenoten, wer ken van de avant-gardisten Kandinsky en Malevitsj en voorbeelden van het socialis tische realisme welke 'kunst stroming' gedurende tientallen jaren in de Sowjet-Unie ver plicht was. De schilderijen alleen al zou den een respectabele expositie vormen, maar Bonn biedt daarnaast schitterende para menten van naaldkunst, kunst zinnige gebruiksvoorwerpen, volkskunst, beeldhouwwerken, dia-projecties en zowel antiek als modern porcelein en aarde werk. Een bezienswaardigheid is een fragment van de 'Witte zaal' in het Michael-paleis; het top punt van classicisme van de Italiaanse architect Aldo Rossi (1777-1849). De zaal-ornamen ten zijn met groot vakman schap nagebouwd; maar de er in uitgestalde kunstvoorwer pen en meubels zijn authen tiek. In het kader van de expositie in Bonnn wordt in het weekeinde van 23 juni het feest van de 'Witte nachten'gevierd, met tapsterren uit de Petersburger jazz- en balletscène, o.a. met het Moderne Ballet van Rus land. 'Het Russische Staatsmuseum St. Petersburg'. In de Kunst- en tentoonstellingshal van de Bondsrepubliek in Bonn. Tot 13 augustus 1995. Geopend van dinsdag tot en met zondag van 10 tot 19 uur. n Ted van Lies- nslag van 'Begin in niks'. Van Lieshout (die hij zelf dj treert) komen ook onzekerheid onbegrip aan de orde, die soi verwijzen naar homofiele gev' lens. Een enkele keer vind wat te klagerig (Schoonde lonkt zich de handen van men in; het mindere blijft onbero en overleeft, zoals ik), daar andere, mooie gedichten teg over, zoals Ik vlieg waarin a figuur vanuit een vlioegtuig wolken bekijkt: Hier worat sneeuw voor de wereld bew In dat gedicht vindt de iK mensen op wolken, de je ergens anders: ...daar het licht uit het kleinste aan de hemel van grond. De titel van de bundel is aan een gedicht over de "d der die niet onder de ind van de eerste geschreven jes. Hij zegt: Begin een van niks, vind uit hoe da dan zien we wel of het al Aan het eind wordt het opnieuw voorgelegd, een van woorden, een huisje o wonen. Gedichten kunnen sciwr-- sen zijn. ipgp b< W. Kusters J. QUerido roemde drummer'. Uitg- prijs 25 4.„rpntieva' T. van Lieshout: 'Een to ^4/ niks'. Uitg. Leopold, Pr,J 1 de oude Kloosterkazerne in reda is een tentoonstelling in- ericht van schilderijen van abo- iginal-af komst. Nazaten van dit ude, oorspronkelijke volk uit 'iistralië die de dunne draad op- ePakt hebben die hen verbindt iet de cultuur van hun verre oorouders. Schilders van nu die le' de middelen van deze tijd oals acrylverf een verhaal ver dien dat steunt op symbooltaal ie magische betekenis had in en voorgoed voorbije, oeroude 'rimitieve samenleving. In de weloze zalen van de Klooster- lazerne in Breda hangen zo'n 80 chiiderijen van 50 aboriginal- iwistenaars uit Centraal-Au- tralië. Iet is een tentoonstelling die on- jewoon is van karakter. Gaan- eweg ben je meer aan het lezen jan aan het kijken. Want met de 'envachting autonome beelden- e ™ist te zien die langs visuele veg een eigen contact aangaat ne' de kijker, kom je niet zo heel 'r8 ver. Al heel vlug gaan de «üderijen erg op elkaar lijken heb je het gevoel de herhaling 'an een patroon te zien. Een pa- loon dat er op het eerste oog ge makkelijk uitziet maar dat ver gelijk mededeling doet in onze cultuur vreemde code. dus verschuift de aandacht ar het verhaal dat bij elk doek i T® dat vertelt van rituelen, 'dieren, droomwerelden, het ijs en het leven van alle- uit een wereld in de oertijd de kunstenaars van horen hebben en die waar- Door Frits de Coninck schijnlijk ook geen praktische aansluiting meer vindt bij de moderne tijd in Australië. Naar ik veronderstel. Voor ons zijn de gebruikte en bedoelde symbolen en tekens uiteraard helemaal vreemd. Vandaar dat de teksten op deze tentoonstelling belang rijker zijn dan het zuivere beeld. Vandaar waarschijnlijk ook dat er veel plaats ingeruimd is voor leestafels met een veelheid aan informatie over de kunst en cul tuur van de aboriginals, de oor spronkelijke bewoners van Au stralië. Na eeuwen van blanke, koloniale pogingen die cultuur te onder werpen en, liever nog, uit te roei en beleeft de aboriginal-cultuur een heropleving waarvan deze rondreizende verkooptentoon stelling een exponent is. In de woestijn van Centraal-Australië liggen de sporen die voeren naar een culturele identiteit voor de schilderende nakomelingen. De ze tentoonstelling heeft dan ook meer met etnologie of, zo men wil, met folklore te maken dan met beeldende kunst. Artistieke vrijheid is hier vervangen door vastliggende culturele tekens en betekenissen. De meest gebruikte techniek in deze eigentijdse aboriginal kunst is die van de dot painting, het schilderen in losse verfstip- pen. In dit geval gaat het om kleine ronde stippen die in een bepaalde kleur een patroon vor men temidden van anders ge kleurde stippen. Een beeld aan de oppervlakte van het doek, vergelijkbaar met gedrukte let ters op een blad papier. Een ver gelijking die ook de functie be treft. Want deze vorm van schil dering is voor alles een soort van communicatie, zonder woorden. Wat we zien, zijn dan ook geen vrije, zelfstandige beelden maar ideogrammen: concrete voorstel lingen die verwijzen naar een vaste, afgesproken betekenis. Zoals wij dus in de dagelijkse omgang het woord gebruiken. De meest voorkomende patronen betreffen de slang, de vrouw (ge symboliseerd door een u-vorm), de droomtijd, het voedsel. En al tijd gaat het over bezwering, aanbidding, conservering, gene zing, voedselbereiding, ceremo nie. Behalve de dot paintings zien we ook schilderijen die waar in lij nen geschilderd is. Lijnen die nog het meest weg hebben van stevige sporen die in de verf ge trokken zijn. Die doeken hebben een lichamelijkheid die eigenlijk veel natuurlijker is dan de gesti leerde verfstippen van de dot paintings. Het schilderij als ver schijnsel op zich is daardoor ook interessanter. Maar ook hier zijn de bijgeleverde teksten onveran derd noodzakelijk om iets van de bedoelde betekenis te begrijpen. Desalniettemin ontbreekt af en toe een gewenste verheldering. Want gaat het om ceremoniële lichaamsbeschilderingen die 'zo sacraal zijn dat er niet over ge sproken mag worden'. Wel ge schilderd en wel gexposeerd in een bouwvallige leegte, duizen den kilometers verwijderd van de bron. Desert Tracks, aboriginalkunst uit Australië in de Kioosterkazer- ne, Kloosterplein 20, Breda; t/m 30 april open van wo t/m zo van 11.00 tot 18.00 uur De kleine, intieme ruimte van galerie Voorwaar in Dordrecht is behangen met werk op papier van vier opvallende Nederlandse kunstenaars. Werk op papier, in derdaad, want het werk van Jo ris Geurts is in feite meer aqua rel dan zuiver tekening. De oude Jan Roeland en de jongere Henri Jacobs en Paul van der Eerden tonen echte potloodtekeningen op papier. Vier kunstenaars, vier verschil lende manieren om met dat fra giele medium papier om te gaan. Vier verschillende werelden ook, maar alle vanuit een zelfde scherpe bewustzijn waarvan de echte tekenaar onmiddellijk ge tuigt. Aquarel, krijt of potlood op papier, het kleine blad en die enkele techniek staan geen cor rectie toe, het tekort kan niet verdonkeremaand worden ach ter een laag verf. De echte tekenaar heeft wat te vertellen vanuit het potlood of het waterverfpenseel. De bood schap is nauw verweven met de techniek. En als het aan die ver binding schort, is de tekening mislukt. Eigenlijk zijn er alleen maar goede tekeningen; slechte tekeningen zijn non-existent en daarover zouden we het dus nooit moeten hebben. Jan Roeland, schilder, tekenaar, laat als weinig anderen het wit van het papier een belangrijke 'Dot painting', de typische schilderstijl van de Australische aboriginals. Te zien in de Kloosterka zerne in Breda. foto archief de stem rol spelen. Met messcherp pot lood zet hij duidelijke maar liefst non-figuratieve vormen neer in het witte vlak. De grenzen zijn zo definitief als wil de vorm zich zelf legitimeren door zich weer barstig af te zetten tegen het ga pende wit. En dat kan allleen maar als de verworven vorm hel der is, duidelijk bestaat en in het contrast met het maagdelijke pa pier eigen gewicht in de schaal kan leggen. Elke vorm bij Roeland oogt heel overwogen, heel bedachtzaam. Er wordt niets aan het grillige toeval overgelaten. Het is de ra tio die de hand controleert en een compositie zoekt waarbin nen geometrie en minimale va riaties op een gekozen motief de loop van de tekening bepalen. Paul van der Eerden, die net als Jan Roeland een jaar geleden te zien was in een tekeningtentoon stelling in De Beyerd in Breda, lijkt met zijn potlood veel meer een verhaal te vertellen. Elke contour ontstaat door een aantal lijnen los vanuit het potlood te zetten. Dat soort tekenen kun je bij wijze van spreken met het oog in zijn ontstaan volgen. De lijnen omspannen een figuur, een herkenbare vorm die in het geval van Van der Eerden functioneert in een wereld die surrealistisch is. Aan de logica onttrokken en toch heel voorstelbaar. De figu ren, getekend in zwart potlood en in kleurpotlood, hebben tege lijk ook iets statisch. Hoe los het tekenen op zich zelf ook is in de hand van Van der Eerden, de fi guren die het resultaat ervan zijn staan soms onwrikbaar op hun plek. Een tekenaar die al enkele jaren zeer de aandacht trekt, is Henri Jacobs. Afkomstig uit een spel- deprik onder Eindhoven, wo nend en werkend in Brussel. Zijn werk, waarvan hier helaas maar een paar bladen te zien zijn, is geïnspireerd op de Renaissancis tische manier van perspectiefbe rekening. Hij zoekt nadrukelijk het platte vlak en bouwt dat met perspectiefcorrecties om tot een ervaring van ruimte. Alles heel zichtbaar en controleerbaar. Voor het oog gebeurt er zo van alles in de kleine wereld van het papier. Hij tekent een zwart vlak dat als een muur ervaren wordt doordat de lege voorgrond door enkele, perspectivisch vervormde lijnen tot vloer wordt. Het mooist is wellicht het werk van Joris Geurts, omdat daar het meest in gebeurt zonder dat precies te zeggen is wat. Zijn manier van werken op papier heeft iets fun damenteels en is tegelijkertijd heel vrij. Het is een vloeiende verhouding tussen vorm en kleur. Het meest aanwezig en toch het kleinste verhaal. Galerie Voorwaar, Hoge Nieuw- straat 38, Dordrecht; tot 8 mei. Open do en vr 19.30-22.00, za en zo 13.00-17.00 uur.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 17