Een zeldzaam gelukkig huwelijk
GER
EKEN I
Petersburg pakt uit
in Bonn, maar
zonder 'oorlogsbuit'
Van Goghmuseum toont 55 schilderingen mét de originele lijst
|ongeren
ffSTEM
GROTE GIDS
D3
)ude sporen
ii de
voestijn
IN BEELD
Tekeningen
JDAG 21 APRIL 1995
Carol Shields foto de geus
vine en bij non-fictie naar The
Beak of the Finch: A Ston, of
Evolution in Our Time van Jona
than Weiner.
Toneel- en scenarioschrijver
Horton Foote werd met de pn,s
onderscheiden voor zijn stuk The
Young Man From Atlanta. De 79.
jarige Foote won tweemaal eek
Oscar voor filmscenario's: m
1962 voor zijn bewerking van de
roman To Kill a Mockingbird van
Harper Lee en in 1983 voor de
filmbewerking van zijn stuk Ten
der Mercies.
het Letterkundig Museum in Den
5 november bol van de meisjesro-
gse tekenaar, fotograaf, schilder en
.991). Hij illustreerde van de jaren
irden meisjesboeken van auteurs als
e, Ar ja Peters en Cissy van Marx-
VRIJDAG 21 APRIL 1995
yier Van Goghs: van latjes tot protserige lijsten.
foto's archief de stem
de poëtica wil brengen om iets
moois te ontvouwen, zoals je een
hoedje krijgt als je krantenpapier
op een bepaalde manier vouwt,
In die eerste bundel stond iüi
dood van een vader en een broei
centraal: 'aan de randjes ging hi
langzaam dood...'. Die thema'
zijn gebleven, in zijn nieuwsti
zesde bundel Een torentje va
niks, lees je: Er ging op een da
een vader dood./Hij was van m
en hij viel zomaar/ineens van i
rand van het leven af.' Meer mo
tieven worden herhaald.... Air,
echt een hem
is en als ik daa
dan woon,/din
is mijn vadei
net mijn broe
tje/en mi
broertje ne
mijn zoon
staat in de eer
ste bundel.
Een torentj
staat een
dicht over eei
oude grootvi
der die kijk
naar een op
groeiend kind
Hij wil van
zon alleen it
schaduw/en j
mij in de ver
moeite
doen om tl
groeien; het
leuk/dat
werkt woi
terwijl hij 2!
langzaam ai
het sterv\
is/zonder
een poot vi
uit te hoi
steken. Ovi
peinzingen
je kunt vatti
met het Chii
se gezegde'!
kind is de vj
der van
man'. In
bundels
0 kijkdagen van veilinghui-
iduiken ze op. Mannen
Et meetlatten. Zij veinzen
indacht voor alle uitgehan-
p schilderkunst en leggen
dat langs de lijst. In de ca-
togus worden de maten
hter de veilingnummers ge-
iabbeld. Op de meestal ver
fde kaders wordt straks het
td gedaan. De schildering
»rdt in het beste geval als
sraatje op een rommel-
irkt verpatst. Maar voor
kzelfde geld verdwijnt zij
steen in de container,
ter schilderingen en hun
«lijstingen kun je heel veel
rtellen. Je kunt er zelfs een
toonstelling aan wijden.
E dat heeft het Van
tghmuseum in Amsterdam
k gedaan. En met reden.
Int met name in de periode
tarvoor het museum he
istelling heeft (de jaren
liö-1920), is de lijst om het
stilderij een nieuw leven
pn leiden.
Oor Koos Tuitjer
kunt een schilder niet erger
tstreren, dan dat je hem het
igende laat weten. „Ik vind
1 schilderij van je prachtig,
ilzou het ook graag willen
ben, maar helaas, het past
ut bij mijn bank."
He 19e eeuwse Europese kunst-
1, die vaak aan kunstinstel-
gekoppeld was, werden
he metten met dit probleem
[naakt. Om eenheid te schep-
I* in het grote aanbod bij geza
grijke tentoonstellingen, dien-
felke schilder zich aan het re-
[Inent te houden. Dat bepaalde
je je werk moest aanbieden
met een voorgeschreven lijst. Als
een stevige dijk bedwong dit uni
forme kader de kolkende stromen
van ieders individuele expressie.
De lijst maakte het werk passend
voor elke omgeving.
Sinds de 18e eeuw was er maar
één lijst favoriet: de gouden lijst.
Deze presenteerde de welstand
van de verzamelaars. Daarom
werd de schilderkunst uit vóór
gaande perioden ook ontdaan
van de oorspronkelijke omlijstin
gen. Op het moment dat de mode
weer veranderde, werd alle inge
lijste kunst vroeg of laat ook weer
ontmanteld en opnieuw ingelijst.
Peter Waldeis, een Duits specia--
list op dit terrein, schat dat 95
procent van de historische schil
derkunst niet meer in haar oor
spronkelijke jas zit.
Jacht
Waldeis vertelt ook over de jacht,
die tegenwoordig op dergelijke
originele lijsten gemaakt wordt.
Want ze zijn er nog en soms spoor
je er een op, die bij het schilderij
dat je hebt hoort. Het museum in
Frankfurt waaraan Peter Wald
eis verbonden is, smaakt dat ge
luk in ieder geval wel eens. Maar
daar hangt dan ook een stevig
prijskaartje aan. Zijn Stade Mu
seum kocht voor een doek van
Rembrandt 'de jas' terug a raison
van 60.000.
„Maar ja," zegt Waldeis, „je hebt
voor dat geld wel weer een huwe
lijk hersteld."
Onder de aanduiding In Perfect
Harmony presenteert het Van
Goghmuseum de schilderkunst
uit de periode 1850-1920 in haar
oorspronkelijke setting. In die
tijd revolteerden de Impressio
nisten op alle fronten tegen de
klassieke opvattingen. En daar
om gruwden zij ook van de prot
serige gouden kaders, die je vol
gens de overlevering om je werk
moest plaatsen. Zij kozen voor
iets eenvoudigs.
De strakke lijst is een impressio
nistische 'uitvinding'. Maar al is
alle vooruitgang nog zo snel, een
nieuwere tijdgeest achterhaalt
haar wel. De straatarme Vincent
van Gogh, was niet slecht uit met
die impressionistische smaak. Hij
kon volstaan met goedkope latjes
om zijn werk. Toch werd hij
daarvoor postuum op de vingers
getikt. Vanaf het moment dat
Van Gogh werd ontdekt en er een
stormloop op zijn werk ontstond,
werden de latjes vervangen door
dure lijsten.
Origineel
Slechts één doek van Van Gogh
kent nog zijn originele omlijsting.
Een brede lijst voor de verande
ring (de schilder zette ook wel
eens iets anders dan een latje om
een doek). Die lijst is zeker ook
belangrijk. Want Van Gogh
bracht daar zelf een laagje verf
op aan. De kleur die hij daarvoor
koos, paste nu precies bij de gele
tonen in het doek. Die ingreep
maakte voor hem het schilderij
wat je noemt af.
Dit doek Stilleven met vruchten
is een van de 55 schilderijen op de
tentoonstelling In Perfect Har
mony. Deze presentatie is uniek.
Want de werken moet je rekenen
tot die schaarse vijf procent ori
gineel ingelijste doeken,' die de
Duitse restaurateur Waldeis
noemde. Om dit aanbod in huis te
kunnen halen, heeft het museum
de hulp moeten inroepen van veel
particuliere verzamelaars. Maar
zo zijn er tegelijkertijd schilde
rijen te zien, die tot nu toe nau
welijks te zien waren. Het Van
Goghmuseum heeft niet per se al
les willen tonen. De leidraad bij
de samenstelling was: dat wat je
aan schilderkunst laat zien, moet
ook kwaliteit hebben.
Ringetje
De tentoonstelling is werkelijk
om door een ringetje te halen.
Een gouden ringetje, mag je wel
zeggen. Want niet alleen de im
pressionisten met hun ingetogen
ideeën over de lijst, hadden het in
de periode 1850-1920 voor het
zeggen. Tegen het einde van de
19-de eeuw was er in Duitsland,
Oostenrijk en Engeland sprake
van een tegengestelde reactie. Op
de maat van de verfijnde lijnvoe-
ring van de Symbolisten, kwa
men er allereerst uiterst sierlijke
lijsten. Deze vormden vaak een
voorzetting van wat op doek ge
schilderd was.
En dat was toch weer iets anders
dan wat Van Gogh deed, toen hij
de lijst om het Stilleven met
vrucht ook nog even geel maakte.
Jan Toorop, een andere Neder
lander, was een van de Symbolis
ten, die zo te werk ging. Maar ook
toen hij op een andere stijl over
ging, bleef hij grote aandacht aan
het kader geven. Hij ontwierp
lijsten, die vervolgens door een
lijstenmaker werden uitgevoerd.
Voor de aardigheid maakte hij
zelfs een portret van zijn getrou
we lijstenmaker Joosstens. De
man staat er al met al drie keer
mooier op dan hij met zijn karak
teristieke kop al was.
Lijstenmakers
Maar het opzienbarende lijst
werk werd toch over de grenzen
gemaakt. In Engeland kwam een
beweging opgang, die er op uit
was om alle handvaardigheid een
artistieke vlucht te verlenen. De
lijstenmakers ontpopten zich op
haast middeeleeuwse wijze als
meester-lijstenmakers. Deze
kunstzinnige Engelse lijstenma
kers zetten de theorieën van de
Impressionisten volledig aan de
kant. Maar zij braken deze nog
net niet af. Dat gebeurde in
Duitsland en Wenen. Met name
de schilders Franz von Stuck en
Gustav Klimt gingen met hun
verlangens werkelijk alle perken
te buiten. Zij maakten hun werk
tot onderdeel van imposante
meubelstukken.Deze stukken
vormen wel de pieces de rés-
tistance van de tentoonstelling in
Amsterdam. Want er zijn enkele
buitenissige voorbeelden uit de
Weense periode rond 1900 be
schikbaar gesteld. Alle protserig
heid uit de geschiedenis van de
schilderijlijst wordt hier - zo
zouden wij nü zeggen - op post
modernistische wijze overtroffen.
Maar tegelijkertijd sta je paf van
de elegante overeenstemming
tussen de geschilderde zwoele
beelden en de uitzinnige bewer
king van wat zich daaromheen
afspeelt.
Grande dame
De meest intrigerende lijst intus
sen is er een rond een schilderij
van de Belg Fernand Khnopff.
Deze maakte een portret van zijn
zuster Marguerite, een even ele
gante als trotse grande dame. De
zus was overigens het favoriete
model van de kunstenaar. Als je
op dit schilderij toeloopt, denk je
dat daar verderop een spiegel
hangt. Maar dan moet zich daar
ook een voor onze tijd ongewoon
geklede vrouw ophouden, die in
de spiegel gevangen wordt. Dat is
dus niet het geval. Er hangt een
schilderij met een geportretteer
de dame. Maar de lijst daar om
heen is uitermate bedriegelijk.
Tentoonstelling 'In Perfect Har
mony', Schilderij lijst. Van
Goghmuseum, Paulus Potterstraat
7, Amsterdam. Dagelijks van 10-17
uur. Tot 26 juni.
Door Frans Wijnands
Bonn - Duitse kunst in Sint
Petersburg en Moskou, en
Russische kunst in Bonn. Op
het oog een harmonieuze
kunst-uitwisseling, 'maar
wij zijn blij dat we géén
Duitse krijgsbuit in ons mu
seum hebben', zei Wladimir
Gusew in Bonn. Gusew is di
recteur van het Russische
Staatsmuseum in Sint Pe
tersburg, volgens zijn colle
ga van de Bundeskunsthalle
in Bonn, Pontus Huiten, 'het
mooiste museum ter wereld'.
Aan het eind van de oorlog
bracht het zegevierende Rode
Leger treinladingen vol ge
roofde kunst naar de Sowjet-
Unie. Sinds het einde van de
Koude Oorlog dringt Duits
land aan op teruggave van die
krijgsbuit, maar Rusland voelt
daar niets voor. Sterker: in de
St. Petersburgse Hermitage en
het Poesjkinmuseum in Mos
kou worden op dit moment,
bijna provocatief, delen van
die krijgsbuit getoond. Hoewel
de Russen met de hand op het
hart verklaren dat ze geen an
dere bedoelingen hebben dan
de unieke meesterwerken voor
een zo breed mogelijk publiek
tentoon te stellen.
Gelijktijdig zorgde de schatrij
ke Duitse kunstverzamelaar
Peter Ludwig voor opschud
ding met een schenking van 33
kunstwerken aan het Russi
sche Staatsmuseum dat in het
Michael-paleis prompt een
zaal naar de gulle Duitser heeft
genoemd. Intussen is bekend
dat Ludwig nog eens honderd
werken aan het Petersburgse
museum zal afstaan; als hom
mage aan de Russische cul
tuurgeschiedenis. „Had hij ze
niet beter kunnen ruilen tegen
een deel van de Duitse krijgs
buit dan zomaar weggeven?",
wordt hem in eigen land ver
wijtend gevraagd.
Respect
De Duits-Russische 'kunst
oorlog' is nog niet ten einde,
maar in de Kunst- en tentoon
stellingshal van de Bondsrepu
bliek aan de 'museum-mijl' in
Bonn is de culturele strijdbijl
begraven. Wederzijds respect
kenmerken de Duits-Russische
presentatie van een uitzonder
lijke expositie: bijna 500
kunstvoorwerpen die meer dan
vijf eeuwen Russische kunst
vertegenwoordigen en die voor
het merendeel nog nooit buiten
Rusland te zien zijn geweest.
De veelzijdige collectie is af
komstig uit het Russische
Staatsmuseum, gehuisvest in
het wonderschone Michael-pa
leis in Sint Petersburg. Een
eeuw geleden gebouwd op ini
tiatief van cultuurminnende
tsaren en sindsdien uitgegroeid
tot een museum met een in
drukwekkende verzameling
kunst en kunstnijverheid. Met
in totaal meer dan 370.000
kunstvoorwerpen. In 1998
wordt in het Michael-paleis
een jubileum-expositie inge
richt. Bonn krijgt daar - tot
half augustus - een smaakma
kend voorproefje van. Breed-
ingestelde kunstliefhebbers
zullen na het zien van de Bon
ner expositie ongetwijfeld de
neiging voelen om in 1998 on
verwijld naar St. Petersburg te
reizen.
Fijne neus
Hoewel het onbegonnen werk
lijkt, hebben de inrichters van
de expositie met wijd open
ogen en een uiterst fijne neus,
een representatieve selectie ge
maakt uit de meer dan 370.000
kunstwerken.
Wie, aan een reusachtige
stadsmaquette van het oude
Sint Petersburg voorbij, de
Bonner tentoonstellingruimten
betreedt is verzekerd van een
uiterst goed overzicht van vijf
eeuwen puur Russische kerke
lijke, kunst- en cultuurge
schiedenis; van ikonen tot
avant-gardisten. Op een paar
stappen van elkaar hangen
wonderschone ikonen uit Nov
gorod, Pskov en andere Noord-
russische kloosters, sociaal-
kritisch schilderijen van Pavel
Fedotov en tijdgenoten, wer
ken van de avant-gardisten
Kandinsky en Malevitsj en
voorbeelden van het socialis
tische realisme welke 'kunst
stroming' gedurende tientallen
jaren in de Sowjet-Unie ver
plicht was.
De schilderijen alleen al zou
den een respectabele expositie
vormen, maar Bonn biedt
daarnaast schitterende para
menten van naaldkunst, kunst
zinnige gebruiksvoorwerpen,
volkskunst, beeldhouwwerken,
dia-projecties en zowel antiek
als modern porcelein en aarde
werk.
Een bezienswaardigheid is een
fragment van de 'Witte zaal' in
het Michael-paleis; het top
punt van classicisme van de
Italiaanse architect Aldo Rossi
(1777-1849). De zaal-ornamen
ten zijn met groot vakman
schap nagebouwd; maar de er
in uitgestalde kunstvoorwer
pen en meubels zijn authen
tiek.
In het kader van de expositie in
Bonnn wordt in het weekeinde
van 23 juni het feest van de
'Witte nachten'gevierd, met
tapsterren uit de Petersburger
jazz- en balletscène, o.a. met
het Moderne Ballet van Rus
land.
'Het Russische Staatsmuseum
St. Petersburg'. In de Kunst- en
tentoonstellingshal van de
Bondsrepubliek in Bonn. Tot 13
augustus 1995. Geopend van
dinsdag tot en met zondag van
10 tot 19 uur.
n Ted van Lies-
nslag van 'Begin
in niks'.
Van Lieshout (die hij zelf dj
treert) komen ook onzekerheid
onbegrip aan de orde, die soi
verwijzen naar homofiele gev'
lens. Een enkele keer vind
wat te klagerig (Schoonde
lonkt zich de handen van men
in; het mindere blijft onbero
en overleeft, zoals ik), daar
andere, mooie gedichten teg
over, zoals Ik vlieg waarin a
figuur vanuit een vlioegtuig
wolken bekijkt: Hier worat
sneeuw voor de wereld bew
In dat gedicht vindt de iK
mensen op wolken, de
je ergens anders: ...daar
het licht uit het kleinste
aan de hemel van grond.
De titel van de bundel is
aan een gedicht over de "d
der die niet onder de ind
van de eerste geschreven
jes. Hij zegt: Begin een
van niks, vind uit hoe da
dan zien we wel of het al
Aan het eind wordt het
opnieuw voorgelegd, een
van woorden, een huisje o
wonen.
Gedichten kunnen sciwr--
sen zijn.
ipgp b<
W. Kusters J. QUerido
roemde drummer'. Uitg-
prijs 25 4.„rpntieva'
T. van Lieshout: 'Een to ^4/
niks'. Uitg. Leopold, Pr,J
1 de oude Kloosterkazerne in
reda is een tentoonstelling in-
ericht van schilderijen van abo-
iginal-af komst. Nazaten van dit
ude, oorspronkelijke volk uit
'iistralië die de dunne draad op-
ePakt hebben die hen verbindt
iet de cultuur van hun verre
oorouders. Schilders van nu die
le' de middelen van deze tijd
oals acrylverf een verhaal ver
dien dat steunt op symbooltaal
ie magische betekenis had in
en voorgoed voorbije, oeroude
'rimitieve samenleving. In de
weloze zalen van de Klooster-
lazerne in Breda hangen zo'n 80
chiiderijen van 50 aboriginal-
iwistenaars uit Centraal-Au-
tralië.
Iet is een tentoonstelling die on-
jewoon is van karakter. Gaan-
eweg ben je meer aan het lezen
jan aan het kijken. Want met de
'envachting autonome beelden-
e ™ist te zien die langs visuele
veg een eigen contact aangaat
ne' de kijker, kom je niet zo heel
'r8 ver. Al heel vlug gaan de
«üderijen erg op elkaar lijken
heb je het gevoel de herhaling
'an een patroon te zien. Een pa-
loon dat er op het eerste oog ge
makkelijk uitziet maar dat ver
gelijk mededeling doet in
onze cultuur vreemde code.
dus verschuift de aandacht
ar het verhaal dat bij elk doek
i T® dat vertelt van rituelen,
'dieren, droomwerelden, het
ijs en het leven van alle-
uit een wereld in de oertijd
de kunstenaars van horen
hebben en die waar-
Door Frits de Coninck
schijnlijk ook geen praktische
aansluiting meer vindt bij de
moderne tijd in Australië. Naar
ik veronderstel. Voor ons zijn de
gebruikte en bedoelde symbolen
en tekens uiteraard helemaal
vreemd. Vandaar dat de teksten
op deze tentoonstelling belang
rijker zijn dan het zuivere beeld.
Vandaar waarschijnlijk ook dat
er veel plaats ingeruimd is voor
leestafels met een veelheid aan
informatie over de kunst en cul
tuur van de aboriginals, de oor
spronkelijke bewoners van Au
stralië.
Na eeuwen van blanke, koloniale
pogingen die cultuur te onder
werpen en, liever nog, uit te roei
en beleeft de aboriginal-cultuur
een heropleving waarvan deze
rondreizende verkooptentoon
stelling een exponent is. In de
woestijn van Centraal-Australië
liggen de sporen die voeren naar
een culturele identiteit voor de
schilderende nakomelingen. De
ze tentoonstelling heeft dan ook
meer met etnologie of, zo men
wil, met folklore te maken dan
met beeldende kunst. Artistieke
vrijheid is hier vervangen door
vastliggende culturele tekens en
betekenissen.
De meest gebruikte techniek in
deze eigentijdse aboriginal
kunst is die van de dot painting,
het schilderen in losse verfstip-
pen. In dit geval gaat het om
kleine ronde stippen die in een
bepaalde kleur een patroon vor
men temidden van anders ge
kleurde stippen. Een beeld aan
de oppervlakte van het doek,
vergelijkbaar met gedrukte let
ters op een blad papier. Een ver
gelijking die ook de functie be
treft. Want deze vorm van schil
dering is voor alles een soort van
communicatie, zonder woorden.
Wat we zien, zijn dan ook geen
vrije, zelfstandige beelden maar
ideogrammen: concrete voorstel
lingen die verwijzen naar een
vaste, afgesproken betekenis.
Zoals wij dus in de dagelijkse
omgang het woord gebruiken.
De meest voorkomende patronen
betreffen de slang, de vrouw (ge
symboliseerd door een u-vorm),
de droomtijd, het voedsel. En al
tijd gaat het over bezwering,
aanbidding, conservering, gene
zing, voedselbereiding, ceremo
nie.
Behalve de dot paintings zien we
ook schilderijen die waar in lij
nen geschilderd is. Lijnen die
nog het meest weg hebben van
stevige sporen die in de verf ge
trokken zijn. Die doeken hebben
een lichamelijkheid die eigenlijk
veel natuurlijker is dan de gesti
leerde verfstippen van de dot
paintings. Het schilderij als ver
schijnsel op zich is daardoor ook
interessanter. Maar ook hier zijn
de bijgeleverde teksten onveran
derd noodzakelijk om iets van de
bedoelde betekenis te begrijpen.
Desalniettemin ontbreekt af en
toe een gewenste verheldering.
Want gaat het om ceremoniële
lichaamsbeschilderingen die 'zo
sacraal zijn dat er niet over ge
sproken mag worden'. Wel ge
schilderd en wel gexposeerd in
een bouwvallige leegte, duizen
den kilometers verwijderd van
de bron.
Desert Tracks, aboriginalkunst
uit Australië in de Kioosterkazer-
ne, Kloosterplein 20, Breda; t/m
30 april open van wo t/m zo van
11.00 tot 18.00 uur
De kleine, intieme ruimte van
galerie Voorwaar in Dordrecht is
behangen met werk op papier
van vier opvallende Nederlandse
kunstenaars. Werk op papier, in
derdaad, want het werk van Jo
ris Geurts is in feite meer aqua
rel dan zuiver tekening. De oude
Jan Roeland en de jongere Henri
Jacobs en Paul van der Eerden
tonen echte potloodtekeningen
op papier.
Vier kunstenaars, vier verschil
lende manieren om met dat fra
giele medium papier om te gaan.
Vier verschillende werelden ook,
maar alle vanuit een zelfde
scherpe bewustzijn waarvan de
echte tekenaar onmiddellijk ge
tuigt. Aquarel, krijt of potlood
op papier, het kleine blad en die
enkele techniek staan geen cor
rectie toe, het tekort kan niet
verdonkeremaand worden ach
ter een laag verf.
De echte tekenaar heeft wat te
vertellen vanuit het potlood of
het waterverfpenseel. De bood
schap is nauw verweven met de
techniek. En als het aan die ver
binding schort, is de tekening
mislukt. Eigenlijk zijn er alleen
maar goede tekeningen; slechte
tekeningen zijn non-existent en
daarover zouden we het dus
nooit moeten hebben.
Jan Roeland, schilder, tekenaar,
laat als weinig anderen het wit
van het papier een belangrijke
'Dot painting', de typische schilderstijl van de Australische aboriginals. Te zien in de Kloosterka
zerne in Breda. foto archief de stem
rol spelen. Met messcherp pot
lood zet hij duidelijke maar liefst
non-figuratieve vormen neer in
het witte vlak. De grenzen zijn
zo definitief als wil de vorm zich
zelf legitimeren door zich weer
barstig af te zetten tegen het ga
pende wit. En dat kan allleen
maar als de verworven vorm hel
der is, duidelijk bestaat en in het
contrast met het maagdelijke pa
pier eigen gewicht in de schaal
kan leggen.
Elke vorm bij Roeland oogt heel
overwogen, heel bedachtzaam.
Er wordt niets aan het grillige
toeval overgelaten. Het is de ra
tio die de hand controleert en
een compositie zoekt waarbin
nen geometrie en minimale va
riaties op een gekozen motief de
loop van de tekening bepalen.
Paul van der Eerden, die net als
Jan Roeland een jaar geleden te
zien was in een tekeningtentoon
stelling in De Beyerd in Breda,
lijkt met zijn potlood veel meer
een verhaal te vertellen. Elke
contour ontstaat door een aantal
lijnen los vanuit het potlood te
zetten. Dat soort tekenen kun je
bij wijze van spreken met het
oog in zijn ontstaan volgen. De
lijnen omspannen een figuur, een
herkenbare vorm die in het geval
van Van der Eerden functioneert
in een wereld die surrealistisch
is. Aan de logica onttrokken en
toch heel voorstelbaar. De figu
ren, getekend in zwart potlood
en in kleurpotlood, hebben tege
lijk ook iets statisch. Hoe los het
tekenen op zich zelf ook is in de
hand van Van der Eerden, de fi
guren die het resultaat ervan zijn
staan soms onwrikbaar op hun
plek.
Een tekenaar die al enkele jaren
zeer de aandacht trekt, is Henri
Jacobs. Afkomstig uit een spel-
deprik onder Eindhoven, wo
nend en werkend in Brussel. Zijn
werk, waarvan hier helaas maar
een paar bladen te zien zijn, is
geïnspireerd op de Renaissancis
tische manier van perspectiefbe
rekening. Hij zoekt nadrukelijk
het platte vlak en bouwt dat met
perspectiefcorrecties om tot een
ervaring van ruimte. Alles heel
zichtbaar en controleerbaar.
Voor het oog gebeurt er zo van
alles in de kleine wereld van het
papier.
Hij tekent een zwart vlak dat als
een muur ervaren wordt doordat
de lege voorgrond door enkele,
perspectivisch vervormde lijnen
tot vloer wordt. Het mooist is
wellicht het werk van Joris
Geurts, omdat daar het meest in
gebeurt zonder dat precies te
zeggen is wat. Zijn manier van
werken op papier heeft iets fun
damenteels en is tegelijkertijd
heel vrij. Het is een vloeiende
verhouding tussen vorm en
kleur. Het meest aanwezig en
toch het kleinste verhaal.
Galerie Voorwaar, Hoge Nieuw-
straat 38, Dordrecht; tot 8 mei.
Open do en vr 19.30-22.00, za en
zo 13.00-17.00 uur.