Weekend
pggS
Heeft U geld te veel?
DRTENTEN
E3
SSTIJL
■htalop,
mrin
com-
lelkast,
'P, werk-
-niet-
r-show.
ang, met
kook-
ifzuigkap
oelbak,
lieren.
TECT
nkast.
u nooit
combi-
kook-
ligkap,
spoel-
sc*
c^ll
UID-NEDERLAND
JAK - BRAND -
DMEIJER -
FSCHALK - ISSABELLA
)iresshop.
caravan!!!
leopend
gesloten
geopend van 13.00-18.00 uur
Tachtig miljoen
onaardige buren?
Het kan bijna niet.
Het is ook niet zo
Het spaarvarken is
het meest
vertroetelde
huisdier in de
Bondsrepubliek
INTERFACE
ZATERDAG 15 APRIL 1995
117.200,-
^21
tschouder naar de Duitse bu-
id, krijgen veel Nederlan-
|et gevoel dat ze vanuit een rij-
10 opzien tegen een torenflat -
Rekenden. 'Onze oosterburen';
ijn dat? Gymnasiasten in Ham-
dienstplichtige Bergjagers in
in, bejaarden in Cottbus aan de
[segrens die nauwelijks weten
Nederland ligt, die camping-
Ier aan de Moezel die 's zomers
[gericht het rood-wit-blauw
i En nog een slordige 80 miljoen
en. Allemaal buren. Bij dat idee
al voelen velen een acute be
te aan een verre vriend... Onze
itspondent Frans Wijnands woont
m tussen de buren en denkt er
zijne van.
Lui
oonzoon...)
3 gebruikte toercaravans
>frans Wijnands
>t^e
De Duitsers zelf beschouwen wijlen Heinz Rühmann (rechts) als de meest typische Duitser. Met zijn tragi-komische rollen weerspiegelt hij een volk dat nu eenmaal een meer tragi
sche, dan vrolijke geschiedenis kent. f0t0 archief de stem
De Duitsers, wie zijn dat?
Buren zijn wat anders dan
zomaar die lui van hier
naast.' In het eindeloze
Duitse schlager-, smart
lappen- en Heimat-re
pertoire is ook een liedje
aan die onmisbare buren gewijd.
Met als motto dat je de buren harder
nodig hebt dan je wel eens wilt toe
geven.
Ik heb leuke buren, maar wat is
leuk? Als ik met een schop de tuin in
loop hoor ik de goedmoedig-spot-
tende vraag: „Gaan we weer een
dijkje bouwen? Hoeft niet, want zó
hoog komt de Rijn hier niet." Nou ja,
ze hadden ook jaren Rudi Carrell
nodig om te kunnen lachen.
Ik filter uit buurmans opmerking
overigens zijn bewondering voor on
ze waterhuishoudkunde. Al heeft
mijn collectief-vaderlands prestige
een deukje opgelopen toen het Land
van Maas en Waal verplicht geëva
cueerd moest worden. Gelukkig
hadden de media en de publieke
Duitse opinie oog voor de 'gründ-
lichkeit' waarmee dat gebeurde. En
ik bevestigde het Calvinistische
beeld van Holland met de terloopse
opmerking dat we ons in Nederland
wel eens realiseren dat we niet al het
land op de zee hebben veroverd,
maar van God in bruikleen hebben
gekregen.
Zo heb je wat te praten. Maar dat
komt er tussen de meeste Nederlan
ders en Duitsers nooit van. Voor veel
Nederlanders is het een uitkomst
dat de Duitsers tussen hun Autoba
hnen wonen. Als je daar dus maar op
blijft rijden, hoef je géén andere
Duitsers te zien dan diegenen die je
in knipperende BMW's achterop ko
men, of die voor je staan in de file
voor de warme hap in de een of an
dere Raststatte.
Onbekend maakt onbemind. Om dat
te willen veranderen moet je het lef
hebben iemand beter te willen leren
kennen. Want tachtig miljoen on
aardige buren? Het kan bijna niet.
Het is ook niet zo. Hier wonend her
inner ik me regelmatig die milde uit
spraak van de schrijfster Renate Ru
binstein die eens heeft gezegd:
'Natuurlijk zijn alle Duitsers ver
schrikkelijk. Behalve degenen die je
persoonlijk leert kennen.' Een ver
gevingsgezinde aansporing om het
contact van mens tot mens te blijven
zoeken en de buren beter te leren
kennen.
Maar waar te beginnen? In Allens-
bach dus! In dat welvarende dorp
aan de Bodensee - oftewel het Meer
van Konstanz - is al sinds jaren het
internationaal befaamde Instituut
voor Demoskopie van prof. Elisa
beth Noelle-Neumann gevestigd;
Duitslands grootste en meest be
trouwbare vraagbaak. In de loop
van de tijd hebben medewerkers van
dit enquête-bureau de Duitsers met
meer dan 200.000 verschillende vra
gen het hemd van het lijf gevraagd.
De hele ziel en zaligheid van de
Duitse samenleving ligt in dit dorp
je opgeslagen. Percentsgewijs. Maar
niettemin onthullend: de roos is de
lievelingsbloem van de Duitsers en
het spaarvarken het meest vertroe
telde huisdier; Duitsers ruiken het
liefste versgebakken brood en drin
ken bij voorkeur bier uit eigen
streek; zwemmen is hun meest beoe
fende ontspanningssport en Heinz
Rühmann wordt beschouwd als de
meest typische Duitser, met de
Keulse komiek Willy Millowitsch op
de tweede plaats. Met hun tragi-ko
mische rollen weerspiegelen ze een
volk dat nu eenmaal een meer tragi
sche, dan vrolijke geschiedenis kent.
Nederland heeft slechts sporadisch
een gemeenschappelijke geschiede
nis met Duitsers gehad. In tegenstel
ling tot de Engelsen met wie we. eni
ge tijd de'zeebodem aanveegden, de
zou best eens kunnen dat U van-
ag de laatste bijdrage van mijn
and leest. Het verdient daarom aan-
oeveling dit collectors item uit te
taippen en in te lijsten. Ik zit er name-
serieus over te denken om voor
zelf te beginnen.
"at ik dan ga doen met die joumalis-
ten-opleiding die ik niet eens hele
maal afgemaakt heb? Ik ga U een dag-
ia laten zien wat je allemaal met een
®ffiputer kan doen en daar gaat U me
gulden voor betalen. Exclusief
»TW. Met een beetje inschikken past
tr een man of vijf, zes achter mijn
Werktafel. Dan dokt dat inclusief
7074,60 per dag, zodat ik nog
®aar drie dagen per week hoef te wer-
om mijn kop boven water te hou-
en de kat van Whiskas naar bief-
"K-tartaar over kan stappen.
"WU krijgt er een kopje koffie en
Wt Maria-kaakje b'ij, en aan het eind
de dag draaien we voor alle deel
tere een mooie oorkonde uit mijn
leuwe kleurenprinter. Bovendien
°em 'k mezelf drs. Leonardus Adri-
o Antonius Krijnen en beweer ik
™l ik mezelf na mijn studie Onder-
JSWetenschappen gespecialiseerd
'n ontwerpaspecten van interfaces
interactie. Word ik nu eindelijk se-
genomen?
- '5?a'uurlijk, maar een paar mene-
uie nog handiger zijn dan ik blijk-
u r Zoals Cees Morsch en drs
sact ?me''ch Meijling. Dat duo is
iek!? r respectievelijk docent bij
liter Pr°fi'eert als Workshop
een nieuwe dimensie
bliilft Media Forum! Morsch, zo
dfuktemteeü °P degeliik PaPier ge
sel nf+ j 0 Smg van dat verschijn-
ternct eert u °P het effect van in-
sdteou 0p com^nnnicatie. Hij be-
sChe M,met U de gedragspsychologi-
1oaeU'u!en van *nteractiviteit en de
Vmeden die dit biedt binnen de
marketing-communicatie. En Gmelich
Meijling? Die doet wat boer Krijnen
ook gaat doen: een mooi verhaal op
hangen, wat geluid uit zijn sound-
blaster laten donderen, een CD-Rom-
metje draaien, videootje afspelen en
een paar home-pages tevoorschijn to
veren vanaf Internet.
Wel even van tevoren die 995 piek
overmaken. Mocht U later verhinderd
zijn krijgt U dat geld netjes terug,
maar wel minus ƒ110,- administratie
kosten. Ik weet ook wel dat die kosten
in het computertijdperk beduidend la
ger zouden moeten liggen, zo rond een
daalder, maar ik moet toch wat, niet-
wat zijn vier voorgangers de goege
meente wijsgemaakt hadden, maar
evengoed proost en een prettig week
einde. Opleiden doen sommigen van
die kranten nu zelf, en dat bevalt
stukken beter.
Nou maar even afwachten of er vanuit
cyberspace een bombrief in mijn post
bus bij CompuServe gewarpt wordt,
afkomstig van info@nmforum.nl, het
E-mail adres van New Media Forum.
Hoewel, als ze écht slim zijn vragen ze
me of ik daar perschef wil worden.
Genoeg flauwekul. Een van de aardig
ste aspecten van het schrijven van de
ze rubriek is het vol verwachting aan-
Door Léon Krijnen
Reacties: E-mail: 100445.2062@compuserve.com
waar?
New Media Forum, dat op 3 mei in
Utrecht en 15 juni in Amersfoort op
die manier de beurs gaat proberen te
spekken doet me weer denken aan hoe
dat zich grafisch opleidingsbureau
noemend collectief van andere slim
merds er in geslaagd is om een aardig
kapitaaltje te ontfutselen aan een aan
tal kranten. Die gingen hun pagina's
opmaken met het prachtige program
ma QuarkXpress, dus moesten de lay-
outers opgeleid worden. Ze zaten, a
raison van een paar mille de man, vier
dagen te luisteren naar vier verschil
lende docenten die iedere dag iets
kwamen orakelen wat absoluut niet
aansloot bij de vorige dag.
De vijfde dag, voor de afsluitende bor
rel, kwam een vrolijke snuiter vertel
len dat er helemaal niets klopte van
koppelen bij CompuServe, zondag
morgen, nee, zaterdagmiddag al, om te
kijken of er reacties zijn. Voor de
sceptici: ik vind er minstens een paar
per week, en soms uit onverwachte
hoeken.
Zoals die uit Tanzania, waar De Stem
tot mijn stomme verbazing ook wordt
gelezen. Door veldwerker Jaap Mole
naar die in Afrika met zijn computer
tegen exotischer problemen aanloopt
dan wij in Nederland. Zoals telefoon
lijnen met een constante kraak van
decibelsterkte oorverdovend en elek
triciteit die het dagelijks wel een keer
laat afweten.
„Natuurlijk altijd nét als ik een paar
schermpjes volgetikt hebt maar nog
niet gesaved hebt, of nét als ik bijna
klaar bent met seinen", mailt Jaap.
Uiteraard, de Wet van Murphy geldt
ook in Afrika.
Tenslotte heb ik goed nieuws voor de
vaderlandse biljarttop, want die hoeft
straks nooit meer van huis. Dick Jas
pers kan gewoon in Willebrord blijven
als hij in New York tegen Sang Lee
moet spelen en die kan daar mooi zijn
eigen personeel in de gaten blijven
houden. Benodigdheden: een PC in 't
Heike, eentje aan Roosevelt Avenue in
Queens, boven iedere tafel een video
cameraatje en een projector. En twee
scheidsrechters. Een Inter Relay
Channel (zeg maar kanaaltje) open
gooien en biljarten maar. Dick maakt
de opstoot in Willebrord, maar mist de
lastige tweede.
De camera ziet waar de ballen zijn
blijven liggen, de PC geeft een seintje
aan zijn maatje in New York en de
projector daar zet een rode, een gele
en een witte lichtvlek bij Sang Lee op
tafel. De scheidsrechter legt de ballen
op die plekken en terwijl Dick in Wil
lebrord gaat zitten, stapt Sang Lee in
Queens aan tafel. Geen toekomstmu
ziek, want er is op die manier al een
pool-toernooi gespeeld met deelne
mers in Illinois, Iowa, Utah en Helsin
ki. Het volgende biljart-toernooi in
cyberspace begint op zaterdag 22 april
om 12.00 uur, central standard time.
Bijkomend voordeel van dit soort
computerbiljart: je kunt, net als bij
schaken, klassiekers opslaan en weer
naspelen.
Weet je nog wel Dick, die partij op 13
januari 1991, die je van Sang Lee ver
loor, hoe de ballen toen lagen bij de
voorlaatste stoot? Zullen we die nog
eens even projecteren? Die had je zó
moeten spelen, en niet zoals je hem
toen nam, want dat kostte je die partij
en flink wat centen. Maar die kan je
nu weer terug verdienen. Met biljart-
lessen in cyberspace. Duizend piek per
dag, wedden dat er een paar onnoze-
len instinken?
rooms-vrome Spanjaarden van wie
we ons vrij vochten, de Belgen die
we in naam van Oranje hün onaf
hankelijkheid moesten toestaan, de
Fransen die we vaker over de vloer
hadden dan ons lief was. Allemaal
historie; vergeten en vergeven. Maar
'40-'45 hoort in dat rijtje niet thuis.
Nog niet....
'Als de Mof is arm en kaal
dan spreekt hij een bescheiden taal.
Komt hij tot een groote staat
dan doet hij God en menschen
kwaad.
Als er ook in deze oude Nederlandse
zegswijze - zoals in bijna alle volkse
uitdrukkingen - een kern van waar
heid zit, dan kunnen we beter van
daag maar weer op zoek gaan naar
niet één, maar zoveel mogelijke (ver
re) vrienden. De naaste buur is im
mers indrukwekkend groot. Bijna
net zo groot als aan de vooravond
van het Duizendjarige Rijk. Maar
dat was al weer verleden tijd voor
dat het toekomst kon worden.
„Maar zolang er nog één overtuigde
nazi leeft moeten we ons als Duit
sers uiterst terughoudend opstel
len," meent de Berlijnse historicus
prof. Peter Steinbach.
Hij is niet de enige Duitser die
zelfs voor de meest fanatieke
fundamentalisten minder
schrik heeft dan voor het na-
tionaal-socialisme 'made in Germa
ny'. Alsof dat eindeloos bedreigen
der blijft dan alle rechtse uitwassen
in Oostenrijk, Frankrijk, België en
tussen onze eigen grote rivieren bij
elkaar. En hoe denkt de Duitser over
een joodse buurman? Graag! Al
thans liever dan een zuiplap, een
junk, een neo-nazi(!), een Turk, een
zwarte, een zigeuner, een asielzoe
ker en noem maar op. Volgens steek
proeven stabiliseert de 'buitenlan
dervijandigheid' zich in Duitsland
en komt het anti-semitisme slechts
sporadisch aan de oppervlakte.
Het doet herinneren aan de Kleine
Volkerkunde van de Hongaarse au
teur György Dalos. Die vatte natio
naliteiten in een paar zinnen samen.
Eén Rus? Dat is een dronkelap. Twee
Russen: ruzie, en drie Russen is een
rij wachtenden. Vleiender de type
ring van de Fransen. Eén Fransoos is
een verliefd mens. Twee Fransen
vormen een liefdespaar en drie
Fransen een doorsnee-Frans huwe
lijk. Vernietigend daarentegen de
karakteristiek van 'de' Duitsers: één
Duitser is nog een voorname heer.
Twee Duitsers het halve bestuur van
een mannenkwartet. En drie Duit
sers? Een wereldoorlog.
Twee wereldoorlogen staan op de
Duitse geschiedkundige rekening.
Alletwee verloren en er geen cent
slechter van geworden. De ouder
wordende Duitsers willen niets lie
ver dan een streep onder dat recente
stuk verleden zetten. De meeste jon
geren voelen geen directe schuld
maar blijven in meerderheid be
schaamd niewsgierig naar
(groot)vaders verleden. Je kunt van
de nieuwe generatie nauwelijks an
ders verwachten. Als tenminste de
collectieve schaamte maar nooit
verjaart
De Duitse buurjongens hebben in
tussen de individualistisch-materië-
le levensinstelling die in heel
(west)Europa onder de jeugd te be
speuren valt. Hun grootste zorgen
zijn een vaste baan, veel vrienden,
voldoende vrije tijd voor verre va
kanties en veel verdienen door opti
male beroepsprestaties. Maar in te
genstelling tot de nationale deugd,
namelijk ijzeren ijver, hebben ook
Duitse jongeren de neiging om bij
een aanval van werklust te wachten
tot die weer over is.
Afgezien van hordes ongeremde
supporters zijn Duitsers nog wat
huiverig voor uitbundig vlagver
toon: schroomvallig om met hun
driekleur te zwaaien, of luidkeels
het tweede couplet van het
'Deutschlandlied' te zingen. Het eer
ste couplet - het 'Deutschland,
Deutschland über alles' - is sinds de
oorlog verbannen naar het rijk van
de versteende Duitse geschiedenis.
Het overdreven gebruik van natio
nale symbolen in de Hitler-tijd remt
veel Duitsers nu in hun nationale ui
tingen. Tot ingehouden ergernis van
kanselier Kohl die het betreurt dat
hij nooit een televisie-toepraak kan
houden met de Duitse vlag achter of
naast zich, zoals zijn politieke boe
zemvrienden in Washington en Pa
rijs als vanzelfsprekend doen. Maar
het bloed kruipt waar het niet gaan
kan: op de vraag welk dier de Duit
ser het liefste zou willen zijn, koos
een overweldigende meerderheid
voor de adelaar; de Duitse wel te
verstaan.
Nee, tussen Flensburg aan de Deen
se en Passau aan de Oostenrijks
grens bestaat - afgezien van 'n reeks
dialectische en andere cultuur-ei
genaardigheden - geen verschil wat
betreft een gemeenschappelijk na
tionaal Duits gevoel. In tegenstel
ling tot de Duitsers in oost en west.
In West-Duitsland beheerst bijvoor
beeld de Hitler-tijd zeer nadrukke
lijk de kijk op de eigentijdse ge
schiedenis.
Voor de Oostduitsers ligt dat anders.
Daar werd na de oorlog rigoreus een
streep onder het bruine verleden ge
zet. Alleen de roze-rode toekomst
telde. Nóg vinden veel Oostduitsers
dat het socialisme een uitstekend,
maar verkeerd uitgevoerd idee is.
Bovendien zijn de Oostduitsers al
die tijd veel meer gefixeerd geweest
door de tweedeling van het toenma
lige Duitse Rijk.
De meerderheid van de Oostduitsers
voelt zich nog steeds meer Oöstduit-
ser dan Duitser, en nog lang niet be
horend tot dat ene volk. In westelijk
Duitsland ligt dat gevoel precies
omgekeerd. Daar is men meer Duit
ser dan Westduitser. „En dus zullen
we in onze enquêtes nog jaren lang
onderscheid moeten maken tussen
de antwoorden uit oost en west",
meent dr. Renate Köcher.
Frau Doktor Köcher - want de Duit
sers hanteren granieten aanspreek
titels - zit naast Frau Professor Eli-
sabteh Noelle in de leiding van het
Allensbacher instituut. Ze weet 'al
les' over en van de Duitsers. Dus ook
het antwoord op die onmogelijke
combi-vraag: wat is de grootste
Duitse (on)deugd? De grootste
deugd is alles wat te maken heeft -
met laten we zeggen - vlijt, efficien
cy, ordentelijkheid. De Duitser kent
daarnaast geen verschil tussen de
algemeen geldende norm en zijn
persoonlijke instelling. „Ik sta hier
en kan niet anders": hij zegt wat-ie
vindt. Goedmoedig, gemoedelijk en
ga zo maar door.
En de grootste ondeugd? Daar heb
ben de Duitsers zélf in diepgravende
enquêtes een antwoord op gegeven:
ze vinden vooral dat ze véél te veel
aan geld denken en daarmee bezig
zijn; dat ze het altijd en overal het
hoogste woord hebben en daardoor
negatief opvallen in het buitenland.
Een betrouwbare partner met een
grote mond. Een ontroerend-eerlijke
zelfkennis...
De Duitser is gevoelig voor zakelijke
argumenten en wil op grond daar
van desnoods de broekriem aanha
len. Maar terwijl hij inziet dat er
grenzen aan de economische groei
kunnen zijn, accepteert hij het niet
dat de sociale verzorgingsstaat geen
eeuwig leven heeft.
De Duitsers hebben sinds de
oorlog - behalve hun natio
nale voetbalelftal - één grote
nationale trots en dat is hun
wederopbouw. Weliswaar onder
bouwd met de nodige Marshall-dol
lars, maar voornamelijk toch bereikt
door stugge, noeste arbeid. Sinds
dien zijn ze gewend geraakt aan een
zorgzaam 'vadertje-staat'. De hoorn
des (sociale) overvloeds van de over
heid.
De meeste Duitsers krijgen het dan
ook Spaans benauwd bij het idee dat
er ooit iets met hun pensioenen of de
sociale voorzieningen gebeurt. Want
als de Duitser érgens een bloedhekel
aan heeft, dan is het wel aan onze
kerheid. En nieuwlichterij. Daarom
zijn de Duitsers sinds de oorlog al
lesbehalve kunstvemieuwers geble
ken en zijn ze trotser op economi
sche en sportprestaties, dan op ge
durfde avances naar de Muzen.
Niet alle Duitsers rijden idioot hard,
maar wel zijn ze allemaal dol op de
natuur, op wandelen en zingen en
vaak tegelijkertijd; op droomvakan
ties onder zon en palmen. Ze zijn
bijna fobisch begaan met lijf en le
den, met hun gezondheid. Daar ko
men ze niet over uitgepraat. Maar
begin nóóit over hun toiletgewoon
ten, seks-gedrag of de stommiteiten
die ze ooit hebben begaan. Dat zijn
taboes, waar de Duitser over zwijgt
als het graf.
Typisch eigenlijk, dat zo'n hoogst ei
genaardig volk tegelijk uit zoveel
normale mensen kan bestaan. Mocht
u voornemens zijn om tóch eens wat
hartelijker met de buren (proberen)
om te gaan, neem dan inplaats van
een paar tulpjes uit Amsterdam eens
een tuinkaboutertje mee.
Er is géén attentie waarmee u de
Duitse buurman een groter plezier
mee doet