Een vulkaan temmen met dromen
boekenlegger
kinderboeken;
George Dawes Green: 'Onontkoombare dreiging op iedere pagina'
Hans C
Milo Anstadt: ondanks
alles geestig en mild
Kookboek naar doeken
van Renoir en Bonnard
DE STEM
BOEKENGIDS
'De laatste vrijheid' sterke come-back van Frank Martinus Arion
Tweehonderd jaar alpinisme
Turkse kinderen in Zwitserland
DE STEM
Grafische varia""
VRIJDAG 31 MAART 1995 D2
Door Marjan Mes
De schrijver en voormalig televi
sieregisseur Milo Anstadt mengt
zich de laatste tijd veelvuldig in
het debat over oorlogsherden
king en anti-semitisme. Geboren
als jood in Polen en als slachtof
fer van de nazi's weet hij een op
vallend gematigd en genuanceerd
oordeel te vellen over het Poolse
anti-semitisme.
Milo Anstadt kent de gecompli
ceerde geschiedenis van de joden
in zijn geboorteland misschien
ook wel beter dan wie ook in Ne
derland. Hij getuigt er ook van in
zijn nieuwe, lezenswaardige au
tobiografie Jonge jaren - Polen-
Amsterdam 1920-1940. Enigszins
afstandelijke maar ook met ge
voel voor detail en humor be
schreven jeugdherinneringen,
vermengd met historische feiten.
Op 7 april is de auteur in Breda
tijdens de slotavond van de cur
sus Pools van docente drs. Hanna
't Hart-Waslicka, om met de cur
sisten te praten over zijn boek en
zijn door een mild socialistisch-
humanisme ingegeven opvattin
gen. Ook andere belangstellen
den zijn welkom.
Milo Anstadt werd in 1920 in het
toenmalig Poolse (nu Oekraïense)
Lwów geboren als zoon van arme
maar geassimileerde joden (zelf
schrijft hij Joden met een hoofd
letter omdat ze voor hem net als
de Polen een volk vertegenwoor
digen).
Daar groeide hij op in een druk
bevolkte huurkazerne. Van zijn
ambitieuze, elegante moeder Re-
gina kreeg hij nochtans een on
miskenbare hang naar intellec
tuele ontplooiing mee en van zijn
vergeefs hard sappelende vader
Karol twijfel over de zin van het
geloof.
Geestig beschrijft hij in zijn boek
zijn Victoriaanse opvoeding die
hem ook seksueel lang tot preuts
heid veroordeelde. Zijn grootou
ders, de orthodoxe Keilers en de
liberale Wegsmanns, speelden
een belangrijke rol in zijn leven
en confronteerden hem met de
verschillende richtingen in het
jodendom. Bijna zijn hele familie
kwam om in Duitse concentratie
kampen, zijn ouders in 1943 in
Sobibor.
In 1930 was de familie naar Am
sterdam geëmigreerd vanwege de
uitzichtloze economische situatie
in Polen. In Amsterdam moest de
14-jarige Milo in een fabriek
gaan werken, maar ontwikkelde
hij zich door heel veel te lezen zo
danig dat hij zelfs kon gaan stu
deren. Als het fascisme en de
maatregelen tegen de joden in
Amsterdam steeds dreigender
worden, sluit hij zich aan bij een
communistische jeugdgroep van
Oostjoden en Duitse vluchtelin
gen.
Als linkse intellectueel zou Milo
Anstadt na de oorlog een succes
volle loopbaan volgen als journa
list bij het weekblad Vrij Neder
land en als televisieregisseur van
documentaire programma's bi]
de Vara. Hij regisseerde onder
meer Lou de Jongs spraakma
kende tv-serie over de Tweede
Wereldoorlog, De Bezetting. Van
zijn hand verschenen tal van boe
ken, waaronder Kind in Polen,
het eerste deel van zijn autobio
grafie, twee romans en Op zoek
naar een mentaliteit, kritische
beschouwingen over socialisme
en humaniteit.
Milo Anstadt: 'Jonge jaren - Po
len-Amsterdam 1920-1940'. Uitg
Contact, prijs 39,90. De schrijver
is op vrijdag 7 april in Breda, De
Zandberg, Zandberglaan 54bis
om 20.00 uur.
Toegangsprijs f 7.50.
Door Hans Rooseboom
Impressionistische schilderijen
maken hongerig. Niet hongerig
naar kunstgenot maar gewoon
trek in lekker eten. Eten en etens
waren zijn geliefde onderwerpen
voor meesters als Renoi"" Monet,
Manet, Cézanne, Gauguin, Veuil-
lard, Pissarro, Bonnard.
Verre van bohémiens te zijn, be
hoorden deze schilders tot de in-
burgerlijke gegoede klasse van
Frankrijk.
Het leven van die klasse schilder
den zij, en in die klasse behoorde
eten tot de hoofdzaken, zeker in
Frankrijk.
Voedselhistorica Gillian Riley
heeft een boekje gewijd aan het
onderwerp 'Impressionisten en
eten'.
Het aantal schilderijen waarop
eten figureert is inderdaad in
drukwekkend. Het lijkt wel alsof
het hele impressionistische leven
om de geneugten van mond en
maag draaide.
Edouard Manet maakte Le
Déjeuner sur l'Herbe, De Pruim,
De Zalm, De Ham en Asperges.
Pierre-Auguste Renoir schilderde
een Lunch tijdens een boottocht
je, De Herberg van Mère Antoine
en Kanovaarders aan de lunch,.
Claude Monet De Lunch, Le De
jeuner, De Vis, Rundvlees, Stille
ven met Fazanten en Plevieren en
Avondeten bij de familie Sisley,
Pierre Bonnard De tafel en Kin
deren aan tafel, Eduard Vuillard
De Maaltijd en De Slakom. Enzo
voort.
Gillian Riley, als voedselhistori
ca, heeft die gerechten gerecon
strueerd. Met succes. De recepten
van de Impressionistische Keu
ken staan afgedrukt in haar boek.
Een greep: Pruimen met Var
kensvlees, Zalm met Zuringsaus,
Moules Bordelaises, Normandi-
sche Fazant, Confit de Canard,
Koude Zomersoep, Duiven met
Olijven, Hartige Puddinkjes, Crè
me Chantilly, Pam Perdu (Wen
telteefjes), Gevulde Kool, Crêpes
Frisées de Tante Jeannette De
Aardappeleters van Vincent van
Gogh staan niet in het boek.
Maar dat recept is voor Neder
landers bekend genoeg.
Gillian Riley: 'Kunst en koken. Fa
voriete recepten van de Impres
sionisten'.
Uitg. Thoth, prijs 34,50.
Door
Johan Diepstraten
Het zag ernaar uit dat
Frank Martinus Arion
de literatuurgeschie
denis in zou gaan als
schrijver van drie for
se romans: Nobele wil
den (1979), Afscheid
van de koningin (1975)
en het alom gewaar
deerde Dubbelspel
(1973). Na een verblijf
in Nederland, keerde
hij naar zijn geboorte
grond terug en werd
directeur van het In
stitute Lingkwistiko
Antiano op Curapao.
Ruim vijftien jaar la
ter is het er toch van
gekomen: zojuist ver
scheen De laatste vrij
heid, een roman waar
mee Arion zijn debuut
Dubbelspel naar de
kroon steekt.
Het verhaal speelt zich
af op het Caribische
eiland Amber waar
een catastrofe dreigt.
De vulkaan staat op
uitbarsten en daarom
zijn 50.000 mensen
geëvacueerd. Alleen de
hoofdpersoon van de
roman, de Antilliaan
Daryll Guenepon, ver
tikt het om zijn einde
lijk gevonden 'verlo
ren paradijs uit de Ge
nesis' te verlaten. Sa
men met zijn twee kin
deren Sigui en Mau
probeert hij de drei
ging te weerstaan.
Hij is niet de enige ro
manpersoon met idea
len. Zijn vrouw Aideli-
ne vetrouwt de tweeling met een
gerust hart aan Daryll toe en
vertrekt naar Europa om zich
vrij te kunnen wijden aan haar
muzikale composities. Vrij, om
dat Daryll er niet is 'om haar te
betuttelen, een complex te be
zorgen en zwak te maken'. Zon
der Daryll kan zij zich ontdoen
van haar schuchterheid en
'groots' en 'origineel' denken.
Dat resulteert in een compositie
die gaat over de seksuele en mu
zikale vrijheid.
Held
Tegenover haar heeft Arion een
sterjournaliste gezet, Joan Mi-
kolai, die voor de televisiezen
der CIN in Rwanda, Somalië en
voormalig Joegoslavië verbleef.
Zij gaat Daryll interviewen - in
haar ogen een heroïsche, maar o
zo naïeve neger - in de hoop de
vernietiging van Amber te kun
nen voorspellen en een nieuwe
zwarte held te creëren. Boven
dien heeft Joan de ambitie om
van haar imago als 'vrijblijven
de onheilsengel' af te komen. In
tegenstelling tot Aideline voelt
zij zich wel aangetrokken tot
het moederschap en een huise
lijk bestaan.
Zoals de titel van de roman aan
geeft, is het motief van de ro
manpersonages duidelijk. Ie-
Frank Martinus Arion
dereen heeft een bepaalde am
bitie zodat er een principiële
keuze gemaakt moet worden die
het verdere leven beinvloedt.
Het verst daarin gaat de eigen
lijke hoofdpersoon, Daryll, die
de dood uitdaagt door in het
rampgebied te blijven.
'We kunnen sterven door bij de
vulkaan te blijven. Maar we
sterven zeker als we van hem
weggaan,' klinkt het drama
tisch als hij in een interview met
Joan Mikolai de mensen in de
opvangkampen probeert over te
halen terug te keren naar het
stadje Constance aan de voet
van de vulkaan. 'Ik ga nergens
meer heen. Feit is dat als ik niet
een ander plekje vind als Con
stance met zijn bergen, rivieren,
watervallen en zee, ik absoluut
doodga. En dat geldt voor u al
len, Constancenaren. We gaan
dan alleen maar een beetje later
dood met ons lichaam, maar
eerder in ons hart.'
Daryll wil de confrontatie met
de naderende dood aangaan,
omdat hij zich plotseling reali
seert dat hij een gevange is van
zijn eigen angst. 'We staan dui
zend angsten uit, terwijl we
slechts één keer kunnen ster
ven.'
Het spreekt voor zich dat de
dreiging van de vulkaan opge
vat moet worden als een meta
foor. Daryll handelt vanuit de
filosofie dat de wereld vol cala
miteiten is omdat iedereen al
tijd weer een veel te afwachten
de houding aanneemt. Ondanks
alle onzekerheden die een mens
heeft, is er één vaststaand feit:
de dood. Daarmee is volgens
hem te onderhandelen. Het di
lemma in de roman wordt ge
presenteerd als: sterven in de
opvangkampen of sterven onder
de vulkaan. Voor Daryll is er
uitzicht: 'Of niet sterven. Door
je dood te aanvaarden, de
doodsangst voorgoed te overko
men. En onbezorgd leven.'
Doel
Sterker dan de vroegere roman
personages van Arion hebben
Daryll, Joan en Aideline een
duidelijk doel voor ogen. Hoe
anders was het in Dubbelspel
waarin de taxichauffeur, de ge
rechtsdeurwaarder, de huisjes
melker en de ex-zeeman, - het
viertal dat in het Curapaose
dorpje Wakota domino speelt -
geen enkele illusie koesteren en
ook niet in verzet komen. De
koloniale verhoudingen zijn ook
nu aan de orde, maar wat opvalt
in De laatste vrijheid is het on
aantastbare geloof in een nieu
we toekomst.
Bijna onafhankelijk van elkaar
komen Daryll en zijn
gevluchte vrouw tot
hetzelfde inzicht. Al
le Caribische negers
moeten naar huis ko
men, bedenkt Aideli
ne als finale voor
haar compositie. 'Ze
hebben overal rond
gezworven, vluch
tend voor de slagen
van mens en natuur.
Hopend het paradijs
te vinden in Amster
dam, Parijs, Londen.
Bang voor hun eigen
orkanen, zijn ze in
wereldsteden andere
doden gaan sterven.
Want het paradijs is
niet te vinden. Het
paradijs is alleen te
maken. En voor het
paradijs moet men
willen sterven.'
Wat in de dagelijkse
realiteit ondenkbaar
is, laat Arion in de ro
manwerkelijkheid
gebeuren. De mensen
die haast niet van de
ze wereld zijn en
mooie visioenen heb
ben, maken in het
boek hun dromen
mogelijk. Ze trekken
zich niets aan van de
vulkaanwachter van
Europese afkomst,
Arnold Brouce, die
met wetenschappe
lijk argumenten de
inwoners van Con
stance de vluchtelin
genkampen had inge
praat. Bij Arion is de
verbeelding letterlijk
aan de macht: een
menselijke keten zou
de vulkaan rustig kunnen hou
den.
Doemdenken
Via zijn personages dekt Arion
zich in tegen de kritiek die hij
kennelijk verwacht op De laat
ste vrijheid, omdat de roman
niet aansluit op de Europese
pessimistische literatuur. 'Het
was een en al doemdenken. Eu
ropeanen kennen alleen maar
tragische, tot de dood voorbe
stemde helden,' laat hij Joan
zeggen. Arion zet zich af tegen
het beeld dat de tropen triest,
onproduktief en naaperig zijn,
zoals de Europeanen denken. Ze
zien in de tropen voornamelijk
de zonsondergang die ze asso
ciëren met 'droevig'. Waar ze
geen oog voor hebben, is juist de
zonsopkomst, die zo krankzin
nig mooi en vreugdevol is, dat
zij niet is te beschrijven.
Met De laatste vrijheid heeft
Arion een roman geschreven
waarin de morgen zich oorver
dovend aankondigt, vol toe
komstverwachting en optimis
me. Het is een sympathieke ro
man die alleen wat erg ver ver
wijderd is van de werkelijkheid.
I Frank Martinus Arion: 'De laat
ste vrijheid'. Uitg. De Bezige Bij,
prijs 39,50.
FOTO DE BEZIGE BIJ
Door Angelique Spaninks
Altijd al wilde hij schrijver wor
den. Zijn succesvolle bedrijf in
dure dameskleding deed hij
daarom van de hand. Vrienden
verklaarden hem voor gek, maar
na enkele berooide jaren kwam
toch de roem. Binnen twee we
ken maakte zijn tweede boek
Het Jurylid (The Juror) hem tot
multimiljonair.
Met zijn handen vol wasgoed
stapt hij uit de lift van het hotel.
„Dat is het probleem als je al
leen nog maar in hotels leeft",
verontschuldigt de Amerikaanse
thrillerschrijver George Dawes
Green zich met een vriendelijke
lach terwijl hij het goedje in
twee plastic tassen propt, „hoe
krijg je de was gedaan."
Zijn Europese tournee voerde
hem door Frankrijk, Italië, En
geland, Duitsland en nu dus Ne
derland. En na zijn weekje Am
sterdam volgen ook Noorwegen
en Denemarken nog. Maar niet
alleen hier, ook in Amerika zelf
is hij in korte tijd uitgegroeid tot
een gewaardeerd en populair
schrijver.
Zijn eerste boek, The Caveman's
Valentine verscheen ongeveer
een jaar geleden. Hoofdpersoon
is een paranoïde-schizofrene de
tective, wonend in een grot in
Manhattan. „Waarschijnlijk de
eerste paranoïde-schizofrene
detective ooit beschreven", al
dus Green, „waardoor ik er een
hard hoofd in had ooit een uitge
ver zo gek te krijgen het boek te
publiceren. Maar na een jaar
leuren vond ik gelukkig een
agent die het niet te insane vond
om uit te brengen."
Het leverde Green onverwacht
lovende kritieken op in de Ame
rikaanse pers. „De New York Ti
mes riep het uit tot een van de
opmerkelijkste boeken van 1994.
Toch werden er maar rond de
George Dawes Green
10.000 exemplaren van ver
kocht; mooi voor een debuut,
maar nog niet echt veel."
Hoe dan ook, de naam George
Dawes Green was niet langer
onbekend. Dat maakte het pu
bliceren van zijn tweede boek er
in ieder geval een stuk eenvoudi-
FOTO MEULENHOFF
ger op. En The Juror, onlangs in
het Nederlands vertaald als Het
Jurylid, werd een wereldwijde
klapper; een succes zoals er de
laatste jaren nog maar weinig
geweest zijn. Alleen al in Neder
land werden er in drie weken
tijd 12.000 exemplaren van ver
kocht. Het maakte de jonge
schrijver, zoals hij zelf zegt,
'binnen twee weken tot multi
miljonair'. 1,5 miljoen dollar
voor het boek en nog eens 1,5
miljoen dollar voor de filmrech
ten (met Demi Moore in de
hoofdrol) vielen hem ten deel.
Absorberend
Verhalen als zou Green vanaf
het begin een bestseller hebben
willen schrijven, verwijst hij zelf
naar het land der fabelen. „Na
die detective wilde ik een echte,
alles absorberende suspense
thriller schrijven. Dat was mijn
eerste idee, waarbij ik mij liet
inspireren door een verhaal van
de 19e eeuwse Engelse essayist
Thomas de Quincy over een
postkoets die onvermijdelijk
dreigt te botsen met een kar. Al
les moest daarbij transparant en
zichtbaar zijn, geen mysteries of
geheimen kennen. Ik wilde de
dreiging op elke pagina onont
koombaar aanwezig laten zijn,
zonder dat eraan te ontsnappen
is. Ik moest alleen nog op zoek
naar een verhaal dat hierbij pas
te."
Dat verhaal vond Green toen hij
op een dag een kranteartikel las
waarin een jurylid, betrokken
bij het proces tegen de beruchte
maffia-baas John Gotti, vertelde
bedreigd te zijn. Niet gehinderd
door te veel kennis van rechtsza
ken of de maffia - zelf vervulde
hij zijn plicht als jurylid slechts
in wat saaie, kleine procesjes -
zag Green zijn kans schoon. Met
de vaardigheid van een groot
schrijver schiep hij een verzame
ling ongewone karakters en goot
deze in een gepolijste, scheer-
messcherpe structuur.
Meest in het oog springend per
sonage in Het Jurylid is de door
taoïsme, orchideeën, macht en
liefde geobsedeerde Teacher, in
de Nederlandse vertaling be
kend als de Professor. Green
creëerde deze eigenaardige in en
in slechte schurk, zoals overi
gens al zijn personages, naar het
beeld van iemand die hem zeer
na staat. „Iemand die zich net zo
druk maakt om macht als de
Professor en even briljant is in
het manipuleren van emoties",
verklaart de schrijver.
Green ziet de professor als re
presentant van de structuur, de
ideologie. „Hij is een van die
mensen die zich door een -isme,
in zijn geval het taoïsme, laat
leiden.
Dat maakt hem tot een soort
goeroe. Hij denkt te weten waar
om wij geboren zijn en waar wij
in het leven naar toe moeten, een
wijsheid die hij ergens anders
vandaan haalt maar die hem
grote macht geeft." Toch was
niet de professor maar de andere
hoofdfiguur, het jurylid Annie
Laird volgens Green het moei
lijkst om te beschrijven. Voor
deze jonge, hardwerkende,
enigszins in zichzelf gekeerde
moeder en beeldhouwsterhaar
liet Green zich inspireren door
een aantal kunstenaressen met
wie hij een tijdje samenwoonde
in een New Yorkse commune.
„Eigenlijk is Annie een eerbe
toon aan die vrouwen, die stuk
voor stuk keihard werkten zoals
volgens mij alleen vrouwen dat
kunnen; overdag in een of ander
stom baantje, 's avonds aan hun
kunst. En dan hadden sommigen
er ook nog een kind bij op te voe
den."
Wat Annie zo moeilijk te be
schrijven maakte was haar don
kere, stille, geheime kant. „Ik
kon haar niet te snel naar buiten
laten komen", vertelt Green.
„Daarom laat ik haar temidden
van het circus en alle actie om
haar heen langzaam, met kleine
stukjes tot overtuigend persona
ge worden. Het enige personage
dat de tao van de Teacher echt
kan uitdagen."
De meest cruciale figuur van het
boek vindt Green echter de kari
katurale, Derek Walcotts ge
dichten lezende, maar niet be
grijpende, privé-detective Slav-
ko Czernyk. „Alles scharniert ei
genlijk om wat hij doet", aldus
de schrijver, „ook al is hij voor
het plot eigenlijk een buiten
staander. Maar net als Annie
vertegenwoordigt hij de chaos,
weet ook hij niet precies wat hij
op aarde moet. En juist van dat
soort mensen hou ik. Mensen die
een grote mate van passie heb
ben, maar niet echt weten waar
ze die op moeten richten."
Getal
Zelf hoopt George Dawes Green,
ondanks zijn succes, in ieder ge
val nooit tot het leger der goe
roes te gaan behoren. Okee, het
voelt vreemd om ineens zoveel
geld te hebben, „maar het blijft
vooralsnog niet meer dan een ge
tal voor mij", aldus de schrijver.
„Ik loop nog steeds in dezelfde
kleren (een versleten zwarte
spijkerbroek, afgetrapte schoe
nen en een zwart colbertje) en rij
in dezelfde auto; zonder verwar
ming en met een gat in de motor
kap."
„Maar al dat geld geeft me na
tuurlijk wel meer vrijheid. Nu
kan ik echt doen en lafen wat ik
wil." De daad bij het woord voe
gend begint hij in september aan
de regie van zijn eerste film, The
Shotgun Soiree waarvoor hij te
vens het script schreef. „En ook
dat is, net als Het Jurylid, eigen
lijk een verhaal over een liefde
die tot obsessie wordt; het thema
van mijn leven."
In 1786 loofde de Geneefse we
tenschapper Horace Bénedict de
Saussure een beloning uit voor
degene die als eerste de top van
de Mont Blanc (4807 m) zou be
reiken.
De Saussure, die al faam had ver
worven met zijn Voyages dans les
Alpes, kon vanuit zijn raam in
Genève een witte koepel aan de
horizon waarnemen: de Mont
Blanc.
Het was in die tijd geen gebruik
dat heren zelf klommen, vandaar
die beloning. Op 8 augustus 1786
bereikten twee Zwitserse waag
halzen, Paccard en Balmat, de
top van de hoogste berg van Eu
ropa en streken hun premie op.
Een jaar later, bij gunstig weer,
ging De Saussure zelf naar boven
en eiste de historische daad op.
Hij schreef naderhand dat hij nu
eindelijk naar die berg in de ver
te kon kijken zonder 'dat gevoel
van onrust en pijn' dat hem voor
heen kwelde.
'Onrust en pijn' bij het zien van
bergen, dat was iets nieuws. Tot
het einde van de achttiende eeuw
had het hooggebergte slechts als
een obstakel gegolden. Wie geen
dwingende reden had waagde
zich er niet. „De weetgierigheid
aangaande het gebergte was be
perkt tot de allesoverheersende
vraag hoe er zo snel mogelijk
overheen te komen".
De auteurs Mark van Hattem en
Robert Eckhardt beschrijven het
begin en de ontwikkeling van het
bergbeklimmen in hun boek
'Grenzeloos verlangen; tweehon
derd jaar alpinisme'.
Met de verovering van de Mont
Blanc was de trend gezet. In 1829
werd de Kaukasustop Elbroes
(met 5633 meter de werkelijk
hoogste berg van Europa) be
reikt. En rond 1850 was het alpi
nisme al uitgegroeid tot een po
pulaire sport in studentenkrin
gen in heel Europa.
Het boek verhaalt van legendari
sche gidsen, spectaculaire onge
lukken, gidsloos alpinisme, ex
treem alpinisme, heroïsch alpi
nisme, verschillende technieken
(vrijklimmen versus artificieel
klimmen), de nationale klim-
scholen ('Sloveense klimmers ge
ven de laatste tien jaar de toon
aan'), het hedendaagse professio
nele klimmen in Patagonië en de
Klimmen rond het jaar 1900,
getekend door Gustav Jahn.
Karakoram, en uitwassen zoals
het beklimmen van bevroren wa
tervallen.
Het is een boek waar een roman
tisch waas om hangt. Al is het
maar vanwege de namen van al
die reuzen: Scheideggwetter-
horn, Marmolata d'Ombretta,
Rêve du Papilion, Schwalta-
schwanz, Wilder Kaiser, Dent du
Géant... (HR)
Mark van Flattem Robert Eck
hardt: 'Grenzeloos verlangen.
Tweehonderd jaar alpinisme'
Uitg. Albini/Kwadraat, prijs
44,90.
Omslagtekening van 'De bevroren waterval'
Door Muriel Boll
Gave Hipyilmaz is een geboren en
getogen Engelse. Ze trouwde met
een Turkse collega-student en
woonde twintig jaar met hem en
hun vier kinderen in Ankara.
Eenmaal terug in Engeland,
voorgoed, schreef ze De storm,
haar eerste boek, waarin ze haar
ervaringen in Ankara verwerkte.
Dat boek kwam in 1990 in Enge
land en een jaar later in Neder
land uit en kreeg hier meteen een
Zilveren Griffel.
In dat boek beschreef Hipyilmaz
de ontwikkeling van de jongen
Mehmet. Hij woont een tijdje in
een krottenwijk in Ankara, krijgt
teleurstelling na teleurstelling te
verwerken en ondervindt deson
danks dat hij het leven aan kan
en aan wil. Wat hij mijmert bij
zijn scharminkelig paard, slaat
op hemzelf: 'Zij zou wel nooit
winnen, nee, dat stond wel vast,
zijn bruine merrie zou niet win
nen, maar ze kon in elk geval
meedoen'.
Het tweede boek van Hipyilmaz,
De bevroren waterval, gaat ei
genlijk over datzelfde thema.
Selda, een twaalfjarig Turks
meisje, voegt zich met haar moe
der en twee zusjes bij haar vader
en broers die al een paar jaar in
Zwitserland wonen en werken.
Het weerzien is een teleurstel
ling: haar vader lijkt niet op de
warme, vrolijke vader van vroe
ger. Turgut Bey is zijn zelfver
trouwen kwijtgeraakt, buitens
huis is hij de onderdanige buiten
lander die zich dient te houden
aan de code, binnenshuis houdt
hij zijn kinderen aan conserva
tieve regels die hem worden inge
geven door een naar het funda
mentalisme neigende imam.
Van te voren heeft Selda goed na
gedacht over haar nieuwe toe
komst. Het zal haar niet overko
men dat ze de slechtste van de
klas is, maar tegelijk voelt ze het
knagen. Lukt dat wel, als je geen
Duits spreekt In het begin gaat
er een heleboel mis. Selda is een
buitenstaander in de klas. Ze is
ook twee jaar ouder, want voor
het gemak worden buitenlandse
kinderen direct een paar klassen
lager geplaatst.
De schrijfster laat je door de ogen
van Selda naar een onbekende
omgeving kijken. In Zwitserland
zijn de straten zo schoon dat jeje
voeten niet hoeft te vegen. H
honden en katten zijn binnen
slapen zelfs op bed. Kinderen
worden per auto naar school ge
bracht en .gehaald, ze dragen nu-
dieuze, dure kleren en nemei
speelgoedjes mee naar school.
Haar zusjes Pembe en Fatma wil
len er zo snel mogelijk Zwitsers
uitzien. Zolang ze hun
maar houden, zien anderen vast
niet dat ze Turks zijn, 'Haar
je zag er allesbehalve Zwi'
uit. Met de slechtzittende spij
kerbroek, de kleurige bloeme
tjestrui die in de bazaar in
was gekocht, en de nieuwe
onpraktische zwarte lakschoen
tjes leek Pembe precies wat s
was: een hoopvolle buitenlands
in een vreemd land'.
Hipyilmaz laat tegenstellingen
zien tussen arm en rijk, oc
west, goed en slecht. Daarbij
valt ze nooit in stereotiepen.
haar rijke vriendin Giselle onge
lukkig is, komt niet door
maar door het ziekelijke gi
van haar moeder. Net als in
storm worden hoge verwachtin
gen onderuit gehaald en wordt»
familieband op de proef gesteld-
Er zijn veel tragische voorval'6
tjes die worden gepresenteerd ah
behorend bij het leven, en dat'
hoef je niet sentimenteel overt
doen, wat de schrijfster dan o»
nergens doet. Dat maakt het vSj
haal zo krachtig. Het verhaa*
stipt veel aan, het uiteenval'6
van families, fundamentalist'
onbegrip, illegaliteit en de ei1,
zaamheid van Turkse vrouwen
Selda is een meisje van vlees
bloed. Ze legt zich niet neer bij v
feiten, ze is slim genoeg om21
aan te passen, zonder dat ze zit
zélf daarbij geweld aandoet
haar vriendin mag ze een kf
mee de bergen in.
Daar zou ze onafhankelijk toj
nen zijn, niet meer alleen
Turkse meisje. Daar zou ze k*
nen zien of watervallen werW
bevroren.
Ze zou met meer moed op
gaan naar dat nieuwe gebied»
ze op weg was gegaan va*
haar grootmoeders om®"""
tuin. Dit keer zou ze niet et'
willen omkijken.
C. FHqyilmaz: 'De bevroren wj
val'. Uitg. Querido, prijs 34'
Door Ton Verbeeten
Een rafelige scheur over de
breedte en diepte van het
scheidt de bovenwereld v
onderwereld. We staan in h
heilspellend duister van de
krocht met vet zwart gesch
de spelonken en twee zwart
ren trappen. Hans Croiset
erop dat decorontwerper
Schenk en lichtman R
Tweebeeke met hem op d
gaan. Tenslotte werken
ruim een jaar aan Faust, d
ra.
Even later in de artieste
zegt hij: „Een groot verhaal
te gevoelens, grote gebare
is mijn lust dat verhaal gro
vertellen, de mensen mete
de strot te pakken. Muziek
wezenlijk anders op de luis
de mens dan een toneelvoo
ling. Muziek is magie."
„En Faust is toch een gran
ra. Vijftig mensen in het
een gigantisch decor, grote
ten. Er moet heel veel gebe
Daar laat ik met groot p'
mijn escèneringsdrift op los.
„Spannend moet het word
gevaarlijk. Al was het a
maar omdat we niet in klas
kostuums spelen. Dat we
een drempel op voor veel me
Het operapubliek bestaat
negentig procent uit liefhe
die willen genieten van w
kennen. Tien procent is gé
resseerd in vernieuwing. F
voor beide delen van de o
mensheid wat betekenen.
Liefde
„Natuurlijk heb ik er een
boel aan, dat ik toen bij de
Faust integraal heb ge
Daaraan ontleen ik veel ma
aal over leven en karakter v~
personages, dat ik de zanger
aanreiken ook al hoeven ze
hun rol niet te spelen. Het
haal van de Faust van Goun
oppervlakkig, plat, Readers
gest. In al zijn tragiek ero
richt de mensen zo snel mo
te ontroeren. Rechtstreeks
sprekende melodieën die je i
hart treffen. Wat dat betre
Faust een top-musical uit d
rige eeuw."
„Het gaat erom dat er moo
zongen wordt en goed geact
maar ook wil ik tussen de r
door Goethe laten ademe
ben ervan overtuigd dat Go
eenzelfde liefde voor het o
1 neel had als ik. Hij was gef
neerd door Faust van Goethe,
las de vertaling van Gérar
Nerval en vond het verha'
prachtig dat hij twintig jaar
de opera componeerde.
„Zijn Faust werd immens p
lair. Eind vorige eeuw sto
elk operahuis een kant en
Faust-decor. Iedereen kende
rollen. Als er een voorstellin
viel, kon Faust onmiddellij
gevoegd worden. De Metro
tan Opera in New York we'
die dagen niet zonder enige
'Faustspielhaus' genoemd. H
bretto verscheen in vele tale
zijn zelfs vertalingen in het
derlands en Hebreeuws."
Enthousiasme
Na de Tweede Wereldoorlog
dween Faust van de hit
Verguizing werd zijn deel.
er lijkt langzamerhand
Het Tongerlohuys in Roos
toont in een kleine exposi
viertal grafische technieki
als toegepast door beel
kunstenaars. Denkend va-
samenhang die een tento
ling veronderstelt ligt de
inderdaad op de versch
vormen van grafiek: ets,
snede, litho en droge-na
En niet op de artistieke ve
schap tussen de beeldend
stenaars van wie divers
aan de muur hangt.
Lucebert, Jan Cremer,
van Ojen, Suzanne Har
Guillaume Le Roy en i
Tolman hebben helemaa
met elkaar, in ieder geval
kunstenaar. Het werk loo
een in artistiek gehalte, i
matiek, in stijl, in inte
Maar dat hindert niet. Als
ze presentatie bereid bent
als een educatieve daad,
die bepaalt het verband, d
er veel interessants te zien
beperkt het overzicht ook
Altijd aangrijpend is het
van Lucebert, in welke c
dan ook. Er hangen blad
hem uit 1994, de laatste ui
kingen van een veelzijdi
beelding die altijd de me
v-°L Lucebert. de Keiz
Vijftigers, een groot dicht
groot tekenaar en schilder
leed in mei 1994. Zijn wer
overal over, maar altijd o
mens. De mens die grijn
dm zijn aangezicht schen
vertwijfelt en verwondé
grote ogen opzet naar de
die hij ook de tanden laat
Het verhaal van de mens
m zijn tekeningen