DE STEM
Japanse dans is
als een plant
die heel erg
langzaam groeit'
Choreograaf
Shusaku Takeuchi
houdt van het
Nederlandse
individualisme
mm
Verstilling en surrealistische droombeelden
maken de stukken van het vermaarde Shusaku
Dormu Dance Theatre ongewoon fascine
rend voor een westerse kijker. De maker en ar
tistiek leider, de Japanse danser/choreograaf
Shusaku Takeuchi, praat er niet zo graag over.
Hij houdt eigenlijk helemaal niet van praten.
„Alles speelt zich af in mijn hoofd. Ik kan me
niet met woorden uitdrukken."
Op 6 april is het in Nederland werkende, in
ternationale gezelschap met Shusaku's nieuw
ste choreografie, Waswax, te zien in De Bussel
in Oosterhout. Kronkelende en schichtig be
wegende figuren in mysterieuze beelden. De
voorstelling is een onderdeel van het Festival
Cultureel Gekleurd. De Japanner, die in het
verleden veelvuldig in het Dansfestival Breda
optrad, heeft van deze culturele manifestatie
nog nooit gehoord. Hij leeft voor zijn kunst en
verdiept zich niet erg in de buitenwereld.
Grote Gids
VRIJDAG 31 MAART 1995 DEEL
-ri
Shusaku Takeuchi: stille geslotenheid
Door Marjan Mes
Hoewel Shusaku Takeuchi al
ruim twintig jaar in Neder
land woont, spreekt hij geen
Nederlands. Een gesprek met
zo'n introverte Japanner, die
het Engels moeizaam en
slecht verstaanbaar spreekt,
gaat dan ook niet van een lei
en dakje. Maar hij is aardig,
raakt me onder het dove-
mansachtige gesprek vaak
aan en doet zijn best om enig
inzicht te geven in wat hem
beweegt.
Shusaku kent alleen maar een
paar woorden Nederlands die hij
nodig heeft voor de meest pri
maire zaken, zoals boodschappen
doen. Thuis, met zijn Japanse
vrouw, de schilderes Toshiko,
praat hij uitsluitend Japans. „Al
die Nederlandse keelgeluiden
kan ik niet uitbrengen. Een 'a' of
een 'r' kan ik niet zeggen. De
klank van Frans, Engels, Spaans
en Italiaans is voor mij veel hel
derder."
„Taal was voor mij altijd al van
secundair belang", aldus de in
middels 46-jarige bewegingskun
stenaar, wiens eigen stille geslo
tenheid weerspiegeld wordt in
zijn verstilde theaterkunst. „Ik
was vergeleken bij anderen een
heel stil kind, heel erg laat met
praten. Tot mijn derde sprak ik
bijna nooit, zodat ze thuis dach
ten dat ik achterlijk was. Ik glim
lachte alleen maar zo'n beetje. Ik
leerde ook heel moeilijk mijn ei
gen taal. Bij mijn geboorte zat ik
in de knel en lang vreesden mijn
ouders dat ik een hersenbescha
diging had."
Niets was minder waar, want
Shusaku Takeuchi ontwikkelde
zich tot een briljante leerling op
de lagere en middelbare school,
die vooral goed was in literatuur
kennis, biologie, geschiedenis en
tekenen. Maar stil bleef hij, hoe
wel erg actief.
Bomen
Zijn ouderlijk huis stond in een
nationaal park aan de voet van
de geheimzinnige berg Fuji waar
hij teruggetrokken speelde in de
natuur en helemaal opging in het
bekijken en onderzoeken van
dieren, planten en bomen. Het
klimmen in bomen en het pluk
ken van vruchten van de Akebi-
boom herinnert Shusaku zich als
een groot geluk. Vaak bewegen
zijn dansers als dierlijke wezens,
als vreemde insekten. Zelf voert
de choreograaf die wonderlijke,
dierlijke bewegingstaal terug op
zijn vroege liefde voor de natuur.
„De Japanse cultuur is ook veel
aardser dan de westerse, die zich
veel meer richt op het geestelijke.
Ik vergelijk westerse dansers al
tijd met een hert. Een westerse
danser heeft gespierde benen om
hoge sprongen te kunnen maken.
De Japanse dans is als een plant
die heel langzaam groeit, van be
neden naar boven. Heel orga
nisch en erg traag van beweging.
Alsof je naar een vertraagde film
van een groeiende plant kijkt."
Een van Shusaku's mooiste stuk
ken heette niet voor niets Noon of
the Plant.
Bamboe
„Ik vergelijk de Japanse danser
ook graag met de wind die door
het bamboe waait", aldus Shusa
ku Takeuchi. „Zelfs als er een ty
foon door het bamboe gaat,
breekt het niet, want het is heel
erg flexibel en kan heel scherpe
bochten maken. Japanse dansers
zijn als bamboe, vast in de grond
en buigzaam. Ik vind dat ook vol
komen natuurlijk, want de Ja
panse kunst en dans zijn voortge
komen uit een agrarische cul
tuur, de Europese kunst uit een
cultuur van jagers."
Op de middelbare school had
Shusaku al een voorkeur voor de
kunstvakken en stelde hij zijn ei
gen fantasie en innerlijk leven
boven de rigide opleiding, die
hem veel te praktijkgericht was.
„Ik trok me toen vaak stiekem te
rug in het tekenlokaal". Tot on
genoegen van zijn vader die wil
de dat zijn zoon zakenman zou
worden, ging hij naar de kunsta
cademie bij Osaka. Daar bestu
deerde hij ook de traditionele Ja
panse theatervormen, Kabuki en
Noh.
Het was rond 1968 toen ook in
Japan het studentenverzet op
laaide. Shusaku deed er aan mee.
Hij hield van vrijheid en van in
dividualisme en niet van de tra
ditionele, autoritaire samenle
ving. In Amsterdam zou hij de in
dividuele vrijheid waar hij zo
naar haakte tot zijn verbazing
zomaar op straat aantreffen.
Maar voordat hij naar Europa af
reisde, doorliep hij de design
academie in Tokio waar hij gra
fisch ontwerpen, binnenhuisar
chitectuur en beeldhouwen stu
deerde. „Daar ligt de basis voor
mijn belangstelling voor het
ruimtelijke."
Shusaku trof in Tokio een sym
pathieke docent en een heel leuke
groep studenten die open stonden
voor vernieuwing en allemaal
lijkheid zijn voor mij het belang
rijkst. Ik heb geen behoefte aan
Japanse beleefdheid en vorme
lijkheid. Ik heb trouwens ook een
jaar in Engeland gewoond. Men
is daar wel heel vriendelijk en
beleefd, maar het is zo formeel en
het komt niet van binnen uit, zo
als hier."
„In Nederland kunnen allerlei
verschillende ideeën naast elkaar
bestaan. Men is er eerlijk en open
en houdt van gelijkwaardigheid
en niet van rangen en standen.
Men staat er ook gemakkelijker
open voor het experiment en
nieuwe ontwikkelingen. Dat is
heel goed voor een kunstenaar. In
Amsterdam trof ik in 1974 ook
veel interessante workshops aan
voor mime en moderne dans en
jonge artiesten die mij inspireer
den."
Na als danser internationaal te
hebben opgetreden met de groep
van de Argentijnse danseres Gra-
ziella Martinez, waar hij toneel
ervaring opdeed, richtte Shusaku
Takeuchi in 1976 zijn eigen
Shusaku Dormu Dance Thea
ter op, samen met zijn vrouw
Toshiko en met een Chinese dan
seres. Zij brachten vooral perfor
mances in de beeldende sfeer en
vormen van body-art. In 1982
baarde de kleine, halfnaakte, at
letische Japanner opzien met de
solo Era, waarin hij verbonden
was aan een gewicht dat hem als
een gevangene beperkte in zijn
ongewone bewegingen. Het werd
net als Waves, dat hij een jaar la
ter voor het Holland Festival
maakte, uitgezonden op televisie.
Daarna ontstonden een vijftien
tal grootschalige produkties door
een inmiddels uitgegroeid gezel
schap van internationale, multi-
gedisciplineerde theaterkunste
naars, mimespelers, acteurs en
dansers. Lichamelijk sterk ge
trainde mensen met een opval
lende toneelpersoonlijkheid,
want daarop kiest Shusaku mede
zijn medewerkers.
Vervreemding
Stukken als Matrix en Albatros
Aileron verbaasden door hun
nachtmerrie-achtige beelden,
hun verstilling, beklemming en
vervreemding, maar vooral ook
door hun ongewone schoonheid.
Dansers met witgekalkte lijven
en machteloos opengesperde
monden. Angst, wreedheid, frus
tratie, verlangen en de onmoge
lijkheid om te communiceren zijn
Shusaku's belangrijkste thema's.
Zijn fascinerende beelden lijken
een weerspiegeling van de won
derlijke, onbewuste werking van
de menselijke geest.
Gebruikt hij soms zijn eigen dro
men en nachtmerries?
„Nee, dat niet. Als ik mijn fanta
sie verbindt met mijn ervaringen
komen er vreemde dingen uit. Ik
kan dat niet met woorden uitleg
gen, maar ik vind het heel na
tuurlijk om het met mijn lichaam
uit te drukken. Veel hoef ik ook
niet tegen mijn dansers of ont
werpers te zeggen. Het zijn
kunstzinnige, gevoelige mensen
die zelf ook niet veel praten. Een
enkel poëtisch trefwoord is voor
hen meestal genoeg om te begrij
pen wat ik bedoel. Soms is een
gesprekje van vijf minuten al vol
doende."
Wortels
„Componist Harry de Wit vroeg
mij een keer alleen: 'Welke
kleur?' Mijn antwoord was: 'Hete
zomer, geen wind, zweterig, don
kerblauwe lucht, oranje en grijs...
en hij begreep me volkomen."
Hoewel Shusaku, inmiddels wat
gegroefd en grijzend, later ook
enkele meer westers georiënteer
de dansstukken gemaakt heeft
(die in minder goede aarde vie
len) blijven zijn culturele wortels
alles bepalend.
„Ik heb Japans bloed en mijn
bron blijft de eenvoud en de hoge
kwaliteit van de Japanse traditie
van het Kabuki- en Noh-theater.
Ik blijf hier ook een buitenstaan
der. Daar heb ik geen problemen
mee, omdat je als outsider beter
kunt onderscheiden wat goed en
slecht is in de cultuur van een
land." Na enig nadenken: „Slecht
vind ik dat het Nederlandse sub
sidiesysteem gemakzucht in de
hand werkt."
„Er wordt teveel geld oneerlijk
verdeeld over allerlei kleine
groepen met weinig kwaliteit. Je
moet een grote bek hebben en re
laties om aan de bak te komen.
Als je niet hard schreeuwt, krijg
je geen geld, ook al ben je goed.
Ik maak vijf produkties per jaar,
waarvan er maar een of twee
worden gesubsidieerd. Sinds
1993 heb ik ook nog een nieuwe
groep, Bodytorium, waar ik ge
woon mee werk zonder subsidie.
Maar ik heb dan ook een hekel
aan 'relaties'. Nederlandse po
diumkunstenaars waarderen het
sociale systeem niet meer, ze
worden er alleen maar erg veelei
send door en dat komt de kunst
niet ten goede."
Terwijl Shusaku Takeuchi aan
Waswax bezig was, lag eind vorig
jaar zijn vader op sterven. „Ik
kocht een ticket en was de vol
gende dag in Japan. Ik heb nooit
zo erg van mijn vader gehouden,
omdat hij niet toestond dat ik
kunstenaar werd. Hij was een
echte autoritaire macho-man,
een leraar gevechtstechnieken
(o.a. judo en aikado). Pas later
heb ik begrepen dat hij ook heel
teder kon zijn en dat ik op hem
lijk. Dat ik in een groep altijd de
leider wil zijn, heb ik van hem."
„Maar een baas kan niet alleen
maar streng zijn, hij moet ook ge
voelig zijn want anders weet hij
zijn medewerkers niet te inspire
ren. Ook dat heb ik, realiseerde
ik me later, van mijn vader. Ik
had hem nog nooit van mijn leven
aangeraakt, maar op zijn sterf
bed heb ik hem gemasseerd. Hij
had kanker. Hij dronk veel, de
dokter had hem gewaarschuwd:
als je blijft drinken, ga je dood.
Met onze ogen hebben wij elkaar
vaarwel gezegd toen hij stierf,
zonder een woord."
„Er is nog een beeld dat heel
sterk in me leeft; van een schilde
rij dat mijn vader had gemaakt
toen ik zes jaar was: een grote
ronde, volle maan boven een
berg. Hij had het gemaakt ter ge
legenheid van de jaarlijkse cere
monie van het Japanse volle
maansfeest."
Trots
„Mijn vader was achteraf toch
heel trots en tevreden dat mijn
werk het belangrijkste in mijn le
ven is en dat ik een eigen gezel
schap heb. Mijn moeder heb ik na
zijn dood de kaart voor de pre
mière van Waswax gestuurd. Het
stuk is opgedragen aan mijn ou
ders. Mijn danstalent heb ik mis
schien toch wel van mijn moeder,
want zij heeft in haar jeugd ook
nog korte tijd balletlessen gehad.
Pas als je ouder wordt, begrijp je
dat alles veel beter."
Witte klei
De titel Waswax verwijst naar
was, dat onder invloed van
warmte smelt en van vorm veran
dert.
Het is vooral een symbolische ti
tel want de lichamen van de dan
sers worden ingesmeerd met de
witte klei van de Butoh-dans.
Het stuk gaat in een mysterieuze
beeldtaal over veranderingen in
een samenleving en over indivi
duen die vergeefs streven naar
werkelijke communicatie.
'Waswax' door het Shusaku
Dormu Dance Theatre is op 6 april
in De Bussel in Oosterhout (Festi
val Cultureel Gekleurd).
Ook op 28 april in de Nobelaer in
Etten-Leur.
geïnteresseerd waren in de inter
nationale kunststromingen. Dat
waren begin jaren zeventig de
performance en de body-art. De
moderne Japanse dansstroming
van de Butoh, beïnvloed door het
vooroorlogse Duitse dansexpres-
sionisme, was toen al erg be
roemd. Shusaku begreep dat hij
het in die richting wilde zoeken.
„Ik wilde mijn eigen lichaam ge
bruiken om mijzelf uit te druk
ken en niet langer ontwerpen of
schilderen."
„Ik was erg onder de indruk van
de twee grote Butoh-dansers Ka-
zuo Ono en Taseumi Hijikata. Bij
hen ligt de oorsprong van die
duistere binnenwereld van de
Butoh, die heel dichtbij de na
tuur ligt. Lelijk en mooi zijn
daarin niet van elkaar te schei
den. Hijikata was vooral geïnte
resseerd in de puurheid van blin
den en verminkten. Vandaar dat
Bufoh-beelden vaak lelijk en
angstaanjagend zijn maar tege
lijk ook heel mooi en zuiver."
„Mijn leraar, mr. Arao, was heel
belangrijk voor me om buiten Ja
pan te gaan kijken. Ik had het
plan om de goedkoopste manier
te kiezen: via Rusland naar Zwe
den, dan naar de Westeuropese
landen en vervolgens naar de
heel oude culturen; Griekenland,
Egypte, Iran, Afghanistan en dan
weer terug naar Japan. Maar ik
voelde me in Amsterdam zo op
mijn gemak dat ik er niet meer
weg wilde. In 1974 was Amster
dam een echte hippiestad, heel
vrij en ontspannen, zo heel an
ders dan Parijs of Londen."
Water
Shusaku Takeuchi pakt mijn
arm. Enthousiasme spreekt even
uit zijn verder nogal ondoorgron
delijke blik. „Al dat water in
Amsterdam geeft mij een onuit
sprekelijk gevoel van vrijheid. En
het Nederlandse individualisme
is zo tegengesteld aan het Japan
se collectivisme. Puurheid en eer
Twee witgekalkte figuren uit de choreografie Waswax' van het
Shusaku Dormu Dance Theater. foto maurice boyer
foto klaas koppe
7