6Het gezicht' van de KNVB vertrekt
Atlete Stella Jongmans: geestelijk en lichamelijk in balans
DE STEM
SPORT
Jan Huijbregts: 'Bestuurders zijn passanten, werknemers de constanten'
Ergens in het interview
concludeert Stella Jong-
mans dat haar borsten ei
genlijk te klein zijn voor
de begerige ogen van de
Playboy-lezers. Toch
moet de atlete vooraan in
de rij hebben gestaan
toen de Schepper zich van
z'n beste kant liet zien.
Maar, beauty is only skin
deep. Achter de stralende
ogen, haar fotogenieke ui
terlijk, die ferme pas en
die zelfverzekerheid, stre
den andere ik's om de
macht over de identiteit
van Stella Jongmans. Een
strijd waar Jongmans na
jaren zelf een punt achter
heeft gezet. De 800-meter-
loopster lijkt eindelijk
geestelijk en lichamelijk
in balans te zijn.
Door Maurice Ambaum
Eindhoven - Drie jaar gele
den werden de Olympische
Spelen in Barcelona in veel
opzichten een deceptie
voor Jongmans. Ze ont
beerde de scherpte en was
té overdonderd om hard te
lopen. Bovendien bewogen
de vlinders in haar buik
met een hogere frequentie
dan haar benen.
„Ik was verliefd. Hopeloos ver
liefd. Door de Olympische Spelen
kon ik mijn vriendje (de voorma
lige tienkamper Robert de Wit,
MA) twee weken lang niet zien.
Daar baalde ik zo van, dat ik
geestelijk uit balans was. Boven
dien kwamen de Olympische
Spelen voor mij als een donder
slag bij heldere hemel. Eerder dat
jaar dacht ik pas in Atlanta 1996
op een Olympische Spelen te
kunnen starten."
Niet alleen het vriendje moest ze
missen. Ook de topvorm had haar
verlaten. Stella Jongmans figu
reerde bij de Spelen van 1992,
een hoofdrol was niet voor haar
weggelegd. Die had ze wel enkele
maanden eerder in Hengelo,
waar ze opeens 1.58,61 minuten
op de 800 meter liep. Een race om
nooit te vergeten. „Jos Hermens
heeft het weken lang over die ra
ce gehad. Ik werd zesde met
1.58,61 minuten. Zésde. Het was
dé perfecte wedstrijd. Dé juiste
j, dé juiste vorm, dé juiste
mensen, dé juiste race. Ik denk
dat die 800 meter tot de beste tien
wedstrijden aller tijden be
hoort."
In Hengelo zag ze voor de eerste
keer de binnenkant van haar
ogen. „Ik dacht dat ik doodging,
ik moest kotsen na de wedstrijd.
Robert stond bij het hek te wach
DONDERDAG 30 MAART 1995
Playmate op spikes
Stella Jongmans: „Voor veel geld zeg ik geen nee tegen een blootreportage".
ten. Ik blijk tegen hem aange
leund te hebben, maar dat kan ik
me niet meer herinneren. Ik wist
niet meer wie ik was, waar ik
was, wat ik had gedaan. Ik dacht
alleen 'zal ik dit overleven'
Stella Jongmans overleefde, al
zou het proces tussen de oren
twee jaar in beslag nemen. De
1.58 van Hengelo kwam niet als
een bevrijding, maar bleef haar
achtervolgen. Jongmans voelde
zich nog lang niet die egocentri
sche topsportster met de vereiste,
onverbiddelijke instelling. Ze
bleef vlinderen en fladderen, ze
bleef gemakzuchtig en een flap
uit. Een erfenis van de tijd waar
in ze aan het handje van haar va
der en moeder de ene na de ande
re jeugdtitel binnensleepte. „Ik
was een verwend nest. Het enige
kind thuis. Mijn ouders regelden
alles, ik kwam altijd in een ge
spreid bedje terecht."
Door haar suprematie, gekoppeld
aan haar opvliegend karakter,
was Stella Jongmans een eenling.
Boezemvriendinnen had ze nooit
en in de atletiek kon ze met ie
dereen uit de voeten als ze won.
„Maar als ik verloor was ik een
bitch, begon ik tegen iedereen te
schelden. Ik moest winnen, ik
kon absoluut niet tegen mijn ver
lies. Die plotselinge ontlading
van woede heb ik nog steeds. On
langs zat er een kerel achter ons
op de weg vervelend te doen.
Constant toeteren omdat Robert
en ik niet hard doorreden. Maar
wij zochten een winkel, dus we
reden rustig. Toen hij ons einde
lijk voorbij kwam, toeterde Ro
bert even. Stopt die vent opeens
midden op de weg en rijdt kei
hard terug. Robert meteen op de
rem. Voordat ik er erg in had,
stond ik al bij die vent bij de deur
van zijn auto. Ik heb die kerel
stijf gescholden. Op zo'n moment
had ik een deuk in zijn auto kun
nen schoppen. Dan ontplof ik,
dan komt alle energie in één keer
vrij. Die man was ook zo weg. En
Robert bleef rustig achter het
stuur zitten. Die wist dat ik het
wel effe op mijn manier zou op
lossen."
Na Hengelo werd Jongmans een
prooi van de reclame-jongens.
Sponsors en vleiers stelden zich
in rijen van tien op voor huize
Jongmans. Het mannenblad
Playboy deed verleden jaar goede
zaken door z'n haasje op de outfit
van Jongmans te drukken.
„Playboy vroeg me voor een
bloot-reportage. Eerder waren
pogingen met verspringster Mie-
ke van de Kolk op niets uitgelo
pen, dus het blad wist dat het on
derwerp moeilijk lag bij atletes.
Ook ik wimpelde het aanbod af.
Maar ik had wel oren naar het
voorstel tot sponsoring. Daar wa
ren we snel uit. Of ik uiteindelijk
toch uit de kleren ga? Voor veel
geld wel. Bovendien is Playboy
een blad van standing. Geen
schaamlippen, geen vulgaire fo
to's. Als je kijkt wie de voorbije
jaren in het blad heeft geposeerd,
dan blijken dat mooie, bekende
vrouwen te zijn. Dus in feite is
het een eer om voor Playboy te
worden gevraagd. Penthouse
heeft me ook een aanbod gedaan,
dat heb ik meteen afgewimpeld.
Penthouse ligt voor mij aan de
verkeerde kant van de grens.
Playboy heeft oog voor de
schoonheid van het geheel, Pen
thouse minder. Vind ik. Luister,
mijn borsten zijn eigenlijk te
klein voor Playboy. Maar als ge
heel ben ik wel interessant."
Stella Jongmans werd meer en
meer beloond voor haar uiterlijk
dan voor haar jarenlange trai-
ningsarbeid. De waardering als
atlete bleef uit, het predikaat
'eeuwig talent' raakte ze niet
kwijt. Ook niet toen ze verleden
jaar als vierde finishte bij het EK
indoor. Het EK in Helsinki werd
wederom een deceptie. Ze vloog
eruit in de halve finale. De winst
van Helsinki werd uiteindelijk
het besef dat in de topsport ande
re wetten gelden.
Met name mentaal moest er iets
veranderen bij Jongmans. Goeroe
Henk Kraayenhof, verguisd en
bewonderd, bood de helpende
hand. „Verleden jaar verzon ik
telkens smoesjes om uit te kun
nen stappen. Blessures, slechte
dag. Ik had geen zin meer om te
verzuren, om heel diep te gaan. Is
dat topsport? Nee dus. Kraayen
hof veronderstelde dat mijn ge
ringe mentale veerkracht te ma
ken had met mijn voeding. Ik zou
niet de juiste voeding nuttigen,
waardoor ik ten prooi viel aan
mentale schommelingen. Ik heb
de aanwijzigingen van Kraayen
hof opgevolgd en de ervaringen
zijn goed. Ik voel me sterker, ik
kan mentaal meer aan. Voorheen
kon ik één wedstrijd goed lopen
als ik vermoeid was. Nu kan ik
meerdere snelle races aan."
Ondanks de constante vooruit
gang staat er nog steeds die 1.58
van Hengelo. Een tijd die als een
molensteen om haar nek hing. In
middels heeft ze voor zichzelf een
streep getrokken door die uit
schieter. Was Hengelo dan toch
once in a lifetimel
„Nee, ik geloof nog steeds dat ik
in 1.58 minuten kan lopen. Dat
heb ik al getoond en ik weet dat
ik het weer kan. Als ik naar mijn
prestatiegrafiek sinds 1991 kijk,
dan schiet Hengelo eruit. Maar
verder loopt de lijn gestaag naar
boven. Er is constant progressie
geweest. Nog steeds. Dus die tijd
komt heus weer in beeld. Ik moet
dat proces niet forceren, ik moet
me niet blind staren op die 1.58.
Dat heb ik wel jaren gedaan,
waardoor die race in Hengelo me
ging achtervolgen. Zei je Stella
Jongmans, dan zei je die wed-'
strijd in Hengelo."
De strijd tegen haar persoonlijk
record was ook de strijd tegen de
gammele basis van de topsport,
waarin voor atleten met een la
biele geest slechts een geestelijke
quarantaine soelaas lijkt te kun
nen bieden.
„Ik train me tien maanden per
jaar het leplazerus om in die ene
wedstrijd de limiet te halen of
een toptijd te realiseren. Wind,
ijzel, kou, regen, niets mee te ma
ken. Het is afzien, afzien en nog
eens afzien. Want dat is de 800
meter: zelfpijniging. En dat alles
voor die ene wedstrijd. Je moet
psyschisch verschrikkelijk sterk
zijn, want iedere tegenslag kan
roet in het eten gooien. Mijn va
der is onlangs ontslagen. Dat
heeft een tijdje door mijn hoofd
gemaald. Maar moet ik dan tegen
de baas van mijn vader zeggen
dat hij wacht tot na het WK in
door, zodat ik me onbezorgd kan
voorbereiden? Een ander voor
beeld. Drie dagen voor de Wa
randecross reed ik hier in de
buurt een Doberman aan. Het
dier overleed waar ik bij zat.
Thuis heb ik ook een Doberman,.
dus ik voelde me verschrikkelijk
beroerd. Ik ben een week van slag,
geweest. Maar ik moest 's zon
dags wel die cross lopen. Ik trilde
van top tot teen, eindigde in de
middenmoot. Dat zijn van die
dingen waar je geen grip op
hebt."
Door schade en schande is Stella
Jongmans wijs en volwassen ge
worden. Nu lijkt ze lichamelijk
en geestelijk in balans te zijn.
Privé heeft ze aan haar vriend en
ex-topsporter Robert de Wit een
ideale tegenpool. Vanuit sportief
oogpunt gaf ze het voorbije win
terseizoen haar visitekaartje
meerdere malen af. Financieel
heeft ze haar zaakjes op de rails
staan. Volledig legaal via haar
eenmanszaakje: Jongmans Pro
motions. Ze wil problemen met
de belastingdienst reeds in de
kiem smoren. Alles moet legaal
en netjes, geen financiële polo
naise. Haar studie commerciële
economie boeit, met Hyundai,
Playboy en Nike heeft ze drie
grote geldschieters. Stella Jong
mans kan van en door de sport le
ven.
Atlanta 1996 moet een beloning
opleveren. Al zal de weg naar
haar tweede Spelen niet ge
speend zijn van tegenslagen. De
eerste moest ze onlangs accepte
ren. Ze werd (voorlopig) niet in
gedeeld bij de categorie A-top
sporters van het NOC*NSF.
Jongmans gooide haar kont tegen
de krib en trok verontwaardigd
aan de bel.
„Ik dacht 'wat is dat voor gezeik,
ik hoor thuis in de categorie A-
topsporter'. Bleek dat het
NOC*NSF een beetje met de nat
te vinger door de voordrachten
van de KNAU was gegaan. Die
wel, die niet. Het lijkt verdomme
wel een grabbelton. Ja, daar ga ik
zelf achteraan. Sommige mensen
moet je wakker schudden. En
daarbij, wie in Nederland het
hardst schreeuwt, krijgt het
meeste."
Hij zal nog moeite krij
gen om thuis een plaatsje
te vinden voor alle tast
bare herinneringen die
nu nog z'n kantoor in
Zeist versieren.
Na 37 jaar dienst bij de
KNVB maakt competi
tieleider betaald voetbal
Jan Huijbregts gebruik
van de vervroegde VUT.
Veel van de relatie-ge
schenken uit die periode
zal hij inpakken en mee
nemen. Wegens plaatsge
brek blijft zijn tafel ech
ter in Zeist staan. Een
fraai exemplaar, met
voor Huijbregts een even
fraaie historie. Immers,
aan dezelfde tafel nam
bestuurslid Lo Brunt in
1958 de piepjonge Jan
Huijbregts aan als mede
werker op de wedstrijd
afdeling.
'De oude zal men eren
De jonge zal men leren
De wijze zal men vragen
De zotten zal men verdragen'
oor Jaap van Essen
eist - De les die de uitgesne-
'n inscriptie in de oude eik-
outen tafel leert, is door
a Huijbregts begrepen,
ooral de laatste tien jaar
it het vrij snel met de wis-
ng van de besturen bij de
VB. Ik had altijd het ge-
dat ik me bij een nieuw
uur weer helemaal moest
ijzen. Zo'n nieuw be-
r, dat vond ik best wel
oeiend."
„Maar ik ben nu wel op een leef
tijd dat ik dat niet meer heb.
Mensen moeten gewoon aanne
men dat ik in al die jaren bij de
bond gepokt en gemazeld ben,
dat ik weet waarover ik praat. Ik
heb helemaal geen behoefte meer
om mezelf te gaan bewijzen."
Jarenlang was Jan Huijbregts zo
ongeveer het gezicht van de
KNVB. Zijn talloze optredens in
Studio Sport bij bekerlotingen
waren daar de oorzaak van.
Huijbregts was ook de enige con
stante factor in het bestuur be
taald voetbal sinds 1965.
Zes kabinetten waren er sinds
dat jaar, de secretaris bleef als
professional altijd zitten. „Het is
net als in de politiek. De minis
ters blijven komen en gaan, de
hoge ambtenaren op de ministe
ries blijven zitten. Bestuurders
zijn passanten, werknemers de
constanten."
Voorzitters
Huijbregts kreeg achtereenvol
gens te maken met Coler, Hoge-
woning, Vilé, Van der Louw, Van
Rooijen en nu met Staatsen als
voorzitter. Hij zag de stijl van
besturen veranderen, zag het ty
pe bestuurder veranderen.
Huijbregts is er de persoon niet
naar om bij zijn afscheid eens
lekker om zich heen te schoppen.
Hij wil wel kwijt dat hij tijdens
het kabinet Van Rooijen een
zware tijd had. „Van Rooijen
werkte in Brussel, daarom gin
gen we op zaterdagochtend ver
gaderen. Dat was niet leuk. Bo
vendien hielden we onder hem
op zondagavond telefonische
vergaderingen. Zat je thuis op de
bank met een paar glazen wijn
en moest er eindeloos gesoebat
worden. Dan dommelde ik eer
lijk gezegd wel eens een beetje
weg."
„De laatste jaren heb ik veelal te
maken met mensen die ook
maatschappelijk hoog op de lad
der staan, voor wie het besturen
dagelijkse praktijk is. Vroeger
had je bijvoorbeeld nog Henk
Zon, een kolenhandelaar, dat is
nu ondenkbaar. Alhoewel, Renze
de Vries was varkenshandelaar.
Maar het is natuurlijk ook al
weer een tijd terug dat die hier
zat."
Renze de Vries is overigens een
van de bestuurders met wie
Huijbregts nog immer contact
heeft. Ook met bijvoorbeeld Vilé
en Van Hilten prikt Huijbregts
met enige regelmaat een vorkje.
„Het zijn veelal zeer uiteenlo
pende figuren geweest die in de
besturen zaten. Onder Hoogewo-
ning ben ik nog ingewijd in de
drank- en eetcultuur. Ik was een
leek op dat gebied, maar moest
destijds wel regelmatig diners
organiseren, terwijl ik echt de
ene wijn niet van de andere kon
onderscheiden. Als ik straks in
de VUT ben, ga ik trouwens een
cursus vinologie voigen."
Handtekeningen
Het voetbal zat Jan Huijbregts al
vroeg in het bloed. Als speler
was hij geen topper, hij voetbal
de weliswaar bij ADO, maar
slechts in de lagere elftallen. Hij
was wel idolaat van het spel.
„Mijn vader was een verzame
laar op voetbalgebied. Die had
een hele bibliotheek met voet-
balboeken. Hij wist alles, hield
alles bij. Dat droeg hij ook op mij
over. Ik heb nu nog hele boeken
vol handtekeningen van de grote
spelers uit de jaren na de oor
log."
In de jaren vijftig had Huijbregts
een goede baan bij een importeur
van auto's, maar toen de KNVB
iemand voor de wedstrijdafde
ling zocht, solliciteerde hij. „Het
trok me enorm, altijd met voet
bal bezig zijn. Dat ik werd aan
genomen was een verhaal apart.
Ik moest op sollicitatiegesprek
komen en had tegen mijn baas
gezegd dat ik naar de tandarts
moest. De afspraak bij de KNVB
was om negen uur, maar ik
moest lang wachten. Ik zat me
zelf op te vreten en had net be
sloten weer naar mijn werk te
gaan, toen ik eindelijk binnen
mocht komen. Doordat ik zo op
hete kolen had gezeten, wilde ik
snel weer weg. Ik was mijn zenu
wen kwijt, kreeg iets noncha
lants over me. En daardoor werd
ik aangenomen."
In de eerste jaren bij de KNVB
hield Huijbregts zich bezig met
de programmering van het be
taalde voetbal en de amateurdis
tricten Zuid I en Zuid II. Het sa
menstellen van de speeldagen
kalender was destijds natuurlijk
handwerk. Huijbregts heeft nog
steeds de talloze houten latjes op
zijn kantoor die als hulpmiddel
bij de wiskundige berekeningen
dienden.
„Als ik ga jongleren met die lat
jes kan ik in principe beter een
programma maken dan een com
puter. Tenslotte draait die com
puter ook op een programma dat
is gebaseerd op dezelfde wiskun
dige reeksen die ik gebruik."
Professor
Toch wordt sinds enkele jaren
een professor in de wiskunde,
Jan Telge van de TH in Ensche
de, ingeschakeld om met behulp
van een computer de program
ma's van het betaalde voetbal in
elkaar te sleutelen. Jan Huij
bregts weet zeker dat hij het
werk van Telge net zo goed kan
doen.
„Maar als we het hier zelf doen,
roept iedereen dat het niet deugt,
omdat tien procent van de wen
sen van de clubs en overheden
niet is gehonoreerd. Als een pro
fessor uitlegt dat er echt niet
meer inzat, dan gelooft men dat.
Als ik hetzelfde zeg schijnt dat
toch minder gewicht in de schaal
te leggen."
En dat het niet mogelijk is met
alle verzoeken en eisen rekening
te houden, dat is wel zeker vol
gens Huibregts. „Er is geen eer
meer te halen aan dat program
ma. De verzoeken zijn soms ab
surd en vooral enorm in aantal.
Meer dan 160 eisen had men vo
rige keer.
In het buitenland snapt men
niets van ons. Daar wordt altijd
gespeeld. In Engeland speelt
men zelfs bijna bij voorkeur tij
dens de feestdagen, omdat er dan
veel publiek komt. Hier kan dat
absoluut niet, want dan moeten
de politie-agenten vrij zijn."
Spin
Een beetje hebben de problemen
rond de programmering, die on
langs hun hoogtepunt kregen in
het bedanken van de Ajax-spe-
lers voor Oranje, ook wel meege
speeld bij het besluit van Huij
bregts om vervroegd in de VUT
te gaan.
„Tot 1992 was ik de spin die
midden in het web zat. Na de re
organisatie kwam ik toch iets
anders in dat web te zitten. Ik
kon kiezen welke managerspost
ik wilde. Ik koos voor de porte
feuille Technische Zaken, dat
houdt in dat ik verantwoordelijk
ben voor alle zaken rondom
Oranje en het competitiepro
gramma. Het ene deel, Oranje,
doe ik met veel plezier, alles
rondom het programma vind ik
niet echt leuk meer."
„Eigenlijk had ik nooit zo over
mijn pensioen nagedacht. De
mogelijkheid om er eerder mee
op te houden bestaat ook pas
sinds 1994. Ik heb best lang ge
twijfeld, heb veel moeten wikken
en wegen. Er is wel van alles ge
suggereerd, zelfs dat ik weg zou
moeten, maar de hoofdreden is
gewoon dat ik leuke dingen wil
gaan doen."
„Een vroeger bestuurslid heeft
mij wel eens duidelijk gemaakt
dat het niet iedereen gegeven is
om 70 of 80 jaar oud te worden.
Als je nog gezond bent, waarom
zou je dan niet genieten van je
vrije tijd? Het is gewoon zo dat ik
27 jaar een baan met veel stress
en structurele werkweken van 60
uur of meer heb gehad. En ik wil
op mijn zeventigste nog zonder
bibberen een glas wijn naar de
mond kunnen brengen."
„En natuurlijk, er is veel veran
derd. Toen ik in 1965 als secreta
ris begon, was er 1 juffrouw op
kantoor, nu een stuk of twintig.
Ik ben jarenlang de kapitein op
het schip geweest, ik gaf aan of
we een tikje links of rechts moes
ten. Nu, na de herstructurering
doen anderen dat. Maar begrijp
me goed, dat zijn niet de woor
den van een verbitterd man, he
lemaal niet. Het is gewoon een
constatering."
Feyenoord
Echt verloren gaat Jan Huij
bregts ook niet voor het voetbal.
In de eerste plaats blijft hij actief
bij de Europese voetbalbond,
UEFA. Bovendien was nog niet
bekend dat hij wellicht in de
VUT zou gaan, of de clubs hin
gen aan de telefoon.
„Feyenoord was niet de enige,
ook niet de eerste. Dat clubs mij
benaderden, deed me veel deugd.
Het is toch een blijk van waarde
ring."
„Ik heb twee gesprekken gehad
met Jorien van den Herik en ja
gezegd tegen Feyenoord. Ik heb
niet echt iets met die club, al
kwam ik er vaak toen de KNVB
nog in Den Haag zat. Ik word se
cretaris van het bestuur dat in
totaal maar uit drie mensen be
staat.
Op 3 april meld ik me in De
Jan Huijbregts.
Kuip, dan zullen we kijken hoe
de taken precies ingevuld gaan
worden. Nee, ik begin niet eer
der, ik wil voorkomen dat ik met
twee petten op kom te zitten."
Voor het zover is wachten Huij
bregts nog een paar weken werk
in Zeist. Tot op de laatste snik
wordt hij geconfronteerd met de
Nederlandse voetpraktijk van
alledag. Onlangs ontstonden er
ineens weer problemen over
twee duels van Ajax, die ai
FOTO ARCHIEF DE STEM
maanden geleden waren vastge
steld. Op 30 april mag Ajax thuis
niet tegen Utrecht spelen, terwijl
de Maastrichtse politie ineens
bedacht dat 5 mei een nationale
feestdag is, en een voetbalwed
strijd MVV-Ajax derhalve onge
wenst. Jan Huijbregts zucht eens
diep: „Tsja, je raakt gewend aan
dat gedoe. Ik zal er in ieder geval
alles aan doen om te zorgen dat
het programma 'schoon' is wan
neer ik hier echt vertrek."