Jan Wolkers haalt nog eens uit Er werd volop gedrukt en gelezen tijdens de Bezetting Het circus heeft geen tent KINDERBOEKEN 4Ons kleine oorlogje' en de woede van Zoetermeej DESTEM BOEKENGIDS PESTEM 'Zwarte bevrijding': een fel boekenweekessay- Dierentemmer en paddenkusse VRIJDAG 10 MAART 1995 Door Y.Né De titel Boem de nacht van K.Michels tweede poëziebundel, doet vermoeden, dat hij op het zelfde spoor verder ging als in zijn eersteling Ja! naakt als de stenen, die vol met uitroepen staat. Inhoudelijk is hij niet echt veranderd. Het gaat hem nog steeds om het ordenen van de vrijwel onbegrensde wereld van de ervaring, waarvan het gelijk tijdig plaatsvinden van de din gen het grootste probleem lijkt. Er is nu echter veel meer rust in zijn teksten. Afzonderlijke woor den en beelden krijgen een gelijk accent. Daardoor wordt het ge dicht als eenheid ervaren, on danks de wisselende perspectie ven. Zo zit hij naar een leeggeruimd tafelblad te staren en dan volgt: 'het zand ruikt muf/ het licht werpt lange/ schaduwen over het veld/ in de struiken ritselt het'. Het tafelblad is een landschap geworden, waarin hij in gedach ten ook een huis plaatst. De verkeersinformatie op de radio brengt hem weer terug naar de alledaagse realiteit, die hem ech ter geen houvast kan geven. Hier gelukkig niet meer de naïef aandoende filosofieën, die de richting in zijn eerste bundel aangeven en die zich meestal als niet al te verrassend proza laten lezen. Michel studeerde filosofie en heeft die houding nu doen opgaan in en ten bate van zijn poëzie. Hij schrijft, dat elk teken iets is, dat voor iets anders staat. Na herhaalde lezing vermoed ik, dat hij dit met al zijn woorden voorheeft. Maar de associaties doemen nergens expliciet op. Het is alsof ze indrukken be schrijven vanuit een toestand tussen waken en slapen in: 'De reis is zwaar, de zee is donker/ en heel diep. Op het wateropper vlak/ drijven lichte kluwens zee wier// Er zijn zoveel signalen die oplossen/ in de witte ruis, bood schappen, erotische stijlfiguren die het spoor bijster raken/ en vernevelen alvorens aan te ko men'. Hij twijfelt aan het bestaan van een echt bewustzijn. Er zijn al leen stromen: de overvloed aan dingen om ons heen, aan recla meboodschappen, nieuwsberich ten en het is onduidelijk welke richting ze opgaan. Tijdens de afwas hoort hij op de radio de stem van Nescio. Dit leidt tot een bespiegeling over de ether, over deze 'tussenstof', die licha men op verschillende plaatsen en tijdstippen bij elkaar brengt. Die gedachte levert ook het mooie beeld op van 'een veer boot/ die tussen twee haven hoofden// twee wallen en valu ta's/ schippert in een naar adem/ snakkende keerbeweging zoals/ olympische zwemmers die ma ken'. En als de boot, buiten de regels, stilligt tussen de twee oevers in, is dit eigenlijk het ultieme moment. Daarin is het wachten op de stroom die naar 'de derde oever' zal leiden. Het is mede het stiltegehalte, dat de kracht uitmaakt van deze gedichten. Verwijzingen leiden nergens tot verheviging, een cli max of totaaloverzicht. Ze blij ven allemaal onder de opper vlakte schijnen zonder een dui delijke uitspraak te willen doen: de dingen' bestaan naast en door elkaar heen als kluwens zeewier. Zo treft men in 'Op weg naar de koelkast' teksten aan, die zo uit reclamefolders geplukt lijken, afgewisseld met tv-beelden van een lavastroom door een straat van een stad en een telefonische enquête, terwijl de dichter zich 'beroerd, een gebroken ei/ een blote dooier schommelend in een glazen kom' voelt. Hij is rich tingloos, onderweg tussen twee polen, tussen heet en koud, tus sen koud en heet, zonder meng- kraan. Deze poëzie is er niet één van concentratie. Ze heeft vaak een prozaïsch vertellend karakter, waarin ook haiku-achtige en ab surdistische teksten. Het sterkst vind ik die gedichten waarin concrete situaties in eenvoudige taal worden weergegeven en met andere, suggestieve zinnen door regen. Zo wordt een kring van licht in een huiskamer een circus zonder tent. Het meeste bevindt zich volgens Michel in het don ker. Daar wacht het op het ex ploderen van de nacht, 'op ge boorte. Het circus heeft geen tent De Italiaanse populieren ruisen Af en toe plant zij een rode speldeknop in het naaipatroon De man loopt door de gordijnen en keert terug met een glazen kom Hij struikelt, zwabbert met zijn benen houdt nog net zijn evenwicht De goudvis straalt Het schimmige publiek roept 'oei' De vrouw herschikt een van haar borsten en wrijft over haar zwangere buik ■K. Michel: 'Boem de nacht'. Uitg. Meulenhoff, prijs 34,90 Door Johan Diepstraten Door het kiezen van 'De vijftig ste mei' als thema, heeft de CPNB een politiek gekleurde Boekenweek georganiseerd. Hoewel het Boekenweekge schenk in principe los staat van het thema, is Serenade van Leon de Winter een oproep aan de lezer om de consequenties te trekken uit de politieke ont wikkelingen. Als schrijver van het Boekenweekessay had Jan Wolkers de taak om de lezer te prikkelen zodat hij nadenkt over de vraag wat de bevrijding heden ten dage nog betekent. In die zin is Zwarte bevrijding het voorwerk voor de novelle van De Winter. In een fel essay laat Wolkers er geen misverstand over bestaan: de beweegredenen om te her denken en het bevrijdingsfeest te vieren worden wel erg gering voor degenen die de toestand kritisch onder de loep nemen. 'Het onuitwisbare bloed van de martelaren van onze bevrijding schijnt als goudaders naar de zakken van een stel haaien en hyena's te vloeien die denken dat Vijftig Jaar Bevrijding het zelfde is als een spektakel als Sail Amsterdam.' Aanklacht Het is niet voor het eerst dat Wolkers uithaalt naar de wijze waarop Bevrijdingsdag wordt gevierd: een van zijn beste ro mans, De perzik van onsterfe lijkheid (1980), speelt zich af op deze ene dag van het jaar en is ook te lezen als één lange aan klacht tegen dit fenomeen. In het Boekenweekessay Zwarte bevrijding beschrijft Wolkers heel direct zijn weerzin en haalt en passant de politiek over de hekel: 'De mooiste plekken in ons land vallen ten prooi aan platvloerse project ontwikkelaars en worden in ijl tempo volgeëtterd met nepar- chitectuur. De boeren en vis sers worden de dupe van een strategie die de politiek voor ze heeft ontworpen. Er doen zelfs geruchten de ronde dat het mi nisterie van defensie het plan heeft om met de grootste ver vuiler van het televisiescherm in ons land een contract te sluiten om bepaalde aspecten van het bevrijdingsfeest door de krijgsmacht te laten ver slaan. iUs je aan de geldbeluste klefheid van het stel denkt dat daar de scepter zwaait, belooft dat weinig goeds.' In het eerste deel van Zwarte bevrijding haalt Wolkers herin neringen op aan wat hij zelf in Leiden meemaakte in die mei dagen van 1945. Met afkeer Jan Wolkers beleefde hij de 'aan waanzin grenzende uitbundigheid' en vervreemdde van alles en ieder een: 'Ik voelde me een schim vandaag in rouw gedompeld.' De jaren vijftig waren voor Wolkers 'de voorzetting van de armoedige en laffe vooroorlog se tijd', de frisse lucht van de jaren zestig was hooguit even hoopgevend. Nee, het kwaad nam steeds weer de overhand. Er is eigenlijk geen enkele re den om uitbundig de Bevrijding te vieren zoals dat al jaren gebeurt. Het is om die reden dat Wol kers op de vierde mei niet te vinden is tussen belangrijke en minder belangrijke Nederlan ders aan de voet van het Natio naal Monument. Hij staat op de kleine gedenkplaats even bui ten Amsterdam, omdat daar een man in hemdsmouwen nog 'zo echt en gevoelvol' de Last Post blaast. 'En iedere keer had ik de nei ging om met de tranen over FOTO KLAAS KOPPE mijn wangen te roepen, zoals Oliver Hardy in Saps at sea, Blow the horn, Stan.' Blow the horn.' Dan ziet Wolkers geen scenes van heldendom en moed voor zich, maar het beeld van een gevallen soldaat die uit een vrachtwagen wordt getrokken, en hoe 'zijn zwarte krullen langs het ruwe hout omhoogge- streken werden alsof de wind erdoorheen blies.' Jan Wolkers: 'Zwarte Bevrij ding.' Boekenweekessay. Uitgave CPNB. Prijs 4,95. Door Camiel Hamans Nood leert bidden, oorlog vech ten. Maar niet altijd. Speelde de boekdrukkunst, volgens de woorden van Schiller, een es sentiële rol bij de opstand tegen Spanje, waren de Franse bezet ters zo beducht voor het vrije woord dat er geen letter druks mocht verschijnen zonder toe stemming van de censor, het hoofd van het Ministère de la Pensée, generaal baron Pomme- reul, en trachtten de Napoleon tische opsporingsambtenaren de dichter Helmers zelfs net na zijn overlijden nog te arreste ren, tijdens de Tweede Wereld oorlog was de situatie in Neder land anders. Er verscheen veel verboden drukwerk: kranten, pamfletten en literatuur. De produkten der schone letteren waren echter slechts voor een klein deel van opruiende aard. Vanaf 1 april 1942 waren letterkundigen ver plicht zich aan te melden voor de Kultuurkamer. Wie dat niet gedaan had of niet kon vanwege zijn joodse afkomst, mocht niet meer publiceren. Bekende schrijvers, en goede vaderlan ders, als Nijhoff, Van Vriesland, Van Duinkerken, Helman en Theun de Vries, raakten zo hun podium kwijt. Ze gingen onder gronds. Een deel van deze literatoren was het officieel publiceren al moeilijk of onmogelijk gemaakt. De Duitse bezetter had een aan tal boeken om politieke redenen verboden en voor nieuwe uitga ven was een papiervergunning vereist. Die werd natuurlijk niet verleend, als er bezwaar be stond tegen de auteur of de die uitgestoten werd.' Het wa ren immers, althans in de ogen van Wolkers, tijden van 'som berheid en grote verwarring en verloedering.' Deze afwijkende zienswijze illustreert Wolkers met veel voorbeelden en het «4 6,/u fiy£, fy'/filt* ttytm ~/y—t.- Bladzijde uit 'Omne Animal' (1944) van Bertus Aafjes met een prikkelende tekening van Cees Bantzinger. resultaat is overtuigend. Veel veranderde er niet na de oorlog. Regenten en onderre genten in zwarte driedelige kostuums namen de touwtjes weer in de handen. De Indische kwestie verpestte de sfeer in Herrijzend Nederland. Duizen den jongemannen zijn 'door de ploerterige domheid van de po litici uit die tijd zinloos gesneu veld in de modder van de sa- wahs, de gezinnen waar ze uit kwamen tot op de dag van inhoud van diens werk. De dichtader zocht echter een uitweg. En zoals een debutant die overal nul op het rekest krijgt, vaak geen andere oplos sing ziet dan een beperkte uit gave in eigen beheer, zo ver schenen er in de oorlogsjaren talloze bundels in beperkte edi ties. Soms in enige op de schrijfmachine overgetikte exemplaren, soms gestencild, maar even vaak in prachtige bibliofiele vorm. Gedrukt in kleine oplagen, fraai verzorgd, rijk geïllustreerd, op kostbaar 'georganiseerd' papier en in kleur. In totaal zijn er ruim duizend van dit soort uitgaven bekend. In de oorlog werden ze al verza meld. Dirk de Jong, de officiële bibliograaf van het boekenvak, was een van deze collectioneurs. Samen met zijn Vlaamse vrouw hield hij salon. Jonge dichters als Nol Gregoor, Anthony Bos man, Rico Bulthuis, Maarten Vrolijk en Johan van Delden kwamen bij hem over huis en lazen hun verzen voor. De Jong kon via zijn werkgever Uitgeve rij Sijthoff de verzen laten drukken en zelf uitgeven. Om dat hij onderduikers herbergde koos hij voor de naam de Her- berg-reeks. De Jong was een verwoed ver zamelaar van exclusieve boe ken. Wat er ondergronds ver scheen, probeerde hij te be machtigen en vandaar dat hij tijdens de oorlog al een groot gedeelte van alles wat niet ge publiceerd mocht worden in huis had. Zijn collectie heeft het bombardement op het Haagse Bezuidenhout op wonderbaar lijke wijze doorstaan. Het apo criefe verhaal vertelt dat de verboden verzameling in één af gesloten kast zat. De rest van het huis en van zijn boeken schat viel ten prooi aan de vlammen. De kast bleef echter onaangetast overeind staan. De Duitsers, die bang waren voor plundering, posteerden, zonder te weten wat ze deden, een gewapende wachtpost voor de verzameling contrabande en' zodoende kreeg De Jong zijn schat onaangeroerd weer in handen. Op basis van dit mate riaal en met gegevens van ande ren kon Dirk de Jong na de oorlog een bibiografie van offi cieel niet verschenen boeken schrijven: 'Het vrije boek in onvrije tijd'. 1019 Titels staan erin en er zijn naderhand nau welijks nog door De Jong ge miste uitgaven boven water ge komen. De Jong - en na hem ieder ander die over het onderwerp publiceert - maakt onderscheid tussen twee categorieën: illegale en clandestiene uitgaven. 'Ille gaal waren het proza en de poëzie die rechtstreeks gericht waren tegen de bezetter en zijn trawanten. Clandestien daaren tegen was de 'normale' litera tuur die geschreven en uitgege ven werd door auteurs en uitge vers, die zich niet wensten te onderwerpen aan de door de bezetter gestelde voorwaarden.' Het merendeel van de verboden boeken was clandestien, niet il legaal. Voor het gevaar maakte dit theoretische verschil echter nauwelijks wat uit. De Groningse kunstenaar en meester-drukker Hendrik Nico- laas Werkman, wiens 'druksels' nu duizenden guldens op veilin gen opbrengen, werd maart 1945 opgepakt. De bezetters verdachten hem ervan de druk ker te zijn van de Moffenspiegel, een boekje met opruiende kari katuren van 'Adolf de Eerste (en de laatste)' door Karei Links, geen pseudoniem. Het 40 pagina's dikke werkje was een produkt van de illegale uitgeve rij De Bezige Bij en in werke lijkheid gedrukt door De Ko- ningh in Den Haag. Het werd bij ondervraging meteen duide lijk dat Werkman met de Mof fenspiegel niets van doen had. Wel dat hij bijvoorbeeld de man achter de clandestiene publika- tie van Martin Bubers Chassidi sche Legenden was en dat bleek toereikend voor een dodelijke afrekening, drie dagen voor de bevrijding van Groningen. Het verschil tussen clandestien en illegaal lijkt duidelijk en van belang en in sommige gevallen is het dat ook. Want wat is bijvoorbeeld de illegale waarde, in de morele zin van het woord, van de drie krukkige gedichten bundels die de nachtredacteur van de goed-foute Telegraaf mr. Gustavo Bernardo José Hilter- mann, bijgenaamd Hitlerman, in 1944 en '45 bij de goede Wormerveerse drukker Meijer publiceerde? Of van de uitgeverij In Duysent Sorghen, wijkplaats van de zeer misse Albert Kuyle en Anton Erwich, die het in 1945 nog bestonden een bundel Inter ar- ma aan Zwart-Frontleider Ar nold Meijer, 'oprecht patriot' op te dragen. Of het moest zijn dat ze zich in hun duizendvoudige bezorgdheid op deze wijze van een illegaal bewijs van goed gedrag trachtten te voorzien. In andere gevallen is het onder scheid nauwelijks relevant. De Bezige Bij gaf naast Jan Cam- perts Achttien dooden, Henk van Randwijks Celdroom en Het Vrij Nederlandsch Lied boek, met 131 verzetsgedichten, ook Poe, Guy de Maupassant, Gide en Steinbeck uit. De vlie genvanger van Steinbeck was, ondanks de beperkte oplage van 1000 stuks, goed voor een bruto omzet van een ton. Met dit geld werd het steunfonds van toneel spelers die zich niet voor de Kultuurkamer aangemeld had den gespekt. De opbrengst van Camperts gedicht, waarvan tij dens de oorlog 35000 exempla ren verkocht werden, ging naar ondergedoken joodse kinderen. Uitgevers en drukkers maakten zelf ook bijna nooit onderscheid tussen illegaal en clandestien. In Den Haag drukte Fokke Tamminga de verzetskrant Het Parool, het illegale tijdschrift De Vrije Kunstenaar, anti-Duit se gedichten in opdracht van uitgeverij Stols en hem door ontwerper-illustrator Cees Bantzinger en uitgever Bert Bakker aangereikte bellettrie. Bertus Aafjes, die een tijd in Friesland ondergedoken zat en daar volledig droog stond, had ter compensatie een erotische verzenbundel geschreven: Omne animal. Met verzetspoëzie had het niets van doen. Toch waag de Tamminga zijn leven ervoor en met reden. 'De kracht van de poëzie als menselijke levensuiting,' schrijft de Amsterdamse biblio thecaris De la Fontaine Verwey in het voorwoord van Dirk de Jpngs Het vrije boek in onvrije tijd, 'is zelden zo sterk gevoeld als in die jaren.' 'Toen de vrije Nederlander zelf zijn lectuur wilde kièzen en vindingrijke geesten ervoor zorgden, dat die lectuur gedrukt werd.' Door Ton Verbeeten Het tweede nummer van Zoeter- meer, het blad van de jongste literaire generatie, verschijnt na de Boekenweek en heeft als mot to 'De oorlog is voorbij'. Een presentatie in de Amsterdamse discotheek Roxy gaat niet door, omdat de organisatie niet rond kwam. Willen de jongeren van Zoeter- meer de oorlog bagatelliseren? Sommige mensen denken van wel. Op initiatief van de schrijf ster M. Februari houdt de Stich ting Literaire Activiteiten Am sterdam (SLAA) op 30 maart in De Balie de tegenmanifestatie over de vraag of er bij de gene ratie jongeren nog zoiets bestaat als 'affiniteit met het nationale verleden en met de mensen die dat verleden hebben beleefd'. Mirjam Vosmeer, Joris Moens en Rob van Erkelens van de redac tie van Zoetermeer, in vergade ring bijeen in het pand Singel 262 in Amsterdam, waar haar uitgeverij Nijgh Van Ditmar huist, spreken van een 'hyste rische reactie'. „De oorlog bagatelliseren? Het tegendeel is waar", zegt Rob van Erkelens. „Die mensen van die tegenavond van de SLAA roe pen: 'Die kids zijn ontzettend fout en vervelend'. Alsof wij het bestaan van concentratiekampen ontkennen. Laat ik beginnen met te zeggen wat we echt be doelen. Wat ons betreft zou de aandacht in de Boekenweek ge richt moeten zijn op de brand haarden van nu. Daar zijn wij mede verantwoordelijk voor. Waarom voor de zoveelste keer alleen herdenken wat een halve eeuw geleden gebeurd is, terwijl onze hulp elders nodig is?" Rob van Erkelens zegt het koel. „Het lijkt wel of ze ons voor een tribunaal willen slepen," voegt Joris Moens toe. Mirjam Vosmeer geeft een nadere toe lichting: „Wat ons tegenstaat aan de Boekenweek is de stapel goedkope boekjes van het soort 'Mijn bevrijding', samengesteld door Ivo Niehe, die de uitgeverij en, ook de literaire, op de markt gooien om de mensen geld uit de zak te kloppen. Dat wilden we op een prikkelende manier aan de kaak stellen. Voor de aller laatste keer zouden er bloembol len geserveerd worden." Rob: „Als Harry Mulisch over de oorlog in ex-Joegoslavië zegt: 'Die is post-modern, die begrijp ik niet', dan ervaar ik dat als aanstootgevend. Van collega Mulisch hoor je alleen hoe ro mantisch de oorlog was. Daar schrijft hij boeken over die een vorm van amusement vertegen- Rob van Erkelens: fij dingsdag is gebaseerd"op, FOTO KLAAS nationalisme. u» woordigen. Dat is mystificer. maar het verkoopt goed." „Het gaat altijd om de vi generatie, om de kinderen nu. En kinderen kennen de log van de televisie de i Vraag is wat dat voor opwerpt. Oorlog dat is Vietna De films over de tweede werE oorlog zijn niet in kleur 'Born on de fourth of julj 'Platoon' van Oliver Stone dé films omdat er muziek The Doors in zit." Mirjam: „Ze kijken naar J|] net als de hele wereld. In sterdam leven mensen van nationaliteiten en dan hebben wij onze herdenking' ons kleine oorlogje." Rob: „Het gaat niet om de li denking, de dodenherdenfc zouden we eeuwig moeten den, maar die debiele bi dingsdag die mag weg. D gebaseerd op eng nationals; Zo is onze wereld niet meer. ik op Internet communiceer, iemand in Zaïre die mij veil dat zijn opa twee weken gel is doodgeschoten en ik zou gen 'Ik weet precies watjevn mijn opa is ook doodgescho in de tweede wereldoorlog', demonstreer ik daarmee hoe, surd heden en verleden over elkaar staan. Het g het leven en het leed van nu, van toen." Joris: „Voor onze generaties tweede wereldoorlog mythe, de lagere school, tien ik, vond ik die verhalen pn tig. Oorlog, dat was avonti Hoeveel inzicht heeft dat opgeleverd? Ik heb langs d van eigen beleving in mijn 'tijd uitgezocht hoe erg oorl De geschiedenis van de twe wereldoorlog heeft daar uitt delijk maar heel weinig aan gedragen. Jan Wolkers hl nooit over de eerste wereldo log geschreven, geheel volgi het principe dat je moet si ven over wat je nu meemaakt' Door Muriel Boll De omslag van een boek kan een volslagen verkeerde indruk ge ven: Temmer Tom heeft veel hard blauw en verder ook weinig dat maakte dat ik dat boek on middellijk wilde lezen, maar als je de eerste bladzijden bekijkt, ben je direct verkocht. Zo uitno digend zijn de beweeglijke teke ningen van Philip Hopman. De sfeer, de ijle lijntjes, en hier en daar ook de kleur, roepen herin neringen op aan het werk van Quentin Blake. Tjibbe Veldkamp bedacht een aantrekkelijk ver haal dat de illustrator alle kan sen biedt er iets moois van te maken. Het jongetje Tom is dierentem mer; hij bouwt een trampoline voor slakken en een trapeze voor eekhoorns en bereikt grote hoog ten in de temmerij. Zijn vader durft niet buiten te komen kij ken. Die is doodsbang voor bees ten. Daar moet iets aan gedaan geworden. Kordaat stapt Tom naar de Duizend Dieren-winkel, koopt een ijsbeer en temt hem zo dat er 's avonds een nieuwe witte stoel binnen staat, waarin zijn vader heerlijk zit. De volgende dag halen Tom en de ijsbeer een hele stoet dieren op. De pauwen staan prachtig op de schoorsteen, octopus wordt eem sierlijke kroonluchter, nijl paard plooit zich tot bank en tijger wordt vloerkleed. Toms vader kijkt zijn ogen uit, het nieuwe interieur bevalt hem wel. Tot de voorstelling is afgelopen en de dieren overeind komen en buigen. Van schrik holt pa naar buiten, maar het heeft geholpen. Voortaan is hij niet meer bang voor dieren. Kinderen vinden in dit verhaal veel van hun gading. Wie zou geen dieentemmer willen zijn? En sterker zijn dan je vader is ook niet niks. In Horizon van Laura Lava wa ren de uitbundige platen er het eerst, de tekst volgde. Lava haalt een originele grap uit met de horizon. Die verpest het uitzicht van clown Klaas Wonder. Op een dag gaat Klaas naar buiten, snuift de dauw en zoent de spin nen, en brengt een bezoek aan de horizon. Hij trekt hem uit het landschap, rolt hem op en steekt hem in zijn zak. Thuis horizon een handige wil schommel en paktouwtje gebeurt er als de horizon dwijnt? De wereld wordt chaos, bloemen en vogelsgroi en vliegen in het rond, boven of op hun zij, en des bels gaan ook hun gang. Het ziet er prachtig uit ffl horizon, een wereld die vaag: Chagall doet denken raam en wat je erachter zie: wat er doorheen zweeft. Intus spelen een Ernie-pop en bouter hun eigen spel en wk de figuren op het schilden] vend. Alex de Wolf heeft al boeken geïllustreerd. Nulijt zijn stijl gevonden te hebba elk geval vind ik zijn illusb voor Annabel en de pn® haar dromen heel overtuigt Grote transparante aqua# met zwarte lijntjes waarop paleizen ziet, een koning, gin en prinses en meer val heerlijke onderwerpen om!' kenen. Colette Hellings bedacht M' haal. Het is tijd dat Annabel de man komt en daartoe m een stoet prinsen op. nabel vindt niets van baat ding. 's Nachts sluipt ze buiten, het kamermeisje W haar bij de vijver. A# maakt vreemde geluiden springen vieze padden n rond. Het ergste is dat At ze vangt en kust! En j® mompelt ze: 'Dat is J®. niet.' Wat doet ze toch' probeer mijn man te zegt Annabel rustig. '0® ses heeft haar pad, to alle boeken. Eén kus w verandert hem in de Pn® mijn dromen.' Dag enna,c' Aimabel achter de pat® en dan is er eindelijk rake kus. Annabel vera» een pad. Een toverkus andere kant uittovert. E{ vondst, een leuk boek. JT. Veldkamp en 'Temmer Tom'. Uitg. Ploeg®*] 24,95 ,1,,: L. Lava: 'Horizon'. Uitg- 6t/H2e?li9n°gsenA.de< bel en de prins van naai Uitg. Ploegsma, prijs a»-5 P. Hof I De verfilming van 'Pc en zonder gezicht blijft. Door Wam de Moor Wat maakt een boek tweeling van Tessa de opvallend dat het, baaierd van literatut de Tweede Wereldoor bestseller kon worden meen zegt men dat man staat in het teken naderende verzoening Nederland en Du: nieuwe stijl, waarvan lijk, toch nog, zelfs en: denkingen van de mi komende lente een meekrijgen. De lichte ergernis die r ten en lezers uitten gedrag van de Nederlan te en de waardering blijkt te hebben voor c vallen van de Duitse An tweeling, zouden de j kunnen wekken dat wij aan het verhaal van dr partij. En dat we het vei de eigen partij - wie en dan ook mogen zijn - lai hand wel kennen. Geen ge gedachte, lijkt mij. Maar de bekroning va cher dan? Diens werk is wat we van Presser (d dergang en De na girondijnen), Marga Mi ne Frank, Etty HUlesu: Levi en andere chroniqi de holocaust hebben ge verfilmd, gezien, nog alt minst overbodig. Met aan de hemel begon hi aan een late schrijver maar vooral - en bel dan die carrière - aan soonlijk geestelijk avoi hem bevrijdde van een re last. Het kader van bijna vijf boeken met h ge en directe verslaggc wat hem als joods ki kwam, is zijn leven. Dat begon in 1928 in B oen, kreeg in 1938 eei dams vervolg, toen zij na de Kristallnacht hi winkel in het Kurort achterlaten. Zij maaktf wegkwamen, maar he ynr genoeg, want in 1942 werd Westerbork I land voor Theresien: daarna Auschwitz-Birk ouders kwamen om, Derlach overleefde de et zijn grote leergier zijn bijna onbegrijpeli misme wist hij de drie terstand door de com kampen in te lopen; hi een bestaan op met iQpoerj>n en was van TT 8.3 docent sociologie! Universiteit van Amstei Kloof When we in onze liter °ee d van de Duitser zi deeld van de nazi, d dAtU aeiIiks een boek t nat du zo zorgvuldig °et als Drenkeling. W zovp" i6h0Uden t00n en zoveel gevoel ene- eet te schrijven eze allure is een Quarantaine is 991, O, oog V over groot een u van is een Heeft Pu" aan de in ho+ ïnnt.L. 1945' het 1; i»45 m tal van njssen aan wat laatste i kleine het be uit a tt wat het be jé des terug te k

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 16