Van glorieus 'Grand Hotel' tot bouwval Klom müijK uwmr? De 'gewone' man ging zijn pintje niet drinken in Hotel Rotterdam pESTEM ZEELAND RENAULT .1. Brugge Zn. BV, 01150-17751. verzorgen. Zowel voor kleine als grote bijeenkomsten. Ik weet bij voorbeeld nog dat ik ging koken bij een notaris in Rotterdam, waar de commissaris van de ko ningin op bezoek kwam. Heel leuk werk." De tijd achterhaalde echter ook het Grand Hotel. „Het was te ouderwets geworden," zegt Pier re Standaert. „Wij hadden wel kamers met douche, toilet en telefoon, maar bijvoorbeeld geen televisie. Ik zei altijd: mensen komen om te slapen en niet om 's nachts televisie te kijken. Daar na kwamen er de eisen van brandpreventie en dat soort za ken. Aanpassing van ons bedrijf zou echter volgens mij enorm veel gekost hebben. En een op volger had zich ook niet echt aangediend. Mijn zoon wilde nog weieens wat in de horeca gaan doen, maar ik vond dat die er verstandiger aan deed gewoon zijn - goedbetaalde - baan te blijven uitoefenen. Dat geeft ze kerheid en vrije tijd. Vooral dat laatste heb je eigenlijk in de horeca niet." Zijn gezondheid noodzaakte hem het wat rustiger aan te doen. En zo werd rond 1987 het hotelpand - het bioscoopbedrijf was na een splitsing overgegaan in handen van zijn broer - ver kocht aan een groep projectont wikkelaars. „Die hadden leuke plannen. Wil den er een winkelgalerij bouwen met daar bovenop appartemen ten. Maar daarvoor moesten ze ook de bioscoop in handen krij gen, want onze grote eetzaal lag onder de bioscoop. Het is er tot op heden niet van gekomen, ken nelijk is die markt ook een beetje ingezakt. Jammer, want het is daar toch een fraaie plek. Hoe eerder hoe beter, want nu - met nog eens een schutting voor de benedenverdieping - ziet het er eigenlijk niet uit. Geen visite kaartje voor Terneuzen." DONDERDAG 23 FEBRUARI 1995 C4 •De eetzaal van Hotel Rotterdam omstreeks 1960. foto familie standaert Piet Baert werkte in het hotel als portier en kruier. foto archief baert Het Grand Hotel Rotterdam anno 1870. tt Deftig .Een deftig hotel," zegt Pierre. ■Met voor de oorlog nog meer «nzien dan in de jaren daarna. "e'gewone' man, om het zomaar 5 uit te drukken, keek er een je tegenop. Hij ging daar zijn biertje niet drinken." "3t deed wel een uit Brabant «komstige slager die, geheel ,0'gens de gewoonte van zijn 8Aoortestreek, zondags na de "is een borreltje bij al zijn hore- "-klanten ging drinken. Hij le- "®de ook aan Hotel Rotterdam. -Dus op een zekere zondag ™am hij ook bij ons. Maar hij «ond moederziel alleen. Hij [toog toen aan mijn moeder: 'omen er hier nooit mensen na mis? Nee, zei mijn moeder, is hier niet de gewoonte. Oh, ®aar dan kom ik maar niet :'r> zei die slager. En weg was jj°tel Rotterdam was meer de es'emming van Franse toeris- die wat dagen Nederland ™amen doen, en van mensen 1geld uit 'Holland'. „Die r^men met de boot aan in keuzen. En op de steiger ond dan altijd een huisknecht °ns om met een steekwagen- foto archief baert dubbele airbag. De Laguna Diesel Door Rein van der Helm j vanaf f 44.350.-. Maar informeert u al ook naar de zeer interessante tarieven. Zij verklaren mede waarom iguna zo'n enorm 3S kon worden, vóór de Diesel hikbaar was •en-techniek. iatwerkgarantie EEN EIGEN MANIER VAN LEVEN 23-SZ 30-7R VIER generaties terug was de omgeving van de Westkolkstraat Temeuzens nieuwste uitbrei- dingsgebied. De oude vesting werken waren geslecht en de Westkolkstraat was rijp voor be bouwing. Onder de ondernemers wel iets zagen in deze plek was ook de uit Waterlandkerkje afkomstige Petrus Standaert. Hij bouwde daar een etablissement «stond in 1858 al als hotelhou- in de gemeentelijke registers jenoteerd. Of dat werkelijk klopt, weet zijn achterkleinzoon Pierre niet. „Bij ais in de familie is een stan- iaardverhaal dat in het begin aan deze eeuw een Amerikaan, Rockefeller, had gegeten in het restaurant van mijn grootvader. De Amerikaan adviseerde hem boven zijn restaurant wat ka- *rs te bouwen. Want volgens zouden loodsen, die niet «eer op tijd thuis konden ko men, hiervan veel gebruik ma- ben," zegt hij. „Dat is volgens ®ij de oorsprong van het hotel- ledeelte." het ook zij, de Amerikaan het kennelijk goed gezien. Want vanaf de jaren twintig was Grand Hotel Rotterdam een be- in de Scheldestad. Een ba- ben dat al vanaf het midden van Westerschelde kon worden tje de bagage van de gasten op te halen." Een van die huisknechten was Terneuzenaar Piet Baert, fervent verzamelaar van alles wat met de geschiedenis van zijn stad te maken heeft. Deftig in uniform, de woorden Grand Hotel Rotter dam op de blauwe pet, wachtte hij de hotelgasten op. „Een mooi uniform," zegt Baert, ruim vijftig jaar later. „Ik droeg het ook in het begin van de bezettingstijd nog. Tot op een dag twee Duitsers voor mij in de houding sprongen en voor mij salueerden. Die dachten dat ik een generaal of zo was," zegt hij, nog steeds schaterend over de verbouwereerde soldaten. „Isidoor Standaert, de vader van Pierre, vond dat eigenlijk te ge vaarlijk. En toen mocht ik mijn uniform niet meer aan." Ook Baert kijkt regelmatig met gemengde gevoelens naar het nu vervallen, eens zo statige, pand. „Dan rijd ik voorbij en zie ik het raam van het kamertje waar ik sliep. Jammer dat zo'n mooi ge bouw zo onderkomen is." Isidoor Standaert was een on dernemend man. Hij schatte de mogelijkheden van bijvoorbeeld de in opkomst zijnde film goed in. In 1925 vroeg hij vergunning om een bioscoop te mogen bou wen en op 17 september 1926 - zo blijkt uit het omvangrijke archief van Baert - opende het Luxor-theater zijn deuren. „Mensen die bij de bouw betrok ken waren, en ook wat midden standers, traden lange tijd op als controleurs. Het was een flink gebouw, zeker voor die tijd. Wij konden boven en beneden 480 mensen herbergen, dat is best veel." Zowel voor als in de jaren na de oorlog was het Luxor-theater een begrip. De familie Standae rt, die ook een filmtheater in Oostburg exploiteerde, had met bioscoopexploitant Marquinie in Sas van Gent een overeenkomst gesloten. „Afgesproken was dat wij de zelfde films in dezelfde week zouden vertonen. In Sas begon men drie kwartier later dan bij ons. Zo konden wij in de pauze het eerste deel van de film snel naar Sas brengen en weer op tijd terug om deel twee in onze bio scoop te draaien." Naast het exploiteren van het hotel - waarvan fraaie kleuren- folders een beeld van de 50) ka mers en eetzalen gaven - nam ook het 'eten' een steeds belang rijkere plaats in. Niet zo ver wonderlijk, want van origine voelde Pierre Standaert zich kok. Begonnen als 18-jarig koksma tje in de keuken bij zijn vader deed hij in de loop van de oorlog ervaring op in diverse gerenom meerde restaurants in Neder land. Na de oorlog gevolgd door een opleiding aan de hotelvak school in Den Haag. Die opleiding zorgde voor een hoogtepunt. Trots laat Standaert een foto zien van een gezelschap hoge heren, dat in 1946 in de Trêveszaal de lunch gebruikt. „Herken je die?" en hij wijst op een gezicht. Het is dat van Winston Churchill. Het tweede hoogtepunt in zijn loopbaan noemt hij de maaltijd die prins Bernhard in Hotel Rotterdam genoot na de onthulling van het Terneuzens oorlogsmonument. De toeloop op het hotel nam na Grand Hotel Rotterdam in zijn glorietijd. de oorlog redelijk grote vormen aan. Voor vergaderingen, brui loften en partijen werd steeds meer Hotel Rotterdam (waarom het zo heet weet ook Pierre Standaert niet) gekozen. „Het ging zo goed dat wij in 1952 een nieuwe eetzaal bouwden, onder de bioscoop. We begonnen toen ook maaltijden buiten de deur te Pierre Standaert, de laatste eigenaar van Hotel Rotterdam, met een prijslijst uit 1930. rolgordels achter en verstevigings- balken in de portieren. Alle uitvoe ringen zijn leverbaar met ABS en WEKELIJKS komt hij er nog wel eens een keertje langs. En wekelijks ziet liij het toenemend verval van wat eens een presti gieus gebouw was en een begrip in Terneuzen. Grand Hotel Rotterdam aan de Westkolkstraat. Het doet hem pijn als hij ziet dat er weer wat pan nen van het dak zijn ver dwenen, of dat er een ruit is gesneuveld. „Ik rij dan maar gauw door," zegt de vroegere eigenaar Pierre Standaert (73). foto wim kooyman foto familie standaerl

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 21