Het gevaar van de manesteek Aangenaam kennismaken met zwart Afrika Stichting Verre Reizen en Gezondheid stopt In Gabon is er 'geen enkele reden om toerist niet te laten genieten' Gambia nieuwe winterbestemming Nederlandse vakantiemarkt mESTEM SURPLUS E4 ater BEHEER Schwarzeneggers Passagiers Russisch roulette Sjofel VRIJDAG 20 JANUARI 1995 n, wordt Chanel als het rendabele modehuis be- wd met een geschatte om- ie miljard gulden, drie zoveel als Yves Saint-Lau- e presentaties van de zo- llecties volgende week nen zal Pierre Cardin n ontbreken. Hij heeft be- zijn 150 modellen pas in ari in besloten kring aan lanten te tonen. De coutu- wil daarmee voorkomen en confectiefabrikant zijn erpen de dag na de presen- al heeft gekopiëerd. de vooravond van het jaar moeten de couturiers een ssing vinden om zich te- te stellen tegen de plunde- aldus Cardin. Hij zou g willen dat de haute cou- zijn kenmerken van kwali- en discretie terugkrijgt. s twee jaar brengt hij nog r één collectie per jaar, rin zowel zomer- als win- ode zit. k ligt met ingang van 23 januari ee weken voor een ieder ter w van de sector Stadsontwikke- ectie Milieu, Herengracht 7 te rkdagvan 09.00 tot 12.00 uur en uur. genoemde termijn kunnen be- lijk bij het college van burge- uders kenbaar worden gemaakt, ndeling bedenkingen worden ge- enbare zitting op maandag m 10.00 uur in kamer 4.06 van r en wethouders van Terneuzen stig het bepaalde in artikel 3.19. de Algemene wet bestuursrecht november 1994 bij hen een aan- n van Tire Again terneuzen B.V. g ingevolge de Wet milieubeheer n en in werking hebben van een age en demontage van banden op elijk bekend Mr. F.J. Haarman- raai bekend gemeente Terneuzen, 2657 en 2675. ens de vergunning ingevolge de r te verlenen, onder het stellen ter bescherming van het milieu. ontwerp-beschikking en andere jkken liggen met ingang van heden ter inzage in het gebouw van de ikkeling en -beheer (sectie Milieu), Terneuzen en wel tot 21 februari ag van 09.00 tot 12.00 uur en van uur en elke donderdag van 19.00 stukken wensen in te zien op 19.00 tot 22.00 uur worden ver- Draf mededeling te doen (tel. 01150- tijdens de kantooruren een monde- op de stukken worden verkregen. 995 kunnen gemotiveerde beden- bij het college van burgemeester vorden ingediend, bedenking indient kan verzoeken gegevens niet bekend te maken. ordt verzocht (tel. 01150-75457), ruari 1995 voorts gelegenheid ge lling bedenkingen in te brengen en g van gedachten te wisselen met an, de aanvrager en eventuele overige ordt er tenslotte op gevestigd, dat die bedenkingen hebben ingebracht nschreven wijze en de belangheb- itonen dat zij daartoe redelijkerwijs |n geweest, naar aanleiding van de beroep kunnen instellen bij de af- ling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Terneuzen, 20 januari 1995. Burgemeester en wethouders van Terneuzen, retaris, burgemeester, Brauwer, drs. R.C.E. Barbé. poor Jos Straathof Gabon heeft toeristen wat na tuurschoon betreft veel te bie den. Toch zullen die voorlopig niet in drommen naar het ï.'estafrikaanse land trekken, ifant het binnenland is uiterst ontoegankelijk, ondanks de oanwezigheid van de Trans- jabonais, de spoorlijn dwars door het land. Voor de Euro peanen die in het oerwoud jerken ligt le coup de lune, de oianesteek oftewel de tropen kolder, altijd op de loer. je gids zit op zijn hurken. Hij «•aarschuwt ons hetzelfde te doen en absoluut geen geluid te naken. Zelfs het fototoestel mag t gebruikt worden. Hij knijpt zijn neus, maakt een miau- «nd geluid en roffelt met zijn tanden op de borst. Maar de an- p die hij zo wil roepen, trapt trniet in. Wel antwoordt even la- er onzichtbaar in het groen een piep chimpansees met veel ka- iaal. „We maken te veel lawaai," igt gids Jean-Claude berustend, ft zitten in het oerwoud, in het reservaat van Lopé. Ruim )00 hectare groot, gelegen in het hart van Gabon. Dit West- alrikaanse land, acht keer zo t als Nederland, is voor 80 "procent bedekt met regenwoud. In het reservaat van Lopé liggen grote vlakten savanne-gebied, af gewisseld door plukjes oerwoud. Die ene antiloop mag het laten ifweten, we zien die dag andere antilopen, olifanten, buffels, apen en prachtige vogelsoorten. 's Avonds in het hotel, aan de rand van het reservaat in het dorpje Lopé, blijken we niet de e gasten. Het Vreemdelin- (eiüegioen is gearriveerd. Op het is zitten tien Schwarzeneg gers. „Die zijn hier om de olifan- ïn vast te houden totdat wij een foto gemaakt hebben," fluistert iemand vol ontzag. Maar dit ge deelte van het Vreemdelingenle gioen, uit Libreville overgeko- voor een voetbalwedstrijd n FC Lopé, schaakt, leest en voert een rustige tafelconversa tie. Het hotel ligt aan de oever van de rivier Ogooué, De rivier de Ogooué dwars door Ga bon stroomt en bestaat uit een restaurant met daaromheen een tiental lodges, bungalowtjes met een hoog Out of Africa- gehalte. Het uit zicht is adembe nemend: over de rivier met be moste rotsen, «stroomversnel- linkjes en strandjes, over de heuvels met als blikvanger de kale Mont Brazza van zo'n tweehonderd meter hoog. De blik dwaalt ver der over de sa vanne. In de verte gloort het oerwoud. De inrichting van de bunga lowtjes is luxe. Dat maakt de teleurstelling groter als het water maar niet uit de douche wil komen. De Franse erfenis doet zich in deze ex-kolonie vooral op culi nair gebied gel den. Er mag dan nauwelijks wa ter uit de kraan komen, een fles Baron Philippe de Rothschild bij het eten is geen probleem. Prefect Léon Emane van het de partement van Lopé beseft dat zijn land veel te bieden heeft. „We doen niet onder voor Kenia wat natuurschoon betreft. Er is geen enkele reden om toeristen daar niet van te laten genieten," zegt hij met grote stelligheid. Ze kunnen er alleen nauwelijks bij komen. De geasfalteerde wegen in Gabon beperken zich op een enkele uitzondering na tot de kuststrook, en in het enorme bin nenland is slechts een handjevol hotels. De weinige buitenlanders die het binnenland bezoeken, worden FOTO JOS STRAATHOF hartelijk verwelkomd. In het dorpje Kazamabika, dat rood be stoft langs de weg van Lopé naar het oosten ligt, is de rust groot. Inwoners zitten voor hun hutjes, wachtend op alles wat komen gaat. De onderkomens zijn scha mel, opgetrokken uit roestige golfplaten en ander restmateri aal. De bewoners doen aan land bouw en jagen wat om in het ei gen levensonderhoud te voorzien. De plaatselijke winkelier biedt een lekkernij aan. We kijken ver baasd. Jawel, echte oliebollen. De burgemeester gaat ons voor naar het kerkje, een concreet bewijs dat de mate van geloof niet even redig oploopt met pronkzucht. Hij slaat een kruis voordat hij twee roestige olievaten, die die nen als deur, opzij schuift. Het zonlicht valt door de gaten in het golfplaten dak, op het geïmprovi seerde altaartje. Voor de priester, die onregelmatig langskomt, is er een stoel, gemaakt van betonij zers. Er zijn drie manieren om in Lopé en omgeving te komen. Met een vliegtuigje, een uit de kluiten ge wassen terreinwagen, of de trein: de Transgabonais. Ach, de trein. In de jaren zeventig had iedere Afrikaanse president zijn presti ge-project. De een bouwde een kathedraal in de woestijn, presi dent Bongo van Gabon wilde een spoorlijn, van Libreville aan de kust naar Franceville in het ui terste zuidoosten. Twaalfhon derd kilometer lang, dwars door ontoegankelijk oerwoud, langs bergen en over woeste rivieren. De geschiedenis van de aanleg, prachtig beschreven door Jan Brokken in 'De regenvogel', is niet minder boeiend dan de spoorlijn zelf. Gabon wilde de spoorlijn al zo lang. De rampzalige aanleg van een soortgelijke spoorlijn door het naburige Frans-Kongo in de jaren dértig weerhield de plan nenmakers niet. Georges Simenon, die naast zijn detectives ook reisreportages uit Afrika maakte, vatte dat werk in één zin samen: 'Een neger per biels, één Europeaan per kilome ter'. Er werd ook in Gabon wel eens een stukje spoorlijn aangelegd, maar het zou tot 1973 duren voordat het plan voor een spoor lijn dwars door het land echt uit de ijskast gehaald werd. Presi dent Bongo, sinds 1967 aan de macht, wilde zijn geboorteplaats Franceville, stad van de Batéké, opstoten in de vaart der volkeren. Dat dit ten koste van de grootste stam in Gabon zou gaan, de Fang in het noorden, was mooi meege nomen. De aanleg kostte kapitalen en Al- bert Berhard Bongo, katholiek in het katholieke Gabon, verzon een list. Toen de financiële proble men te groot werden toog de naar de heilige Bernhardus vernoemde Bongo naar Mekka, liet zich omdopen tot El Hadj Omar Bon go en stopte op de terugweg bij sjeik Zahed van Aboe Dhabi. Die wilde de jonge bekeerling graag ter wille zijn. Maar aangezien Bongo Arabieren nog minder ver trouwde dan Eu ropeanen, accep teerde hij geen cheque. Hij wil de de steun cash. De banken draaiden over uren en Bongo verliet het emi raat met een gro te hoeveelheid barstensvolle di plomatenkoffer tjes. Sindsdien moe ten de Fang niet alleen met lede ogen toezien dat de leidinggeven de en bestuurlij ke posten die zij van oudsher in- 'namen langzaam in handen van de Batéké over gaan, het katho lieke Gabon wordt ook nog eens geleid door een moslim. De spanningen ne men bij iedere verkiezing toe. De Transgabo nais, op '30 de cember 1986 of ficieel in gebruik genomen, wordt nu vooral gebruikt voor de afvoer van boomstammen uit het bin nenland naar de kust, en voor het transport van mangaan en wat uranium, dat in het zuidoosten gedolven wórdt. Vier keer per week rijdt de trein voor passagiers. Echt vol is hij zelden. Er is in het binnenland niet veel te doen. Er wonen nog geen an derhalf miljoen mensen in Gabon en slechts 15 procent daarvan woont in het enorme binnenland. Verder werken er wat Europea^ nen in de houtkap. Ze wonen in afgelegen dorpjes midden in het oerwoud. Zoals in het dorpje Gongué, uit de grond gestampt door een grote Franse houtonder neming, op ruim drie uur rijden van Lopé. Het is een uitstervend ras, deze mannen, vrijwel allemaal vijftig jaar of ouder. Zes maanden wer ken ze in de jungle, dan hebben ze één maand vrij om terug te gaan naar huis en haard, voor zo ver ze dat hebben. In die zes maanden werken ze zeven dagen per week, vaak veertien uur per dag. „Wat moet je anders doen?" zegt José, Spanjaard en ooit stieren vechter, „Er is hier niets: geen te- levisie, telefoon, krant, niets. Als Mitterrand doodgaat horen wij dat zes weken later. En dan halen we gewoon onze schouders op en gaan verder." Spannend is het leven bij tijd en wijle wel. Naast de gebruikelijke gevaren van de jungle, is er het verkeer. Over de stoffige zand- en gravel- wegen door het bergachtige oer woud razen veertigtonners, volg eladen met meterslange boom stammen. De snelheid is hoog: de chauf feurs kunnen op deze wegen nau welijks remmen zonder dat de truck met aanhanger gaat schui ven. Bij een bocht naar rechts glijdt de vrachtauto dan ook steevast naar de verkeerde kant van de weg. Voor een chauffeur van een een voudige terreinwagen is het bij een bocht dan ook altijd gokken. „Russische roulette, dat is het rij den hier", zegt José. Bij Gongué is na het zoveelste on geluk een vliegveldje aangelegd om de gewonden sneller af te kunnen voeren. Terug naar Libreville volgen we, vliegend in een Cessna, de loop' van de Ogooué. De hardheid van het bestaan, de eenzaamheid waarmee mensen in het binnenland te maken krijgen, dringt pas goed door als we af en toe over een dorpje vliegen. Dorpjes, door honderden kilome ters regenwoud gescheiden van de bewoonde wereld. Het kan niet anders of le coup de lune, ('de manesteek') de Gabo- nese uitdrukking voor tropenkol der, ligt altijd op de loer. ta onze verslaggever Slechts één Chinees restau rant en geen McDonald's. Per vijftig meter verharde weg tien kuilen. De barkeeper uit het vijf-sterrenhotel kent het verschil tussen Black en Red label, maar hangt zijn schoe nen aan een touw om zijn hals als hij naar huis gaat. Een la te visarend wiekt naar zijn slaapplek in het licht van de ■opkomende volle maan. Gam- hia, nog geen zes uur vliegen van Nederland, is een nieuw komer op de Nederlandse va kantiemarkt. Het kleinste land van Afrika is weelderig groen in zomer en na jaar, maar wordt steeds geler van de zandstormen uit de Sahara in de droge winter. De rivier kleurt laar de hemel en de getij debos- rondom, de zee is zilvergrijs negentig procent van de ge- achten is pik- tot roetzwart. En door dat alles heen vlammen de Sewaden en de tulbanden van de jlambiaansen: oranjegeel, maria- ojauw, hibiscusrood. He kleine republiek Gambia telt «.000 officiële inwoners, naast een ongeteld aantal 'gasten' uit de omringende landen. De mees tal wonen aan de westkust, waar det kan wemelen van de mensen op straat. Maar nog geen vijftig kilometer het land in is de rust al compleet en geniet de rondrei zende toerist van vredige dorpjes eet mooie, vrolijke mensen. Het contact tussen toerist en Gambi- a,® is nog wonderlijk spontaan, oüeen te opzichtig fotograferen ken de idylle verstoren. Nee, ze Protesteren niet om geld te van- jj®, ze willen gewoon niet. De kinderen wel, hun prijs is een halpen. Hen de dwaas lijkende vorm van "et land ligt enige logica ten pondslag. De rivier de Gambia js. als enige in Afrika, tot diep in °e' land bevaarbaar voor grote cnepen. Vanwege haar strate- 1belang en handelsbelang ®ben de Britten er een staatje "meen gebouwd dat zich stevig cstelde in een ex-Franse of ex- ortugese omgeving. Het heet of- c'eel ook naar de rivier: Repu- of The Gambia. De rivier, 'mondend in een enorme delta, toeristisch gezien van grote ^aarde voor Gambia. Zij maakt Door Hans Bos De vraag naar het grootste risico tijdens verre reizen wordt steevast beantwoord met: 'aids'. Dan volgt een diepe en lange stilte. De half miljoen Nederlanders die zich jaarlijks naar ge bieden begeven die riskant zijn voor hun gezondheid maken zelden melding van malaria en nog minder van hepatitis, cho lera, tyfus of andere slopende ziektes. Gambia is een arm en sjofel land, maar het kan zijn eigen inwoners voeden. vormen van ontspannend water toerisme mogelijk: sportvissen, birdwatching (het land is een vo gelparadijs) en excursies langs de met mangroves begroeide oevers, waar verder naar het oosten kro kodillen en nijlpaarden te zien zijn. Gambia is een puur ontwikke lingsland, arm en sjofel, maar zo te zien niet ongelukkig. Het kan zichzelf voeden en het leeft ver der van de verkoop van miljoenen kilo's pinda's, maar meer nog van de zestigduizend westerse toeris ten per jaar die nu al voor een kwart van 's lands inkomsten zorgen. Na de terreur van de slavenhalers en na een in veel bloed gesmoorde poging van de 'Marabouts' er een moslim-modelstaat van te ma ken, heeft het land de laatste honderd jaar weinig geweld ge kend. Sinds de staatsgreep-zon der-bloedvergieten van deze zo mer heersen er jonge militairen met goedvinden van de Amerika nen die 's lands vliegveld gebrui ken als reserve-landingsbaan voor de Space Shuttle. Je ziet weinig soldaten of politie op straat; het leger is geen duizend man sterk. Toerisme is er ruim tien jaar oud. Een twintigtal hotels ligt aan zee op de kop van het land nabij de hoofdstad Banjul, daar waar de zeewind de tropische temperatu ren tempert. Ze zijn gebouwd voor een klassiek soort zon-in- de-wintertoerisme dat in het be gin' veel Scandinaviërs, Duitsers en Oostenrijkers trok. Uit de beginjaren van dat toeris me dateert de naam van Gambia als goed jachtterrein voor me vrouwen die een mooie minnaar voor een week zochten. Je ziet er nog wel iets van in de uitgaans- wijken en op het strand: jongens met veel rastavlechtjes hand in hand met bleke dames die geen twintig meer zijn. De Gambianen zitten er niet echt mee: „Geen sekstoerisme, dat is liefdestoerisme," schatert de ka binetchef van de minister van toerisme, „Ya man, no problem." Soms is het net Jamaica, datzelfde pro- blemen-weglacherige sfeertje, dezelfde muziek alom, maar zon der dreiging van geweld in een donker hoekje. Binnen de omheining van de ho tels vergeet je soms dat je in een ontwikkelingsland logeert. Maar dan roept wel iets of iemand je tot de orde: een ober met een on- gekoelde fles witte wijn, een ho telfax die al twee dagen zonder papier zit, de elektriciteit die uit valt, een schorpioen die, staart omhoog, op het terras oversteekt. Kleine ontberingen, je moet toch iets kunnen vertellen thuis. Tegenwoordig komen er vooral Britten. De grote Engelse reisorganisaties voeren hun prijzenoorlogen met onwaarschijnlijk laaggeprijsde vakanties in landen als Gambia. Dat levert een soort gasten op waarvan je er al gauw teveel hebt; hun excursies beperken zich tot de supermarkt op de hoek om er drank te kopen. Op vriendelijk verzoek van de rege ring in Banjul heeft de grote Brit se reisorganisatie Thompson één van haar zeven vluchten per week geschrapt. Reisonderneming Aquasun, die het avontuur Gambia in Neder land begon, nam de vlucht van Thompson over en heeft daarmee kennelijk een gat in de markt ge vonden. De vakanties worden volop ver kocht en nu is al zeker dat Gam bia ook in de zomerprogramma's (de prijzen liggen dan lager) wordt opgenomen. In Gambia zijn ze blij met gasten uit het land waarvan de be roemdste zoon in portretvorm aan meer muren hangt dan de ei gen president. Ruud Gullit is nog steeds de held van zwart Afrika. Gambia en buurland Senegal (waar je gemakkelijk even heen kunt) hebben geen kapitale be zienswaardigheden, noch afwis selende landschappen, maar je kunt er risicoloos 'safari's' maken naar een vriendelijk binnenland, waar steeds opnieuw de mensen de grootste attracties blijken. Aangenaam kennismaken met zwart Afrika dat zich in zoveel kleuren presenteert. Van behoorlijke voorlichting is nauwelijks sprake. Onervaren reizigers weten van toeten noch blazen, de zorgvuldigheid van er varen reizigers blijkt snel te slij ten. Van de Stichting Verre Rei zen en Gezondheid in Almere hoeven we het de komende tijd niet meer te hebben; die is per 1 januari aan een lange stilte be gonnen. Het doel, een goede voor bereiding bij reizen naar verre landen, is nog lang niet bereikt, zo meent oprichter en voormalig voorzitter Aalbersberg. De zorgeloosheid waarmee me nigeen zich naar verre en vreem de oorden begeeft, is nog steeds beangstigend. Weliswaar zijn de vreemdste uithoeken van de aardbol binnen een etmaal te be reiken, weinigen staan er bij stil dat de lokale ziektekiemen zich ter plekke met graagte op ons storten. „De reiziger maakt zich meer zorgen over zonnebril en zwem broek dan over de risico's voor zijn gezondheid. De voorlichting van de kant van de reisorganisa tie laat veel te wensen over. Het reisbureau verkoopt 'plezier', geen problemen. 58 procent van de reizigers naar verre landen laat zich in voorkomende geval len vaccineren, maar dat bete kent tevens dat 42 procent zich volstrekt onvoorbereid naar ris kante gebieden begeeft en dus onverantwoord handelt," zegt P. Aalbersberg, tot 1 januari voor zitter van de Stichting Verre Rei zen en Gezondheid. En directeur van Primmed BV in Almere, waarmee tevens de bijl is ge schetst die aan de huidige proble men bij de stichting ten grond slag heeft gelegen. De Landelijke Vereniging voor GGD's (LVGGD), de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie, de Vereniging Instituut voor Tropi sche Geneeskunde, de ANWB en de geneeskundige Hoofdinspectie steunden de stichting. Het Algemeen Nederlands Ver bond van Reisondernemingen (ANVR) en de Consumentenbond waren, overigens uit anderslui dende overwegingen, niet tot deelname bereid. De ANVR wei gerde elke vorm van overleg en wil niet verder gaan dan het ver strekken van informatie via de balie van het reisbureau. „Kortzichtig beleid. Vanaf een computerscherm kun je nu een maal geen wezenlijke informatie over gezondheidsrisico's commu niceren," zegt Aalbersberg. Eind vorig jaar stapte de GGD'en uit de stichting, evenals de ge neeskundige hoofdinspectie. Vanaf 1 januari moet het 'Lande lijk Centrum Reizigersinforma tie' vanuit de GGD Amsterdam de kar trekken. Die verstrekt echter alleen inlichtingen aan artsen. Reizigers moeten zich tot een GGD wenden. „Zeker in de grote steden is daar te weinig aandacht voor de individuele rei ziger. Het nieuwe landelijke cen trum krijgt nu zonder mankeren uit het preventiefonds bijna een half miljoen belastinggeld om het wiel opnieuw uit te vinden. Op dat moment moet je jezelf gaan afvragen waar je als stichting in hemelsnaam mee bezig bent," zegt Aalbersberg. Het precieze aantal reizigers én hun bestemming zijn bij gebrek aan gegevens volkomen witte vlekken. In de preventieve sfeer spelen GGD's, huisartsen, apo thekers, geneeskundige hoofdin spectie én farmaceutische indus trieën de hoofdrollen. De helft van de vaccinaties wordt uitge voerd door de GGD's, de andere helft door de huisartsen. Maar hoe de gevaren in te schatten? Aalbersberg: „Isla de Margerita is een populair vakantie-eiland onder de rook van Venezuela. Een uitstapje naar het vasteland ligt voor de hand. Niemand denkt daarbij echter aan noodzakelijke vaccinatie. Door de relatief korte vliegtijd verkeert de toerist in de veron derstelling dat dit gebied nog bij Europa hoort„Enkele andere ri sico's? Zich snel uitbreidende epidemieën in Oosteuropese lan den, cholera in Tunesië. In Span je worden ruim duizend tyfusge- vallen vastgesteld. Overwinterende senioren lopen dus ook in Spanje extra gevaar."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 27