Het gevaar van de manesteek
Aangenaam kennismaken met zwart Afrika
Stichting Verre Reizen
en Gezondheid stopt
In Gabon is er 'geen enkele reden om toerist niet te laten genieten'
Gambia nieuwe winterbestemming Nederlandse vakantiemarkt
mESTEM
SURPLUS
E4
ater
BEHEER
Schwarzeneggers
Passagiers
Russisch roulette
Sjofel
VRIJDAG 20 JANUARI 1995
n, wordt Chanel als het
rendabele modehuis be-
wd met een geschatte om-
ie miljard gulden, drie
zoveel als Yves Saint-Lau-
e presentaties van de zo-
llecties volgende week
nen zal Pierre Cardin
n ontbreken. Hij heeft be-
zijn 150 modellen pas in
ari in besloten kring aan
lanten te tonen. De coutu-
wil daarmee voorkomen
en confectiefabrikant zijn
erpen de dag na de presen-
al heeft gekopiëerd.
de vooravond van het jaar
moeten de couturiers een
ssing vinden om zich te-
te stellen tegen de plunde-
aldus Cardin. Hij zou
g willen dat de haute cou-
zijn kenmerken van kwali-
en discretie terugkrijgt.
s twee jaar brengt hij nog
r één collectie per jaar,
rin zowel zomer- als win-
ode zit.
k ligt met ingang van 23 januari
ee weken voor een ieder ter
w van de sector Stadsontwikke-
ectie Milieu, Herengracht 7 te
rkdagvan 09.00 tot 12.00 uur en
uur.
genoemde termijn kunnen be-
lijk bij het college van burge-
uders kenbaar worden gemaakt,
ndeling bedenkingen worden ge-
enbare zitting op maandag
m 10.00 uur in kamer 4.06 van
r en wethouders van Terneuzen
stig het bepaalde in artikel 3.19.
de Algemene wet bestuursrecht
november 1994 bij hen een aan-
n van Tire Again terneuzen B.V.
g ingevolge de Wet milieubeheer
n en in werking hebben van een
age en demontage van banden op
elijk bekend Mr. F.J. Haarman-
raai bekend gemeente Terneuzen,
2657 en 2675.
ens de vergunning ingevolge de
r te verlenen, onder het stellen
ter bescherming van het milieu.
ontwerp-beschikking en andere
jkken liggen met ingang van heden
ter inzage in het gebouw van de
ikkeling en -beheer (sectie Milieu),
Terneuzen en wel tot 21 februari
ag van 09.00 tot 12.00 uur en van
uur en elke donderdag van 19.00
stukken wensen in te zien op
19.00 tot 22.00 uur worden ver-
Draf mededeling te doen (tel. 01150-
tijdens de kantooruren een monde-
op de stukken worden verkregen.
995 kunnen gemotiveerde beden-
bij het college van burgemeester
vorden ingediend,
bedenking indient kan verzoeken
gegevens niet bekend te maken.
ordt verzocht (tel. 01150-75457),
ruari 1995 voorts gelegenheid ge
lling bedenkingen in te brengen en
g van gedachten te wisselen met
an, de aanvrager en eventuele overige
ordt er tenslotte op gevestigd, dat
die bedenkingen hebben ingebracht
nschreven wijze en de belangheb-
itonen dat zij daartoe redelijkerwijs
|n geweest, naar aanleiding van de
beroep kunnen instellen bij de af-
ling Bestuursrechtspraak van de Raad
van State.
Terneuzen, 20 januari 1995.
Burgemeester en wethouders
van Terneuzen,
retaris, burgemeester,
Brauwer, drs. R.C.E. Barbé.
poor Jos Straathof
Gabon heeft toeristen wat na
tuurschoon betreft veel te bie
den. Toch zullen die voorlopig
niet in drommen naar het
ï.'estafrikaanse land trekken,
ifant het binnenland is uiterst
ontoegankelijk, ondanks de
oanwezigheid van de Trans-
jabonais, de spoorlijn dwars
door het land. Voor de Euro
peanen die in het oerwoud
jerken ligt le coup de lune, de
oianesteek oftewel de tropen
kolder, altijd op de loer.
je gids zit op zijn hurken. Hij
«•aarschuwt ons hetzelfde te
doen en absoluut geen geluid te
naken. Zelfs het fototoestel mag
t gebruikt worden. Hij knijpt
zijn neus, maakt een miau-
«nd geluid en roffelt met zijn
tanden op de borst. Maar de an-
p die hij zo wil roepen, trapt
trniet in. Wel antwoordt even la-
er onzichtbaar in het groen een
piep chimpansees met veel ka-
iaal. „We maken te veel lawaai,"
igt gids Jean-Claude berustend,
ft zitten in het oerwoud, in het
reservaat van Lopé. Ruim
)00 hectare groot, gelegen in
het hart van Gabon. Dit West-
alrikaanse land, acht keer zo
t als Nederland, is voor 80
"procent bedekt met regenwoud.
In het reservaat van Lopé liggen
grote vlakten savanne-gebied, af
gewisseld door plukjes oerwoud.
Die ene antiloop mag het laten
ifweten, we zien die dag andere
antilopen, olifanten, buffels,
apen en prachtige vogelsoorten.
's Avonds in het hotel, aan de
rand van het reservaat in het
dorpje Lopé, blijken we niet de
e gasten. Het Vreemdelin-
(eiüegioen is gearriveerd. Op het
is zitten tien Schwarzeneg
gers. „Die zijn hier om de olifan-
ïn vast te houden totdat wij een
foto gemaakt hebben," fluistert
iemand vol ontzag. Maar dit ge
deelte van het Vreemdelingenle
gioen, uit Libreville overgeko-
voor een voetbalwedstrijd
n FC Lopé, schaakt, leest en
voert een rustige tafelconversa
tie.
Het hotel ligt aan de oever van de
rivier
Ogooué,
De rivier de Ogooué
dwars door Ga
bon stroomt en
bestaat uit een
restaurant met
daaromheen een
tiental lodges,
bungalowtjes
met een hoog
Out of Africa-
gehalte. Het uit
zicht is adembe
nemend: over de
rivier met be
moste rotsen,
«stroomversnel-
linkjes en
strandjes, over
de heuvels met
als blikvanger
de kale Mont
Brazza van zo'n
tweehonderd
meter hoog. De
blik dwaalt ver
der over de sa
vanne. In de
verte gloort het
oerwoud.
De inrichting
van de bunga
lowtjes is luxe.
Dat maakt de
teleurstelling
groter als het
water maar niet
uit de douche
wil komen. De
Franse erfenis
doet zich in deze
ex-kolonie
vooral op culi
nair gebied gel
den. Er mag dan nauwelijks wa
ter uit de kraan komen, een fles
Baron Philippe de Rothschild bij
het eten is geen probleem.
Prefect Léon Emane van het de
partement van Lopé beseft dat
zijn land veel te bieden heeft.
„We doen niet onder voor Kenia
wat natuurschoon betreft. Er is
geen enkele reden om toeristen
daar niet van te laten genieten,"
zegt hij met grote stelligheid. Ze
kunnen er alleen nauwelijks bij
komen. De geasfalteerde wegen
in Gabon beperken zich op een
enkele uitzondering na tot de
kuststrook, en in het enorme bin
nenland is slechts een handjevol
hotels.
De weinige buitenlanders die het
binnenland bezoeken, worden
FOTO JOS STRAATHOF
hartelijk verwelkomd. In het
dorpje Kazamabika, dat rood be
stoft langs de weg van Lopé naar
het oosten ligt, is de rust groot.
Inwoners zitten voor hun hutjes,
wachtend op alles wat komen
gaat. De onderkomens zijn scha
mel, opgetrokken uit roestige
golfplaten en ander restmateri
aal. De bewoners doen aan land
bouw en jagen wat om in het ei
gen levensonderhoud te voorzien.
De plaatselijke winkelier biedt
een lekkernij aan. We kijken ver
baasd. Jawel, echte oliebollen. De
burgemeester gaat ons voor naar
het kerkje, een concreet bewijs
dat de mate van geloof niet even
redig oploopt met pronkzucht.
Hij slaat een kruis voordat hij
twee roestige olievaten, die die
nen als deur, opzij schuift. Het
zonlicht valt door de gaten in het
golfplaten dak, op het geïmprovi
seerde altaartje. Voor de priester,
die onregelmatig langskomt, is er
een stoel, gemaakt van betonij
zers.
Er zijn drie manieren om in Lopé
en omgeving te komen. Met een
vliegtuigje, een uit de kluiten ge
wassen terreinwagen, of de trein:
de Transgabonais. Ach, de trein.
In de jaren zeventig had iedere
Afrikaanse president zijn presti
ge-project. De een bouwde een
kathedraal in de woestijn, presi
dent Bongo van Gabon wilde een
spoorlijn, van Libreville aan de
kust naar Franceville in het ui
terste zuidoosten. Twaalfhon
derd kilometer lang, dwars door
ontoegankelijk oerwoud, langs
bergen en over woeste rivieren.
De geschiedenis van de aanleg,
prachtig beschreven door Jan
Brokken in 'De regenvogel', is
niet minder boeiend dan de
spoorlijn zelf.
Gabon wilde de spoorlijn al zo
lang. De rampzalige aanleg van
een soortgelijke spoorlijn door
het naburige Frans-Kongo in de
jaren dértig weerhield de plan
nenmakers niet.
Georges Simenon, die naast zijn
detectives ook reisreportages uit
Afrika maakte, vatte dat werk in
één zin samen: 'Een neger per
biels, één Europeaan per kilome
ter'.
Er werd ook in Gabon wel eens
een stukje spoorlijn aangelegd,
maar het zou tot 1973 duren
voordat het plan voor een spoor
lijn dwars door het land echt uit
de ijskast gehaald werd. Presi
dent Bongo, sinds 1967 aan de
macht, wilde zijn geboorteplaats
Franceville, stad van de Batéké,
opstoten in de vaart der volkeren.
Dat dit ten koste van de grootste
stam in Gabon zou gaan, de Fang
in het noorden, was mooi meege
nomen.
De aanleg kostte kapitalen en Al-
bert Berhard Bongo, katholiek in
het katholieke Gabon, verzon een
list. Toen de financiële proble
men te groot werden toog de naar
de heilige Bernhardus vernoemde
Bongo naar Mekka, liet zich
omdopen tot El Hadj Omar Bon
go en stopte op de terugweg bij
sjeik Zahed van
Aboe Dhabi. Die
wilde de jonge
bekeerling graag
ter wille zijn.
Maar aangezien
Bongo Arabieren
nog minder ver
trouwde dan Eu
ropeanen, accep
teerde hij geen
cheque. Hij wil
de de steun cash.
De banken
draaiden over
uren en Bongo
verliet het emi
raat met een gro
te hoeveelheid
barstensvolle di
plomatenkoffer
tjes.
Sindsdien moe
ten de Fang niet
alleen met lede
ogen toezien dat
de leidinggeven
de en bestuurlij
ke posten die zij
van oudsher in-
'namen langzaam
in handen van de
Batéké over
gaan, het katho
lieke Gabon
wordt ook nog
eens geleid door
een moslim. De
spanningen ne
men bij iedere
verkiezing toe.
De Transgabo
nais, op '30 de
cember 1986 of
ficieel in gebruik genomen, wordt
nu vooral gebruikt voor de afvoer
van boomstammen uit het bin
nenland naar de kust, en voor het
transport van mangaan en wat
uranium, dat in het zuidoosten
gedolven wórdt.
Vier keer per week rijdt de trein
voor passagiers. Echt vol is hij
zelden.
Er is in het binnenland niet veel
te doen. Er wonen nog geen an
derhalf miljoen mensen in Gabon
en slechts 15 procent daarvan
woont in het enorme binnenland.
Verder werken er wat Europea^
nen in de houtkap. Ze wonen in
afgelegen dorpjes midden in het
oerwoud. Zoals in het dorpje
Gongué, uit de grond gestampt
door een grote Franse houtonder
neming, op ruim drie uur rijden
van Lopé.
Het is een uitstervend ras, deze
mannen, vrijwel allemaal vijftig
jaar of ouder. Zes maanden wer
ken ze in de jungle, dan hebben
ze één maand vrij om terug te
gaan naar huis en haard, voor zo
ver ze dat hebben. In die zes
maanden werken ze zeven dagen
per week, vaak veertien uur per
dag.
„Wat moet je anders doen?" zegt
José, Spanjaard en ooit stieren
vechter, „Er is hier niets: geen te-
levisie, telefoon, krant, niets. Als
Mitterrand doodgaat horen wij
dat zes weken later. En dan halen
we gewoon onze schouders op en
gaan verder."
Spannend is het leven bij tijd en
wijle wel. Naast de gebruikelijke
gevaren van de jungle, is er het
verkeer.
Over de stoffige zand- en gravel-
wegen door het bergachtige oer
woud razen veertigtonners, volg
eladen met meterslange boom
stammen.
De snelheid is hoog: de chauf
feurs kunnen op deze wegen nau
welijks remmen zonder dat de
truck met aanhanger gaat schui
ven.
Bij een bocht naar rechts glijdt de
vrachtauto dan ook steevast naar
de verkeerde kant van de weg.
Voor een chauffeur van een een
voudige terreinwagen is het bij
een bocht dan ook altijd gokken.
„Russische roulette, dat is het rij
den hier", zegt José.
Bij Gongué is na het zoveelste on
geluk een vliegveldje aangelegd
om de gewonden sneller af te
kunnen voeren.
Terug naar Libreville volgen we,
vliegend in een Cessna, de loop'
van de Ogooué.
De hardheid van het bestaan, de
eenzaamheid waarmee mensen in
het binnenland te maken krijgen,
dringt pas goed door als we af en
toe over een dorpje vliegen.
Dorpjes, door honderden kilome
ters regenwoud gescheiden van
de bewoonde wereld.
Het kan niet anders of le coup de
lune, ('de manesteek') de Gabo-
nese uitdrukking voor tropenkol
der, ligt altijd op de loer.
ta onze verslaggever
Slechts één Chinees restau
rant en geen McDonald's. Per
vijftig meter verharde weg
tien kuilen. De barkeeper uit
het vijf-sterrenhotel kent het
verschil tussen Black en Red
label, maar hangt zijn schoe
nen aan een touw om zijn hals
als hij naar huis gaat. Een la
te visarend wiekt naar zijn
slaapplek in het licht van de
■opkomende volle maan. Gam-
hia, nog geen zes uur vliegen
van Nederland, is een nieuw
komer op de Nederlandse va
kantiemarkt.
Het kleinste land van Afrika is
weelderig groen in zomer en na
jaar, maar wordt steeds geler van
de zandstormen uit de Sahara in
de droge winter. De rivier kleurt
laar de hemel en de getij debos-
rondom, de zee is zilvergrijs
negentig procent van de ge-
achten is pik- tot roetzwart. En
door dat alles heen vlammen de
Sewaden en de tulbanden van de
jlambiaansen: oranjegeel, maria-
ojauw, hibiscusrood.
He kleine republiek Gambia telt
«.000 officiële inwoners, naast
een ongeteld aantal 'gasten' uit
de omringende landen. De mees
tal wonen aan de westkust, waar
det kan wemelen van de mensen
op straat. Maar nog geen vijftig
kilometer het land in is de rust al
compleet en geniet de rondrei
zende toerist van vredige dorpjes
eet mooie, vrolijke mensen. Het
contact tussen toerist en Gambi-
a,® is nog wonderlijk spontaan,
oüeen te opzichtig fotograferen
ken de idylle verstoren. Nee, ze
Protesteren niet om geld te van-
jj®, ze willen gewoon niet. De
kinderen wel, hun prijs is een
halpen.
Hen de dwaas lijkende vorm van
"et land ligt enige logica ten
pondslag. De rivier de Gambia
js. als enige in Afrika, tot diep in
°e' land bevaarbaar voor grote
cnepen. Vanwege haar strate-
1belang en handelsbelang
®ben de Britten er een staatje
"meen gebouwd dat zich stevig
cstelde in een ex-Franse of ex-
ortugese omgeving. Het heet of-
c'eel ook naar de rivier: Repu-
of The Gambia. De rivier,
'mondend in een enorme delta,
toeristisch gezien van grote
^aarde voor Gambia. Zij maakt
Door Hans Bos
De vraag naar het grootste risico tijdens verre reizen wordt
steevast beantwoord met: 'aids'. Dan volgt een diepe en lange
stilte. De half miljoen Nederlanders die zich jaarlijks naar ge
bieden begeven die riskant zijn voor hun gezondheid maken
zelden melding van malaria en nog minder van hepatitis, cho
lera, tyfus of andere slopende ziektes.
Gambia is een arm en sjofel land, maar het kan zijn eigen inwoners voeden.
vormen van ontspannend water
toerisme mogelijk: sportvissen,
birdwatching (het land is een vo
gelparadijs) en excursies langs de
met mangroves begroeide oevers,
waar verder naar het oosten kro
kodillen en nijlpaarden te zien
zijn.
Gambia is een puur ontwikke
lingsland, arm en sjofel, maar zo
te zien niet ongelukkig. Het kan
zichzelf voeden en het leeft ver
der van de verkoop van miljoenen
kilo's pinda's, maar meer nog van
de zestigduizend westerse toeris
ten per jaar die nu al voor een
kwart van 's lands inkomsten
zorgen.
Na de terreur van de slavenhalers
en na een in veel bloed gesmoorde
poging van de 'Marabouts' er een
moslim-modelstaat van te ma
ken, heeft het land de laatste
honderd jaar weinig geweld ge
kend. Sinds de staatsgreep-zon
der-bloedvergieten van deze zo
mer heersen er jonge militairen
met goedvinden van de Amerika
nen die 's lands vliegveld gebrui
ken als reserve-landingsbaan
voor de Space Shuttle. Je ziet
weinig soldaten of politie op
straat; het leger is geen duizend
man sterk.
Toerisme is er ruim tien jaar oud.
Een twintigtal hotels ligt aan zee
op de kop van het land nabij de
hoofdstad Banjul, daar waar de
zeewind de tropische temperatu
ren tempert. Ze zijn gebouwd
voor een klassiek soort zon-in-
de-wintertoerisme dat in het be
gin' veel Scandinaviërs, Duitsers
en Oostenrijkers trok.
Uit de beginjaren van dat toeris
me dateert de naam van Gambia
als goed jachtterrein voor me
vrouwen die een mooie minnaar
voor een week zochten. Je ziet er
nog wel iets van in de uitgaans-
wijken en op het strand: jongens
met veel rastavlechtjes hand in
hand met bleke dames die geen
twintig meer zijn.
De Gambianen zitten er niet echt
mee: „Geen sekstoerisme, dat is
liefdestoerisme," schatert de ka
binetchef van de minister van
toerisme,
„Ya man, no problem." Soms is
het net Jamaica, datzelfde pro-
blemen-weglacherige sfeertje,
dezelfde muziek alom, maar zon
der dreiging van geweld in een
donker hoekje.
Binnen de omheining van de ho
tels vergeet je soms dat je in een
ontwikkelingsland logeert. Maar
dan roept wel iets of iemand je
tot de orde: een ober met een on-
gekoelde fles witte wijn, een ho
telfax die al twee dagen zonder
papier zit, de elektriciteit die uit
valt, een schorpioen die, staart
omhoog, op het terras oversteekt.
Kleine ontberingen, je moet toch
iets kunnen vertellen thuis.
Tegenwoordig komen er vooral
Britten.
De grote Engelse reisorganisaties
voeren hun prijzenoorlogen met
onwaarschijnlijk laaggeprijsde
vakanties in landen als Gambia.
Dat levert een soort gasten op
waarvan je er al gauw teveel
hebt; hun excursies beperken
zich tot de supermarkt op de
hoek om er drank te kopen. Op
vriendelijk verzoek van de rege
ring in Banjul heeft de grote Brit
se reisorganisatie Thompson één
van haar zeven vluchten per
week geschrapt.
Reisonderneming Aquasun, die
het avontuur Gambia in Neder
land begon, nam de vlucht van
Thompson over en heeft daarmee
kennelijk een gat in de markt ge
vonden.
De vakanties worden volop ver
kocht en nu is al zeker dat Gam
bia ook in de zomerprogramma's
(de prijzen liggen dan lager)
wordt opgenomen.
In Gambia zijn ze blij met gasten
uit het land waarvan de be
roemdste zoon in portretvorm
aan meer muren hangt dan de ei
gen president.
Ruud Gullit is nog steeds de held
van zwart Afrika.
Gambia en buurland Senegal
(waar je gemakkelijk even heen
kunt) hebben geen kapitale be
zienswaardigheden, noch afwis
selende landschappen, maar je
kunt er risicoloos 'safari's' maken
naar een vriendelijk binnenland,
waar steeds opnieuw de mensen
de grootste attracties blijken.
Aangenaam kennismaken met
zwart Afrika dat zich in zoveel
kleuren presenteert.
Van behoorlijke voorlichting is
nauwelijks sprake. Onervaren
reizigers weten van toeten noch
blazen, de zorgvuldigheid van er
varen reizigers blijkt snel te slij
ten. Van de Stichting Verre Rei
zen en Gezondheid in Almere
hoeven we het de komende tijd
niet meer te hebben; die is per 1
januari aan een lange stilte be
gonnen. Het doel, een goede voor
bereiding bij reizen naar verre
landen, is nog lang niet bereikt,
zo meent oprichter en voormalig
voorzitter Aalbersberg.
De zorgeloosheid waarmee me
nigeen zich naar verre en vreem
de oorden begeeft, is nog steeds
beangstigend. Weliswaar zijn de
vreemdste uithoeken van de
aardbol binnen een etmaal te be
reiken, weinigen staan er bij stil
dat de lokale ziektekiemen zich
ter plekke met graagte op ons
storten.
„De reiziger maakt zich meer
zorgen over zonnebril en zwem
broek dan over de risico's voor
zijn gezondheid. De voorlichting
van de kant van de reisorganisa
tie laat veel te wensen over. Het
reisbureau verkoopt 'plezier',
geen problemen. 58 procent van
de reizigers naar verre landen
laat zich in voorkomende geval
len vaccineren, maar dat bete
kent tevens dat 42 procent zich
volstrekt onvoorbereid naar ris
kante gebieden begeeft en dus
onverantwoord handelt," zegt P.
Aalbersberg, tot 1 januari voor
zitter van de Stichting Verre Rei
zen en Gezondheid. En directeur
van Primmed BV in Almere,
waarmee tevens de bijl is ge
schetst die aan de huidige proble
men bij de stichting ten grond
slag heeft gelegen.
De Landelijke Vereniging voor
GGD's (LVGGD), de Koninklijke
Nederlandse Maatschappij ter
bevordering der Pharmacie, de
Vereniging Instituut voor Tropi
sche Geneeskunde, de ANWB en
de geneeskundige Hoofdinspectie
steunden de stichting.
Het Algemeen Nederlands Ver
bond van Reisondernemingen
(ANVR) en de Consumentenbond
waren, overigens uit anderslui
dende overwegingen, niet tot
deelname bereid. De ANVR wei
gerde elke vorm van overleg en
wil niet verder gaan dan het ver
strekken van informatie via de
balie van het reisbureau.
„Kortzichtig beleid. Vanaf een
computerscherm kun je nu een
maal geen wezenlijke informatie
over gezondheidsrisico's commu
niceren," zegt Aalbersberg.
Eind vorig jaar stapte de GGD'en
uit de stichting, evenals de ge
neeskundige hoofdinspectie.
Vanaf 1 januari moet het 'Lande
lijk Centrum Reizigersinforma
tie' vanuit de GGD Amsterdam
de kar trekken. Die verstrekt
echter alleen inlichtingen aan
artsen. Reizigers moeten zich tot
een GGD wenden. „Zeker in de
grote steden is daar te weinig
aandacht voor de individuele rei
ziger. Het nieuwe landelijke cen
trum krijgt nu zonder mankeren
uit het preventiefonds bijna een
half miljoen belastinggeld om het
wiel opnieuw uit te vinden. Op
dat moment moet je jezelf gaan
afvragen waar je als stichting in
hemelsnaam mee bezig bent,"
zegt Aalbersberg.
Het precieze aantal reizigers én
hun bestemming zijn bij gebrek
aan gegevens volkomen witte
vlekken. In de preventieve sfeer
spelen GGD's, huisartsen, apo
thekers, geneeskundige hoofdin
spectie én farmaceutische indus
trieën de hoofdrollen. De helft
van de vaccinaties wordt uitge
voerd door de GGD's, de andere
helft door de huisartsen. Maar
hoe de gevaren in te schatten?
Aalbersberg: „Isla de Margerita
is een populair vakantie-eiland
onder de rook van Venezuela.
Een uitstapje naar het vasteland
ligt voor de hand. Niemand denkt
daarbij echter aan noodzakelijke
vaccinatie.
Door de relatief korte vliegtijd
verkeert de toerist in de veron
derstelling dat dit gebied nog bij
Europa hoort„Enkele andere ri
sico's? Zich snel uitbreidende
epidemieën in Oosteuropese lan
den, cholera in Tunesië. In Span
je worden ruim duizend tyfusge-
vallen vastgesteld.
Overwinterende senioren lopen
dus ook in Spanje extra gevaar."