Mee De dood glijdt voorbij als een spookschip Lee Miller vluchtte weg in een oorlogshei KINDERBOEKEN Middeleeuwse thriller met uitermate knappe intrige Yourcenar wist al vroeg wat zij wilde schrijven 1492 was niet alleen het jaar van Columbus 'Stralend kruid': een boek om steeds opnieuw te lezen DE STEM BOEKEN Corine Kisling is in haar tweede roman minder vrijblijvend Biografische roman 'Het oog van de stilte' over model/fotografe pE STEM mm Lessen in abstracte schilderkunst VRIJDAG 20 JANUARI 1995 Di Het is bekend dat de prins van Wales, zoon van koning Edward I, biseksueel was. De jonge prins was in de ban van Gaveston, een intrigant die zich ook met zwar te kunst inliet. Gaveston werd verbannen door Edward I, maar toen zopnlief op de troon kwam, werd de parvenu in ere hersteld. Hij organiseerde het kronings feest en maakte er een wanver toning van. Door zijn uitdrukke lijke aanwezigheid joeg hij de gevestigde adel in het harnas. Maar de wraak was zoet: in 1312 namen Engelse baronnen Gaves ton gevangen. „My Lord, u zult mijn uiterlijk toch niet bederven door mijn hoofd af te hakken?" vroeg Gaveston aan de graaf van Warwick. Om die reden stak de graaf Gaveston met een dolk in het hart. De jonge Edward was ontroostbaar. Hij liet het lichaam van Gaveston balsemen en bewaarde het in zijn paleis totdat de kerk hem dwong de begrafenisplechtigheid te vol trekken. Helaas telt het nawoord van de thriller De prins der duisternis van P.C. Doherty twee pagina's, want nieuwsgierig is de lezer wel naar wat er verder in werkelijk heid in de 14e eeuw gebeurde. De kwaadaardige invloed van de homoseksuele oogappel van de prins van Wales is fascinerend. Gaveston is de eigenlijke hoofd persoon in de thriller, want hij is het die alle moorden op zijn geweten heeft. Maar de meester spion Hugh Corbett ontdekt al snel dat hij de dader moet ach terhalen en niet de opdrachtge ver. De vroegere minnares van de prins van Wales, Lady Eleanor Belmont, is al vele jaren in een nonnenklooster opgesloten en wordt plotseling onder aan een trap dood aangetroffen met een gebroken nek. Een ongeluk en zelfmoord zijn uitgesloten, want uit het onderzoek blijkt dat ze niet echt van de trap is gevallen en bovendien had ze haar kof fers gepakt alsof ze op reis zou gaan. Moord dus. Ongeveer in dezelfde periode dat Lady Bel mont sterft, is er een jong echt paar in het moeras verdwenen. Voor de meesterspion - wat een heerlijke onzin is die benaming - is de verwantschap tussen de twee zaken helder. P.C, Doherty heef een uitermate knappe intrige bedacht. Het spreekt vanzelf dat de meester spion een suffig hulpje meekrijgt en samen beleven ze wilde avon turen met dronken poortwach ters en levensgevaarlijke honden die op hen worden losgelaten. Corbett krijgt het voor elkaar om eregast te zijn tijdens een banket van de prins van Wales. „De prins kwam binnen, met Gavestons hand in de zijne. Cor bett rilde en wendde zijn blik af. Als de oude koning dit zag, kreeg hij een beroerte, want de prins behandelde Gaveston openlijk alsof deze zijn vrouw was." De prins der duisternis is een thriller met een strakke verhaal lijn en veel ontwikkelingen. Tot het laatste hoofdstuk blijft het onduidelijk wie de moord op Lady Bermont en later op nog enkele van haar vriendinnen op zijn geweten heeft. De plot is misschien iets te verrassend en niet zo aannemelijk, maar dat is Doherty vergeven. Het middel eeuwse leven met de prins en zijn ambitieuze Gaveston maken alles goed. P.C. Doherty: 'De prins der duis ternis'. UitgBzztoh. Prijs f 29,50. grot begerenswaardige saffieren aantreft maar er niet fortuinlij ker door wordt, is nochtans meer dan alleen een stijloefening. In Hekserij wordt dubbelzinnig ingespeeld op het primitieve Ita liaanse volksgeloof. De vrouw die tijdens de onttoveringsrite van een tuberculeuze vrouw als de verantwoordelijke heks wordt aangewezen, gaat zelf geloven dat ze schuldig is: „Ik heb het gewenst... alleen maar gewenst". „Zo", zegt de mannelijke exor cist, „dan ben je heel sterk..." Ook in dit verhaal bewees de jonge Yourcenar al dat zij wist te ontstijgen aan de gewone reali teit en het anecdotische hoewel zij het in 1927 zelf omschreef als 'een realistische schets van de Italiaanse zeden'. Het verscheen voor het eerst in 1933 en stipte ook het Italiaanse fascisme en communisme aan. De drie verha len zijn superieur vertaald door Jenny Tuin en van een verhelde rend voorwoord voorzien van Josyane Savigneau. Marguérite Yourcenar: 'Fantasie in blauw'. Uitg. Querido. Prijs 24.90 Door Marjan Mes Wie een schrijver adoreert, zal alles van of over hem willen 'lezen. Ook alles wat na zijn of haar dood nog verschijnt. In het geval van de fenomenale schrijf ster Marguérite Yourcenar - on getwijfeld een van de allergroot sten uit de Franse literatuur - is het nog extra spannend. Bij haar dood op hoge leeftijd in 1987 liet de in Amerika levende auteur talloze brieven en diverse ongepubliceerde geschriften na, waaronder het laatste deel van haar familietrilogie, die zo'n ver rassend inzicht in haar ongewo ne denkwijze, leven en werk bood. Curieus zijn de drie korte verha len, die op het eind van de jaren '20 door de jonge Yourcenar werden geschreven en die nu in het Nederlands gebundeld zijn als Fantasie in Blauw. Men vindt er al een voorbode in van the ma's en stijl van de grootse, historische romans De gedenk schriften van Hadrianus en Het hermetisch zwart. Het verbazingwekkende bij Mar guérite Yourcenar was dat zij al rond haar twintigste precies wist welke werken zij later zou gaan schrijven. Toen al demonstreerde zij een uiterste aandacht voor alle gewaarwordingen en het verlangen om die zo juist moge lijk weer te geven. In haar intel lectuele en artistieke ontwikke ling nam haar vader, Michel de Crayencourt, een belangrijke plaats in. Pikant is dat het verhaal De eerste avond door haar vader is geschreven. Zijn dochter heeft het herzien en uiteindelijk gepu bliceerd onder haar eigen naam. Beiden beleefden veel plezier aan deze mysterieuze verwisse ling, dat zij als een teken van een bijzondere wederzijdse intimiteit en fascinatie beschouwden. De eerste avond is een autobio grafisch verhaal over de eerste huwelijksnacht van Yourcenars ouders, waarin de echtgenoot, die al veel minnaressen had, sceptisch maar ook verontrust de toekomst met zijn onschuldige bruid overpeinst. „Was ze wer kelijk zo onnozel om van het leven de onthulling van een ge heim te verwachten, terwijl het ons slechts eindeloze herhalin gen brengt?" Hier manifesteert zich ook al Yourcenars eigen kritische houding jegens huwe lijk en vrouw zijn. Op haar 20ste wist zij al dat zij nooit zou kunnen voldoen aan de traditio nele verwachtingen. Het openingsverhaal Fantasie in blauw werd onlangs voor het eerst gepubliceerd. Het ademt al de sfeer van de Vertellingen uit het Oosten. De oosterse inspira tie van de schrijfster uit zich in een schilderachtige maar uiterst nauwkeurige formulering waar bij getracht wordt om de werke lijkheid in het blauw te beschrij ven. Het verhaal, over een groep Europese kooplieden die in een Door Johan Diepstraten De debuutroman 'Tangen' (1993) van Corine Kisling was anderhalf jaar geleden aanlei ding om op deze plaats een opmerkelijke trend te signale ren: „Corine Kisling is de zo veelste representante van een nieuwe pretentieloze richting in de literatuur die de laatste jaren aan het opkomen is. Is het toeval dat met name deze jonge schrijversgeneratie, geboren in de jaren '60 en opgegroeid met een beeldcultuur, zoveel Goede Tijden Slechte Tijden in hun werk aanbrengen." Tangen speelt zich af in de dorpsgemeenschap Ruistrecht. De roman bevat veel verwikke lingen en er is veel modern leed. Het aantal romanpersona ges is schrikbarend hoog en aan karaktertekening en literaire verbeelding besteedt Corine Kisling nauwelijks aandacht. Een roman met een hoog soap-gehalte, een aardig en sympathiek debuut, maar 0 zo vrijblijvend, luidde het oordeel toentertijd. Haar nieuwe roman, De engelenbak, is even aardig en sympathiek, en deze keer min der vrijblijvend. Kisling si tueert haar roman alweer in Ruistrecht, maar nu beperkt ze de locatie nog meer: de be jaardengemeenschap in Het Tolhuis. Het aantal personages is gering en de twee hoofdper sonen tekent Corine Kisling naar het leven. Net als in Tan gen gebeurt er veel, of liever: er wordt gesuggereerd dat er veel aan de hand is. Wat dat betreft doet De engelenbak opnieuw aan een langgerekte soap-serie denken, maar in vergelijking met haar debuut is de lezer meer betrokken bij de verwik kelingen. Rijksweg Eén van de hoofdpersonen is de 82-jarige mijnheer Cirkel die figureert als de huisfilosoof van de bejaardeninrichting. „Als je jong bent denk je met een hele fanfare achter je aan de rijks weg op te gaan. En als je dan aan het einde van je leven om kijkt blijkt dat je in je eentje met een trommeltje over een zandpad hebt gelopen." Het wemelt in de roman van dit soort wijsheden en één ervan geeft precies de teneur van De engelenbak aan: „Het ene mo ment is de wereld je huiskamer, het volgende moment is de huiskamer je wereld. Eerst be slis je nog over leven en dood, en dan word je beknibbeld op de klontjes suiker. Het lijkt hier wel Madurodam." Het is niet het meest vrolijke beeld dat Corine Kisling van een bejaardentehuis schildert. Dat ouderdom met gebreken komt, wordt met veel mededo gen beschreven. Zo is er de demente mevrouw Volwater, opgesloten op de hoogste ver dieping, die op alle mogelijke manier probeert te ontsnappen. „Maar zodra ze buiten is raakt ze de kluts kwijt en loopt ze altijd de verkeerde kant op, totdat ze niet meer verder kan en rondjes begint te lopen en ze haar komen halen." Jana Kardoen, de 92-jarige hoofdpersoon die de roman I Corine Kisling: veel mededogen draagt, is nog niet in deze pro blematische Alzheimer-fase be land. Ook al heeft ze naar de jaren gerekend weinig toe komst, zij leeft niet bij de dag. Aan het einde van de roman neemt ze een opmerkelijk be sluit. Altijd heeft ze anderen in bescherming genomen en nooit aan zichzelf gedacht: „En nu is het aan mij," luidt de laatste regel van de roman. „Aan ons." Voordat ze de relatie met Cir kel durft aan te gaan, heeft ze de balans opgemaakt. Daarvoor gebruikt ze het fotoalbum zo dat de herinneringen niet 'als voorbijdrijvende zeepbelletjes' plotsklaps verdwijnen. Corine Kisling laat Jana teruggaan naar haar periode als dienst meisje bij de familie Hama-de Melchion die het leven van Ja na zo heeft bepaald. De gebeur tenissen variëren van de oneer bare voorstellen van de heer des huizes Huibert Hama tot het tragische einde van dochter Hubertine die liters sherry ver zette, jenever uit soepkommen begon te drinken en misschien wel verantwoordelijk is voor de dood van haar man. Een rode draad door de roman is de komst van kleinzoon Boris die een film over Het Tolhuis wil maken. Het moet een film worden over het kleinschalige van de gemeenschap 'die een imitatie op microniveau wilde zijn van de samenleving, maar eigenlijk nauwelijks van deze wereld was.' Een grote fancy- fair wordt georganiseerd om Boris ter wille te zijn, maar het vrolijk bedoelde feest eindigt grimmig: de demente vrouw van Cirkel vindt de dood. Jana vermoedt dat de geschiedenis zich heeft herhaald. Zoals Hu bertine verantwoordelijk is voor de dood van haar man, zo zou Boris wel eens iets met dit vroegtijdige sterven te maken kunnen hebben. Spookschip Het zijn geen onaardige ver haallijnen die Corine Kisling heeft uitgezet. De roman doet in de verte denken aan De tweeling van Tessa de Loo en Funérailles van Frédéric Bastet waarin romanpersonages in het voorportaal van de dood tot inzichten komen en op basis daarvan beslissingen nemen. Ligt bij Bastet en De Loo de nadruk op de psychologische ontwikkeling, Corine Kisling beperkt zich tot het beschrijven van het dagelijkse leven in een bejaardencentrum. „In Het Tol huis blijft men niet tobben over FOTO KLAAS KOPPE een sterfgeval. Ook hier niet, in de eetzaal van de vierde verdie ping waar de dood voorbijglijdt als een spookschip dat oplost zonder een beeld na te laten. Hier gaat het nog steeds om de temperatuur van de pap, om een vlek op tafel, om een ser vetje dat moet woren opgevou wen, opengespreid en weer op gevouwen, steeds weer. Hier worden kleine pakjes van het leven gemaakt." Het aardige van de roman is dat de hoofdpersonen zich niet druk maken over de tempera tuur van de pap, zich door niemand laten ringeloren en hun eigen weg gaan. De 92-jarige Jana Kardoen begint gewoon een verhouding met de 88-jarige Olivier Cirkel. „Het verbaast je elke dag in een oud lichaam wakker te worden met ■vlekken en rimpels. Maar mijn geest, mijn ik, zit nog steeds ingepakt als een reiswekkertje. De koffer krijgt deuken onder weg, maar het wekkertje blijft tikken," zegt Cirkel. „Van mij mag je nog een tijdje blijven tikken hoor," antwoordt Jana. Het zijn mooie gedachten. Corine Kisling: 'De engelenbak'. Uitg. De Arbeiderspers. Prijs 34,90. Door Marjan Mes Op 30 april 1945 belandde ze, na de lijken en menselijke wrak stukken in Dachau te hebben gefotografeerd, in München. Sa men met haar vriend, Life-foto- graaf David Scherman, zocht zij nummer 27 van de Prinzregen- tenplatz in de Beierse hoofdstad op. Het huis van Adolf Hitler. Daar deed Lee Miller, de Ameri kaanse fotografe, iets ongelofe lijks. Zonder een woord te zeggen, liep ze naar de badkamer, draaide de kraan van het bad open en be gon zich uit te kleden. Even later zat Lee Miller, in de jaren twin tig een beeldschoon Amerikaans fotomodel, in het bad van de verslagen dictator. David Scher man fotografeerde haar met een van haar Rolleiflex-camera's terwijl ze met een washandje haar schouder aanraakt. De foto werd wereldberoemd. Het enerverende levensverhaal van Lee Miller (1907-1977) wordt door de Franse auteur Mare Lambron (1957) beschre ven in zijn roman Het oog van de stilte. Zijn verhaal speelt zich af in de periode 1944-1946 toen Lee Miller samen met David Scherman de geallieerde opmars tegen de nazi's en de bevrijding van Europa fotografeerde. In zijn biografische roman laat hij de geheimzinnige Lee Miller op trekken met de gefingeerde Amerikaanse oorlogscorrespon dent David Schuman. Schoonheid Schuman is de verteller in dit boek. De schrijver vereenzelvigt zich zo met deze ik-figuur dat het lijkt alsof hij zelf een liefdes verhouding met Lee Miller heeft gehad. David Schuman is beze ten door de schoonheid en raad selachtigheid van Lee Miller die hij telkens, meestal vergeefs, probeert te doorgronden. De hoofdstukken over hun dra matische tocht in een Chevrolet langs het westelijk en oostelijk front zijn de boeiendste uit dit boek. Ze worden afgewisseld 'met flash-backs uit de jeugd van Miller, de tijd dat zij in New York een succesvol fotomodel was voor Vogue, zich in Parijs tot fotografe opwerkte, haar contacten met vermaarde sur realisten, Picasso en Jean Coc- teau, en haar huwelijken met een schatrijke Egyptenaar en met de Engelse kunstkenner Roland Penrose. Gezichten Mare Lambron baseerde zijn boek gedeeltelijk op de biografie van Millers zoon, Anthony Pen rose, terwijl hij, zoals de proloog veronderstelt, ook persoonlijk contact heeft gehad met haar grote liefde, David Scherman/ Schuman. Schuman en Lee ont moeten elkaar in 1944 in een Parijs' hotel waar zij meteen een hartstochtelijke verhouding krij gen. Elizabeth Miller is getrouwd, maar praat daar nooit over. Schuman raakt gefascineerd door haar vakmanschap en ge obsedeerd door de vele wisselen de gezichten van Lee Miller, soms dat van een gewonde dui vel dan weer van een engelach tige schoonheid. In januari 1944 vertrekken zij samen naar het westelijk front in de Elzas waar zij het vernietigende geweld van de Amerikaanse opmars tegen de nazi-troepen verslaan. Het wordt een gruwelijke tocht door Duitsland waar Lee Miller tussen de rokende puinhopen van kapot geschoten steden ogenschijnlijk emotieloos de do den en gewonden fotografeert. Met benzedrine en whisky hou den zij zich op de been. Tegen de tijd dat zij München hebben be reikt, is Lee voortdurend dron ken en bezig gek te worden. Schuman ontdekt dat zij voor iets of zichzelf op de vlucht moet zijn. Zelfmoorden raken haar bijzonder en seks is voor haar een mechanisme om terug te gaan in haar geheugen. Als kind poseerde Lee Miller al naakt voor haar vader, een Ameri kaanse amateurfotograaf. Schu man wordt door die wetenschap verward maar diept die niet uit, noch het feit dat ze als meisje van zeven werd verkracht door een jongen van achttien. 'De ontluistering van haar zeven jaar had een zwarte bloem in haar gedreven waarvan de bloem blaadjes zich in het verborgene Portret van Lee Miller door Man Ray uit 1930 FOTO ARCHIEF DE STEM openenden', schrijft Lambron cryptisch. De slanke, blonde Lee met haar vastberaden blik en jongensach tige kapsel was in 1927 een top model in New York. To.en ze genoeg had van het poseren, ver trok ze naar Parijs waar zij de leerling werd van de surrea listische fotograaf Man Ray. Ze werd zijn favoriete model en zijn grote liefde. Samen introduceer den zij de solarisatie-techniek. In 1931 maakte Miller zich los van de ontroostbare Man Ray en begon een eigen studio, eerst in Parijs, later in New York. Terug in Parijs ontmoette zij de Engel se organisator van surrea listische tentoonstellingen, Ro land Penrose, bij wie ze uitein delijk tot haar dood zou blijven, hoewel zij vele minnaars had. Penrose nam haar mee naar Londen waar zij modefotografe voor Vogue werd. Toen de Twee de Wereldoorlog uitbrak en Lon den werd gebombardeerd had Lee Miller schoon genoeg van mooie plaatjes en fotografeerde de nieuwste mode tussen de puinhopen. Omdat ze actief de oorlogshan delingen wilde volgen, vertrok ze na D-Day, juni 1944, naar Bre- tagne, maakte de bevrijding van Parijs mee (waar ze David Scherman ontmoette) en volgde de Amerikaanse troepen tijdens hun opmars in Duitsland en de Russen in Oost-Europa. Haar fo to's zijn wereldberoemd gewor den: de dode Duitse soldaat met de verkoolde handen, de lijken in het concentratiekamp Dachau, de Hongaarse fascist Bardossy voor het vuurpeloton. Kunst Op een ochtend is Miller ver dwenen. Schuman ziet haar niet meer terug, maar blijft door haar gefascineerd. In 1947 besluit hij galeriehouder voor moderne kunst te worden. Mare Lambron schiep een boeiend half-literair, half-reportage-achtig portret van de raadselachtige Lee Mil ler, met de nadruk op het 'avon- turen'-verhaal van haar leven en de ontmoetingen met beroemd heden. Dat de informatie uit de tweede hand kwam, maakt dit levensverhaal niet tot een gewo ne roman maar toch wat afstan delijk. Lambrons soms crypti sche taalgebruik draagt daar aan bij, hoewel het ook beeldend en suggestief kan zijn. Mare Lambron: 'Het oog van de stilte'. Uitg. De Geus. Prijs 49,90 Van onze redacteur Hans Rooseboom Op 12 oktober 1492 landt Co lumbus namens de Spaanse re gering op de Bahama Eilanden. Hij denkt dat hij in Oost-Indië was. Later blijkt het een com pleet Nieuwe Wereld te zijn, Amerika, en daarmee staat het jaartal 1492 voor eeuwig gegrifd in de stenen tafelen van de ge schiedschrijving. Nog een feit. Op 2 januari 1492 verdrijft het Spaanse konings koppel Ferdinand en Isabella (de patronen van Columbus) de laat ste Arabieren uit Spanje. Eeu wenlang was meer dan de helft van het Iberisch schiereiland in islamitische handen geweest. Nog een. Op 31 maart 1492 teke nen Ferdinand en Isabella het uitwijzingsdecreet voor de joden. De tijden van de Inquisitie wa ren begonnen: Spanje moest een puur roomskatholieke staat wor den. Joden werden niet langer geduld. Want zelfs als zij be keerd waren bleef er altijd de verdenking dat zij in het geheim toch de joodse godsdienst uitoe fenden. Honderdduizenden jo den vluchten, eerst naar Portu gal, en vandaar naar Frankrijk, Engeland en Nederland. Tot zover Spanje. Maar ook in Italië was 1492 een gedenkwaar dig .jaar. Op 11 augustus 1492 wordt Roderigo Borgia (van af komst een Spanjaard genaamd Borja) gekozen tot paus Alexan der VI. Hiermee begint het infa me tijdperk der Borgia's in de Italiaanse politiek. Alexander VI had maar liefst vier kinderen, waarvan Cesare en Lucrezia Borgia de beruchtste zouden blijken te zijn. Het jaar 1492 leidt in Italië een tijdperk van corruptie in waarbij de strapaz- zen van een Berlusconi verble ken. 1492 betekent voor Italië het einde van een tijdperk, want op 8 april 1492 overlijdt in Florence Lorenzo de' Medici, 'D Magnifi- co'. Zijn dood is het einde van Florence als politieke en cul tuurhoofdstad van Italië. De macht in de laars verschuift naar het vulgaire en corrupte Rome. Kortom, er is genoeg voor te zeggen om 1492 uit te roepen tot een scharnierpunt in de geschie denis. De Nederlandse historicus E. M. Janssen Perio heeft L jaar uitgekozen om een km periode in de geschiedenis! Europa (en de wereld) heidei beschrijven. Het gaat om de« ren van de ontdekking vanl nieuwe wereld en het begin 1 de globalisering van wetens en economie. Overigens haalt Janssen Pet» nog meer uit het jaar 149211 dat jaar tekende Albrecht Dilri zijn eerste zelfportret, het bejj van de 'moderne' kunst. Eni» 25 april 1492 werd Erasmui Gouda tot priester gewijd,1 eerste moderne geest in het nieu we Europa, Na al deze omwentelingen,! blijkt uit het boek, trad eri heel Europa een periode va. stabiliteit in. Overal zie je ri ringsleiders die uitzonde: lang op hun post blijven, en allemaal tegelijk. Het is te tre fend om het lijstje niet even wee te geven. 1515-1555 Karei V Duitsland, Nederland) 1521-1557 Joao III (Portugal) 1509-1547 Henry VIII (Eni land) 1515-1547 Franfoix I (Frans) 1520-1566 Suleiman de Grab (Turkije) 1533-1584 Iwan de VersehrikkJ lijke (Rusland) Helemaal aan het eind van zijn 500 bladzijden tellende boek kan de auteur het niet laten zich no| één maal te laten zien alsjde Indianenvriend die hij is. ft uitroeiing van de Noordami kaanse Indianen in de 19e ee) wordt erbij gehaald: 'Het ei der Amerikanen'. Door het boek heen geeft de schrij reeds blijk van een diepe genheid voor de Indianen en een even diepe afschuw voor de Spaanse, Portugese, Nederlandse en Engelse conquistadores en moordenaars. Dat uitstapje naar de 19e eeuw is hem gegund maar het doet wel een beetje afbreuk aan wat verder een pet. fecte en leesbare monografie over een afgeperkte periode in de geschiedenis van Europa (1492-1507). Dr. E. M. Janssen Perio nieuwe wereld. Europese ont dekkingsreizen en renaissance rond 1500'. Uitg. Ambo. Door Muriël Boll 'Stralend kruid' van Roberto Piumini had heel goed kunnen beginnen met 'Er was eens', want het heeft veel weg van een oud volksverhaal. In de Turkse stad Malatya woont een schilder die Sakumat heet. Hij schildert prachtige landschappen, waarin hij kleuren en vormen zo schikt als een goede schepper zou doen. Als je de landschappen zag, meende je ze te ruiken en te voelen. Een rijke landheer vraagt Saku mat naar zijn paleis te komen voor een belangrijke opdracht. Zijn zoon prins Madurer is ern stig ziek; elk straaltje zon en elk deelte stof is schadelijk voor hem. Hij is ten dode opgeschre ven. Je zou kunnen zeggen dat hij aan het leven doodgaat. Maar Madurer kent het leven niet, hij komt nooit buiten. Hoe de wereld eruit ziet, weet hij alleen van plaatjes in boeken. De landheer vraagt daarom aan Sa kumat of hij de muren in de steriele kamers van Madurer wil beschilderen, dat is zijn cadeau voor de elfde verjaardag van de prins. Sakumat.en Madurer bespreken uitgebreid hoe de voorstellingen eruit moeten zien. Lange tijd blijven de muren wit. Pas als Sakumat precies weet wat er in het hoofd van Madurer omgaat, gaat hij aan de slag. Er ontstaat een reusachtig schilderij, zoiets als 'het panorama van Sakumat'. Er worden bergen geschilderd, bomen, hellingen vol bloemen, de zee. Al pratend komen ze tot de conclusie dat de schilderingen onderhouden moeten worden. Een schip blijft geen stipje aan de horizon, het komt steeds dichterbij, op het laatst kun je zelfs de scheepsjongen op het dek zien. En de bloemen gaan en komen met de seizoenen en zo veranderen de schilderingen tel kens. In gedachten ziet Madurer ook dat de herdershond mank is, dat de moëddzin, ook al zie je hem maar als een speldeknopje; éen lange neus heeft. De tijd gaat verder, de baai van de schilder wordt langer witter, en de prins wordt ziek: en zieker. Het is een gewoon geworden dat Madurer ondl woorden brengt, wat Sakuiffi schildert, hij is de dichter naai de schilder. Hij leert zelf ook eei beetje schilderen en tussen d® andere bloemen, schildert Madu rer zilverachtige bloemen. Stra lend kruid noemt hij het zelf. D muren zijn een sprookjesland schap geworden. In de winter dooft het stralen: kruid meer en meer uit. Op avond dat Madurer sterft, hij zijn vader uit dat er verschil bestaat tussen het stra lend kruid en de sterren. En di® zullen er altijd zijn. Piumini schreef eerder ovei doodgaan in Matthijs en z'n Daarin wordt opa tijdens mooie wandeling kleiner en ner. Op het laatst is hij zo klein dat hij in Matthijs z'n hoow verdwijnt. Matthijs draagt zij11 opa voor altijd bij zich. Dat n een mooie gedachte. Ook in dit verhaal is er sprake van een intense vriendschap W" sen een kind en een volwassen® Maar de taal in Hét stralen' kruid is heel anders, het is taal die bij een sprookje pa® wat plechtstatig, volwassen/ niet alles wordt uitgebreid uitg®. legd. Daardoor blijft het vette» afstandelijker dan Matthijs z'n opa, maar het laat je niet en het verhaal nodigt je uit1 vaker lezen. Je kunt er stee weer iets nieuws uit halen. Het boek met een episode waai® Sakumat zijn kistje met penseie verbrandt. Zijn inspiratie is wat hij te bieden had, heeit^ in de landschappen voor Ma rer gelegd. Voortaan leeft verder van wat hèm gebon: als visser aan de zee. R. Piumini: 'Het stralend krui Uitg. Querido. Prijs 22,90. af 10 jaar. De winter overleven is voor die jes... Een affiche van omstreeks 1 Van onze correspondent Frans Wijnands Keulen - Een affiche moet opvallen dan bevallen. Al de Eerste Wereldoorlog ga: 'Reclame-handboek voor k< lieden, fabrikanten, advert ders, handwerkers en reel vaklieden' dit soort vuistn die nog steeds gelden, hoe uitdrukkingsstijlen en drukt nieken zich ook hebben ont keld. Het Hamburgse Museum für Kuns Gewerbe heeft meer dan 250 afi uit de vermaarde eigen collectie lijk en eenmalig uitgeleend aar Keulse Museum voor Toegepaste K Die gelegenheidscollectie geeft ch logisch een helder beeld van de on keling van het affiche: van schildi met tekst tot grafische design-on pen met een - desnoods woordli De schilder Jacques van Alphen heeft een boekje geschreven over de abstracte schilderkunst. Het zou kunnen klinken als een poging van een kunstenaar zijn eigen werk uit te leggen. En dat is meestal gruwelijk vervelend. Niet alleen omdat woorden in handen van een schilder nu juist die gevoeligheid en ver beelding overvleugelen die het goede schilderij kan oproepen. Maar zeker zo zeer omdat het woord een gemakkelijk alibi kan zijn om gebrek aan kwali teit weg te moffelen. Maar Van Alphen verveelt niet. Niet in zijn schilderwerk, niet in zijn geschrift. Om met dat laatste te beginnen, Jacques van Alphen (1946) houdt zich in woord en schil derdaad bezig met de schilder kunst van de historische avant- garde. Ruwweg de beweging in de beeldende kunst, architec tuur, literatuur etc. in de eerste vier decennia van de twintigste eeuw, die onze kunst en vooral °nze kunstopvatting grondig heeft veranderd. Mensen als Malewitch, Mondriaan, Duchamp, Lissitzky, Moholy- Nagy, Tatlin enz. Hij heeft de ontwikkeling van de abstracte kunst in relatie gebracht met deze historische avant-garde op een open en overzichtelijke ma nier. Een manier die vooral veel zegt over zijn eigen zoeken naar het 'ware' in de kunst. Hij ver antwoordt zijn begrippen, zijn stijlopvattingen, hij geeft zijn vooronderstellingen zoals hij die in zijn eigen beeldend werk gebruikt. Het resultaat is een' helder, Puntsgewijs overzicht van zes- Hen -ismen die de beeldende kunst in de jaren 1907-1935 bepaald hebben. De bondigste en zakelijkste kunstgeschiede- n's aangaande de twintigste

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 16