Mee
De dood glijdt voorbij als een spookschip
Lee Miller vluchtte
weg in een oorlogshei
KINDERBOEKEN
Middeleeuwse
thriller met
uitermate
knappe intrige
Yourcenar wist al vroeg
wat zij wilde schrijven
1492 was niet alleen
het jaar van Columbus
'Stralend kruid': een boek
om steeds opnieuw te lezen
DE STEM
BOEKEN
Corine Kisling is in haar tweede roman minder vrijblijvend
Biografische roman 'Het oog van de stilte' over model/fotografe
pE STEM
mm
Lessen in
abstracte
schilderkunst
VRIJDAG 20 JANUARI 1995 Di
Het is bekend dat de prins van
Wales, zoon van koning Edward
I, biseksueel was. De jonge prins
was in de ban van Gaveston, een
intrigant die zich ook met zwar
te kunst inliet. Gaveston werd
verbannen door Edward I, maar
toen zopnlief op de troon kwam,
werd de parvenu in ere hersteld.
Hij organiseerde het kronings
feest en maakte er een wanver
toning van. Door zijn uitdrukke
lijke aanwezigheid joeg hij de
gevestigde adel in het harnas.
Maar de wraak was zoet: in 1312
namen Engelse baronnen Gaves
ton gevangen. „My Lord, u zult
mijn uiterlijk toch niet bederven
door mijn hoofd af te hakken?"
vroeg Gaveston aan de graaf van
Warwick. Om die reden stak de
graaf Gaveston met een dolk in
het hart. De jonge Edward was
ontroostbaar. Hij liet het
lichaam van Gaveston balsemen
en bewaarde het in zijn paleis
totdat de kerk hem dwong de
begrafenisplechtigheid te vol
trekken.
Helaas telt het nawoord van de
thriller De prins der duisternis
van P.C. Doherty twee pagina's,
want nieuwsgierig is de lezer wel
naar wat er verder in werkelijk
heid in de 14e eeuw gebeurde.
De kwaadaardige invloed van de
homoseksuele oogappel van de
prins van Wales is fascinerend.
Gaveston is de eigenlijke hoofd
persoon in de thriller, want hij is
het die alle moorden op zijn
geweten heeft. Maar de meester
spion Hugh Corbett ontdekt al
snel dat hij de dader moet ach
terhalen en niet de opdrachtge
ver.
De vroegere minnares van de
prins van Wales, Lady Eleanor
Belmont, is al vele jaren in een
nonnenklooster opgesloten en
wordt plotseling onder aan een
trap dood aangetroffen met een
gebroken nek. Een ongeluk en
zelfmoord zijn uitgesloten, want
uit het onderzoek blijkt dat ze
niet echt van de trap is gevallen
en bovendien had ze haar kof
fers gepakt alsof ze op reis zou
gaan. Moord dus. Ongeveer in
dezelfde periode dat Lady Bel
mont sterft, is er een jong echt
paar in het moeras verdwenen.
Voor de meesterspion - wat een
heerlijke onzin is die benaming -
is de verwantschap tussen de
twee zaken helder.
P.C, Doherty heef een uitermate
knappe intrige bedacht. Het
spreekt vanzelf dat de meester
spion een suffig hulpje meekrijgt
en samen beleven ze wilde avon
turen met dronken poortwach
ters en levensgevaarlijke honden
die op hen worden losgelaten.
Corbett krijgt het voor elkaar
om eregast te zijn tijdens een
banket van de prins van Wales.
„De prins kwam binnen, met
Gavestons hand in de zijne. Cor
bett rilde en wendde zijn blik af.
Als de oude koning dit zag,
kreeg hij een beroerte, want de
prins behandelde Gaveston
openlijk alsof deze zijn vrouw
was."
De prins der duisternis is een
thriller met een strakke verhaal
lijn en veel ontwikkelingen. Tot
het laatste hoofdstuk blijft het
onduidelijk wie de moord op
Lady Bermont en later op nog
enkele van haar vriendinnen op
zijn geweten heeft. De plot is
misschien iets te verrassend en
niet zo aannemelijk, maar dat is
Doherty vergeven. Het middel
eeuwse leven met de prins en
zijn ambitieuze Gaveston maken
alles goed.
P.C. Doherty: 'De prins der duis
ternis'. UitgBzztoh. Prijs f 29,50.
grot begerenswaardige saffieren
aantreft maar er niet fortuinlij
ker door wordt, is nochtans meer
dan alleen een stijloefening.
In Hekserij wordt dubbelzinnig
ingespeeld op het primitieve Ita
liaanse volksgeloof. De vrouw
die tijdens de onttoveringsrite
van een tuberculeuze vrouw als
de verantwoordelijke heks wordt
aangewezen, gaat zelf geloven
dat ze schuldig is: „Ik heb het
gewenst... alleen maar gewenst".
„Zo", zegt de mannelijke exor
cist, „dan ben je heel sterk..."
Ook in dit verhaal bewees de
jonge Yourcenar al dat zij wist te
ontstijgen aan de gewone reali
teit en het anecdotische hoewel
zij het in 1927 zelf omschreef als
'een realistische schets van de
Italiaanse zeden'. Het verscheen
voor het eerst in 1933 en stipte
ook het Italiaanse fascisme en
communisme aan. De drie verha
len zijn superieur vertaald door
Jenny Tuin en van een verhelde
rend voorwoord voorzien van
Josyane Savigneau.
Marguérite Yourcenar: 'Fantasie
in blauw'. Uitg. Querido. Prijs
24.90
Door Marjan Mes
Wie een schrijver adoreert, zal
alles van of over hem willen
'lezen. Ook alles wat na zijn of
haar dood nog verschijnt. In het
geval van de fenomenale schrijf
ster Marguérite Yourcenar - on
getwijfeld een van de allergroot
sten uit de Franse literatuur - is
het nog extra spannend.
Bij haar dood op hoge leeftijd in
1987 liet de in Amerika levende
auteur talloze brieven en diverse
ongepubliceerde geschriften na,
waaronder het laatste deel van
haar familietrilogie, die zo'n ver
rassend inzicht in haar ongewo
ne denkwijze, leven en werk
bood.
Curieus zijn de drie korte verha
len, die op het eind van de jaren
'20 door de jonge Yourcenar
werden geschreven en die nu in
het Nederlands gebundeld zijn
als Fantasie in Blauw. Men vindt
er al een voorbode in van the
ma's en stijl van de grootse,
historische romans De gedenk
schriften van Hadrianus en Het
hermetisch zwart.
Het verbazingwekkende bij Mar
guérite Yourcenar was dat zij al
rond haar twintigste precies wist
welke werken zij later zou gaan
schrijven. Toen al demonstreerde
zij een uiterste aandacht voor
alle gewaarwordingen en het
verlangen om die zo juist moge
lijk weer te geven. In haar intel
lectuele en artistieke ontwikke
ling nam haar vader, Michel de
Crayencourt, een belangrijke
plaats in.
Pikant is dat het verhaal De
eerste avond door haar vader is
geschreven. Zijn dochter heeft
het herzien en uiteindelijk gepu
bliceerd onder haar eigen naam.
Beiden beleefden veel plezier
aan deze mysterieuze verwisse
ling, dat zij als een teken van een
bijzondere wederzijdse intimiteit
en fascinatie beschouwden.
De eerste avond is een autobio
grafisch verhaal over de eerste
huwelijksnacht van Yourcenars
ouders, waarin de echtgenoot,
die al veel minnaressen had,
sceptisch maar ook verontrust de
toekomst met zijn onschuldige
bruid overpeinst. „Was ze wer
kelijk zo onnozel om van het
leven de onthulling van een ge
heim te verwachten, terwijl het
ons slechts eindeloze herhalin
gen brengt?" Hier manifesteert
zich ook al Yourcenars eigen
kritische houding jegens huwe
lijk en vrouw zijn. Op haar 20ste
wist zij al dat zij nooit zou
kunnen voldoen aan de traditio
nele verwachtingen.
Het openingsverhaal Fantasie in
blauw werd onlangs voor het
eerst gepubliceerd. Het ademt al
de sfeer van de Vertellingen uit
het Oosten. De oosterse inspira
tie van de schrijfster uit zich in
een schilderachtige maar uiterst
nauwkeurige formulering waar
bij getracht wordt om de werke
lijkheid in het blauw te beschrij
ven. Het verhaal, over een groep
Europese kooplieden die in een
Door Johan Diepstraten
De debuutroman 'Tangen'
(1993) van Corine Kisling was
anderhalf jaar geleden aanlei
ding om op deze plaats een
opmerkelijke trend te signale
ren: „Corine Kisling is de zo
veelste representante van een
nieuwe pretentieloze richting
in de literatuur die de laatste
jaren aan het opkomen is. Is het
toeval dat met name deze jonge
schrijversgeneratie, geboren in
de jaren '60 en opgegroeid met
een beeldcultuur, zoveel Goede
Tijden Slechte Tijden in hun
werk aanbrengen."
Tangen speelt zich af in de
dorpsgemeenschap Ruistrecht.
De roman bevat veel verwikke
lingen en er is veel modern
leed. Het aantal romanpersona
ges is schrikbarend hoog en aan
karaktertekening en literaire
verbeelding besteedt Corine
Kisling nauwelijks aandacht.
Een roman met een hoog
soap-gehalte, een aardig en
sympathiek debuut, maar 0 zo
vrijblijvend, luidde het oordeel
toentertijd.
Haar nieuwe roman, De
engelenbak, is even aardig en
sympathiek, en deze keer min
der vrijblijvend. Kisling si
tueert haar roman alweer in
Ruistrecht, maar nu beperkt ze
de locatie nog meer: de be
jaardengemeenschap in Het
Tolhuis. Het aantal personages
is gering en de twee hoofdper
sonen tekent Corine Kisling
naar het leven. Net als in Tan
gen gebeurt er veel, of liever: er
wordt gesuggereerd dat er veel
aan de hand is. Wat dat betreft
doet De engelenbak opnieuw
aan een langgerekte soap-serie
denken, maar in vergelijking
met haar debuut is de lezer
meer betrokken bij de verwik
kelingen.
Rijksweg
Eén van de hoofdpersonen is de
82-jarige mijnheer Cirkel die
figureert als de huisfilosoof van
de bejaardeninrichting. „Als je
jong bent denk je met een hele
fanfare achter je aan de rijks
weg op te gaan. En als je dan
aan het einde van je leven om
kijkt blijkt dat je in je eentje
met een trommeltje over een
zandpad hebt gelopen." Het
wemelt in de roman van dit
soort wijsheden en één ervan
geeft precies de teneur van De
engelenbak aan: „Het ene mo
ment is de wereld je huiskamer,
het volgende moment is de
huiskamer je wereld. Eerst be
slis je nog over leven en dood,
en dan word je beknibbeld op
de klontjes suiker. Het lijkt
hier wel Madurodam."
Het is niet het meest vrolijke
beeld dat Corine Kisling van
een bejaardentehuis schildert.
Dat ouderdom met gebreken
komt, wordt met veel mededo
gen beschreven. Zo is er de
demente mevrouw Volwater,
opgesloten op de hoogste ver
dieping, die op alle mogelijke
manier probeert te ontsnappen.
„Maar zodra ze buiten is raakt
ze de kluts kwijt en loopt ze
altijd de verkeerde kant op,
totdat ze niet meer verder kan
en rondjes begint te lopen en ze
haar komen halen."
Jana Kardoen, de 92-jarige
hoofdpersoon die de roman
I Corine Kisling: veel mededogen
draagt, is nog niet in deze pro
blematische Alzheimer-fase be
land. Ook al heeft ze naar de
jaren gerekend weinig toe
komst, zij leeft niet bij de dag.
Aan het einde van de roman
neemt ze een opmerkelijk be
sluit. Altijd heeft ze anderen in
bescherming genomen en nooit
aan zichzelf gedacht: „En nu is
het aan mij," luidt de laatste
regel van de roman. „Aan ons."
Voordat ze de relatie met Cir
kel durft aan te gaan, heeft ze
de balans opgemaakt. Daarvoor
gebruikt ze het fotoalbum zo
dat de herinneringen niet 'als
voorbijdrijvende zeepbelletjes'
plotsklaps verdwijnen. Corine
Kisling laat Jana teruggaan
naar haar periode als dienst
meisje bij de familie Hama-de
Melchion die het leven van Ja
na zo heeft bepaald. De gebeur
tenissen variëren van de oneer
bare voorstellen van de heer
des huizes Huibert Hama tot
het tragische einde van dochter
Hubertine die liters sherry ver
zette, jenever uit soepkommen
begon te drinken en misschien
wel verantwoordelijk is voor de
dood van haar man.
Een rode draad door de roman
is de komst van kleinzoon Boris
die een film over Het Tolhuis
wil maken. Het moet een film
worden over het kleinschalige
van de gemeenschap 'die een
imitatie op microniveau wilde
zijn van de samenleving, maar
eigenlijk nauwelijks van deze
wereld was.' Een grote fancy-
fair wordt georganiseerd om
Boris ter wille te zijn, maar het
vrolijk bedoelde feest eindigt
grimmig: de demente vrouw
van Cirkel vindt de dood. Jana
vermoedt dat de geschiedenis
zich heeft herhaald. Zoals Hu
bertine verantwoordelijk is
voor de dood van haar man, zo
zou Boris wel eens iets met dit
vroegtijdige sterven te maken
kunnen hebben.
Spookschip
Het zijn geen onaardige ver
haallijnen die Corine Kisling
heeft uitgezet. De roman doet
in de verte denken aan De
tweeling van Tessa de Loo en
Funérailles van Frédéric Bastet
waarin romanpersonages in het
voorportaal van de dood tot
inzichten komen en op basis
daarvan beslissingen nemen.
Ligt bij Bastet en De Loo de
nadruk op de psychologische
ontwikkeling, Corine Kisling
beperkt zich tot het beschrijven
van het dagelijkse leven in een
bejaardencentrum. „In Het Tol
huis blijft men niet tobben over
FOTO KLAAS KOPPE
een sterfgeval. Ook hier niet, in
de eetzaal van de vierde verdie
ping waar de dood voorbijglijdt
als een spookschip dat oplost
zonder een beeld na te laten.
Hier gaat het nog steeds om de
temperatuur van de pap, om
een vlek op tafel, om een ser
vetje dat moet woren opgevou
wen, opengespreid en weer op
gevouwen, steeds weer. Hier
worden kleine pakjes van het
leven gemaakt."
Het aardige van de roman is
dat de hoofdpersonen zich niet
druk maken over de tempera
tuur van de pap, zich door
niemand laten ringeloren en
hun eigen weg gaan. De
92-jarige Jana Kardoen begint
gewoon een verhouding met de
88-jarige Olivier Cirkel. „Het
verbaast je elke dag in een oud
lichaam wakker te worden met
■vlekken en rimpels. Maar mijn
geest, mijn ik, zit nog steeds
ingepakt als een reiswekkertje.
De koffer krijgt deuken onder
weg, maar het wekkertje blijft
tikken," zegt Cirkel. „Van mij
mag je nog een tijdje blijven
tikken hoor," antwoordt Jana.
Het zijn mooie gedachten.
Corine Kisling: 'De engelenbak'.
Uitg. De Arbeiderspers. Prijs
34,90.
Door Marjan Mes
Op 30 april 1945 belandde ze, na
de lijken en menselijke wrak
stukken in Dachau te hebben
gefotografeerd, in München. Sa
men met haar vriend, Life-foto-
graaf David Scherman, zocht zij
nummer 27 van de Prinzregen-
tenplatz in de Beierse hoofdstad
op. Het huis van Adolf Hitler.
Daar deed Lee Miller, de Ameri
kaanse fotografe, iets ongelofe
lijks.
Zonder een woord te zeggen, liep
ze naar de badkamer, draaide de
kraan van het bad open en be
gon zich uit te kleden. Even later
zat Lee Miller, in de jaren twin
tig een beeldschoon Amerikaans
fotomodel, in het bad van de
verslagen dictator. David Scher
man fotografeerde haar met een
van haar Rolleiflex-camera's
terwijl ze met een washandje
haar schouder aanraakt. De foto
werd wereldberoemd.
Het enerverende levensverhaal
van Lee Miller (1907-1977)
wordt door de Franse auteur
Mare Lambron (1957) beschre
ven in zijn roman Het oog van de
stilte. Zijn verhaal speelt zich af
in de periode 1944-1946 toen
Lee Miller samen met David
Scherman de geallieerde opmars
tegen de nazi's en de bevrijding
van Europa fotografeerde. In
zijn biografische roman laat hij
de geheimzinnige Lee Miller op
trekken met de gefingeerde
Amerikaanse oorlogscorrespon
dent David Schuman.
Schoonheid
Schuman is de verteller in dit
boek. De schrijver vereenzelvigt
zich zo met deze ik-figuur dat
het lijkt alsof hij zelf een liefdes
verhouding met Lee Miller heeft
gehad. David Schuman is beze
ten door de schoonheid en raad
selachtigheid van Lee Miller die
hij telkens, meestal vergeefs,
probeert te doorgronden.
De hoofdstukken over hun dra
matische tocht in een Chevrolet
langs het westelijk en oostelijk
front zijn de boeiendste uit dit
boek. Ze worden afgewisseld
'met flash-backs uit de jeugd van
Miller, de tijd dat zij in New
York een succesvol fotomodel
was voor Vogue, zich in Parijs
tot fotografe opwerkte, haar
contacten met vermaarde sur
realisten, Picasso en Jean Coc-
teau, en haar huwelijken met een
schatrijke Egyptenaar en met de
Engelse kunstkenner Roland
Penrose.
Gezichten
Mare Lambron baseerde zijn
boek gedeeltelijk op de biografie
van Millers zoon, Anthony Pen
rose, terwijl hij, zoals de proloog
veronderstelt, ook persoonlijk
contact heeft gehad met haar
grote liefde, David Scherman/
Schuman. Schuman en Lee ont
moeten elkaar in 1944 in een
Parijs' hotel waar zij meteen een
hartstochtelijke verhouding krij
gen.
Elizabeth Miller is getrouwd,
maar praat daar nooit over.
Schuman raakt gefascineerd
door haar vakmanschap en ge
obsedeerd door de vele wisselen
de gezichten van Lee Miller,
soms dat van een gewonde dui
vel dan weer van een engelach
tige schoonheid. In januari 1944
vertrekken zij samen naar het
westelijk front in de Elzas waar
zij het vernietigende geweld van
de Amerikaanse opmars tegen de
nazi-troepen verslaan.
Het wordt een gruwelijke tocht
door Duitsland waar Lee Miller
tussen de rokende puinhopen
van kapot geschoten steden
ogenschijnlijk emotieloos de do
den en gewonden fotografeert.
Met benzedrine en whisky hou
den zij zich op de been. Tegen de
tijd dat zij München hebben be
reikt, is Lee voortdurend dron
ken en bezig gek te worden.
Schuman ontdekt dat zij voor
iets of zichzelf op de vlucht moet
zijn. Zelfmoorden raken haar
bijzonder en seks is voor haar
een mechanisme om terug te
gaan in haar geheugen. Als kind
poseerde Lee Miller al naakt
voor haar vader, een Ameri
kaanse amateurfotograaf. Schu
man wordt door die wetenschap
verward maar diept die niet uit,
noch het feit dat ze als meisje
van zeven werd verkracht door
een jongen van achttien. 'De
ontluistering van haar zeven jaar
had een zwarte bloem in haar
gedreven waarvan de bloem
blaadjes zich in het verborgene
Portret van Lee Miller door
Man Ray uit 1930
FOTO ARCHIEF DE STEM
openenden', schrijft Lambron
cryptisch.
De slanke, blonde Lee met haar
vastberaden blik en jongensach
tige kapsel was in 1927 een top
model in New York. To.en ze
genoeg had van het poseren, ver
trok ze naar Parijs waar zij de
leerling werd van de surrea
listische fotograaf Man Ray. Ze
werd zijn favoriete model en zijn
grote liefde. Samen introduceer
den zij de solarisatie-techniek.
In 1931 maakte Miller zich los
van de ontroostbare Man Ray en
begon een eigen studio, eerst in
Parijs, later in New York. Terug
in Parijs ontmoette zij de Engel
se organisator van surrea
listische tentoonstellingen, Ro
land Penrose, bij wie ze uitein
delijk tot haar dood zou blijven,
hoewel zij vele minnaars had.
Penrose nam haar mee naar
Londen waar zij modefotografe
voor Vogue werd. Toen de Twee
de Wereldoorlog uitbrak en Lon
den werd gebombardeerd had
Lee Miller schoon genoeg van
mooie plaatjes en fotografeerde
de nieuwste mode tussen de
puinhopen.
Omdat ze actief de oorlogshan
delingen wilde volgen, vertrok ze
na D-Day, juni 1944, naar Bre-
tagne, maakte de bevrijding van
Parijs mee (waar ze David
Scherman ontmoette) en volgde
de Amerikaanse troepen tijdens
hun opmars in Duitsland en de
Russen in Oost-Europa. Haar fo
to's zijn wereldberoemd gewor
den: de dode Duitse soldaat met
de verkoolde handen, de lijken
in het concentratiekamp
Dachau, de Hongaarse fascist
Bardossy voor het vuurpeloton.
Kunst
Op een ochtend is Miller ver
dwenen. Schuman ziet haar niet
meer terug, maar blijft door haar
gefascineerd. In 1947 besluit hij
galeriehouder voor moderne
kunst te worden. Mare Lambron
schiep een boeiend half-literair,
half-reportage-achtig portret
van de raadselachtige Lee Mil
ler, met de nadruk op het 'avon-
turen'-verhaal van haar leven en
de ontmoetingen met beroemd
heden. Dat de informatie uit de
tweede hand kwam, maakt dit
levensverhaal niet tot een gewo
ne roman maar toch wat afstan
delijk. Lambrons soms crypti
sche taalgebruik draagt daar
aan bij, hoewel het ook beeldend
en suggestief kan zijn.
Mare Lambron: 'Het oog van de
stilte'. Uitg. De Geus. Prijs 49,90
Van onze redacteur
Hans Rooseboom
Op 12 oktober 1492 landt Co
lumbus namens de Spaanse re
gering op de Bahama Eilanden.
Hij denkt dat hij in Oost-Indië
was. Later blijkt het een com
pleet Nieuwe Wereld te zijn,
Amerika, en daarmee staat het
jaartal 1492 voor eeuwig gegrifd
in de stenen tafelen van de ge
schiedschrijving.
Nog een feit. Op 2 januari 1492
verdrijft het Spaanse konings
koppel Ferdinand en Isabella (de
patronen van Columbus) de laat
ste Arabieren uit Spanje. Eeu
wenlang was meer dan de helft
van het Iberisch schiereiland in
islamitische handen geweest.
Nog een. Op 31 maart 1492 teke
nen Ferdinand en Isabella het
uitwijzingsdecreet voor de joden.
De tijden van de Inquisitie wa
ren begonnen: Spanje moest een
puur roomskatholieke staat wor
den. Joden werden niet langer
geduld. Want zelfs als zij be
keerd waren bleef er altijd de
verdenking dat zij in het geheim
toch de joodse godsdienst uitoe
fenden. Honderdduizenden jo
den vluchten, eerst naar Portu
gal, en vandaar naar Frankrijk,
Engeland en Nederland.
Tot zover Spanje. Maar ook in
Italië was 1492 een gedenkwaar
dig .jaar. Op 11 augustus 1492
wordt Roderigo Borgia (van af
komst een Spanjaard genaamd
Borja) gekozen tot paus Alexan
der VI. Hiermee begint het infa
me tijdperk der Borgia's in de
Italiaanse politiek. Alexander VI
had maar liefst vier kinderen,
waarvan Cesare en Lucrezia
Borgia de beruchtste zouden
blijken te zijn. Het jaar 1492
leidt in Italië een tijdperk van
corruptie in waarbij de strapaz-
zen van een Berlusconi verble
ken.
1492 betekent voor Italië het
einde van een tijdperk, want op
8 april 1492 overlijdt in Florence
Lorenzo de' Medici, 'D Magnifi-
co'. Zijn dood is het einde van
Florence als politieke en cul
tuurhoofdstad van Italië. De
macht in de laars verschuift naar
het vulgaire en corrupte Rome.
Kortom, er is genoeg voor te
zeggen om 1492 uit te roepen tot
een scharnierpunt in de geschie
denis. De Nederlandse historicus
E. M. Janssen Perio heeft L
jaar uitgekozen om een km
periode in de geschiedenis!
Europa (en de wereld) heidei
beschrijven. Het gaat om de«
ren van de ontdekking vanl
nieuwe wereld en het begin 1
de globalisering van wetens
en economie.
Overigens haalt Janssen Pet»
nog meer uit het jaar 149211
dat jaar tekende Albrecht Dilri
zijn eerste zelfportret, het bejj
van de 'moderne' kunst. Eni»
25 april 1492 werd Erasmui
Gouda tot priester gewijd,1
eerste moderne geest in het nieu
we Europa,
Na al deze omwentelingen,!
blijkt uit het boek, trad eri
heel Europa een periode va.
stabiliteit in. Overal zie je ri
ringsleiders die uitzonde:
lang op hun post blijven, en
allemaal tegelijk. Het is te tre
fend om het lijstje niet even wee
te geven.
1515-1555 Karei V
Duitsland, Nederland)
1521-1557 Joao III (Portugal)
1509-1547 Henry VIII (Eni
land)
1515-1547 Franfoix I (Frans)
1520-1566 Suleiman de Grab
(Turkije)
1533-1584 Iwan de VersehrikkJ
lijke (Rusland)
Helemaal aan het eind van zijn
500 bladzijden tellende boek kan
de auteur het niet laten zich no|
één maal te laten zien alsjde
Indianenvriend die hij is. ft
uitroeiing van de Noordami
kaanse Indianen in de 19e ee)
wordt erbij gehaald: 'Het ei
der Amerikanen'. Door het
boek heen geeft de schrij
reeds blijk van een diepe
genheid voor de Indianen en een
even diepe afschuw voor de
Spaanse, Portugese, Nederlandse
en Engelse conquistadores en
moordenaars. Dat uitstapje naar
de 19e eeuw is hem gegund
maar het doet wel een beetje
afbreuk aan wat verder een pet.
fecte en leesbare monografie
over een afgeperkte periode in
de geschiedenis van Europa
(1492-1507).
Dr. E. M. Janssen Perio
nieuwe wereld. Europese ont
dekkingsreizen en renaissance
rond 1500'. Uitg. Ambo.
Door Muriël Boll
'Stralend kruid' van Roberto
Piumini had heel goed kunnen
beginnen met 'Er was eens',
want het heeft veel weg van een
oud volksverhaal. In de Turkse
stad Malatya woont een schilder
die Sakumat heet. Hij schildert
prachtige landschappen, waarin
hij kleuren en vormen zo schikt
als een goede schepper zou doen.
Als je de landschappen zag,
meende je ze te ruiken en te
voelen.
Een rijke landheer vraagt Saku
mat naar zijn paleis te komen
voor een belangrijke opdracht.
Zijn zoon prins Madurer is ern
stig ziek; elk straaltje zon en elk
deelte stof is schadelijk voor
hem. Hij is ten dode opgeschre
ven. Je zou kunnen zeggen dat
hij aan het leven doodgaat.
Maar Madurer kent het leven
niet, hij komt nooit buiten. Hoe
de wereld eruit ziet, weet hij
alleen van plaatjes in boeken. De
landheer vraagt daarom aan Sa
kumat of hij de muren in de
steriele kamers van Madurer wil
beschilderen, dat is zijn cadeau
voor de elfde verjaardag van de
prins.
Sakumat.en Madurer bespreken
uitgebreid hoe de voorstellingen
eruit moeten zien. Lange tijd
blijven de muren wit. Pas als
Sakumat precies weet wat er in
het hoofd van Madurer omgaat,
gaat hij aan de slag. Er ontstaat
een reusachtig schilderij, zoiets
als 'het panorama van Sakumat'.
Er worden bergen geschilderd,
bomen, hellingen vol bloemen,
de zee. Al pratend komen ze tot
de conclusie dat de schilderingen
onderhouden moeten worden.
Een schip blijft geen stipje aan
de horizon, het komt steeds
dichterbij, op het laatst kun je
zelfs de scheepsjongen op het
dek zien. En de bloemen gaan en
komen met de seizoenen en zo
veranderen de schilderingen tel
kens. In gedachten ziet Madurer
ook dat de herdershond mank is,
dat de moëddzin, ook al zie je
hem maar als een speldeknopje;
éen lange neus heeft.
De tijd gaat verder, de baai
van de schilder wordt langer
witter, en de prins wordt ziek:
en zieker. Het is een gewoon
geworden dat Madurer ondl
woorden brengt, wat Sakuiffi
schildert, hij is de dichter naai
de schilder. Hij leert zelf ook eei
beetje schilderen en tussen d®
andere bloemen, schildert Madu
rer zilverachtige bloemen. Stra
lend kruid noemt hij het zelf. D
muren zijn een sprookjesland
schap geworden.
In de winter dooft het stralen:
kruid meer en meer uit. Op
avond dat Madurer sterft,
hij zijn vader uit dat er
verschil bestaat tussen het stra
lend kruid en de sterren. En di®
zullen er altijd zijn.
Piumini schreef eerder ovei
doodgaan in Matthijs en z'n
Daarin wordt opa tijdens
mooie wandeling kleiner en
ner. Op het laatst is hij zo klein
dat hij in Matthijs z'n hoow
verdwijnt. Matthijs draagt zij11
opa voor altijd bij zich. Dat n
een mooie gedachte.
Ook in dit verhaal is er sprake
van een intense vriendschap W"
sen een kind en een volwassen®
Maar de taal in Hét stralen'
kruid is heel anders, het is
taal die bij een sprookje pa®
wat plechtstatig, volwassen/
niet alles wordt uitgebreid uitg®.
legd. Daardoor blijft het vette»
afstandelijker dan Matthijs
z'n opa, maar het laat je niet
en het verhaal nodigt je uit1
vaker lezen. Je kunt er stee
weer iets nieuws uit halen.
Het boek met een episode waai®
Sakumat zijn kistje met penseie
verbrandt. Zijn inspiratie is
wat hij te bieden had, heeit^
in de landschappen voor Ma
rer gelegd. Voortaan leeft
verder van wat hèm gebon:
als visser aan de zee.
R. Piumini: 'Het stralend krui
Uitg. Querido. Prijs 22,90.
af 10 jaar.
De winter overleven is voor die
jes... Een affiche van omstreeks 1
Van onze correspondent
Frans Wijnands
Keulen - Een affiche moet
opvallen dan bevallen. Al
de Eerste Wereldoorlog ga:
'Reclame-handboek voor k<
lieden, fabrikanten, advert
ders, handwerkers en reel
vaklieden' dit soort vuistn
die nog steeds gelden, hoe
uitdrukkingsstijlen en drukt
nieken zich ook hebben ont
keld.
Het Hamburgse Museum für Kuns
Gewerbe heeft meer dan 250 afi
uit de vermaarde eigen collectie
lijk en eenmalig uitgeleend aar
Keulse Museum voor Toegepaste K
Die gelegenheidscollectie geeft ch
logisch een helder beeld van de on
keling van het affiche: van schildi
met tekst tot grafische design-on
pen met een - desnoods woordli
De schilder Jacques van Alphen
heeft een boekje geschreven
over de abstracte schilderkunst.
Het zou kunnen klinken als een
poging van een kunstenaar zijn
eigen werk uit te leggen. En dat
is meestal gruwelijk vervelend.
Niet alleen omdat woorden in
handen van een schilder nu
juist die gevoeligheid en ver
beelding overvleugelen die het
goede schilderij kan oproepen.
Maar zeker zo zeer omdat het
woord een gemakkelijk alibi
kan zijn om gebrek aan kwali
teit weg te moffelen. Maar Van
Alphen verveelt niet. Niet in
zijn schilderwerk, niet in zijn
geschrift.
Om met dat laatste te beginnen,
Jacques van Alphen (1946)
houdt zich in woord en schil
derdaad bezig met de schilder
kunst van de historische avant-
garde. Ruwweg de beweging in
de beeldende kunst, architec
tuur, literatuur etc. in de eerste
vier decennia van de twintigste
eeuw, die onze kunst en vooral
°nze kunstopvatting grondig
heeft veranderd. Mensen als
Malewitch, Mondriaan,
Duchamp, Lissitzky, Moholy-
Nagy, Tatlin enz. Hij heeft de
ontwikkeling van de abstracte
kunst in relatie gebracht met
deze historische avant-garde op
een open en overzichtelijke ma
nier. Een manier die vooral veel
zegt over zijn eigen zoeken naar
het 'ware' in de kunst. Hij ver
antwoordt zijn begrippen, zijn
stijlopvattingen, hij geeft zijn
vooronderstellingen zoals hij
die in zijn eigen beeldend werk
gebruikt.
Het resultaat is een' helder,
Puntsgewijs overzicht van zes-
Hen -ismen die de beeldende
kunst in de jaren 1907-1935
bepaald hebben. De bondigste
en zakelijkste kunstgeschiede-
n's aangaande de twintigste