Conservatoire gaat 'bouwwoede van de mens' te lijf DE STElj I De Pointe du Raz krijgt haar oude luister terug 'Ik sta hier DE STEM ZEELAND Frankrijk roept 'betonstortwoede' aan kust een halt toe HOTEL de DONDERDAG 12 JANUARI 1995 C5 Het Franse kustbeschermingsorgaan, Le Conservatoire du Littoral, stamt al uit de jaren zeventig. Het is een semi-overheids- liehaam dat op dit moment 50.000 hectare kust beheert, dat is ongeveer tien procent van de kustlijn in het land. „Doel is om uiteindelijk te komen tot het beheer van ongeveer een derde van de Franse kust," aldus voorzitter Ambroise Guellec. Het Conservatoire koopt met steun van de over heden en sponsors stukken kuststrook in. De opzet is om die grond aan de markt te onttrekken, onbebouwbaar te verklaren en er projecten op te zetten. Want: „We zijn een openbaar lichaam. We hebben de plicht om stukken kust te redden van de bouwwoede van de mens, en er alles aan te doen dat die stukken hun oorspronkelijke gezicht terugkrijgen. Maar we zijn geen makers van natuurreservaten. In onze opdracht staat ook dat alle door het Conservatoire beheerde gebieden vrij toegankelijk moeten zijn voor bezoekers. Dat betekent natuurlijk niet dat we liften aanleggen of overal bussen laten rijden. Men moet er iets voor doen om een kustnatuurgebied te bezoeken. Er is ook nog geen kabelbaan naar de top van de Mont Blanc aangelegd," aldus het christen-demo cratische kamerlid Guellec. De Breton is sinds anderhalf jaar voorzitter van het Conservatoire. De afspraak is dat de zittende regering steeds de voorzitter aanwijst. „Maar over de kustbescherming in Frankrijk is geen politiek debat aan de gang. Iedereen is het er over eens dat we het gevoelige milieu zoveel mogelijk moeten redden. Ons model is eigenlijk de manier waarop ze het in Engeland aanpakken. We heb ben een Franse variatie gemaakt op het Trust Fund. De overheid speelt hier een grotere rol omdat we te maken hebben met een moeilijk erfrecht. Om onze honderd hectare grond te krijgen hebben we perceeltjes, soms van tien vierkante meter groot, moeten kopen bij 600 eigenaren. Soms lukte dat niet, dan moesten we onteigenen." De pedagogische functie van het Conservatoire maakt ook, dat er op ieder eigendom een zoge naamd 'Maison du Cite' moet verrijzen met de broodnodige informatie. „We willen dat de men sen iets van hun bezoek opsteken." Het Conservatoire beheert nu stukken kust door heel Frankrijk, van Boulogne sur Mer tot en met Menton. „Onze volgende doelen zijn de Baai van de rivier de Somme en de monding van de Loire, bij Saint-Nazaire. Verder proberen we stukken los te krijgen aan de Middellandse Zee. Maar dat laatste is erg moeilijk", geeft Guellec toe. „Mevrouw Le Coz moet niet zeuren. Anders stuur ik de veterinaire dienst bij haar langs. Die zou het hotel gelijk sluiten,zegt 'ean-Yves Desdoigts, werkzaam bij het ministerie van milieu. Mevrouw Le Coz vóór haar hotel: „Ik verdom het om hier weg te gaan." Frankrijk werkt aan de reha bilitatie van zijn kust. De Pointe du Raz, een van de meest westelijke punten van Frankrijk en een grote toeris tentrekker wordt komend jaar 'teruggegeven aan de na tuur'. „We willen voorkomen dat net als aan de Cóte d'Azur de hele kust wordt volgestort met beton," aldus ingenieur Jean-Yves Des doigts, die verantwoordelijk is voor het project op het ministerie van Milieu. De ve le toeristen die de Pointe du Raz hebben bezocht zijn on der meer bezweken voor de charme van het Hotel de l'Iroise. Maar ook dat moet - ondanks het felle verzet van de 75-jarige eigenaresse - te gen de grond. Door onze correspondent Wilko Voordouw Plogoff - Als ik er aankom, ligt de Pointe du Raz gehuld in een dikke mistdeken. Het laatste huis van het buurtschap Lescoff is nog niet voorbij, of de vlotte rit naar het Einde van de Wereld wordt onderbroken door een chi cane-bocht. Op de plek waar eens de oude weg liep, staat een enorme hijs kraan. Het komt zeker door de nevel, maar even krijg ik het gevoel dat ik Jurassic Pare be treed. Even verderop is een grote boormachine (ook al zo'n prehis torisch aandoend ding) bezig met het boren van een gat in het graniet. Nog 800 meter te gaan tot de rotsformatie, die ongeveer twin tig meter boven het zee-opper vlak uittorent. De 'lande' (heide veld) ziet er nu ongeveer even onvriendelijk uit als het in de zomer juist uitnodigend is. Dan worden de paarse en witte plan ten onderbroken door een uit bundig boeket van gele brem. Maar het is nu december, de natuur is vijandig. De weg naar La Pointe du Raz eindigt vreemd genoeg in een oplopende par keerplaats. Oerlelijk, want het wegdek bestaat daar uit roze asfalt. Nu er geen toeristen zijn heeft de parkeerplaats meer weg van een startbaan op een vlieg veld. Het toestel kan ieder mo ment vertrekken. Ik parkeer bij de muur van het 'centre com mercial'. Maar de meeste winke liers hebben er die dag de brui aan gegeven. Je kan er alleen nog maar Bretons kant kopen. Wie trek heeft in een crêpe met uitzicht op de Atlantische Oceaan kan het wel vergeten. Dan slenter ik even naar de punt, want daar gaat het per slot van rekening om. Niets te zien. De mist neemt ieder uitzicht weg. Er is ook weinig hoop op- dat de nevel verdwijnt. Want er staat - uniek feit - die dag geen zuchtje wind. Dan maar naar de landzijde. Maar ook daar is het onvriendelijkheid troef. De schaarse korstmossen op de gra nieten rotsen zijn nat, net als de even verderop gelegen heidevel den. In de verte klinkt een mist hoorn. Het lijkt op het huilen van een kalf. Oneindigheid La Pointe du Raz is niet het meest westelijke gedeelte van Frankrijk. Maar het is wel een van de meest tot de verbeelding sprekende. De Fransen, maar ook veel Europeanen komen naar het Bretonse natuurmonu ment om er even een te zijn met de oneindigheid van de zee. Jaarlijks trekt de Pointe onge veer een miljoen bezoekers. Bij normaal weer kun je vanaf de landpunt het eiland Sein zien liggen. Dat is het laatste obsta kel tot Amerika, heet het. Als het stormt is een bezoek aan La Pointe du Raz een apart avon tuur. De vijandigheid van de natuur is dan het best te voelen. De zee rukt en trekt aan de landengte. Bezoekers voelen zich dan bijzonder klein. La Pointe du Raz moet weer eigendom worden van de natuur, vinden ze in Frankrijk. De onge veer 200 hectare van de land punt zijn niet langer in handen van de omstreeks 1050 eigena ren. Het land is opgekocht door twee partijen, het departement Finistère (dat betekent overigens letterlijk 'het einde van de we reld') en het Conservatoire du Littoral. Dat laatste kunnen we het beste vergelijken met Na tuurmonumenten maar betekent 'Instituut tot behoud van de kuststrook'. Dat Conservatoire heeft van de rehabilitatie van La Pointe du Raz een van zijn omvangrijkste, en duurste projecten gemaakt. Het huidige winkelcentrum moet worden gesloopt en wordt onge veer 800 meter landinwaarts herbouwd. Nu echter in een ar chitectuur, die meer in overeen stemming is met het natuurmo nument. Ook de parkeerplaats wordt uit het zicht van de zee verwijderd, Ongeveer een kilo meter landinwaarts, omzoomd door muurtjes van natuursteen en wat heggen, komt een vrien delijker ogend, maar vooral min der het natuurschoon verstorend parkeergedeelte. 15 miljoen De operatie Pointe du Raz kost ongeveer 15 miljoen gulden. Het geld wordt opgebracht door het Conservatoire, maar ook door de provincie Finistère, de gemeente Plogoff en een enkele sponsor, zoals Gaz de France. De bepaald niet rijke gemeente Plogoff kan in enkele jaren zijn ingelegde geld terugverdienen doordat de automobilisten 10 frank (3,50 gulden) moeten betaling voor het parkeren. „Wij zijn dolblij," verzekert de 59-jarige burgemeester Nicolas Perfèzou mij. „Voor ons is het een manier om Plogoff in een positief daglicht te zetten." Het is waar dat Plogoff in de Franse geschiedenis een speciale plaats inneemt. Het pittoreske stadje (eigenlijk een verzameling buurtschappen en gehuchten rond een piepklein centrum met in totaal 2000 in woners) in de uiterste punt van zuid-Finistère werd in 1977 be roemd doordat de bevolking zich met hand en tand verzette tegen de bouw van een kerncentrale. Het oppermachtige Electricité de France (EDF) had tot dan toe weinig moeite gehad om vrijwel overal kerncentrales te bouwen. Maar de opposanten in Plogoff -een kleurrijke mélange van Bretonse nationalisten, vissers, socialisten, communisten en een handjevol Groenen - wisten het traangas van de oproerpolitie te weerstaan. „Er zouden hier doden zijn ge vallen als EDF had doorgezet," weet oud-marinekapitein Perfèzou, zelf toen ook een fer vent tegenstander nu. Het zeer omstreden plan ging in 1981 de finitief van tafel, toen Franfois Mitterrand tot président werd gekozen. Sommige graffitty's in Plogoff herinneren nog altijd aan de succesvolle strijd. De uithoek in Bretagne leed zwaar onder de opeenvolgende economische crisissen. De vis sersvloot in de baai van Audier- ne werd gedecimeerd, de land bouw bleek geen uitkomst voor de jongeren. Die trokken dus vrijwel allemaal naar Quimper of Brest om te gaan studeren en werken. De vrij geïsoleerde posi tie van Cap Sizun veranderde van een voordeel in een groot nadeel. Dat deel van de bevol king dat zich niet neerlegde bij de leegloop, zag wel wat brood in het toerisme. Snel na de oorlog werd de Pointe du Raz een toeristentrekker, De stedeling ontdekte het Einde van de Wereld. In de loop van de jaren steeg het aantal bezoekers tot ongeveer een miljoen; na de Mont Saint-Michel is de Pointe du Raz het meest bezochte na tuurmonument van Frankrijk. Dat leverde uiteraard problemen op. In 1962 werden de huidige parkeerplaats en het winkelcen trum gebouwd. Veertien nering doenden schuilen in het beton nen monster. Iedereen was het er over eens dat er iets moest gebeuren op de Pointe du Raz. Want het was duidelijk dat de omwonenden in Plogoff de kip met de gouden eieren opaten. De vroegere mos- begroeing verdween doordat de toeristen zich weinig van de flo ra aantrokken. De Pointe werd daardoor een soort granieten woestijn. Het Conservatoire du Littoral, dat intussen door heel Frankrijk zo'n 50.000 hectare kust in be heer heeft, trok aan het einde van de jaren tachtig als eerste aan de bel. De toenmalige minis ter van Milieu Brice Lalonde meende dat het overheids lichaam meer macht en zeggen schap moest krijgen. „Anders gebeurt hetzelfde met de Atlan tische kust als aan de Middel landse Zee: overal wordt beton Hotel l'Irose op 200 meter van Poite du Raz moet weg. neergekwakt voor de bouw van weer nieuwe prestigieuze projec ten. De natuur verdwijnt." Schande In Bretagne vond Lalonde bij de bestuurders een gewillig oor. „Het is een schande dat we zo'n wantoestand laten voortbe staan," aldus de huidige Conser- vatoire-voorzitter Ambroise Guellec. Ook de burgemeester van Plogoff, net gekozen in 1989, wilde van de Pointe du Raz een plaats maken, waar modern toe risme, commercie en natuurbe heer harnLjn hand gaan. Geko zen werd voor het terugtrekken van winkelcentrum en parkeer plaats. „Alle economische activi teit moet van de punt verdwij nen." Dat laatste principe levert de nodige problemen op. Zijn de winkeliers intussen van het nut van de operatie overtuigd, een enkele vrouw zorgt nog altijd voor de nodige problemen. De 75-jarige Marie le Coz is de uitbaatster van het Hotel de l'Iroise. Het is een breekbaar uitziend, spierwit hotel met tien kamers en gaat door voor het meest westelijke hotel van Frankrijk. Mevrouw Le Coz heeft het hotel in 1947 met haar eigen handen opgebouwd. De luxe in het hotel is ver te zoeken. De kamers op zich zijn een schoolvoorbeeld van wansmaak. Het beige wand tapijt, het purperen behang met witte trossen druiven, lelijke kunstbloemen, de onvermijdelij ke kuilmatras en de vieze grijze vloerbedekking zijn bepaald geen reclame. De eventuele vluchtneigingen worden snel on derdrukt wanneer men naar bui ten kijkt. Vanuit elke kamer is er zicht op zee, dan wel op de Pointe du Raz. Marie le Coz ziet van verre de oceaandepressies aankomen. Vastbesloten „Ik verdom het om hier weg te gaan", zegt ze vastbesloten. Haar blonde krulhaar, haar fel blauwe ogen, haar frêle lichaam, solide verpakt in minstens vier lagen truien is het symbool van de strijd tegen een overheid, die graag een mooi project oplevert, en daarbij aan persoonlijke be langen voorbij gaat. „Ze willen dat ik volgend jaar, '„Een pracht van een lamp men als het nieuwe winkelcentrum wordt opgeleverd en de parkeer plaats op de punt wordt ven mijn hotelactiviteit Maar het hotel is mijn lust en mijn leven. Ik ben hier 300 meter vandaan geboren. Ik woon op 200 meter van de Pointe du Raz. Ik ontvang hier klanten van alle horizonten, mensen die komen genieten van het uitzicht. Door dat zij genieten, heb ik het goed. Het zijn kille technocraten die mij hier weg willen hebben." Marie le Coz heeft al vele hon derden steunbetuigingen ont vangen. Er is een handtekenin genactie gestart, enkele tiental len bekende Bretonnen breken op alle niveaus een lans voor haar en haar hotel. Zowel Am broise Guellec en Jean-Yves Desdoigts, die voor het ministe rie van milieu verantwoordelijk is voor de uitvoering van hel project vinden dat mevrouw U Coz blij moet zijn. „Het hotel is, hoewel het door iedereen wordt gezien als een van de symbolen van de Pointe du Raz, van slech- Het is gebouwd in 1947, in op dracht van het ministerie van de wederopbouw. Het is uitgevoerd in die zogenaamde neo-Bretonse stijl die iedereen verwerpt. Bo vendien voldoet het Hotel de l'Iroise niet aan de huidige ho telstandaard. We willen best ac cepteren dat mevrouw Le Coz tot haar dood in haar huis kan blijven wonen, maar het hotel moet dicht," zegt Desdoigts dui delijk. Hij voegt daar aan toe: „Bovendien moet ze niet zeur® Anders stuur ik de veterinaire dienst bij haar langs. Die zou het hotel gelijk sluiten." Ambroise Guellec drukt zich als politicus iets voorzichtiger uit, hij is per slot van rekening hel lokale kamerlid. „We zullen heus wel een oplossing vinden voor mevrouw Le Coz." De onverzettelijke Bretonse, blijft tot het bittere einde door vechten, hoewel ze weet dat op termijn zal verliezen. „Als de weg tot de huidige parkeerplaat wordt afgesloten en gesloopt, zullen ze uiteraard mijn hotel gasten niet meer doorlaten. Dan moeten die 500 meter met hi® koffers sjouwen. Ik vrees dat ze me op die manier met p®sio* sturen. Maar dat slaat Door Annemarie Buijk Roosendaal - „Mijn buurman wel op snuffelmarkten staan. A kan hij niet rondkomen." Een t houdster op de snuffelmarkt v'; gelopen weekend in sportcoi Leysdream in Roosendaal haast onzichtbaar naar de ma een standje naast de hare huurt je hoort hoeveel mensen op een melmarkt als deze staan, omd anders-onvoldoende geld hebbt van te leven. Het is echt onvoo 3aar." Desgevraagd zegt de 'buurman': Mer echt alleen maar voor de gez Zoals iedereen hier op de sn narkt." De evenementenhal van Leysdream 'omvol standjes. Zo'n 150 houten 'taan vol met allerlei troep en roi naar ook met gloednieuwe dingr echt antiek. Dit soort groots opg ominelmarkten staan gewoonlijl zend om het publiek dat voetje 'oetje in een benauwde hal loopt, open weekend was dat lang niet h 'n leysdream.. Er was genoeg te architectonische kwaliteit, uimte. De standhouders zijn da, OLUUUIÏUUUCID Z.1JU Udd e ene kant wel blij mee. „Nu kunr op. Ik ben nog jong en fit g- om te werken. Dit werk hou» me in leven.' P snuffelmarkten kom je van c

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1995 | | pagina 20