Mens is niet
de meester
van de tijd
MUI
4Poort naar gezondheidszorg steeds smaller'
Griekse visser krijgt
antiek beeld in netten
Ijilexandra Ri
itaatssecretai
Eindhovens mi
Ubbe twee jaar
DE STEM
BINNENLAND BUITENLAND
-DE STEM-
Meten van de tijd
is door eeuwen
heen steeds
obsessie van
mensheid geweest
v-
V
I Natuurlijk is zij bereid om zo
■snel mogelijk met de Tweede
I Kamer te praten," aldus
ISchmitz' woordvoerster. Zolang
l'de volksvertegenwoordiging nog
Liet met de staatssecretaris heeft
I gedebatteerd over haar ruimhar-
Itjge, maar omstreden besluit, ko-
lmen illegale buitenlanders niet
jin aanmerking voor een ver
blijfsvergunning.
I Dat debat zal nu vermoedelijk in
I de laatste week van januari
I plaatsvinden. De Kamer is dan
■terug van kerstreces. Het CDA
(wilde de bewindsvrouw al on-
1 middellijk na de jaarwisseling
Iter verantwoording roepen. Dan
Prof. Ruud ter Meulen: samenleving wacht pijnlijke keuzes
DE STEM
3!C
MAANDAG 2 JANUARI 1995
De regen klettert te
gen de ramen, de
storm doet deuren
klepperen, het hele huis
druipt en kraakt, maar wij
hoeven er lekker niet uit. Wij
spelen halma en memory en
ganzebord en eten het bakje
met de laatste kerstkransjes
leeg.
„Wat een weer weer, je waait
van de weg weg". Daar moe
ten ze hard om lachen, die
kindjes, die zelf net letters
aan elkaar kunnen rijgen tot
woorden. Die ook klanken
proeven en de kunst van het
rijmen machtig zijn. Na het
onvermijdelijk baldadige vies-
pies of vol-d-o' -.olgen toch
ook kunstzinri, ;er creaties als
jurk-augurk, zes-zwemles,
coks-box.
Maar zo simpel als dit hadden
ze het nog nooit verzonnen:
wat een weer weer, je waait
van de weg weg. Eentje is
slim, dat is helemaal niet echt
een gedichtje, vindt ze. Dat is
gewoon twee keer hetzelfde
woord achter elkaar zetten:
'niks aan'. Moet ze dan maar
eens proberen, zal ze zien dat
op die manier rijmen heel
moeilijk is, misschien kan zij
het niet eens.
Nu volgt een kwartiertje
knutselen en Worstelen met
woorden, waarop een meneer
of juf uit groep drie en hoger
jaloers kan zijn. Wat ze ook
bedenken, het wil maar niet
een heus rijmpje worden.
'Huis-thuis' komt aardig in de
buurt, dat betekent voor hen
hetzelfde, maar ze geven
sportief toe dat het het zijn
toch twee verschillende
woordjes zijn.
Ik zal helpen: als straks de
boerekool op tafel komt, gaan
weSmullen, roept de een.
Eten, probeert de ander en
opeens heeft die het door: 'we
gaan eten eten'. Wat een ge
juich, nu hebben ze drie van
die leuke zinnetjes om straks
thuis mee op te scheppen.
Ik weet er nog een, die hoort
er eigenlijk achter bij dat
weer en die weg, hoor maar:
'zonde van je goed goed'.
Twee blanco gezichtjes kijken
me verbaasd aan. "Als je met
dit weer naar buiten gaat, is
het zonde van je goeie goed,
snap je". Nee, hoe zouden ze
ook.
Kinderen en ook grote men
sen tegenwoordig hebben ge
wone en feestkleren en niet
zoals vroeger weekse plunje
of een afgedragen kloffie en
het zondagse goed altijd
schoon in de kast. Je goeie
goed, dat is zo'n uitdrukking
waarvan je zonder het op te
zoeken weet, dat die ergens in
Kees de Jongen of Het Grijze
Kind van Theo Thijssen zal
voorkomen.
Maar niet (meer) in kinder-
Wat een weer, kind
hoofdjes. NRC Handelsblad
deed een oproep naar dingen,
zaken, gebruiken die verdwe
nen zijn. Pagina's vol lezers-
bijdragen met opvallend veel
verloren gegane geuren, met
weemoed beschreven. Merk
waardig genoed geen woor
den, toch hoort dit 'goed'
eveneens bij al het verdwenen
goed. Ook in snoepgoed is het
weg, kinderen vragen gewoon
snoep en moeders klagen dat
hun schatjes zoveel zoetigheid
wordt toegestopt. Had ook
een mooie oproep geweest:
welke woorden bent u kwijt
geraakt?.
Soms sta je verbaasd, lijkt het
toch geen kwestie van vroeger
en nu. In de bespreking van
Judith Herzbergs gedicht
'Meeuwen' schrijft Guus Mid
dag (hoe oud?) '...is het door
onpartijdige ogen en oren
waargenomen geworden'.
Een schokje, mijn vader
praatte zo: dat werk is beke
ken geworden, de wedstrijd is
gewonnen geworden. Was het
dan niets ouderwets, alleen
zorgvuldig taalgebruik, mijn
moeder zei dat 'geworden'
immers nooit.
Ik kan het ze niet meer vra
gen. En mét hen is de dier
baarste betekenis van een
simpel vierletterwoordje uit
mijn leven verdwenen: 'fijn
dat je er bent, kind'.
Athene (afp) - Een Griekse visser heeft in de Egeïsche Zee
ter hoogte van het eiland Kalymnos een bronzen vrou
wenbeeld ontdekt, dat vermoedelijk dateert uit de Helle
nistische tijd (3e tot le eeuw voor de jaartelling).
Het beeld van de staande
vrouw, die een tuniek draagt,
verkeert in goede staat. Het
weegt 200 kilo en is twee me
ter hoog.
Het is inmiddels in Athene, zo
heeft minister van Cultuur
Thanos Mikroutsikos zaterdag
gezegd. De minister noemde
de vondst zeer belangrijk. Hij
wees erop dat de Griekse mu
sea geen sporen uit deze tijd
hérbergen. Binnenkort zullen
archeologen in de buurt van
de vindplaats nader onderzoek
onder water doen om te kijken
of er wellicht nog meer moois
te vinden valt.
Ook zullen zij zich buigen
over de noodzaak en eventuele
uitvoerbaarheid van herstel
werk aan het opgeviste beeld.
De visser had het beeld don
derdag in zijn netten gekre
gen. Na een eerste onderzoek
is het zaterdag naar Athene
overgebracht. De visser, die
bij het transport van zijn
vondst naar de Griekse hoofd
stad aanwezig was, heeft het
beeld aan de autoriteiten
overgedragen 'uit liefde voor
mijn vaderland'.
Uitgave van uitgeversmaatschappij De Stem B.V.
Directie: drs. J.H.M. Brader en D.H. Ahles (adjunct).
Hoofdredactie: H. Coumans - hoofdredacteur.
C. Hamans en H. Vermeulen - adjunct-hoofdredacteuren.
Hoofdkantoor: Spinveld 55, Breda.
Postadres: Postbus 3229, 4800 MB Breda.
076-236911 /Telefax 076-236405. Telefax redactie 076-236309.
Bezorgklachten en abonnementenadministratie:
Afdeling Lezerscontact S 06-0226116 (gratis)
ma. t/m vrij. 8.00-17.00 uur, zat. 8.00-12.00 uur.
Kantoren:
Bergen op Zoom, Postbus 65, 4600 AB;
01640-36850, fax 01640-40731, redactie 01640-37253.
Etten-Leur, Markt 28, 01608-21550, fax 01608-17829.
Goes, Klokstraat 101100-28030, fax 01100-21928.
Hulst, Steenstraat 14, 01140-13751, fax 01140-19698.
Oosterhout, Bredaseweg 108B,® 01620-54957, fax 01620-34782.
Roosendaal, Molenstraat 45,® 01650-37150, fax 01650-44929.
Terneuzen, Zuidlandstraat 32,® 01150-17920, fax 01150-96554.
Vlissingen, Scheldestraat 7-9, 01184-19910, fax 01184-11446.
Openingstijden: van 8.30-17.00 uur.
(Middagpauze van 12.30-13.30 uur m.u.v. Oosterhout)
Abonnementsprijzen per 1 januari 1995 (bij vooruitbetaling te voldoen):
per kwartaal 89.40, per half jaar 177.80 óf per jaar 345.75.
Voor abonnees met automatische incasso: per maand 29.80,
per kwartaal 86.90, per half jaar/ 172.80 óf per jaar 335.75.
Voor posttoezending geldt een toeslag.
Fotoservice 076-236573.
Advertenties (tijdens kantooruren 8.30-17.00 uur):
Rubrieksadvertenties 't Kleintje 076-236882 en bij Teuben,
Ginnekenweg 7, Breda.
Grote advertenties uitsluitend 076-236881. Fax 076-236405.
Geboorte- en overlijdensadvertenties
maandag t/m vrijdag tot 16.00 uur 076-236881fax 076-236405
zondag van 18.30 tot 20.30 uur 076-236242/236911
Alle advertentie-opdrachten worden uitgevoerd onder toepassing van de
Algemene Voorwaarden van Uitgeversmaatschappij De Stem B.V. als
mede de Regelen voor het Advertentiewezen.
Bankrelaties: Postgiro 1114111 - ABN/AMRO rek. 520538447.
De Stem op band: Centrum voor gesproken lektuur 08860-82345.
De kalender is enerzijds een
prachtige uitvinding, maar an
derzijds ook een tamelijk
slechtzittende jas voor Vader
tje Tijd. Waarom telt februari
bijvoorbeeld 28 (of 29) dagen
en niet gewoon 30 of 31, zoals
de andere maanden? En waar
om beginnen de seizoenen niet
gewoon keurig op de eerste
van de maand, zoals de meteo
rologen graag zouden willen?
De verklaring ligt in de ge
schiedenis.
Door Martijn Hover
Het jaar 2000 nadert met rasse schre
den. Om meer dan één reden is dat een
bijzonder jaar. In de eerste plaats na
tuurlijk omdat het de afsluiting vormt
van een duizendjarige periode: op 1
januari 2001 begint zowel de 21ste
eeuw als het derde millenium van onze
jaartelling.
Het jaar 2000 is daarnaast ook een
schrikkeljaar en dat is een zeldzaam
heid. 'Eeuwjaren' zijn alleen schrikkel
jaren als ze deelbaar zijn door 400. Het
volgende 'schrikkeleeuwjaar' zal zich
dan ook pas in 2400 voordoen.
De obsessie met de tijd en het meten
ervan is iets typisch menselijks. Planten
en dieren zijn hun hele leven slaven van
de tijd. Dagdieren leven overdag,
nachtdieren leven 's nachts, bomen ver
liezen hun bladerdek in de winter en
krijgen nieuwe blaadjes in de lente.
Hun leven wordt gereguleerd door de
tijd en de seizoenen en dat stoort hen
hoegenaamd niet.
Mensen stoort dat wel. Natuurlijk zijn
wij in wezen ook tijdslaven. We worden
geboren, brengen de ons gegeven tijd op
aarde door en sterven. En niemand die
daar iets aan kan doen. We zijn echter
over het algemeen niet dol op slavernij,
zeker niet als we er zelf het slachtoffer
van zijn. We hebben dan ook kalenders
en klokken uitgevonden zodat wé ons
meesters van de tijd kunnen wanen.
De maan was onze eerste gids op het
pad van de tijdrekening. Daar zullen
meerdere oorzaken voor zijn geweest.
Zo zorgen de schijngestalten die de
maan in een periode van ruim vier
weken doorloopt voor een tamelijk ge
makkelijk herkenbare cyclus: nieuwe
maan, wassende maan, volle maan, af
nemende maan.
Dat veranderde toen met de beschaving'
de landbouw en het schrift werden
uitgevonden. Nu er 'op papier' gerekend
kon worden, werden ingewikkelder be
rekeningen mogelijk. Tegelijkertijd
maakte de landbouw de mens nog af
hankelijker van de jaargetijden. Al vrij
snel kwam men erachter dat de seizoe
nen nogal uit de pas lopen met het
maanjaar.
Een 'lunatie' (het tijdsverloop van de
ene nieuwe maan tot de volgende) duurt
29 dagen, 12 uur, 44 minuten en 2,8
seconden. Vermenigvuldigd met 12 le
vert dat een 'maanjaar' op van om en
nabij 354 dagen.
Het jodendom werkt nog altijd met een
zeer ingewikkelde maankalender. Het
joodse jaar telt twaalf of dertien maan
den van 29 of 30 dagen. Jaren met 12
maanden worden 'gemene jaren' ge
noemd. Jaren met 13 maanden heten
'schrikkeljaren', net als bij ons, alleen
telt het joodse schrikkeljaar dus niet
slechts één dag, maar een hele maand
extra.
Omdat de seizoenen niet afhangen van
de maan, maar van de positie van de
aarde ten opzichte van zon, raakte het
maanjaar uiteindelijk bij de meeste
westerse volkeren in onbruik. De maan
kalender van 354 dagen werd vervan
gen door een zonnekalender die 365
dagen telde.
Aanvankelijk ging men ervan uit dat
het 'zonnejaar' (de tijd waarin de aarde
één keer om de zon cirkelt) 365 dagen
telde. In werkelijkheid is het echter iets
langer, zodat na verloop van tijd de
seizoenen andermaal begonnen te ver
schuiven.
Onze kalender is gebaseerd op de Ro
meinse, die oorspronkelijk ook de
maancycli volgde. De eerste pogingen
van de Romeinen om tot een zonneka
lender te komen leverde nogal een jan
boel op: zo werd op gezette tijden een
hele maand ingevoegd tussen 23 en 24
februari. Julius Caesar maakte in 44
voor Christus en einde aan de verwar
ring door een nieuwe kalender op te
stellen die al erg leek op de onze: elf
maanden van 30 of 31 dagen en een van
28. Om de vier jaar werd aan de maand
februari een 29ste 'schrikkeldag' toege
voegd.
De samenstellers van de Juliaanse ka
lender hadden er echter geen rekening
mee gehouden dat het zonnejaar iets
korter duurt dan 365,25 dagen. Dat
begon de gebruikers van de kalender zo
tegen het jaar 1582 lelijk op te breken.
De lente begon in dat jaar al op 11
maart. Dat werd te dol, vond paus
Gregorius XIII.
Hij besloot de dag na 4 oktober 15
oktober te noemen, zodat het jaar 1582
slechts 355 dagen telde. Bovëndien
werd het aantal schrikkeljaren terugge
bracht door van 'eeuwjaren' die niet
deelbaar zijn door 400 'gewone' jaren te
maken: 2000 is een schrikkeljaar, 1900
was dat niet.
Daarmee was onze tijdrekening redelijk
nauwkeurig geworden. De afwijking
bedraagt nu nog ongeveer één dag per
3300 jaar. Het is nog altijd niet de
meest nauwkeurige kalender die ooit is
uitgevonden (dat was die van de Ma
ya's), maar voor praktische doeleinden
voldoet hij uitstekend.
Toch is ook onze kalender nog voor
verbeteringen vatbaar. Klimatologen
weten daar alles van. Zij houden zich
beroepshalve onder meer bezig met het
bestuderen van seizoenswisselingen.
Voor hen is het uitermate lastig dat de
seizoenen niet keurig in de kalender
passen. Daarom hebben zij jaren gele
den al besloten het begrip 'meteorolo
gisch jaargetijde' in te voeren. De mete
orologische seizoenen beginnen keurig
op de eerste van de maand: de 'meteoro
logische winter' is begonnen op 1 de
cember, drie weken voor het begin van
de 'astronomische winter'.
Wie daar even op doordenkt, komt al
gauw tot de slotsom dat een kleine
aanpassing van de kalender allerlei
problemen uit de wereld zou helpen.
Een simpele verschuiving zou volstaan:
noem de datum die nu nog '21 decem
ber' heet voortaan '1 december' en as
tronomische en meteorologische seizoe
nen vallen keurig samen.
Weliswaar zou dat een probleempje
opleveren doordat een jaar drie weken
langer zou duren dan we gewend zijn.
Maar dat zou slechts een eenmalig feno
meen zijn waar we gemakkelijk over
heen kunnen stappen.
Je zou je bijvoorbeeld kunnen voorstel
len dat we aan het jubileumjaar 2000
drie 'feestweken' vastplakken en 1 ja
nuari 2001 laten vallen op de dag die
eigenlijk 21 januari zou moeten heten.
De meteorologen zouden dan voortaan
heel gemakkelijk hun maand- en sei
zoensgemiddelden kunnen uitrekenen
terwijl de rest van de mensheid heel
tevreden zou zijn met drie weken extra
vakantie.
Als we dan toch bezig zijn, kunnen we
misschien tegelijk iets doen aan die
belachelijke februari, dat zielige over
blijfsel van de antieke Romeinse maan
kalender met zijn 28 dagen. Omdat het
jaar om en nabij 365 dagen telt, zou het
keurig zijn onder te verdelen in zeven
maanden van 30 dagen en vijf van 31
dagen. In schrikkeljaren zou een van de
korte maanden een dag extra kunnen
krijgen, zodat het schrikkeljaar zes
maanden van 30 en zes maanden van 31
dagen zou tellen.
Helaas hebben dergelijke voorstellen
het in het verleden niet gehaald en ziet
het er niet naar uit dat dat in de nabije
toekomst wel het geval zal zijn. Voorlo
pig zullen we ons moeten behelpen.
Meesters van de tijd? We zijn niet eens
de meesters van onze eigen kalender.
Amsterdam (anp) - De Hd
Alexandra Radiusprijs g. 1
l993/'94 gaat naar de dan- I
ser Jahn Magnus Johansen. ge|
De 27-jarige Noor is tweede
solist bij Het Nationale Bal- De
let. *4
I
Alexandra Radius reikte hem Ba
de prijs gisteren in het Mu- dal
ziektheater in Amsterdam uit 18®
tijdens de galavoorstelling van de)'
/v
O /V
jen Haag (anp) - Staatssecrei
■schort haar besluit op om 1
-* ■verblijfsvergunning te geven. Ee
bewindsvrouw heeft dat zaterdag
Jjjen ruime meerderheid in de
■Tweede Kamer van CDA, WD
■en D66 heeft ernstige bezwaren
Itegen de regeling, die vrijdag
■bekend werd gemaakt in de
■Staatscourant.
hadden de parlementariërs hun
vakantie moeten onderbreken.
I De oppositiepartij ziet daar nu
van
de
sten
menl
Het
bae
Schrl
zwicl
het I
het
Pvd
bepsi
verb|
CD/
sprei
de zq
Schrj
minil
wonf
sten
ven.
zen i
verril
gistel
manl
vreel
tingtj
hond
(Eindhoven - Met een ferme klap sl
afgelopen zaterdag om exact vijf uur
brons beklede deuren van bet Eindhcl
■lHet museum is sinds zaterdag gedur
I het publiek gesloten in verband met
L De laatste tentoonstellingen in_
het oude museum, de afgelopen
week bezocht door enkele hon-
derden mensen, bestonden uit
presentaties van een deel van de
1 eigen collectie en de maquette
van de definitieve nieuwbouw,
I ontworpen door de Amsterdamse
architect ir. Abel Cahen.
Wanneer het Van Abbe daad
werkelijk kan gaan (ver)bouwen
is nog onduidelijk. Er lopen nog
verschillende beroepsprocedures
tegen de geplande uitbreiding.
Onder meer de stichting Behoud
het Van Abbemuseum doet ver
woede pogingen om het uit 1936
.daterende gebouw alsnog op de
Het
magl
het
geval
De
versJ
musl
lijkei
ge P|
de
het
overl
met F
schill
schal
Het uurwerkmonument vlakbij het station Saint Lazare in Parijs. fotoawI
I 'uiit' r« MnrlarlanH no\A/Prkt hphb
Van onze verslaggever
Ber Crouzen
„Wij zijn in Nederland druk
doende de gezondheidszorg
kritisch te bekijken. Lang
zaam maar zeker wordt de
toegangspoort naar de ge
zondheidszorg enger ge
maakt. Dat leidt tot hele ver
velende situaties. Daar den
ken de beleidsmakers veel te
weinig over na."
Ruud ter Meulen is meer denker
dan actievoerder. Vanuit het
riante pand van het Instituut
voor Gezondheidsethiek aan het
Maastrichtse Servaasklooster
kijkt hij naar het toneel buiten
en zet er kritische kanttekenin
gen bij. Maar zijn voorbeelden
zijn er niet minder duidelijk om.
Hij plukt er twee uit de krant.
Een groot deel van de behande
lingen bij de tandarts verdwijnt
uit het ziekenfondspakket. Men
sen kunnen zich bijverzekeren.
Maar nu al is duidelijk dat met
name ouderen dat niet zullen
doen. En dus gaan ze niet of pas
veel later naar de tandarts. Dat
betekent dat je in feite de poort
van de gezondheidszorg sluit.
Een tweede voorbeeld: sinds de
ingrijpende wijziging van de
wao-regeling zie je dat mensen
steeds langer doorwerken. Men
sen met reuma, die vroeger al
lang een beroep gedaan zouden
hebben op de wao, proberen nu
zo goed als het gaat aan de gang
te blijven. Tot het natuurlijk
echt niet meer gaat. Ook hier
hebben we de poort naar de
gezondheidszorg voor een deel
geblokkeerd.
Ter Meulen begrijpt natuurlijk
best waarom die poort steeds
smaller wordt. 'Geldgebrek',
zegt hij laconiek. „Maar dat ont
slaat je niet van de plicht goed te
kijken waar je aan begint. Wij
hebben in Nederland altijd ge
zegd dat wij hier geen Ameri
kaanse toestanden willen. In dat
land zijn er riante ziekenhuizen
voor de rijken en worden de
armen, die het niet kunnen beta
len, buitengesloten. De kans zit
erin dat wij ook die kant op
gaan."
„Wij moeten kiezen in de ge
zondheidszorg," analyseert de
nieuwe hoogleraar. „Maar dat is
een heel pijnlijk proces."
Hij geeft maar weer een voor
beeld. „Wij zijn technisch in
staat mensen van negentig goed
te opereren aan hun hart. Dat
doen weook. Maar die groep
wordt steeds groter. Dan kom je
toch steeds meer voor het dilem
ma te staan of je zoveel geld
moet besteden aan die operaties
of dat je moet kiezen voor ande
re groepen mensen."
Een paar jaa/ geleden is er in
Nederland een discussie geweest
of je een leeftijdsgrens moet stel
len voor bepaalde ingrepen, zo
als harttransplantaties. Dat is
toen afgewezen. De samenleving
accepteerde dat niet. Maar het
kan heel goed zijn dat er door al
die operaties bij zeer oude men
sen te weinig geld overblijft voor
mensen die chronisch ziek zijn,
mensen met reuma om een voor
beeld te noemen. En dan moet de
samenleving toch kiezen.
Ter Meulen weet wat hij wil.
„Als er dan toch ongelijkheid
komt, pleit ik ervoor dat wij dan
toch kiezem voor de chronische
denk ik dat een groot deel van
de zorg toch neerkomt op
kinderen."
Terloops wijst de hoogleraar o? I
het verschijnsel van de ouder-1
mishandeling. „Ik zal niet
gen dat er meteen grof lichamfr I
lijk geweld gebruikt wordt, hel
kan zich ook uiten in scheldpar-1
tijen of het aftroggelen van g
Dat verschijnsel geeft toch te
denken. Kinderen - maar ook
verpleegkundigen - kunnen zich
ook overvraagd voelen. Mag je
een dochter die haar hele leven
een moeizame verhouding
haar ouders gehad heeft, vragen
nu wel de zorg voor hen op ziek
te nemen?"
Alsmaar bezuinigen in de be
jaardenzorg leidt tot situaties
waarin verpleegkundigen lastige
ouderen links laten liggen. Dat is
toch ook een vorm van ouder
mishandeling, constateert Ter
Meulen. „Als je mensen in be
jaardenhuizen en verpleeghuizen
zo lang mogelijk als volwassen
en zelfstandige mensen wil be
handelen, als je ze het liefst weer
R. ter Meulen: „Wij hebben in Nederland altijd gezegd dat we hier geen Amerikaanse toestanden
willen."
naar hun eigen omgeving
ffil
patiënten. Zorg voor deze groep
hoort bij de basisvoorzieningen
van de gezondheidszorg. Daar
moet je niet in snijden. Dat le
vert zoveel problemen en dilem
ma's op. Daar kom je bijna niet
uit."
De laatste jaren heeft de Maas
trichtse hoogleraar zich vooral
verdiept in de zorg voor oudere
mensen. „Daar komt een groot
aantal ethische vragen samen",
verklaart hij zijn voorkeur.
„Oudere mensen blijven steeds
langer in leven en gelukkig ook
steeds langer vitaal. Niettemin
komt er een periode dat ze zo
gebrekkig worden dat ze in een
bejaardenhuis of een verpleeg
huis terechtkomen. In het verle
den kwamen ze daar niet meer
uit. Dat was het laatste adres.
Nu zie je dat de overheid die
mensen zo veel mogelijk zelf
standig wil houden. Daar spelen
naast ethische argumenten ook
bezuinigingen een rol."
En dus komt nu bijvoorbeeld een
aantal mensen na een beroerte
weer naar huis. Dat roept een
aantal vragen op. Ter Meulen
somt ze op. „Het is natuurlijk
heel goed dat je hulpbehoevende
ouderen zolang mogelijk ziet als
autonome, zelfstandige mensen.
Maar dat betekent wel een cul
tuuromslag in verpleeghuizen..
Die moeten hun patiënten leren
weer zelfstandig te worden."
„En wie vangt ze dan weer op
als ze thuis zijn? Met al die
bezuinigingen in de thuiszorg
terugbrengen moet je uiterst
voorzichtig zijn met bezuinigi"'
gen in deze sector."
Het zal duidelijk zijn. De ko
mende jaren moeten er nog heel
wat keuzes gemaakt worden m
de gezondheidszorg. Pijnlijk6
keuzes. Ter Meulen is zich daar
heel goed van bewust. „Een ge
luk is dat de nieuwe miris'er
van Volksgezondheid, mevrouw
Borst op dit terrein geen onb6'
kende is. Ze heeft zich al jar®
lang met dit keuzeprobleem be
zig gehouden. Maar gemakkelijk
zal het allemaal niet gaan."
JARENLANG AL krijgt een klein aant
'wit' in Nederland gewerkt hebben,
Geen haan die er naar kraait. Geen po
van wordt. Maar als staatssecretaris
lang praktijk is, en kranten dat berich
opschudding onder kamerleden. Het
dagen zelfs even over om de Tweede I
bet kerstreces.
De vraag hoe het zit met het verstrekk
gen aan illegalen is minstens zo interes
politici daarover opeens zo opgewondi
Het was praktijk dat een iliegaal die
werkt, premies en belasting betaalt, u
gunning krijgt. Dat je zo iemand, van
al redelijk ingeburgerd zijn, een vei
vooral een zaak van humaniteit er
Begrijpelijkerwijs gebeurde dat in stilt
'en naar Nederland te lokken.
Nu komen er dan officiële regels,
illegaal nog 'wit' aan de slag te ko_
yerminderd. Illegalen kunnen sinds
'sofi-nummer' bemachtigen. Daarnaas
ties hun bestanden. Op die manier bli
"iet illegaal werkt. Werkgevers die
bebben, worden zwaarder gestraft.
De regeling die Schmitz op schrift hes
voor een beperkte groep: de wit we
1991. Een groep waar weinig nieuwe
na verloop van tijd 'op' raakt.
Blijft nog de vraag over de opgewor
van CDA, VVD en D66. De enige
kamerleden om zich op te winden, is
voren heeft ingelicht over de regeling
«en beginnend staatssecretaris die de
bet onderwerp blijkbaar heeft ondersci
veel minder reden tot opwinding,
badden in ieder geval moeten weten
die nu gaan roepen dat het allemaal
komen ongeloofwaardig over. Waa
afgelopen jaren niet gepiept?
Door er nu een politiek nummer
üeveinsde verontwaardiging, treedt ju
op die ze zelf altijd zeggen te willen
bet liedje is dat die aanzuigende wc
Voorkomen als de regeling van Set
Misschien wel helemaal verdwijnt. De
een klein stukje humaniteit bij de beh
9en. Dat zou eerder een reden tot opwi