maken Uitkeringen, premies, belastingen in 1995 V Belastingen DESTEM ECONOMIE A9 Sociale zekerheid Kinderbijslag 8, J Minimum (jeugd)loon Grondslagen aaw Kopjes op de uitkering De sociale premies Schijventarief Aanslaggrens Teruggave loonbelasting en premies Arbeidskostenforfait Aftrek reiskosten Huurwaardeforfait Ouderenaftrek Aftrek buitengewone lasten Werknemers-spaarregeling G 31 DECEMBER 1994 A8 ZATERDAG 31 DECEMBER 1994 FOTO EPA Hamburgse, die jarenlang minis ter van Economische Zaken en i van Financiën in de deelstaat Nedersaksen was, heeft pracht-, aanbiedingen uit het bedrijfsle ven afgeslagen. Ze wordt gene- raal-commissaris van de wereld tentoonstelling 'Expo 2000' die in dat jaar in Hannover wordt gehouden. Een deel van haar ambtenaren zal verder werken aan de verde re afwikkeling van de sanerin gen in het oosten van Duitsland. De landelijke overheid heeft daartoe enkele nieuwe, kleine organisaties opgericht. De Bond neemt ook indirect de resteren de, bijna honderd tot nu toe onverkoopbare bedrijven onder haar hoede. Maar bovenal zal zij de wettelij ke oplossingen moeten vinden voor het ingewikkelde probleem van oud-eigendommen in de oude DDR. Die hoogst onduide lijke eigendomsverhoudingen van (agrarische) grond en gebou wen zijn - naast de gigantische milieuvervuiling - de grootste belemmeringen voor verdere om vangrijke investeringen. verhuur van- en de bemiddeling bij het zoeken naar accommodaties in Tsjechie en Slowakije, het fungeren als reisorganisatie, het deelnemen in ondernemingen, het doen van beleggingen, het beheren van pes- nioen- en lijfrenteverplichtingen, het ver strekken van managementenadviezen. 75189 P. Jos Hectors Handelsonderneming, Marktstede 90, 4701 PZ Roosendaal. Admi nistratieve dienstverlening in de ruimste zin, alsmede de im- en export van, alsmede de groot- en kleinhandel (gesloten huis) in diverse roerende goederengroepen. Klus bedrijf. De groot- en kleinhandel in zelf gekweekte planten Koeriersbedrijf (tot 500 kilogram). De ambulante handel (markt- en straathandel) in diverse roerende goede rengroepen Het verhuren van kunstwer ken, alsmede de groot- en kleinhandel hierin. 75190 Schoonheidsstudio Petua, Ha venstraat 15a, 4758 BP Standdaarbuiten. Schoonheidssalon, tevens pedicure, mani cure en visagie. 75191 Filtration Europe B.V., Marktweg- Zuid 2a, 4794 SN Heijningen. De im- en export, de verkoop en de engineering van reinigingsmachines voor pijpwisselaars en condensors, alsmede andersoortige ma chines en machine onderdelen. 75192 R. Mees Zoonen Assurantiën B.V., Vughtstraat 16a, 4701 NS Roosendaal. As surantiebemiddeling 75193 J A Mode, Torenstraat 19d, 4901 EG Oosterhout NB. Groothandel en ambu lante handel (markt- en straathandel) in kledinatextiel. 75194 Klusbedrijf Van Peer, wittenburg 4711 Sint willebrord. Klusbedrijf 18094. Zwarte Polder Holding B.V., Zeedijk 19, 4504 PP Nieuwvliet. Verwerving van minderheidsbelangen in ondernemingen en het beleggen van gelden. 18095. J. Willemsen, Reaumurstraat 16, 4532 KK Terneuzen. Het verlenen van be middeling bij het tot stand komen van verkooptransacties tussen consumenten/ afnemers en Hillary's Blinds zonwerings- produkten. 18096. Out, van Middelhovenstraat 56, 4571, AE AXel. Behangersbedrijf, het verzorgen van interne verhuizingen. 18097. Algist Bruggeman Benelux B V. I.O., Keizer Karelplein 24,4551 CJ Sas van Gent Fabricage, vervaardiging, behandeling en conditionering, aan- en verkoop van gist, bakkerijgrondstoffen en alle daaraan ver bonden neven-, onder- of gelijkwaardige producten, alsook het verpakken van deze producten. 18099. SHB Construct, Schuttershofweg 22, 4538 AA Terneuzen. Ontwerpen, berekenen en tekenen van bouwkonstrukties. 18100. L.C. Kosten Holding B.V., Ghistelker- ke 24, 4522 JA Breskens. Beheervennoot- schap. 18101. C. Kosten (jr) Holding B.V., Ghistel- kerke 103, 4511 JD Breskens. Beheerven- nootschap. Zoals gebruikelijk bij de jaarwisseling een overzicht van wijzi gingen in sociale premies, uitkeringen en belastingen. De be langrijkste wijzigingen hebben betrekking op het systeem van kinderbijslag. Bij het maken van dit overzicht heeft onze Haag se redactie zich gebaseerd op gegevens die werden verstrekt door de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën. De bruto uitkeringen en het bruto minimum(jeugd)loon worden op 1 ja nuari 1995 bevroren. Daardoor blijft het niveau gelijk aan dat van 1994. De netto uitkeringsbedragen gaan echter wel omhoog als gevolg van lage re belastingen en premies. Aow De aow-uitkering gaat extra omhoog door de invoering van een ouderen- aftrek per 1 januari. Het netto bedrag van de aow-uitkering stijgt daar door. Een echtpaar waarvan beide partners 65 jaar of ouder zijn en dat alleen een aow-uitkering heeft, krijgt er op 1 januari 1995 netto ongeveer 50,- per maand bij. De totale netto uitkering voor het echtpaar komt daarmee op 1.834,32 (was f 1784,38). Iedere partner ontvangt vijftig procent van dit bedrag, namelijk 917,16 (was f 892,19). Dit bedrag geldt voor een aow-gerechtigde zonder aanvullend pensioen en met een ziekenfondsver zekering. Het algemeen ouderdomspensioen (aow) voor gehuwden is netto gelijk aan 50 procent van het netto minimumloon indien beide partners 65 jaar of ouder zijn. Het netto pensioen van een ongehuwde bedraagt 70 procent van het netto minimumloon. Voor éénoudergezinnen (ongehuwde bejaar de met een kind jonger dan 18 jaar voor wie kinderbijslag wordt ontvan gen) bedraagt het aow-pensioen 90 procent van het netto minimumloon. De gehuwde gepensioneerde ontvangt een pensioen van 50 procent van het minimumloon (de uitkering voor een gehuwde) en een toeslag van maximaal hetzelfde bedrag: bruto 993,91 (was: f974,69). De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen van de jongere partner. Van dat inkomen wordt eerst een deel buiten beschouwing gela ten. Het gaat daarbij om vijftien procent van het bruto minimumloon met inbegrip van de overhevelingstoeslag: 361,59 (was f 361,84) en van het meerdere aan bruto inkomen nog eens een derde deel. Het resterende be drag wordt in mindering gebracht op de toeslag. Indien recht bestaat op een maximale toeslag van dertig procent van mi nimumloon: bruto 558,27 (was f 545,81) maar de jongere partner heeft een bruto inkomen (met inbegrip van de overhevelingstoeslag) van meer dan 1198,99 (was 1180,56) per maand dan vervalt dat recht. Ook in dien de maximale toeslag vijftig procent van het minimumloon: bruto 993,91 (was 974,69) bedraagt, maar de jongere partner heeft een bruto inkomen (inclusief de overhevelingstoeslag) van 1852,45 (was 1823,88) of meer, vervalt het recht op toeslag. De nieuwe bruto bedragen zijn: (tussen haakjes de bruto bedragen die golden vanaf 1 juli 1994) (waar sprake is van gehuwden zijn daaronder ook samenwonenden begrepen) Bruto Brutovakantiegeld per maand per maand Gehuwden 993,91 974,69) 59,62 (59,45) Gehuwden met maximale toeslag 1.987,82 (1.949,38) 119,24 (118,90) Gehuwden zonder toeslag partner jonger dan 65 jaar 1.429,55 (1.403,57) 83,47 (83,23) (recht op aow vóór 1-2-'94) Ongehuwden 1.429,55 (1.403,57) 83,47 (83,23) Ongehuwden met kind tot 18 jr 1.787,95 (1.753,47) 107,31 (107,01) Maximale toeslag 558,27 545,81) (bij recht op aow vóór 1-2-'94) Maximale toeslag 993,91 (974,69) (bij recht op aow vanaf 1-2-'94) Per maand Vakantiegeld Totaal 917,16 49,61 966,77 Voor een huishouden zijn de bedragen twee maal zo hoog De nieuwe netto bedragen voor alleenstaanden (tussen haakjes de netto bedragen die golden vanaf 1 juli 1994) Per maand Vakantiegeld Totaal 1.273,29 69,45 1.342,74 Bruto Brutovakantiegeld per maand per maand Weduwen met kind tot 18 jaar 2.403,68 (2.417,27) 159,11 (158,31) Weduwen zonder kind tot 18 jaar 1.755,24 (1.766,19) 111,38 (110,81) Wezen tot 10 jaar 561,68 565,18) 35,64 (35,46) Wezen van 10 tot 16 jaar 842,52 847,77) 53,46 (53,19) Wezen van 16 tot 27 jaar 1.123,35 (1.130,36) 71,28 70,92) De bedragen zijn: per maand 2.163,20 per week 499,20 per dag 99,84 De bruto minimumjeugdlonen bedragen: Leeftijd Per maand Per week 22 jaar 1.838,70 424,30 21 jaar 1.568,30 361,90 20 jaar 1.330,40 307,00 19 jaar 1.135,70 262,10 18 jaar 984,30 227,10 17 jaar 854,50 197,20 16 jaar 746,30 172,20 15 jaar 649,00 149,80 De hoogte van de kinderbijslag blijft afhankelijk van de leeftijd van het kind. Wel worden de percentages voor de verschillende leeftijdscatego rieën gewijzigd. Het basisbedrag per kind wordt 406,65 (was 399,20). Dit bedrag wordt jaarlijks verhoogd zodat het in 1998 uitkomt op 414,95. Het percentage van het basisbedrag voor kinderen van 0-6 jaar blijft zeventig. Voor kinderen tussen 6 en 12 jaar gaat het percentage van 100 naar 85 en voor kinderen van 12 tot 18 jaar van 130 naar 100. De bijslag die ouders op dit moment nog ontvangen wordt niet verlaagd. Door de nieuwe regeling gaat niemand er in guldens op achteruit, maar blijft koopkrachtverbetering als gevolg van het ouder worden van kinde ren geheel of gedeeltelijk achterwege. Voor de wijziging van de percentages voor de leeftijdscategorieën is een overgangsmaatregel getroffen. Een voorbeeld: voor een kind dat op 1 ok tober 1994 zes jaar was, wordt over het laatste kwartaal van 1994 hon derd procent (overeenkomstig de oude regeling) van het basisbedrag be taald. Dit wordt na 1 januari 1995 niet verlaagd tot 85 procent (overen- komstig de nieuwe regeling). Tot het kind 12 jaar is, blijft het percentage honderd. Als het kind twaalf jaar is geworden, valt het onder de nieuwe regeling en blijft de bijslag dus honderd procent. Een andere wijziging heeft betrekking op de tot nu toe geldende opslag per kwartaal ter compensatie van de nominale kinderpremies in de zie kenfondswet en de algemene wet bijzondere ziektekosten. Om aan dit no deloos rondpompen van geld - eerst premie betalen, vervolgens daarvoor een opslag op de bijslag krijgen - een einde te maken, verdwijnen zowel de kinderpremies als de opslagen. Om een vergelijking tussen de oude regeling en de nieuwe regeling moge lijk te maken, staan hieronder eerst de bedragen die bij de oude systema tiek behoorden en vervolgens de bedragen zoals die volgens de nieuwe re geling gaan gelden. Oude regeling per kind per kwartaal Gezinnen met 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 18 t/m 24 jaar 12 t/m 17 jaar 1 kind 279,44 399,20 518,96 2 kinderen 329,28 470,40 611,52 3 kinderen 345,89 494,13 642,37 4 kinderen 377,95 539,93 701,91 5 kinderen 397,19 567,41 737,63 6 kinderen 410,01 585,73 761,45 7 kinderen 419,17 598,81 778,45 8 kinderen 435,56 622,23 808,90 Nieuwe regeling per kind per kwartaal I. Kinderen geboren vóór 2 oktober 1994 Gezinnen met 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 18 t/m 24 jaar 12 t/m 17 jaar 1 kind 284,66 406,65 528,65 2 kinderen 331,88 474,12 616,36 3 kinderen 347,63 496,61 645,59 4 kinderen 379,25 541,79 704,33 5 kinderen 398,23 568,90 739,57 6 kinderen 410,88 586,97 763,06 De nieuwe netto bedragen voor gehuwden - waarbij ervan is uitgegaan dat de betrokke nen verzekerd zijn voor het ziekenfonds - zijn: (tussen haakjes de netto bedragen die golden vanaf 1 juli 1994) (892,19) (49,08) (941,27) Gezinnen met 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 17 jaar 18 t/m 24 jaar 1 kind 284,66 345,65 406,65 2 kinderen 331,88 403,00 474,12 3 kinderen 347,63 422,12 496,61 4 kinderen 379,25 460,52 541,79 5 kinderen 398,23 483,57 568,90 6 kinderen 410,88 498,92 586,97 III. Voor kinderen geboren op of na 1 januari 1995 gelden de volgende bedragen (deze bedragen blijven gelijk ongeacht de gezionsgrootte): 0 tot 6 jaar 6 tot 12 jaar 12 tot 18 jaar 284,66 345,65 406,65 1(1.242,59) 68,71) (1.311,30) Aww Het algemeen weduwen- en wezenpensioen (aww) is voor een weduwe met een kind jonger dan 18 jaar, netto gelijk aan het minimumloon. Voor een weduwe zonder kind jonger dan 18 jaar, is het pensioen of de uitke ring netto gelijk aan 70 procent van het minimumloon. Weduwnaars kun nen onder dezelfde voorwaarden als weduwen aanspraak maken op een aww-pensioen. De nieuwe bruto bedragen zijn: (tussen haakjes de bedragen die golden vanaf 1 juli 1994) De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon en het minimum jeugdloon zullen in 1995 even hoog zijn als in 1994. De netto bedragen stijgen echter wel als gevolg van belasting-en premieverlaging. Afhanke lijk van de tariefgroep en de leeftijde ligt die stijging tussen 15 en 30 per maand. Het bruto minimumloon voor een werknemer van 23 jaar en ouder wordt bevroren op het niveau van 1994. Door belasting- en premiemaatregelen stijgen vrijwel alle netto mini mumloon- en minimumjeugdloonbedragen. De netto bedragen zijn, an ders dan de bruto bedragen, echter niet wettelijk bepaald. Ze kunnen per bedrijfstak of bedrijf verschillen. Dit komt door verschillen in inhoudin gen op het loon, onder meer in verband met de premieheffing voor de so ciale zekerheid. De algemene grondslag van de algemene arbeidsongeschiktheidswet (aaw) wordt per 1 januari niet verhoogd. Ook de grondslagen voor aaw- gerechtigden beneden de 23 jaar, die worden afgeleid van de minimum jeugdlonen, wordenniet aangepast. De grondslagen zijn: vanaf 23 jaar vanaf 22 jaar vanaf 21 jaar vanaf 20 jaar vanaf 19 jaar vanaf 18 jaar 99,46 84,54 72,11 61,17 52,22 45,26 Om te voorkomen dat de uitkeringen op minimum-niveau van alleen staanden van 21 jaar of ouder bij werkloosheid of volledige arbeidsonge schiktheid beneden het voor hen geldende sociale minimum dalen, wor den zogenoemde 'kopjes' op de uitkeringen arbeidsongeschiktheid en ■werkloosheid gezet. De nieuwe bedragen (exclusief vakantietoeslag) zijn: (tussen haakjes de bedragen die golden vanaf 1 juli 1993) aaw/wao WW vanaf 23 jaar 73,23 (73,56) 73,23 (73,56) vanaf 22 jaar 59,51 (59,93) 59,51 (59,93) vanaf 21 jaar 50,26 (50,57) 50,26 (50,57) Vanaf 1 januari worden de volgende werknemers- en/of werkgeverspremies geheven (tussen haakjes de premiepercentages die in 1994 golden) Werkgevers Werknemers Totaal aow') 14,55 (14,25) 14,55 (14,25) aww') - 1,80 1,85) 1,80 1,85) aaw - - 6,30 (6,55) 6,30 (6,55) awbz - 8,85 (8,55) 8,85 (8,55) wao!) - - 9,40 (10,60) 9,40 (10,60) wachtgeld 0,35 (0,31) 0,35 (0,31) 0,70 (0,62) werkloosheid 2,20 (2,00) 2,20 (2,00) 4,40 4,00) zw') 0,95 (2,10) 1,00 1,00) 1,95 (3,10) zfws) 7,25 (5,15) 1,10 1,20) 8,35 (6,35) vorstverlet 0,20 (0,20) - - 0,20 (0,20) vut3) 1,40 (1,25) 0,80 (0,95) 2,20 (2,20) Zodra een kind zes, twaalf of achttien jaar wordt, zijn de onder II genoemde bedragen van toepassing. II. Voor kinderen die zijn geboren na 1 oktober 1994 en vóór 1 januari 1995 en voor kin deren die na 1 oktober 1994 zes, twaalf of achttien jaar zijn geworden, gelden de volgen de bedragen: Tariefpercentage Opvolgende Totaal Totale inkomens opvolgende heffing schijven ink. schijven 37,65% (was 38,13%) over eerste 44.349 (43.267) 44.349 (43.267) 16.697 (16.549) 50% over volgende 44.347 (43.265) 88.696 (86.532) 38.870 (38.181) 60% over rest één adres in het bevolkingsregister ingeschreven stond en men beiden bi het begin van 1995 achttien jaar of ouder is. Is de huisgenoot/huisgenoti bij het begin van het jaar jonger dan 27, maar tenminste achttien jaar dan geldt als aanvullende voorwaarde dat hij/zij niet meer dan zes maan den in het kalenderjaar door ouders of pleegouders in belangrijke mati onderhouden mag worden. Voor ongehuwden is indeling in tariefgroep 3 alleen mogelijk bij beschik king van de inspecteur op gezamenlijk verzoek. Tariefgroep 4 Indeling in tariefgroep 4 - met een belastingvrij bedrag van 10.934 (J 10.666) - geldt als men: alleenstaande ouder is bij wie de kinderen, die bij het begin van het kalenderjaar jonger zijn dan 27 jaar, inwonen en die één of meer kinderen in belangrijke mate onderhoudt. Men wordt geacht een kind in belangrijke mate te onderhouden indier voor een kind recht op kinderbijslag bestaat of in het levensonderhouc van het kind tenminste 56 per week bijdraagt. Tariefgroep 5 Indeling in tariefgroep 5 - met een belastingvrij bedrag van 10.934 (J 10.666) plus zes procent van het arbeidsinkomen met een maximum van J 4.860 4.741) - geldt als men: als alleenstaande ouder naast wat vooi tariefgroep 4 geldt ook nog werkzaamheden buiten het huishouden doe' en het jongste kind dat inwoont bij het begin van het jaar jonger is dan II jaar. Men wordt aangeslagen voor de inkomstenbelasting vanaf een inkomer van 77.500 76.400). Bij een lager inkomen betaalt men alleen loonbe lasting. De grens voor teruggave op verzoek van te veel ingehouden loonbelasting en premie volksverzekeringen wordt verlaagd tot 25 (was 150). Da1 wil zeggen dat bedragen beneden 25 niet worden terugbetaald. Elke werkende mag acht procent van het inkomen uit tegenwoordige ar beid als beroeps/verwervingskosten aftrekken. De minimum-aftrek be draagt 237 (was 231) en de maximum-aftrek ƒ2.139 (was 2.086). Het vaste aftrekbedrag voor niet-actieven bedraagt 584 (was 569). Voor wie geen gebruik maakt van het openbaar vervoer geldt het algemeen reiskosten forfait met de volgende bedragen: (tussen haakjes de bedragen over 1993) De overhevelingstoeslag die door werkgevers bovenop het brutoloon wordt betaald - ter compensatie van de aaw- en awbz-premie die voor re kening van de werknemer komt - bedraagt 11,75 procent (was 11,60) van het loon waarover premie wordt geheven. De toeslag wordt berekend over maximaal 76.350.) De premies aow, aww, aaw en awbz worden geheven over een maximum inkomen van 44.349 (was 43.267). De premies wao, wachtgeld, werk loosheid en ziektewet over een maximum inkomen van 286 (niet veran derd) per dag. De premie zfw over 193 (niet veranderd) per dag. Voor de volksverzekeringen aow, aww, aaw en awbz wordt de premie niet geheven over de eerste 6.074 (was 5.925). Verder is een nominale premie awbz verschuldigd. De hoogte van deze premie wordt door de zie kenfondsen en andere uitvoeringsorganen vastgesteld. De gemiddelde nominale premie awbz bedraagt 110,- per jaar. Voor de wao wordt geen premie geheven over 99 per dag. 3) Geraamd gemiddelde voor bedrijven; de premie wordt door de bedrijfs verenigingen vastgesteld. Gemiddelde premie. s) Per 1 januari geldt voor de premieheffing bij werkgevers een vrijstelling over 54 per dag. De loongrens waarover premie wordt geheven bedraagt 58,950 voor mensen jonger dan 65 jaar en 30.950 voor 65-plussers. Verder is een nominale premie verschuldigd, waarvan de hoogte door de ziekenfondsen wordt vastgesteld. De gemiddelde nominale premie zfw bedraagt 198 per jaar per volwassene. Voor meeverzekerde kinderen is geen premie verschuldigd. Enkele reisafstand woon-werkverkeer Aftrekbedrag Maximum vrijgestelde vergoeding 0-10 km 1 10 -15 km 890 (870) 1.910 (1.820) 15-20 km 1.250 (1.180) 2.330 (2.200) 20 - 30 km 2.050 (1.950) 3.200 (3.010) meer dan 30 km 2.050 (1.950) 3.200 (3.010) Maakt men wèl gebruik van het openbaar vervoer (over de hele afstand of voor een deel) dan kan men in aanmerking komen voor een hogere aftrek of vrijgestelde vergoeding van de werkgever. Om een hogere aftrek te krijgen moet men beschikken over een openbaar-vervoerverklaring. Krijgt men een vergoeding van de werkgever dan mag deze de hogere be lastingvrije bedragen alleen toepassen als men de plaatsbewijzen bij de werkgever inlevert. De werkgever mag in dat geval de werkelijke prijs van de plaatsbewijzen vergoeden ook als die prijs hoger is dan overeen komstig het forfait. Bij gebruikmaking van het openbaar vervoer geldt het volgende reiskostenforfait open baar vervoer: (tussen haakjes de bedragen over 1993) Om de opgetreden geldontwaarding (inflatie) te compenseren worden de belastingbedragen met 2,5 procent verlaagd. Het tarief van de eerste inkomensschijf is verlaagd van 38,13 procent tot 37,65 procent. Het tarief voor 1995 is: (tussen haakjes de over 1994 geldende percentages en bedragen) Enkele reisafstand Aftrekbedrag Maximum woon-werkverkeer vrijgestelde vergoeding 0-10 km 860 820) 11-15 km 890 (870) 2.110 (2.020) 16 - 20 km 1.250 (1.180) 2.530 (2.190) 21 - 30 km 1.050 (1.950) 3.400 (3.210) 31-40 km 2.550 (2.440) 4.000 (3.800) 41 - 50 km 3.390 (3.270) 5.000 (4.800) 51 - 60 km 3.810 (3.670) 5.500 (5.290) 61 - 70 km 4.270 (4.140) 6.060 (5.860) 71 - 80 km 4.440 (4.310) 6.300 (6.100) meer dan 80 km 4.520 (4.390) 6.400 (6.200) Het normbedrag voor de belastingvrije vergoeding per autokilometer wordt 59 cent (was 57 cent) Het huurwaardeforfait - het bedrag dat eigenaar/bewoners moeten op tellen bij onzuiver inkomen - wordt per 1 januari niet gewijzigd. De bedragen in guldens zijn: Over de eerste inkomensschijf worden belasting en premies volksverzeke ringen (aow, aww, aaw en awbz) gecombineerd geheven. Het 37,65%-ta- rief bestaat uit 6,15 procent (was 7,05 procent) belasting en 31,5 procent (was 31,2 procent) premies. Voor personen van 65 jaar en ouder geldt in de eerste schijf een lager tarief van 16,8 procent (was 17,45 procent) om dat zij geen premie aow en aaw hoeven te betalen. Dit tarief bestaat uit 6,15 procent (was 7,05 procent) belasting en 10,65 procent (was 10,4 pro cent) premie awbz en aww. Met ingang van 1995 wordt een ouderenaftrek ingevoerd. Die houdt in dat voor mensen van 65 jaar en ouder, die een jaarinkomen van niet meer dan 50.423 hebben, een verhoging van de belastingvrije som met 792 gaat gelden. Belastingvrije bedragen tussen haakjes de bedragen uit 1994) Tariefgroep 1 Indeling in tariefgroep 1 - zonder belastingvrij bedrag - geldt als men: als gehuwde of ongehuwde het belastingvrije bedrag overdraagt aan de echtgenoot/huisgenoot omdat men zelf geen inkomen heeft of een inko men lager dan 6.074 5.925); twee of meer dienstbetrekkingen/uit keringen heeft en bij de andere dienstbetrekking/uitkering al in een ta riefgroep wordt ingedeeld die wel recht geeft op een belastingvrij bedrag. Tariefgroep 2 Indeling in tariefgroep 2 - met een belastingvrij bedrag van 6.074 5.925) - geldt als men: tweeverdiener is en de echtgenoten/huisgeno ten beiden meer verdienen dan f 6.074 5.925); als alleenstaande ouder niet in aanmerking komt voor indeling in tariefgroep 4 of 5.; BAls men niet voldoet aan de indelingscriteria voor de overige tariefgroepen. Tariefgroep 3 Indeling in tariefgroep 3 - met een belastingvrij bedrag van 12.148 11.850) - geldt als men: gehuwd is en de echtgenoot/echtgenote geen inkomen heeft of een inkomen van minder dan 6.074 5.925). Indien in de loonbelastingverklaring tariefgroep 3 wordt aangekruist en de echtge noot/echtgenote de verklaring mede-ondertekent, heeft de overdracht van zijn/haar belastingvrije som automatisch plaats en bedraagt twee maal f 6.074 5.925))= 12.148 11.850); ongehuwd is en kiest voor overdracht van het belastingvrije bedrag van de huisgenoot/huisgenote. Die keuze is mogelijk als de huisgenoot/huisgenote geen inkomen heeft of een inkomen van minder dan 6.074 5.925), men vanaf het begin van het vorige kalenderjaar en aansluitend meer dan zes maanden samen op Waarde huis meer dan niet meer dan huurwaarde 15.000 15.000 30.000 315 30.000 60.000 720 60.000 90.000 1.680 90.000 120.000 2.520 120.000 170.000 3.360 170.000 220.000 4.760 220.000 270.000 6.160 270.000 320.000 7.560 320.000 390.000 8.960 390.000 460.000 10.920 460.000 530.000 12.880 530.000 600.000 14.840 600.000 16.800 De kosten van ziekte, invaliditeit, bevalling, adoptie, overlijden, arbeids ongeschiktheid en ouderdom komen voor aftrek in aanmerking als zij een bepaalde drempel te boven gaan. De drempelbedragen voor 1995 zijn: (tussen haakjes de bedragen die over 1993 gelden) bij een onzuiver inkomen van 0 tot en met ƒ22.959 (ƒ22.393) is de drempel 2.801 (ƒ2.732) bij een onzuiver inkomen van 22.960 22.393) tot en met 95.615 93.279) is de drempel 12,2 procent van het onzuiver inkomen; bij een onzuiver inkomen van meer dan 95.615 93.279) is de drem pel 11.665 11.380) De vaste aftrek voor arbeidsongeschikten en bejaarden is 879 857) per persoon. Voor gehuwde bejaarden geldt een vaste aftrek van 1.758 1.714) als beiden 65 jaar of ouder zijn. Het aftrekbedrag voor extra uit gaven voor kleding en beddegoed die gelden als uitgaven in verband met ziekte en invaliditeit is 650 640). Indien kan worden aangetoond dat deze extra uitgaven meer bedragen dan 1.300 1.280) wordt het af trekbare bedrag verhoogd tot 1.625 1.600) De werkgever kan aan de werknemer een belasting- en premievrije spaarpremie toekennen van maximaal honderd procent van de ingehou den besparing maar niet meer dan 1.053 1.027). Het bedrag dat in 1995 maximaal kan worden gespaard krachtens een spaarloonregeling bedraagt 1.580 1.541) De werkgever is met ingang van 1 januari tien procent loonbelasting (was nul procent) over spaarloon en twintig procent (was 35 procent) over loon tengevolge van niet geblokkeerde winstdelingsregelingen verschuldigd.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 9