maken
Uitkeringen, premies, belastingen in 1995
V
Belastingen
DESTEM
ECONOMIE
A9
Sociale zekerheid
Kinderbijslag
8, J Minimum (jeugd)loon
Grondslagen aaw
Kopjes op de uitkering
De sociale premies
Schijventarief
Aanslaggrens
Teruggave loonbelasting en premies
Arbeidskostenforfait
Aftrek reiskosten
Huurwaardeforfait
Ouderenaftrek
Aftrek buitengewone lasten
Werknemers-spaarregeling
G 31 DECEMBER 1994 A8
ZATERDAG 31 DECEMBER 1994
FOTO EPA
Hamburgse, die jarenlang minis
ter van Economische Zaken en i
van Financiën in de deelstaat
Nedersaksen was, heeft pracht-,
aanbiedingen uit het bedrijfsle
ven afgeslagen. Ze wordt gene-
raal-commissaris van de wereld
tentoonstelling 'Expo 2000' die
in dat jaar in Hannover wordt
gehouden.
Een deel van haar ambtenaren
zal verder werken aan de verde
re afwikkeling van de sanerin
gen in het oosten van Duitsland.
De landelijke overheid heeft
daartoe enkele nieuwe, kleine
organisaties opgericht. De Bond
neemt ook indirect de resteren
de, bijna honderd tot nu toe
onverkoopbare bedrijven onder
haar hoede.
Maar bovenal zal zij de wettelij
ke oplossingen moeten vinden
voor het ingewikkelde probleem
van oud-eigendommen in de
oude DDR. Die hoogst onduide
lijke eigendomsverhoudingen
van (agrarische) grond en gebou
wen zijn - naast de gigantische
milieuvervuiling - de grootste
belemmeringen voor verdere om
vangrijke investeringen.
verhuur van- en de bemiddeling bij het
zoeken naar accommodaties in Tsjechie en
Slowakije, het fungeren als reisorganisatie,
het deelnemen in ondernemingen, het doen
van beleggingen, het beheren van pes-
nioen- en lijfrenteverplichtingen, het ver
strekken van managementenadviezen.
75189 P. Jos Hectors Handelsonderneming,
Marktstede 90, 4701 PZ Roosendaal. Admi
nistratieve dienstverlening in de ruimste
zin, alsmede de im- en export van, alsmede
de groot- en kleinhandel (gesloten huis) in
diverse roerende goederengroepen. Klus
bedrijf. De groot- en kleinhandel in zelf
gekweekte planten Koeriersbedrijf (tot 500
kilogram). De ambulante handel (markt- en
straathandel) in diverse roerende goede
rengroepen Het verhuren van kunstwer
ken, alsmede de groot- en kleinhandel
hierin.
75190 Schoonheidsstudio Petua, Ha
venstraat 15a, 4758 BP Standdaarbuiten.
Schoonheidssalon, tevens pedicure, mani
cure en visagie.
75191 Filtration Europe B.V., Marktweg-
Zuid 2a, 4794 SN Heijningen. De im- en
export, de verkoop en de engineering van
reinigingsmachines voor pijpwisselaars en
condensors, alsmede andersoortige ma
chines en machine onderdelen.
75192 R. Mees Zoonen Assurantiën B.V.,
Vughtstraat 16a, 4701 NS Roosendaal. As
surantiebemiddeling
75193 J A Mode, Torenstraat 19d, 4901
EG Oosterhout NB. Groothandel en ambu
lante handel (markt- en straathandel) in
kledinatextiel.
75194 Klusbedrijf Van Peer, wittenburg
4711 Sint willebrord. Klusbedrijf
18094. Zwarte Polder Holding B.V., Zeedijk
19, 4504 PP Nieuwvliet. Verwerving van
minderheidsbelangen in ondernemingen en
het beleggen van gelden.
18095. J. Willemsen, Reaumurstraat 16,
4532 KK Terneuzen. Het verlenen van be
middeling bij het tot stand komen van
verkooptransacties tussen consumenten/
afnemers en Hillary's Blinds zonwerings-
produkten.
18096. Out, van Middelhovenstraat 56, 4571,
AE AXel. Behangersbedrijf, het verzorgen
van interne verhuizingen.
18097. Algist Bruggeman Benelux B V. I.O.,
Keizer Karelplein 24,4551 CJ Sas van Gent
Fabricage, vervaardiging, behandeling en
conditionering, aan- en verkoop van gist,
bakkerijgrondstoffen en alle daaraan ver
bonden neven-, onder- of gelijkwaardige
producten, alsook het verpakken van deze
producten.
18099. SHB Construct, Schuttershofweg 22,
4538 AA Terneuzen. Ontwerpen, berekenen
en tekenen van bouwkonstrukties.
18100. L.C. Kosten Holding B.V., Ghistelker-
ke 24, 4522 JA Breskens. Beheervennoot-
schap.
18101. C. Kosten (jr) Holding B.V., Ghistel-
kerke 103, 4511 JD Breskens. Beheerven-
nootschap.
Zoals gebruikelijk bij de jaarwisseling een overzicht van wijzi
gingen in sociale premies, uitkeringen en belastingen. De be
langrijkste wijzigingen hebben betrekking op het systeem van
kinderbijslag. Bij het maken van dit overzicht heeft onze Haag
se redactie zich gebaseerd op gegevens die werden verstrekt
door de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en
van Financiën.
De bruto uitkeringen en het bruto minimum(jeugd)loon worden op 1 ja
nuari 1995 bevroren. Daardoor blijft het niveau gelijk aan dat van 1994.
De netto uitkeringsbedragen gaan echter wel omhoog als gevolg van lage
re belastingen en premies.
Aow
De aow-uitkering gaat extra omhoog door de invoering van een ouderen-
aftrek per 1 januari. Het netto bedrag van de aow-uitkering stijgt daar
door.
Een echtpaar waarvan beide partners 65 jaar of ouder zijn en dat alleen
een aow-uitkering heeft, krijgt er op 1 januari 1995 netto ongeveer 50,-
per maand bij. De totale netto uitkering voor het echtpaar komt daarmee
op 1.834,32 (was f 1784,38). Iedere partner ontvangt vijftig procent van
dit bedrag, namelijk 917,16 (was f 892,19). Dit bedrag geldt voor een
aow-gerechtigde zonder aanvullend pensioen en met een ziekenfondsver
zekering.
Het algemeen ouderdomspensioen (aow) voor gehuwden is netto gelijk
aan 50 procent van het netto minimumloon indien beide partners 65 jaar
of ouder zijn. Het netto pensioen van een ongehuwde bedraagt 70 procent
van het netto minimumloon. Voor éénoudergezinnen (ongehuwde bejaar
de met een kind jonger dan 18 jaar voor wie kinderbijslag wordt ontvan
gen) bedraagt het aow-pensioen 90 procent van het netto minimumloon.
De gehuwde gepensioneerde ontvangt een pensioen van 50 procent van
het minimumloon (de uitkering voor een gehuwde) en een toeslag van
maximaal hetzelfde bedrag: bruto 993,91 (was: f974,69).
De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen van de jongere
partner. Van dat inkomen wordt eerst een deel buiten beschouwing gela
ten. Het gaat daarbij om vijftien procent van het bruto minimumloon met
inbegrip van de overhevelingstoeslag: 361,59 (was f 361,84) en van het
meerdere aan bruto inkomen nog eens een derde deel. Het resterende be
drag wordt in mindering gebracht op de toeslag.
Indien recht bestaat op een maximale toeslag van dertig procent van mi
nimumloon: bruto 558,27 (was f 545,81) maar de jongere partner heeft
een bruto inkomen (met inbegrip van de overhevelingstoeslag) van meer
dan 1198,99 (was 1180,56) per maand dan vervalt dat recht. Ook in
dien de maximale toeslag vijftig procent van het minimumloon: bruto
993,91 (was 974,69) bedraagt, maar de jongere partner heeft een bruto
inkomen (inclusief de overhevelingstoeslag) van 1852,45 (was
1823,88) of meer, vervalt het recht op toeslag.
De nieuwe bruto bedragen zijn:
(tussen haakjes de bruto bedragen die golden vanaf 1 juli 1994)
(waar sprake is van gehuwden zijn daaronder ook samenwonenden begrepen)
Bruto
Brutovakantiegeld
per maand
per maand
Gehuwden
993,91
974,69)
59,62
(59,45)
Gehuwden met maximale toeslag
1.987,82
(1.949,38)
119,24
(118,90)
Gehuwden zonder toeslag
partner jonger dan 65 jaar
1.429,55
(1.403,57)
83,47
(83,23)
(recht op aow vóór 1-2-'94)
Ongehuwden
1.429,55
(1.403,57)
83,47
(83,23)
Ongehuwden met kind tot 18 jr
1.787,95
(1.753,47)
107,31
(107,01)
Maximale toeslag
558,27
545,81)
(bij recht op aow vóór 1-2-'94)
Maximale toeslag
993,91
(974,69)
(bij recht op aow vanaf 1-2-'94)
Per maand
Vakantiegeld
Totaal
917,16
49,61
966,77
Voor een huishouden zijn de bedragen twee maal zo hoog
De nieuwe netto bedragen voor alleenstaanden
(tussen haakjes de netto bedragen die golden vanaf 1 juli 1994)
Per maand
Vakantiegeld
Totaal
1.273,29
69,45
1.342,74
Bruto
Brutovakantiegeld
per maand
per maand
Weduwen met kind tot 18 jaar
2.403,68
(2.417,27)
159,11
(158,31)
Weduwen zonder kind tot 18 jaar
1.755,24
(1.766,19)
111,38
(110,81)
Wezen tot 10 jaar
561,68
565,18)
35,64
(35,46)
Wezen van 10 tot 16 jaar
842,52
847,77)
53,46
(53,19)
Wezen van 16 tot 27 jaar
1.123,35
(1.130,36)
71,28
70,92)
De bedragen zijn:
per maand
2.163,20
per week
499,20
per dag
99,84
De bruto minimumjeugdlonen bedragen:
Leeftijd
Per maand
Per week
22 jaar
1.838,70
424,30
21 jaar
1.568,30
361,90
20 jaar
1.330,40
307,00
19 jaar
1.135,70
262,10
18 jaar
984,30
227,10
17 jaar
854,50
197,20
16 jaar
746,30
172,20
15 jaar
649,00
149,80
De hoogte van de kinderbijslag blijft afhankelijk van de leeftijd van het
kind. Wel worden de percentages voor de verschillende leeftijdscatego
rieën gewijzigd. Het basisbedrag per kind wordt 406,65 (was 399,20).
Dit bedrag wordt jaarlijks verhoogd zodat het in 1998 uitkomt op
414,95. Het percentage van het basisbedrag voor kinderen van 0-6 jaar
blijft zeventig. Voor kinderen tussen 6 en 12 jaar gaat het percentage van
100 naar 85 en voor kinderen van 12 tot 18 jaar van 130 naar 100.
De bijslag die ouders op dit moment nog ontvangen wordt niet verlaagd.
Door de nieuwe regeling gaat niemand er in guldens op achteruit, maar
blijft koopkrachtverbetering als gevolg van het ouder worden van kinde
ren geheel of gedeeltelijk achterwege.
Voor de wijziging van de percentages voor de leeftijdscategorieën is een
overgangsmaatregel getroffen. Een voorbeeld: voor een kind dat op 1 ok
tober 1994 zes jaar was, wordt over het laatste kwartaal van 1994 hon
derd procent (overeenkomstig de oude regeling) van het basisbedrag be
taald. Dit wordt na 1 januari 1995 niet verlaagd tot 85 procent (overen-
komstig de nieuwe regeling). Tot het kind 12 jaar is, blijft het percentage
honderd. Als het kind twaalf jaar is geworden, valt het onder de nieuwe
regeling en blijft de bijslag dus honderd procent.
Een andere wijziging heeft betrekking op de tot nu toe geldende opslag
per kwartaal ter compensatie van de nominale kinderpremies in de zie
kenfondswet en de algemene wet bijzondere ziektekosten. Om aan dit no
deloos rondpompen van geld - eerst premie betalen, vervolgens daarvoor
een opslag op de bijslag krijgen - een einde te maken, verdwijnen zowel
de kinderpremies als de opslagen.
Om een vergelijking tussen de oude regeling en de nieuwe regeling moge
lijk te maken, staan hieronder eerst de bedragen die bij de oude systema
tiek behoorden en vervolgens de bedragen zoals die volgens de nieuwe re
geling gaan gelden.
Oude regeling per kind per kwartaal
Gezinnen met
0 t/m 5 jaar
6 t/m 11 jaar
18 t/m 24 jaar
12 t/m 17 jaar
1 kind
279,44
399,20
518,96
2 kinderen
329,28
470,40
611,52
3 kinderen
345,89
494,13
642,37
4 kinderen
377,95
539,93
701,91
5 kinderen
397,19
567,41
737,63
6 kinderen
410,01
585,73
761,45
7 kinderen
419,17
598,81
778,45
8 kinderen
435,56
622,23
808,90
Nieuwe regeling per kind per kwartaal
I. Kinderen geboren vóór 2 oktober 1994
Gezinnen met
0 t/m 5 jaar
6 t/m 11 jaar
18 t/m 24 jaar
12 t/m 17 jaar
1 kind
284,66
406,65
528,65
2 kinderen
331,88
474,12
616,36
3 kinderen
347,63
496,61
645,59
4 kinderen
379,25
541,79
704,33
5 kinderen
398,23
568,90
739,57
6 kinderen
410,88
586,97
763,06
De nieuwe netto bedragen voor gehuwden - waarbij ervan is uitgegaan dat de betrokke
nen verzekerd zijn voor het ziekenfonds - zijn:
(tussen haakjes de netto bedragen die golden vanaf 1 juli 1994)
(892,19)
(49,08)
(941,27)
Gezinnen met
0 t/m 5 jaar
6 t/m 11 jaar
12 t/m 17 jaar
18 t/m 24 jaar
1 kind
284,66
345,65
406,65
2 kinderen
331,88
403,00
474,12
3 kinderen
347,63
422,12
496,61
4 kinderen
379,25
460,52
541,79
5 kinderen
398,23
483,57
568,90
6 kinderen
410,88
498,92
586,97
III. Voor kinderen geboren op of na 1 januari 1995 gelden de volgende bedragen (deze
bedragen blijven gelijk ongeacht de gezionsgrootte):
0 tot 6 jaar
6 tot 12 jaar
12 tot 18 jaar
284,66
345,65
406,65
1(1.242,59)
68,71)
(1.311,30)
Aww
Het algemeen weduwen- en wezenpensioen (aww) is voor een weduwe
met een kind jonger dan 18 jaar, netto gelijk aan het minimumloon. Voor
een weduwe zonder kind jonger dan 18 jaar, is het pensioen of de uitke
ring netto gelijk aan 70 procent van het minimumloon. Weduwnaars kun
nen onder dezelfde voorwaarden als weduwen aanspraak maken op een
aww-pensioen.
De nieuwe bruto bedragen zijn:
(tussen haakjes de bedragen die golden vanaf 1 juli 1994)
De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon en het minimum
jeugdloon zullen in 1995 even hoog zijn als in 1994. De netto bedragen
stijgen echter wel als gevolg van belasting-en premieverlaging. Afhanke
lijk van de tariefgroep en de leeftijde ligt die stijging tussen 15 en 30
per maand. Het bruto minimumloon voor een werknemer van 23 jaar en
ouder wordt bevroren op het niveau van 1994.
Door belasting- en premiemaatregelen stijgen vrijwel alle netto mini
mumloon- en minimumjeugdloonbedragen. De netto bedragen zijn, an
ders dan de bruto bedragen, echter niet wettelijk bepaald. Ze kunnen per
bedrijfstak of bedrijf verschillen. Dit komt door verschillen in inhoudin
gen op het loon, onder meer in verband met de premieheffing voor de so
ciale zekerheid.
De algemene grondslag van de algemene arbeidsongeschiktheidswet
(aaw) wordt per 1 januari niet verhoogd. Ook de grondslagen voor aaw-
gerechtigden beneden de 23 jaar, die worden afgeleid van de minimum
jeugdlonen, wordenniet aangepast.
De grondslagen zijn:
vanaf 23 jaar
vanaf 22 jaar
vanaf 21 jaar
vanaf 20 jaar
vanaf 19 jaar
vanaf 18 jaar
99,46
84,54
72,11
61,17
52,22
45,26
Om te voorkomen dat de uitkeringen op minimum-niveau van alleen
staanden van 21 jaar of ouder bij werkloosheid of volledige arbeidsonge
schiktheid beneden het voor hen geldende sociale minimum dalen, wor
den zogenoemde 'kopjes' op de uitkeringen arbeidsongeschiktheid en
■werkloosheid gezet.
De nieuwe bedragen (exclusief vakantietoeslag) zijn:
(tussen haakjes de bedragen die golden vanaf 1 juli 1993)
aaw/wao
WW
vanaf 23 jaar
73,23
(73,56)
73,23
(73,56)
vanaf 22 jaar
59,51
(59,93)
59,51
(59,93)
vanaf 21 jaar
50,26
(50,57)
50,26
(50,57)
Vanaf 1 januari worden de volgende werknemers- en/of werkgeverspremies geheven
(tussen haakjes de premiepercentages die in 1994 golden)
Werkgevers
Werknemers
Totaal
aow')
14,55
(14,25)
14,55
(14,25)
aww')
-
1,80
1,85)
1,80
1,85)
aaw
-
-
6,30
(6,55)
6,30
(6,55)
awbz
-
8,85
(8,55)
8,85
(8,55)
wao!)
-
-
9,40
(10,60)
9,40
(10,60)
wachtgeld
0,35
(0,31)
0,35
(0,31)
0,70
(0,62)
werkloosheid
2,20
(2,00)
2,20
(2,00)
4,40
4,00)
zw')
0,95
(2,10)
1,00
1,00)
1,95
(3,10)
zfws)
7,25
(5,15)
1,10
1,20)
8,35
(6,35)
vorstverlet
0,20
(0,20)
-
-
0,20
(0,20)
vut3)
1,40
(1,25)
0,80
(0,95)
2,20
(2,20)
Zodra een kind zes, twaalf of achttien jaar wordt, zijn de onder II genoemde bedragen
van toepassing.
II. Voor kinderen die zijn geboren na 1 oktober 1994 en vóór 1 januari 1995 en voor kin
deren die na 1 oktober 1994 zes, twaalf of achttien jaar zijn geworden, gelden de volgen
de bedragen:
Tariefpercentage
Opvolgende
Totaal
Totale
inkomens
opvolgende
heffing
schijven
ink. schijven
37,65% (was 38,13%)
over eerste
44.349
(43.267)
44.349
(43.267)
16.697
(16.549)
50% over volgende
44.347
(43.265)
88.696
(86.532)
38.870
(38.181)
60% over rest
één adres in het bevolkingsregister ingeschreven stond en men beiden bi
het begin van 1995 achttien jaar of ouder is. Is de huisgenoot/huisgenoti
bij het begin van het jaar jonger dan 27, maar tenminste achttien jaar
dan geldt als aanvullende voorwaarde dat hij/zij niet meer dan zes maan
den in het kalenderjaar door ouders of pleegouders in belangrijke mati
onderhouden mag worden.
Voor ongehuwden is indeling in tariefgroep 3 alleen mogelijk bij beschik
king van de inspecteur op gezamenlijk verzoek.
Tariefgroep 4
Indeling in tariefgroep 4 - met een belastingvrij bedrag van 10.934 (J
10.666) - geldt als men: alleenstaande ouder is bij wie de kinderen, die
bij het begin van het kalenderjaar jonger zijn dan 27 jaar, inwonen en die
één of meer kinderen in belangrijke mate onderhoudt.
Men wordt geacht een kind in belangrijke mate te onderhouden indier
voor een kind recht op kinderbijslag bestaat of in het levensonderhouc
van het kind tenminste 56 per week bijdraagt.
Tariefgroep 5
Indeling in tariefgroep 5 - met een belastingvrij bedrag van 10.934 (J
10.666) plus zes procent van het arbeidsinkomen met een maximum van J
4.860 4.741) - geldt als men: als alleenstaande ouder naast wat vooi
tariefgroep 4 geldt ook nog werkzaamheden buiten het huishouden doe'
en het jongste kind dat inwoont bij het begin van het jaar jonger is dan II
jaar.
Men wordt aangeslagen voor de inkomstenbelasting vanaf een inkomer
van 77.500 76.400). Bij een lager inkomen betaalt men alleen loonbe
lasting.
De grens voor teruggave op verzoek van te veel ingehouden loonbelasting
en premie volksverzekeringen wordt verlaagd tot 25 (was 150). Da1
wil zeggen dat bedragen beneden 25 niet worden terugbetaald.
Elke werkende mag acht procent van het inkomen uit tegenwoordige ar
beid als beroeps/verwervingskosten aftrekken. De minimum-aftrek be
draagt 237 (was 231) en de maximum-aftrek ƒ2.139 (was 2.086). Het
vaste aftrekbedrag voor niet-actieven bedraagt 584 (was 569).
Voor wie geen gebruik maakt van het openbaar vervoer geldt het algemeen reiskosten
forfait met de volgende bedragen: (tussen haakjes de bedragen over 1993)
De overhevelingstoeslag die door werkgevers bovenop het brutoloon
wordt betaald - ter compensatie van de aaw- en awbz-premie die voor re
kening van de werknemer komt - bedraagt 11,75 procent (was 11,60) van
het loon waarover premie wordt geheven. De toeslag wordt berekend
over maximaal 76.350.)
De premies aow, aww, aaw en awbz worden geheven over een maximum
inkomen van 44.349 (was 43.267). De premies wao, wachtgeld, werk
loosheid en ziektewet over een maximum inkomen van 286 (niet veran
derd) per dag. De premie zfw over 193 (niet veranderd) per dag.
Voor de volksverzekeringen aow, aww, aaw en awbz wordt de premie
niet geheven over de eerste 6.074 (was 5.925). Verder is een nominale
premie awbz verschuldigd. De hoogte van deze premie wordt door de zie
kenfondsen en andere uitvoeringsorganen vastgesteld. De gemiddelde
nominale premie awbz bedraagt 110,- per jaar.
Voor de wao wordt geen premie geheven over 99 per dag.
3) Geraamd gemiddelde voor bedrijven; de premie wordt door de bedrijfs
verenigingen vastgesteld.
Gemiddelde premie.
s) Per 1 januari geldt voor de premieheffing bij werkgevers een vrijstelling
over 54 per dag. De loongrens waarover premie wordt geheven bedraagt
58,950 voor mensen jonger dan 65 jaar en 30.950 voor 65-plussers.
Verder is een nominale premie verschuldigd, waarvan de hoogte door de
ziekenfondsen wordt vastgesteld. De gemiddelde nominale premie zfw
bedraagt 198 per jaar per volwassene. Voor meeverzekerde kinderen is
geen premie verschuldigd.
Enkele reisafstand
woon-werkverkeer
Aftrekbedrag
Maximum
vrijgestelde
vergoeding
0-10 km 1
10 -15 km
890
(870)
1.910 (1.820)
15-20 km
1.250
(1.180)
2.330 (2.200)
20 - 30 km
2.050
(1.950)
3.200 (3.010)
meer dan 30 km
2.050
(1.950)
3.200 (3.010)
Maakt men wèl gebruik van het openbaar vervoer (over de hele afstand of
voor een deel) dan kan men in aanmerking komen voor een hogere aftrek
of vrijgestelde vergoeding van de werkgever. Om een hogere aftrek te
krijgen moet men beschikken over een openbaar-vervoerverklaring.
Krijgt men een vergoeding van de werkgever dan mag deze de hogere be
lastingvrije bedragen alleen toepassen als men de plaatsbewijzen bij de
werkgever inlevert. De werkgever mag in dat geval de werkelijke prijs
van de plaatsbewijzen vergoeden ook als die prijs hoger is dan overeen
komstig het forfait.
Bij gebruikmaking van het openbaar vervoer geldt het volgende reiskostenforfait open
baar vervoer:
(tussen haakjes de bedragen over 1993)
Om de opgetreden geldontwaarding (inflatie) te compenseren worden de
belastingbedragen met 2,5 procent verlaagd.
Het tarief van de eerste inkomensschijf is verlaagd van 38,13 procent tot
37,65 procent.
Het tarief voor 1995 is:
(tussen haakjes de over 1994 geldende percentages en bedragen)
Enkele reisafstand
Aftrekbedrag
Maximum
woon-werkverkeer
vrijgestelde
vergoeding
0-10 km
860 820)
11-15 km
890
(870)
2.110 (2.020)
16 - 20 km
1.250
(1.180)
2.530 (2.190)
21 - 30 km
1.050
(1.950)
3.400 (3.210)
31-40 km
2.550
(2.440)
4.000 (3.800)
41 - 50 km
3.390
(3.270)
5.000 (4.800)
51 - 60 km
3.810
(3.670)
5.500 (5.290)
61 - 70 km
4.270
(4.140)
6.060 (5.860)
71 - 80 km
4.440
(4.310)
6.300 (6.100)
meer dan 80 km
4.520
(4.390)
6.400 (6.200)
Het normbedrag voor de belastingvrije vergoeding per autokilometer wordt 59 cent (was
57 cent)
Het huurwaardeforfait - het bedrag dat eigenaar/bewoners moeten op
tellen bij onzuiver inkomen - wordt per 1 januari niet gewijzigd.
De bedragen in guldens zijn:
Over de eerste inkomensschijf worden belasting en premies volksverzeke
ringen (aow, aww, aaw en awbz) gecombineerd geheven. Het 37,65%-ta-
rief bestaat uit 6,15 procent (was 7,05 procent) belasting en 31,5 procent
(was 31,2 procent) premies. Voor personen van 65 jaar en ouder geldt in
de eerste schijf een lager tarief van 16,8 procent (was 17,45 procent) om
dat zij geen premie aow en aaw hoeven te betalen. Dit tarief bestaat uit
6,15 procent (was 7,05 procent) belasting en 10,65 procent (was 10,4 pro
cent) premie awbz en aww.
Met ingang van 1995 wordt een ouderenaftrek ingevoerd. Die houdt in
dat voor mensen van 65 jaar en ouder, die een jaarinkomen van niet meer
dan 50.423 hebben, een verhoging van de belastingvrije som met 792
gaat gelden.
Belastingvrije bedragen
tussen haakjes de bedragen uit 1994)
Tariefgroep 1
Indeling in tariefgroep 1 - zonder belastingvrij bedrag - geldt als men:
als gehuwde of ongehuwde het belastingvrije bedrag overdraagt aan de
echtgenoot/huisgenoot omdat men zelf geen inkomen heeft of een inko
men lager dan 6.074 5.925); twee of meer dienstbetrekkingen/uit
keringen heeft en bij de andere dienstbetrekking/uitkering al in een ta
riefgroep wordt ingedeeld die wel recht geeft op een belastingvrij bedrag.
Tariefgroep 2
Indeling in tariefgroep 2 - met een belastingvrij bedrag van 6.074
5.925) - geldt als men: tweeverdiener is en de echtgenoten/huisgeno
ten beiden meer verdienen dan f 6.074 5.925); als alleenstaande ouder
niet in aanmerking komt voor indeling in tariefgroep 4 of 5.; BAls men
niet voldoet aan de indelingscriteria voor de overige tariefgroepen.
Tariefgroep 3
Indeling in tariefgroep 3 - met een belastingvrij bedrag van 12.148
11.850) - geldt als men: gehuwd is en de echtgenoot/echtgenote geen
inkomen heeft of een inkomen van minder dan 6.074 5.925). Indien in
de loonbelastingverklaring tariefgroep 3 wordt aangekruist en de echtge
noot/echtgenote de verklaring mede-ondertekent, heeft de overdracht
van zijn/haar belastingvrije som automatisch plaats en bedraagt twee
maal f 6.074 5.925))= 12.148 11.850); ongehuwd is en kiest voor
overdracht van het belastingvrije bedrag van de huisgenoot/huisgenote.
Die keuze is mogelijk als de huisgenoot/huisgenote geen inkomen heeft of
een inkomen van minder dan 6.074 5.925), men vanaf het begin van
het vorige kalenderjaar en aansluitend meer dan zes maanden samen op
Waarde huis meer dan
niet meer dan
huurwaarde
15.000
15.000
30.000
315
30.000
60.000
720
60.000
90.000
1.680
90.000
120.000
2.520
120.000
170.000
3.360
170.000
220.000
4.760
220.000
270.000
6.160
270.000
320.000
7.560
320.000
390.000
8.960
390.000
460.000
10.920
460.000
530.000
12.880
530.000
600.000
14.840
600.000
16.800
De kosten van ziekte, invaliditeit, bevalling, adoptie, overlijden, arbeids
ongeschiktheid en ouderdom komen voor aftrek in aanmerking als zij een
bepaalde drempel te boven gaan.
De drempelbedragen voor 1995 zijn:
(tussen haakjes de bedragen die over 1993 gelden)
bij een onzuiver inkomen van 0 tot en met ƒ22.959 (ƒ22.393) is de
drempel 2.801 (ƒ2.732)
bij een onzuiver inkomen van 22.960 22.393) tot en met 95.615
93.279) is de drempel 12,2 procent van het onzuiver inkomen;
bij een onzuiver inkomen van meer dan 95.615 93.279) is de drem
pel 11.665 11.380)
De vaste aftrek voor arbeidsongeschikten en bejaarden is 879 857)
per persoon. Voor gehuwde bejaarden geldt een vaste aftrek van 1.758
1.714) als beiden 65 jaar of ouder zijn. Het aftrekbedrag voor extra uit
gaven voor kleding en beddegoed die gelden als uitgaven in verband met
ziekte en invaliditeit is 650 640). Indien kan worden aangetoond dat
deze extra uitgaven meer bedragen dan 1.300 1.280) wordt het af
trekbare bedrag verhoogd tot 1.625 1.600)
De werkgever kan aan de werknemer een belasting- en premievrije
spaarpremie toekennen van maximaal honderd procent van de ingehou
den besparing maar niet meer dan 1.053 1.027). Het bedrag dat in
1995 maximaal kan worden gespaard krachtens een spaarloonregeling
bedraagt 1.580 1.541)
De werkgever is met ingang van 1 januari tien procent loonbelasting (was
nul procent) over spaarloon en twintig procent (was 35 procent) over loon
tengevolge van niet geblokkeerde winstdelingsregelingen verschuldigd.