DE STEM
OUDJAAR '94
E5
Sharon Dijksma
voelt zich
'absoluut goed' in
de Tweede Kamer
Je komt terecht in
een functie waar
je met je neus op
de macht zit
WÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊ
ZATERDAG 31 DECEMBER 1994
Ze is ernstig in haar bevlogenheid en
tegelijkertijd een lachebekje. Sharon
Dijksma is met haar 23 jaar sinds
mei de jongste
volksvertegenwoordiger in de
Tweede Kamer. De voormalige
actievoerster en voorzitter van de
Jonge Socialisten maakte dit jaar
grote veranderingen door toen ze
naar het centrum van de macht
verhuisde. Het piepkleine kamertje
op een rommelige Enschedese
studentenflat werd ingeruild voor
een eigen appartementje, waar ze
haar eerste eigen koelkast plaatste.
Voorbij is de tijd van spontaan gaan
'kleppen' bij een vriendin om de
hoek. Tegenwoordig dicteert de
agenda haar leven, ook als ze
sporadisch vrij is. Desondanks is het
Tweede-Kamerlidmaatschap een
groot genot. „Ik houd van het debat,
dat vind ik prachtig. Dat straalt dan
van mijn kop af."
Door Elly Lammers
„Je moet als Kamerlid na een bepaalde tijd wat anders gaan doen. Anders raak je zo verslaafd dat je er nooit meer vanaf komt.
FOTO'S FOTOPERSBUREAU HENDRIKSEN-VALK
'Ik hou van het debat,
dat vind ik prachtig'
Het Kamerlidmaat
schap kwam 'als
een duveltje uit een
doosje'. Sharon
Dijksma stond voor
de laatste Tweede-
Kamer-verkiezingen op een onver
kiesbare 42e plaats toen de fanclub
er ineens was. Het koor, dat luid
'wij willen een jongere in de Ka
mer' galmde, zwol al gauw zo aan
dat Dijksma op het congres waar
de lijst werd vastgesteld 'met stip'
acht plaatsen steeg. En zo kwam de
geboren en getogen Groningse als
nog aan een Kamer-stoel. De
zwenk in haar leven was enorm.
„Ik ben een publieke figuur gewor
den. Mensen op straat klampen me
aan met hun zorgen of problemen.
Of ze roepen 'laat je er niet onder
krijgen hoor!"'
Ze was veertien toen ze tijdens een
manifestatie tegen kernwapens op
een standje van de Jonge Socialis
ten stuitte. Die kennismaking leid
de tot een snelle politieke bewust
wording, ook al bleef ze binnen de
JS lange tijd 'een slaper'. „Ik vond
dat er heel veel gebazeld werd over
hele ingewikkelde onderwerpen."
In 1989 raakte ze betrokken bij de
verkiezingscampagne van de PvdA
en volgde er alsnog een snelle car
rière binnen de Jonge Socialisten.
Binnen twee jaar was ze landelijk
voorzitter. Ze viel op, ook al door
het tamme ratje dat ze constant op
haar schouders meedroeg. „Ja, dat
was mijn dierbare vriend Joki. Die
is helaas ter ziele."
Tussen de bedrijven door studeerde
ze rechten in Groningen, maar
brak die studie af om in Enschede
„Ik ben als persoon niet veranderd, maar ik zit wel in een andere
functie. En dat vereist dat ik soms op een andere manier te werk moet
gaan.
bestuurskunde te gaan volgen. Een
maand voor de Tweede-Kamerver
kiezingen van 3 mei legde ze de
voorzittershamer bij de Jonge So
cialisten neer, 'want het begon echt
menens te worden.'
En dat bleek het, want je kwam in
de Kamer.Hoe was dat in het be-
gin?
„Heel onwennig, maar dat is een
gevoel dat ik eigenlijk wil blijven
vasthouden. Ik wil voorkomen dat
ik door het systeem wordt opge
slokt. De partij kende ik al, dus die
was niet zo nieuw. Maar dat be
drijf! Want dat is de Tweede Ka
mer, dat moet je leren kennen en
het is toch een vrij log orgaan met
allemaal trage radertjes. In het be
gin weet je bij god niet hoe het
werkt. Mensen helpen je wel, maar
je moet toch voor een heel groot
deel zelf het wiel uitvinden. Maar
ik vond die eerste maanden prach
tig hoor."
Was het geen grote verandering?
„Ja, een verdomd grote verande
ring, want je komt als jongerenlei-
der terecht in een functie waar je
met je neus op de macht zit. Daar
moest ik enorm aan wennen. Als
voorzitter van de Jonge Socialisten
nam ik altijd keihard, ongenuan
ceerd stelling, anders kreeg ik geen
aandacht. Als ik nu iets zeg, komt
dat vrij snel over het voetlicht. Dat
is een groot verschil. Als ik in de
fractie ergens over wil praten, zet
ik het onderwerp gewoon op de
agenda."
Hoe serieus neemt de PvdA-fractie
Sharon Dijksma? Toen ze zich in
augustus ten overstaan van de pers
kritisch uitliet over de bezuinigin
gen op onderwijs in het regeerak
koord van Kok, greep Tineke Nete
lenbos - toen nog mede Kamerlid -
in. Met bitse woorden dirigeerde ze
de pers uit de buurt van 'dat kind'.
Hoewel die moederlijke bezorgd
heid waarschijnlijk goed bedoeld
was, werd Dijksma erdoor bescha
digd. Het jongste Kamerlid moest
oppassen niet meer voor vol te
worden aangezien.
„Ja, dat vond ik helemaal niet leuk,
want iedereen dacht 'dat meisje
wordt teruggefloten'. Die sfeer is
heel lang blijven hangen. Onte
recht, want in de fractie heerst
juist de gedachte dat er ruimte
moet zijn voor afwijkende menin
gen. Ruud Vreeman heeft zijn pro
blemen met het regeerakkoord ook
geuit. Er heerst bij de buitenwacht
een heel dogmatisch beeld over
fractiediscipline. Alsof je in een
wurggreep zit. Maar het is juist de
kracht van de PvdA dat standpun
ten tot stand komen na een flinke
discussie en dat er soms voor men
sen niet te overschrijden grenzen
zijn. Maar buiten de Kamer wordt
dat vaak niet begrepen en dan
wordt er al snel gedacht: 'oh, ze
mag niks zeggen'."
Maar ik hoor ook kritiek van jon
geren. Sharon had vroeger een hele
grote mond, zeggen ze, maar sinds
ze in de Kamer zit, horen we haar
niet meer.
„Kijk, mijn grote bek is niet an
ders. In de fractie vinden die dis
cussies plaats op het scherpst van
de snede, soms ook door mij geïni
tieerd. Absoluut, ik neem geen blad
voor de mond. Maar ik wens me
naar buiten toe soms niet uit te
laten spelen tegen mijn eigen frac
tie. Dus het is een strategische keus
om me soms publiekelijk te mati
gen. Terwijl ik er dan in de fractie
met extra veel kracht tegenaan ga.
Mensen zijn heel vatbaar voor be
richten in de pers. Pas als ze mij in
de media overal tegen te keer zien
gaan, zijn ze gerustgesteld. Terwijl
ik mijn mondje intern tijdens frac
tievergaderingen heus wel roer."
Dus je bent niet veranderd sinds je
in de Tweede Kamer zit?
„Ik ben als persoon niet veranderd,
maar ik zit wel in een andere
functie. En dat vereist dat ik soms
op een andere manier te werk moet
gaan."
C
Haar sociale bevlogenheid
puilt uit van jeugdig
elan, maar herinnert ook
aan vorige generaties so
cialisten. Solidariteit kan inmid
dels in PvdA-kringen een afgeklo
ven begrip zijn, Dijksma heeft het
ideaal niet verlaten. Net zo min als
de hoop in die 'soms trage' Kamer
recht door zee te blijven. „Ik vind
dat je niet om dingen heen moet
draaien."
In de fractie is ze woordvoerder
voor 'jongeren en werk', ontwikke
lingshulp en milieubeleid. De
Jeugdwerkgarantiewet (JWG) heeft
momenteel haar volle aandacht. Ze
heeft grote plannen om meer jonge
ren via de JWG aan werk te helpen.
„We gaan met een groep jonge
PvdA-leden met bedrijven praten
om meer JWG-plaatsen te creëren.
Ik ben bezig een campagne daar
over op te zetten en mensen als
Melkert, Vreeman en Rottenberg
daaraan te committeren. Die moe
ten dan met zo'n jongerendelegatie
en mij mee. Ik ga ook met de
bonden praten en met de werkge
vers in het midden- en kleinbedrijf.
Ik hoop dat dat zoden aan de dijk
zet. Zo'n campagne opzetten is niet
zo gebruikelijk voor een Tweede-
Kamerlid, maar ik vind dat je daar
overheen moet kunnen stappen. Ik
wil meer doen dan alleen de dingen
die van me verwacht worden."
Je gaat ook veel het land in.
„Ja, daar steek ik waanzinnig veel
energie in. Ik zit maar drie dagen
per week in de Kamer en dat wil ik
zo houden. Als Kamerlid ben je
volksvertegenwoordiger en dat is je
eerste prioriteit. Je moet de mensen
voor wie je het doet niet vergeten.
Anders weet je niet over wie je hét
hebt als je achter dat katheder
staat. Ik wil voor mijn achterban
iets voor elkaar krijgen."
Je hebt heel veel plannen. Ben je
zo'n ambitieuze persoon?
„Ik denk het wel, maar in die zin
dat ik de ideeën die ik heb en de
dingen die ik politiek belangrijk
vind ook graag verwezenlijkt zie.
Ik vind dat mensen ambitieus moe
ten zijn. Als je zegt 'het zal me
allemaal maar worst wezen' dan
heeft niemand daar iets aan. Met
zo'n houding schiet je niets op. Je
moet overtuigd zijn van wat je wilt
en er dan al je energie insteken om
het voor elkaar te krijgen. In die
zin ben ik wel ambitieus. Abso
luut."
Wat haar toekomst zal zijn na vier
jaar Kamerlidmaatschap is voor
Dijksma ongewis. Ze breekt zich er
ook nauwelijks het hoofd over. Ze
moest de studie bestuurskunde er
aan geven, maar sluit niet dat ze
die ooit weer oppakt. Of ze minis
ter wil worden? Ze weet het niet en
wil >er ook niet over speculeren.
Kamerlid zal ze in ieder geval niet
haar hele leven blijven.
„Politiek heeft me altijd enorm
aangetrokken, maar eerder wilde
ik ook wel de advocatuur in of
werken in een ontwikkelingsland.
Gewoon met je poten in de modder
in Afrika staan. Je moet als Ka
merlid na een bepaalde tijd wat
anders gaan doen. Anders raak je
zo verslaafd dat je er nooit meer
vanaf komt. Daarbij is de politiek
onvoorspelbaar. Dat vind ik ook
goed. Ik hou niet van die vaste
uitgestippelde lijnen."
Maar je was studente en ineens
verdien je meer dan een ton per
jaar.
„Ja, dat is bereveel."
Maar is het niet vreemd om op je
23ste al zo'n smak geld te verdie
nen?
„Dat geld speelt niet zo'n rol. Toen
ik Kamerlid werd moest ik vrese
lijk veel dingen organiseren. Ik
woonde in een studentenhuis op
een heel klein kamertje. Dat ging
niet meer, dus ik moest verhuizen.
Ik moest mijn eigen postbusje,
want je krijgt als Kamerlid stuk
ken die niet door iedereen opge
raapt en opengemaakt kunnen
worden. Ik moest in Den haag iets
uitzoeken om te overnachten. Ik
moest dingen kopen die ik niet had,
zoals een koelkast bijvoorbeeld. Ik
had het allemaal niet. En dan is het
prettig dat je het allemaal kunt
betalen. Het is niet zo dat ik nu
elke dag loop te denken wat ik
allemaal met dat geld zal doen.
Daar heb ik te weinig tijd voor. Ik
werk toch gauw 70 uur per week en
ik ben godsblij als ik eens lekker
op de bank kan liggen of naar de
kroeg kan gaan met mijn vrienden.
Dus er is nog wel leven naast de
politiek?
„Jazeker wel, maar je moet het wel
organiseren. Als een van mijn
vriendinnen opbelt, kan ik niet
zeggen 'zal ik langskomen' of 'kom
jij maar bij mij'. Mensen die me
dierbaar zijn moet ik toch ergens in
die organisatie van me proppen
Maar ik probeer het wel. Ik ga
vaak naar de film, lees veel en
probeer mijn oren en ogen open te
houden voor wat er allemaal ge
beurt. Mijn vrienden komen ook
weieens langs in Den Haag. Dan
eten we hier met elkaar en als ik
dan een debat moet doen, zitten ze
op de publieke tribune."
Je klinkt alsmaar alsof je je in Den
Haag als een vis in het water voelt.
„Ik voel me daar heel goed, dat is
absoluut waar. In de politiek heb je
invloed. Je kunt dingen voor elkaar
krijgen. En ik hou van het debat,
dat vind ik prachtig. Dat straalt
dan van mijn kop af. Natuurlijk
baal ik af en toe ook wel van
dingen, die ik graag anders had
gezien. Maar ik laat me door mijn
kleinere frustraties niet leiden. Ik
laat me leiden door de dingen die
wel goed gaan. Je moet jezelf ge
motiveerd houden."
IBOBWliWiiBiiif
WÊÊÊÊÊÊÊÊSÊÊÊÊÊÊÊÊ