:ito
rs b.v.
'/ihoot
Glerum
iwbedrijf
ijsscher B.V.
DE STEM
OUDJAAR'94
Ireis door 1995
01155-61651
[wensen u
porspoedig 1994
fciervliet - Tel. 01152-1886
Spoedig 1994
/ij wensen al
lientèle en bekenden
orspoedig 1995
Mestkarren van stal, dorpen op hun
kop. De provinciale bestuurders in
Den Bosch, die hun werk normaliter
in stilte doen, kunnen de laatste
jaren rekenen op een warme
belangstelling. De gemeentelijke
herindeling brengt Brabant in
beroering. Een terugblik met Louis
van der Kallen (46), statenlid uit
Bergen op Zoom. Zelf slechts twee
turven hoog is hij, hoewel geboren in
Rotterdam, een natuurlijk
bondgenoot van de kleine kernen.
Louis van der
Kallen verzet
zich tot het
uiterste
tegen de
herindeling
'De gemiddelde
Brabantse
politicus maakt
liever beleid
vanuit de ivoren
toren'
ZATERDAG 31 DECEMBER 1994
VESTSTRAAT 33 AXEL
"EL.: 01155-61482
|uw - Utiliteitsbouw -
- Onderhoudswerk
pnst allen een
KLIMAATTECHNIEK
Industriestraat 13
Postbus 196,4460 AD Goes
tel. 01100-14335
u een voorspoedig 1995
ontwerp en tekenburo
'ophemont-de Moor
stdijksekerkstraat 5
AA Hengstdijk (NL)
:oon nr. 01148-2912
ix nr. 01148-2652
r,U ADRES VOOR
INDIGE TEKENINGEN
Door Carl Mureau
Het is vrijdagoch
tend 16 december.
De Staten nemen
vandaag een be
sluit over de herin
deling in de regio
Midden-Brabant. Van der Kallen,
voorzitter van de tweekoppige
fractie van de Brabantse Onafhan
kelijke Fracties (BOF), heeft zijn
rode trui met witte blokken weer
om het kleine lijf gehesen. Als hij
zich achter het katheder plaatst,
stoten de mensen op de publieke
tribune elkaar aan. Wat zou Loe-
wietje vandaag weer aangrijpen
voor een lofzang op de kleinscha
ligheid?
„Geluiden klinken steeds anders,"
begint hij. Dat kan nog alle kanten
op. Het wordt een verhaal over
kerkklokken, die van zijn eigen
Bergse Peperbus. Normaliter doen
ze hem denken aan bruiloften, aan
feest, dus. „Maar toen ik vanoch
tend op bed lag te wachten (ik mag
van mijn vrouw niet voor vijf uur
opstaan), deden ze me denken aan
een begrafenis. De klokken klon
ken als een doodvonnis dat van
daag weer over enkele kleine ker
nen uitgesproken wordt."
De toon is gezet. Het wordt een
warm betoog, doorspekt met hu
mor en beeldspraak. Dat is duide
lijk anders dan de kille verhalen
van zijn collega's over draagvlak
en bouwlocaties. Vanzelfsprekend
krijgen de grote steden ervan langs.
Tilburg, de stad van Gerrit Brokx,
schildert hij af als 'een van de vijf
Holle Bolle Gijzen van Brabant'.
„Mijn fractie houdt niet van Holle
Bolle Gijzen, met uitzondering van
die in de Efteling, maar die vervult
dan ook een positieve rol in onze
samenleving."
De Nieuwstraat in Bergen. Hartje
binnenstad. Hier woont de broeder
van het platteland. Thuis staat Van
der Kallen uitgebreid stil bij de
Brabantse herindeling. De sloffen
uit, in kleermakerszit op de leren
bank. Op zijn gemak. De herinde
ling, daar kan Louis wel uren over
praten. Hij heeft zat collega's die er
beduidend minder geestdriftig over
zijn. De Staten snakken eigenlijk
naar de afronding van het herinde
lingsproces, dat hen nu al zeven
jaar bezighoudt. Een lijdensweg,
vinden velen, vooral vanwege de
emmers vol kritiek die de Staten
steeds over zich heen krijgen.
Het eind is in zicht. Nog voor de
„Mijn fractie houdt niet van Holle Bolle Gijzen, met uitzondering van die in de Efteling, maar die vervult dan ook een positieve rol in onze
samenleving.
foto de stem dick de boer
De bondgenoot van
de kleine kernen
verkiezingen in maart moet ook
Westelijk Brabant afgewikkeld
zijn. Wat zullen ze blij zijn in Den
Bosch. „Die hele herindelingswet
moet op de helling," klinkt het nu
in kringen van WD en CDA. Nog
slechts één vuiltje moet door de
nieuwe Staten worden wegge
werkt: het stedelijke gebied Zuid-
Oost Brabant (Eindhoven/Hel
mond).
Van der Kallen begrijpt het gewee
klaag van collega's niet. Hij is geen
voorstander van herindeling, laat
dat duidelijk zijn. „Wij zien het als
onderdeel van het hele verstedelij-
kingsbeleid en dat keuren wij af,
omdat het ten koste gaat van de
leefbaarheid in de kleine kernen."
Maar als bestuurders nu klagen dat
de gemeentelijke herindeling
slechts heeft gezorgd voor jaren
van ellende in Brabant, dan krijgen
ze van de Bergenaar geen gelijk.
„Het leven is vol emoties." Hij gaat
er even goed voor zitten. „Kijk je
naar het Journaal, dan zie je alleen
maar emoties. Emoties vanwege
oorlog, een busongeluk of omdat de
overheid iets doet wat men niet
leuk vindt. Dat kunnen dan stu
denten zijn, ouderen, boeren of
boze inwoners van Rosmalen."
De beelden van het Rosmalense
protest liggen nog vers in het ge
heugen. Massaal waren de acties
Protest vanuit Nieuw-Ginneken tegen de herindeling: „Als je dat
alles ziet, dan is dat toch een geweldig iets," zegt Louis van der
Kallen. foto de stem/ johan van gurp
tegen de annexatie door Den
Bosch. Het gemeentehuis was 24
uur aan een stuk geopend, aan de
invalswegen van het dorp werden
wachthuisjes opgetrokken, met
drie treinstellen trokken de Rosma
lenaren naar Den Haag en burge
meester Peter van der Velden (een
oude bekende in Bergen op Zoom)
blies de trompet.
„Als je dat alles ziet, dan is dat
toch een geweldig iets." Van der
Kallen glundert; hij gebaart en
thousiast met de armen. „Emoties
zijn niet slecht, ze zijn juist de jus
van het leven. Zo'n actie tegen
annexatie betekent een geweldige
oppepper voor het gemeenschaps-
leven in een dorp. Daar plukt zo'n
gemeenschap nog jaren de vruch
ten van. De tennisclub, de schiet
vereniging, harmonie en voetbal
club worden plotseling samenge
bundeld. Ze hebben één gemeen
schappelijk doel en één gemeen
schappelijke vijand. Als je dan zo'n
oud baasje hoort roepen 'schiet ze
allemaal maar kapot', dan zeg ik:
tjonge, jonge wat is dat toch heer
lijk. Het is geweldig."
Het verzet van Rosmalen mocht
niet baten. Kabinet en Tweede Ka
mer, gedomineerd door de paarse
coalitie, hebben koers gezet voor
een grootschaliger herindeling: het
30.000 zielen tellende Rosmalen
gaat alsnog naar Den Bosch.
Schandalig, vindt Van der Kallen.
„De Tweede Kamer denkt de wijs
heid in pacht te hebben. Dit is
onbeschaamd, rampzalig."
In Brabant lag (en ligt) de herinde
ling enorm gevoelig. Vooral het
CDA, de grootste partij in Provin
ciale Staten, worstelde met de keu
ze tussen genoeg ruimte voor de
grote steden (die immers erkend
worden als trekkers van de econo
mie) en behoud van kleine randge
meenten (die van oudsher een grote
CD A-achterban hebben). Op de
publieke tribune zaten steeds de
actievoerders uit bedreigde dorpen:
Liempde, Rosmalen, Sprang-Ca-
pelle, Nieuw-Ginneken, Wouw en
Lepelstraat. Het CDA stond per
manent onder enorme druk. kreeg
er via leuzen stevig van langs, en
was daar allerminst gelukkig mee.
„Er zijn politici die niet met die
emoties om kunnen gaan. Die wil
len helemaal geen mensen op de
publieke tribune. Die willen geen
Bois-le-Duczaal vol met 800 men
sen die allemaal een afwijkende
mening hebben. Ik vind het prach
tig, ik geniet van zo'n volle zaal. De
gemiddelde Brabantse politicus, bij
partijen als CDA of WD, die
maakt liever beleid vanuit de ivo
ren toren. En de bevolking moet
maar ja en amen slikken. Ik denk
daar anders over, ben ook een
emotioneel politicus."
Met alle respect, meneer Van der
Kallen, maar uw partij heeft in de
Staten natuurlijk wel een veel een
voudiger rol. De federatie van lo
kale Brabantse partijtjes deed in
1991 voor het eerst aan de staten
verkiezingen mee en behaalde met
een twee zetels. Plaatselijke onvre
de over provinciale herindelings
plannen, zoals in Liempde waar de
BOF ruim 70 procent van de
stemmen haalde, speelde een be
langrijke rol bij dat succes. In de
Staten kan de BOF vanuit de veili
ge oppositiebankjes vrijuit een lans
breken voor het behoud van de
dorpen; de fractie is niet gebonden
aan een regeerakkoord dat ook een
passage bevat over verstedelijking.
Een makkelijker rol dus.
„Ja en nee," meent Van der Kallen.
„Als gemeenteraadslid zit ik ook
wel eens in een andere rol. Dan wil
ik ook wel eens iets wat anderen
helemaal niet willen. Omdat ik te
gen een parkeergarage ben, omdat
ik een schouwburg niet nodig vind,
of omdat ik een sportcluster niet
zie zitten. Dan sta je soms ook
tegenover grote groepen mensen.
Als mensen je dan boos opbellen en
dreigen dat ze je huis met een
bulldozer komen platwalsen, dan
hoort dat er gewoon bij. Dan moet
je het als politicus opbrengen om
met zo iemand een half uur of een
uur te telefoneren en duidelijk te
maken waar je staat. Een partij als
het CDA wil eigenlijk al die narig
heid niet. Het CDA praat over de
herindeling als een besmettelijke
ziekte, waarvoor men zich
schaamt. Ze praten over emoties
van hun achterban als iets wat niet
gewenst is. Mensenlief, het hoort
erbij."
Louis van der Kallen is een kleine
jongen uit de grote stad. Geboren
aan het randje van de Rotterdamse
wijk Feijenoord. Getrouwd met
Ank, die ook geboren werd aan de
voet van Het Stadion. Inmiddels al
weer achttien jaar woonachtig in
Bergen op Zoom, wat kleiner van
schaal maar wel onmiskenbaar een
stad. Hoe komt het dat deze stadse
man zo'n vurig pleitbezorger is
voor een leefbaar platteland?
Daarvoor gaat de BOF-voorman
(hij is onlangs gekozen als lijsttrek
ker voor de komende statenverkie
zingen in maart) terim naar Rilland
Bath, het dorp waar nij als 17-jari-
ge na het overlijden van zijn moe
der (vader was al langer dood)
onderdak vond bij een broer. Al
spoedig ging stadse Louis werken
bij de boer. Bij het proefbedrijf van
Van der Have om precies te zijn.
„Ik deed er van alles: van het
analyseren van bietenbrij tot aan
het castreren van gist." En hij
kwam er veel over de vloer bij de
plaatselijke boeren. Voor een bak
koffie en een praatje. „Daar heb ik
gevoel en waardering voor het
platteland gekregen."
Nee, we moeten niet denken dat hij
nu meer houdt van het platteland
dan van de stad. Hij woont in
Bergen en zou daar eigenlijk nooit
meer weg willen. „Maar ik heb wel
oog voor de belangen van het plat
teland. Ik respecteer dat mensen
die op het platteland wonen van
hun omgeving houden en bied hen
graag de mogelijkheid om die lief
de in de praktijk te brengen."
Met die instelling trekt Van der
Kallen als statenlid ten strijde te
gen de vraatzucht van de grote
steden. Over de rol van de steden
als trekkers van de economie heeft
hij zijn bedenkingen. „De praktijk
leert al jaren dat die steden dat
niet zijn. De motoren van de econo
mie zijn juist die kleinere gemeen
ten."
Maar is dat niet exact de kern van
het vraagstuk? De steden kunnen
niet genoeg huizen bouwen of be
drijven huisvesten, omdat ze te
weinig ruimte, bouwgrond hebben.
Juist daarom is een uitbreiding van
de steden hard nodig, zo roepen de
grote burgemeesters in koor. Bo
vendien hebben de steden een gro
ter draagvlak (lees: meer inwoners
die belasting betalen) nodig om
hun voorzieningen die voor de hele
regio van belang zijn (scholen, een
theater, een aantrekkelijk winkel
apparaat) op peil te houden.
Kleine Louis schudt het hoofd. On
zin vindt hij deze grootspraak. Hij
is van mening dat de grote steden
binnen hun eigen grenzen nog vol
op ruimte hebben voor woning
bouw en bedrijvigheid. „Wel zijn er
veel planologische problemen.
Maar neem een stad als Breda. Dat
is het toppunt. Die stad is veel te
laks geweest, heeft jarenlang niets
gedaan om bouwlocaties geschikt
te ontwikkelen en roept nu ineens
dat ze geen ruimte meer heeft om
te bouwen. Steden kiezen de weg
van de minste weerstand."
De BOF'er vindt het helemaal niet
zo noodzakelijk dat extra woning
bouw per se in de grote stad
plaatsheeft. „Wat is de essentie van
bouwen op eigen grond?" Hij vindt
het veel logischer dat Steenbergen
meer bouwt, omdat Bergen op
Zoom tegen zijn natuurlijke gren
zen aanloopt. „Het buitengebied
van Steenbergen bestaat uit akkers
en heeft toch maar een lage na
tuurwaarde." Eenzelfde verhaal
gaat volgens hem op voor Prinsen
beek, dat best kan bouwen voor
Breda. Maar is dat niet strijdig met
zijn permanente pleidooien voor
het behoud van kleine kernen?
„Nee. Het is toch geen probleem als
een dorp groter wordt, als een dorp
desnoods hier en daar zou verste
delijken? Als dat maar nodig is om
de mensen te huisvesten en het
planologisch zo ingebed kan wor
den dat er zo min mogelijk schade
"is aan natuur en landschap. Als een
stad tegen zijn grenzen oploopt,
dan moet het geen probleem zijn
om elders te bouwen. En als een
dorp daar ook voor kiest, dan moet
een dorp daarvoor in de gelegen
heid worden gesteld. Kijk naar
Berkel-Enschot, Prinsenbeek of
Halsteren. Die dorpen hebben de
overloop van de steden opgevangen
en ze hebben zich prachtig ontwik
keld. Ik zie daarin geen problemen.
Wat geeft het als er een nieuwe
stad zou ontstaan? Daaraan geef ik
duidelijk de voorkeur boven an
nexatie."
Annexatie leidt tot een grotere af
stand tussen de burger en zijn
bestuur, vindt Van der Kallen. De
wethouder die elke dag door zijn
eigen dorp fietst, is beter op de
hoogte van wat er in zijn gemeente
leeft dan zijn collega uit de grote
stad. „Vraag een inwoner van Huij-
bergen of hij een cijfer wil geven
voor het leefklimaat in zijn dorp en
de kwaliteit van zijn bestuurders.
Hij geeft dan minimaal een- zeven
en waarschijnlijk zelfs een acht.
Men is tevreden, zonder schouw
burg, zonder economische expan
sie. Vraag je datzelfde aan de ge
middelde inwoner van Breda of
Tilburg, dan valt dat cijfer een stuk
lager uit."
Als grote-stadsburgemeesters dus
reppen over vergroting van het
draagvlak zijn ze bij Louis aan het
verkeerde adres. „Ze trekken een
grote broek aan en zoeken de bre
tels bij de randgemeenten. Hebben
ze een groter draagvlak nodig? Nee,
ze moeten zelf gewoon een goed
financieel beheer voeren. Een grote
stad moet meer aandacht besteden
aan de verpaupering van zijn wij
ken, in plaats van een nieuwe
schouwburg te gaan bouwen zoals
in Breda. Zo'n theater is niet meer
dan een toefje slagroom op een heel
vieze zandtaart."
De BOF heeft zijn rol in de diverse
herindelingsdebatten met verve ge
speeld. Met slechts twee fractiele
den is de politieke invloed natuur
lijk gering. „Toch wordt naar ons
geluid geluisterd. Ik durf te zeggen
dat wij het CDA permanent ner
veus hebben gemaakt." Hij wijst op
Nieuw-Ginneken, dat uiteindelijk
alleen Bavel aan Breda hoeft af te
staan. Hij noemt Rosmalen, dat van
de Staten zelfstandig mocht blij
ven. „Of wij schuldig zijn geweest
aan het zwalkende beleid van het
CDA? Ik sluit dat niet uit. Die
partij moet altijd een ingewikkelde
belangenafweging maken. Eén,
grammetje extra kan voldoende
zijn om de weegschaal net een
andere kant te doen uitslaan. Dat
grammetje is de BOF, denk ik, een
aantal malen geweest."
Bij het Statendebat over
Liempde, dat zelf een hu
welijk met St. Oedenrode
verkoos boven inlijving
door Boxtel, gaven de stemmen van
de BOF uiteindelijk zelfs de door
slag. Wat het politieke hoogtepunt
voor de BOF had kunnen worden,
werd echter een 'hartinfarctmid
dag'. Van der Kallens fractiegenoot
Max Comelissen moest de staten
zaal voor de stemming verlaten om
zijn vakantiebus te kunnen halen.
„Als een D66'er tien minuten eer
der binnen was gekomen, dan had
Liempde het verloren. Wat had ik
dan moeten zeggen tegen al die
mensen op de tribune? Ik heb ge
weldig in mijn rats gezeten. Dat
was absoluut de slechtste middag
die ik in de Staten heb beleefd."
De stemmen staakten en na het
zomerreces kon het succes toch nog
worden binnengehaald. Die affaire
heeft echter wel zijn sporen nage
laten binnen de BOF. Comelissen
trok zich onlangs terug als kandi
daat voor de verkiezingen, nadat
hij laag op de lijst was gezet. Niet
alleen de grote partijen kennen dus
interne problemen.
Van der Kallen betreurt de gang
van zaken, maar gaat zelf vrolijk
verder met zijn werk als statenlid.
Dertien uur per dag is hij van huis.
De Bergenaar werkt in het labora
torium bij Akzo Nobel Resins in
Bergen op Zoom en krijgt van zijn
baas alle ruimte voor politieke ac
tiviteiten. In 1986 deed hij als lijst
trekker van zijn zelf opgerichte
Bergse Sociaal-Democraten (BSD)
mee aan de raadsverkiezingen en
belandde zo in de Bergse gemeen
teraad. Daarnaast zit hij nu in de
Kamer van Koophandel, de ge
westraad van het Streekgewest
Westelijk Noord-Brabant en vanaf
1 januari 1995 ook in het bestuur
van het Hoogheemraadschap West-
Brabant.
Een ambitieus baasje dus. „Mijn
Leitmotiv is altijd geweest dat ik
op mijn sterfbed niet moet kunnen
zeggen: 'Had ik maar...' Daarnaast
is het milieu voor mij een belang
rijke invalshoek geweest om de
politiek in te gaan."
Het werk in de Staten kwam voor
hem eigenlijk wat onverwacht,
maar het leverde Van der Kallen
wel Brabant-brede bekendheid op.
In die zin is het voor hem jammer
dat de herindeling straks in de
Staten afgewerkt is. „Een beetje
wel, ja."
Dan wordt het tijd om op te stap
pen. De klok staat inmiddels drie
uur verder en er moet vandaag ook
nog gewerkt worden. Louis stapt in
zijn auto, een rode Japanner. De
Brabantse trui blijft achter in zijn
kantoor-aan-huis. Maar ook op de
weg blijft Van der Kallen herken
baar. Op de achterruit prijkt een
sticker. Rood met witte blokken.