DE STEM 4 Lichamelijk ben ik nog niet opgebrand' 6 Met goud ben ik voorlopig niet bezig' I^BANK VSB Bank. je verder mee. Lee Jacobs Breda Electronics JBE wenst u een gelukkig en gezond 1995 De weg omhoog begon voor Annamarie Thomas in Nijetrijne Plezier in schaatsen terugvinden vurigste wens Bart Veldkamp 3 ER 1994 ht humeur. Kom gewoon even langs L de buurt of bel gratis VSB Telebank: l van 9.00 tot 21.00 uur en op zater- I uur). |ere voornemens betreft: tot vanavond |l flink doorgaan en daarna: sterkte. boekhouden. MBA. SPD-1, NIMA-A en Prak- geven MET EXAMENGARANTIS ectus kunt u bellen met onze medewerkers de studieleider C. Boonman (01652-14786) of schrijven naar Antwoordnummer 909, HTINGSDAGEN: donderdag 19 jan. 1995:18.00-20.00 uur. maandag 16 jan. 1995:18.00-20.00uur. ■Straat 3, woensdag 18 jan. 1995: S «GEWEZEN DERWIJSINSTELLINO importeur/groothandel/dealer van geluid en communicatie systemen (gesloten 1 t/m 11 januari) liesbosstraat 14 Breda/Princenhage Tel. 076 21 28 81 Sport Bart Veldkamp zal er volgende week in Heerenveen tijdens het Europees kampioenschap schaat sen alleen bij zijn om zijn vriendin Annamarie Thomas aan te moedigen. „Als de mannen rijden, ben ik weg. Ik kan niet aanzien hoe ze mijn Nederlands record afpakken," zegt Veldkamp, die zich voor het tweede jaar op rij niet heeft kunnen plaatsen voor het EK. Bij de vrouwen behoort Annamarie Thomas voor het eerst tot de medaille-kandidaten. Een dubbelportret van een schaatspaar. fan het imago van driftkikker >n lastpost zal Bart Veldkamp 27) wel nooit afkomen. Het liijn de nukken van een naar erfectie strevende topspor- er. Joor Marcel Luyckx Jen Haag - „Ik reageer vaak pri- aair. Ik dacht het kwijt te zijn, naar op het Nederlands kam- soenschap stak het onverwachts teer de kop op. Dan schrik ik zo, lat ik er geen controle meer over seb. Ik heb het probleem al vanaf nijn twaalfde. Elke keer weer ga k de fout in. Of ik ben kinderlijk athousiast of ik ben te stom om het af te leren. Ik houd het maar op het eerste." Dit keer ben ik niet scheldend of ".ierend naar buiten gegaan. In jat opzicht ben ik vooruitgegaan. Haar ik vraag me af of het wel joed is, want nu krop ik het op. [iemand anders haalt het niet in ::jn hoofd halverwege te kappen iet de tien kilometer. Ik doe dat ai een live-uitzending op tv," verwijst Veldkamp naar zijn dra- latische aftocht op de laatste Jag van de afstandskampioen- ichappen in zijn woonplaats Den daag. „Dat ik de controle over aezelf weer kwijt was, vond ik »g het grootste minpunt van het XTC, niet de uitslag." Het is moeilijk om de met schaat sen en deuren smijtende Bart ïeldkamp voor te stellen achter het fornuis, druk doende een ierstmaaltijd klaar te maken voor de hele schaatsploeg op trai ningskamp in Collalbo. Maar ook lat is Bart Veldkamp. ïkema Hij herinnert zich een oudejaars nacht tijdens een trainingskamp at Inzeil, op de grens van 1988 en 1989. Twee dagen tevoren had hij in de Zuidduitse plaats een 'pu pillen-tijd' neergezet op de 1500 meter. „Ik deed er 2 minuten en 8 seconden over. De rest reed 1.59 af daaromtrent. Midden in de nacht van oud op nieuw nam Jan ïkema mij apart. Ik kende hem eigenlijk helemaal niet zo goed. Maak je niet druk', zei hij. 'Je komt er wel, als je je kop er maar bij houdt.' Het was toch Jan Yke- ma, winnaar van Olympisch zil ver op de 500 meter, die dat zei." Drie jaar later overtrof Veld kamp de Olympische prestatie van 'mentor' Ykema door in Al- bertville goud te winnen op de tien kilometer. idenvijs ortfef de rak wijdte van de we! valt) aangewezen op grond d door de Minister van 0rrdetvn(S en Wetenscdappen op grond vwi ng Hoger Onderwijs Zuid Nedertand. Daar, op de hoogste podiumtree in de Haut-Savoie, had Haagse Bart het gevoel dat hij de hele wereld aan kon. „Hoe lang ik dat gevoel vast heb kunnen houden? Tot aan de eerstvolgende wed strijd, langer niet. Als ik goed ge reden heb, denk ik: het kan nooit meer slecht gaan. Het gaat van zelf. Maar het omgekeerde is ook het geval: als ik slecht rijd, kan ik me niet voorstellen dat het ooit nog goed komt. Als ik een mo ment van twijfel heb, dan wordt het gelijk niets. Dan voel ik me een nobody." „Een week voor de afstandskam pioenschappen, toen ik met griep binnen moest blijven, heb ik nog eens de tien kilometer van Al- bertville terüggezien op video. Je kan zien dat ik de laatste acht rondjes steen verrot zat. Ik heb me het leb-lazarus moeten rijden naar de streep. Maar in mijn her innering had ik de eerste rondjes vastgehouden. Die gingen zo soe pel, zo lekker." „De mens heeft geen pijngeheu- gen. Ook ellende vergeten men sen altijd, uit een soort zelfbe scherming. Want als je alle pijn en ellende herinnert, word je zo depressief als de pest. De mens heeft van origine meegekregen om alleen leuke dingen te ont houden. Dan begin je weer te la chen. En zelfs als je dan de ellen de ziet, kan je erom lachen. Jee zeg, zie mij daar eens in de put zitten. Komisch. Dat heb ik ten minste. De mens ziet het altijd positief, tenzij je manisch-de- pressief bent natuurlijk. Ik ken een liedje dat gaat daar helemaal over. Het is van David Lee Roth. 'Dammed Good' heet het. In het verleden was alles 'dammed good', in het heden is alles 'dam med good' en in de toekomst is al les 'dammed good'. Dat vind ik zo'n mooi liedje, het past precies bij mij." Op zijspoor Bart Veldkamp hoopt ook nog eens te kunnen lachen om de af loop van het voorbije NK, waar op hij voorlopig in de kernploeg op een zijspoor belandde. Ande ren trekken nu de kar. Op het ijs en ook buiten de baan. Veldkamp vindt dat hij al te veel negatieve energie heeft gestoken in het ge steggel met bondsbestuurders over vergoedingen en sponsoring. „Het is een verademing voor mij dat Rintje en Falko nu hun mond open doen. Beter laat dan nooit. Ik heb ze gewaarschuwd: als je op Bart Veldkamp (links) en Annamarie Thomas, het verliefde schaatspaar. alles ja zegt, rijd je volgend jaar in je onderbroek rond. En nu mag dat ondergoed ook niet meer. Of toch, als er maar geen merknaam opstaat. Bijschnabbelen noem ik dat, want meer is het niet. Ik heb wel de indruk dat David Meijer, de nieuwe voorzitter, dichter bij de sporters staat. Alle voorgaan de voorzitters vonden het interes santer om gratis een drankje te krijgen bij EK of WK dan daad werkelijk met schaatsen bezig te zijn." WK per afstand Als allrounder mag hij op dood spoór beland zijn, volgend sei zoen zijn er afzonderlijke wereld titels te verdienen in het schaat sen op de vijf en de tien kilome ter. „Lichamelijk ben ik nog niet opgebrand. Het is een mentale kwestie waar ik overheen moet zien te komen." Het plezier terugvinden in het schaatsen, dat is de vurigste wens van Bart Veldkamp voor 1995. Op zijn weg vindt hij maar een tegenstander, die hij telkens weer moet verslaan: zichzelf. „Ik vecht mijn hele carrière al tegen me zelf. Ik wil altijd meedoen om de eerste plaats, ook al is dat niet reëel. Lichaam en geest botsen dan met elkaar. Ik loop mezelf gi gantisch in de maling te nemen. Heb ik niet een gespleten per soonlijkheid, denk ik wel eens? Ik neem me voor om gewoon lekker te gaan schaatsen, maar zodra die blokjes in de baan komen, ga ik me druk lopen maken." „Buiten mededinging meedoen aan een wereldbekerwedstrijd, daar heb ik ook zo'n hekel aan. Dan zie je die baggersporen op het ijs van de huldiging, en dan moet ik nog een 1500 meter rij den. Een bijvoegsel, voel ik me dan. Naar het allround-schaatsen kijk ik nu echt niet meer. Dat brengt zoveel stress met zich mee. Je hebt het kunnen zien op het af gelopen NK. Alle specialisten die zich richten op het allround klassement, gaan juist op hun specialisme de boot in." Veldkamp kan jaloers zijn op de Australiër Phil Tammdjis. „Zelfs als hij twee keer is ingehaald, stapt hij nog met een big smile van de baan. Lang leve de lol, dat straalt van hem af." Manager Piekeraar Bart Veldkamp heeft ook al nagedacht over zijn leven na het schaatsen. „Ik wil de ma nager-kant op in het bedrijfsle ven. Ik merk dat ik gauw proble men doorzie in een organisatie. Ik heb namens de atletencommissie in het bestuur van het NOC en het Olympisch Fonds gezeten. Daar zag ik ook vrij snel wat er mis was." 'Troublemaker' wordt 'trouble shooter'. Relschopper wordt pro bleem-oplosser. Bart Veldkamp ziet er de humor wel van in. „Ik zie het probleem. En dat is altijd realistisch. Daarom zien mensen mij als een probleem. Als jij niet realistisch bent, zien ze jou niet als een probleem. Ik heb marke ting gestudeerd, maar ik heb geen vlotte babbel. Die heb je in dat vak nodig. Dan moet je als het ware appels voor peren kunnen verkopen. Als ik een produkt heb en ik weet dat er tien andere pro- dukten zijn die eigenlijk beter zijn, dan kan ik het niet verko pen. Daar ben ik te realistisch voor. Problemen zijn realistisch. Die kan ik proberen op te lossen. Nu mijn eigen problemen nog." ZATERDAG 31 DECEMBER 1994 DEEL B Annamarie Thomas volgt Bart Veldkamp tijdens een gezamenlijke training: We hebben hei de eerste twee maanden geheim gehouden. Alleen Ab Krook wist het. Hij trof ons samen aan op de kamer. FOTO'S AD VAN HASSELT Nijetrijne, een doi in Fries land van honderu ^woners. Twee wegen en een restau rant. Meer is er niet. Annama rie Thomas is er geboren en bracht daar haar jeugd door. De boerderij van haar ouders grensde aan de vaart. Als het flink gevroren had. schaatste ze naar de kleutt chool in Oldetrijne. Twintig jaar later schaatst ze nog steeds. Niet meer op bevroren sloten in Nijetrijne of Oldetrijne, maar op 400 meterbanen over de hele wereld. Op weg naar de absolute top, volgens haar vo rige coach Henk Gemser die tijdens de Spelen in Noorwe gen voorspelde dat Thomas oyer vier jaar in Japan behan gen zal worden met Olym pisch goud. Door Danny van den Broek Assen - Zes keer was Annamarie Thomas al Nederlands kampioen geweest. Maar pas bij de zevende titel kwamen de 'Nijetrijners' voor het eerst in actie. „Het zijn nuchtere mensen," karakteri seert ze haar dorpsgenoten. „Maar vorig seizoen werd ik eer ste in Den Haag bij het NK all round. Kwamen ze me thuis op halen met een koets. Dwars door het dorp naar het restaurant. Dat is echt een groot feest geworden. Dankzij een paar sponsors was alles gratis. Er werd veel gedron ken. Nee, niet door mij. Maar er waren jongens, poeh." Toch is het pas vier jaar geleden dat aan de carrière van Annama rie Thomas een abrupt einde leek te komen. „Mijn eerste jaar in Jong Oranje was geen succes," herinnert ze haar stroeve start bij het keurkorps van Leen Pfrom- mer. Een goede trainer, maar niet haar favoriet. „Voor hem is er maar één weg. En die heeft hij uitgestippeld. Daarvan afwijken is niet mogelijk. Terwijl ik de schema's van Sijtje (Van der Len de, de trainer van Thomas in het gewest Friesland, red) veel leuker vond. Ik weet het wel. Bij Pfrom- mer wijzen ze altijd op de succes sen die hij met schaatsers van Jong Oranje boekt Maar zo moeilijk is dat nou ook weer niet. Hij krijgt de beste talenten van Nederland in de schoot gewor pen. De nummers een, twee en drie gaan naar Jong Oranje. Daar wordt harder getraind dan in het gewest. Zo moeilijk is het dan niet om een persoonlijk record te rijden." Een ongelukje bij het sleetje rij den zette het verval in. „Ik raak te bekneld tussen de slee en een ijswand. Was m'n enkel zwaar gekneusd. Vervolgens reed ik een slecht NK. Werd ik teruggezet naar het gewest. Toen kon ik er nog niet echt mee zitten. Ik vond vooral het schaatsen leuk. En ik was weer terug bij Sijtje." Terug in'vertrouwde omgeving pakte Thomas de draad moeite loos weer op. Een jaar later zat ze in de kernploeg. De trainer heet te nu Henk Gemser en onder hem werd resoluut de weg omhoog in geslagen. „Sindsdien ben ik al leen maar vooruit gegaan. Ik kon natuurlijk al schaatsen. Maar Henk verbetert kleine dingen." Veldkamp Hoewel de ziekte van Pfeiffer haar debuutjaar goeddeels ver knalde, staat dat seizoen - privé gezien - vooral in het teken van Bart Veldkamp. De Hagenaar viel op het EK en WK van het po dium, zo in de armen van Tho mas. Inmiddels is het stel ver loofd. „Het is begonnen tijdens een trainingskamp in het buitenland. We hebben het de eerste twee maanden geheim gehouden. Al leen Ab Krook wist het. Hij trof ons samen aan op de kamer," weet Thomas zich nog betrapt. Toen ze voor het eerst haar ou ders inlichtte, waren die niet echt enthousiast. „Ze keken raar op. Door de berichten in de media hadden ze een negatief beeld van hem. Maar dat is absoluut niet terecht. Bart is helemaal niet zo'n heethoofd als de mesten mis schien denken. Soms hij rusti ger dan ik. Ik wil nog wel eens met dingen smijten. Maar hij kan een wedstrijd echt verknallen. Dat heb ik weer niet zo gauw." Ondersteunen De laatste keer dat zoiets Veld kamp gebeurde, was tijdens het NK afstanden in Den Haag. De stayer gooide er tijdens de tien kilometer een onvervalste pi rouette tegenaan en stapte enkele ronden later uit de baan. „Dan kan ik wel tegen hem zeggen 'kop op Bart, het komt allemaal wel goed', maar hij weet het zelf toch het beste. Doordat we allebei schaatsen, weten we allebei hoe het is om met spanning om te gaan. In het begin wilde ik hem voor zijn race nog wel eens men taal ondersteunen. Maar het is maar wat je van elkaar verwacht. Bart heeft dat liever niet. Dus laat ik hem met rust. Zelf vind ik het wel prettig als hij voor een race 'effe' naast me komt zitten. Ik ben altijd graag bij hem." Het afscheid van Veldkamp van de nationale top bij de mannen, valt samen met de bestorming van de internationale top door Thomas bij de vrouwen. Tijdens de Winterspelen in Noorwegen riep Henk Gemser bij zijn laatste optreden als coach van de kern ploeg, dat zijn pupil in de toe komst goed zou zijn voor goud. „Ik vond het wel lachen toen ik dat hoorde," zegt Thomas. „Ik was net twee keer vijfde gewor den. Gaaf hoor, maar wel vijfde. Met goud ben ik voorlopig nog niet bezig. Ik ben gewoon trots op mijn plaats in de kernploeg. Nee, ik beschouw mezelf absoluut niet als de aanvoerster van het stel. Ik hoor gewoon bij de beste vijf schaatsters van Nederland. Zo simpel is het." Harding Van de laatste Winterspelen heeft Thomas overigens weinig meegekregen. „Wij gingen pas heel laat en moesten vervolgens om de dag schaatsen. Ik heb daarom weinig van de andere sporten gezien. Een dag voor de sluiting was ik pas klaar. Samen met Bart heb ik alleen de finale bij het kunstrij den gezien. Dat hele gedoe met die Harding en die Carrigan. Dat trok natuurlijk alle publiciteit. Voor die meiden was het ver schrikkelijk." Tussen de bedrijven door heeft ze inmiddels ook haar studie weer opgepakt. „Ik was zeventien toen ik van de HAVO afging. Ik vond er geen hol aan. Mijn ouders hebben daar nooit moeilijk over gedaan. Ze hebben me altijd vrij gelaten met die dingen. Maar vorig jaar ben ik toch weer begonnen. In twee maanden tijd heb ik de certifica ten voor wiskunde A, Neder lands, aardrijkskunde, biologie en geschiedenis gehaald. Ik moet nu alleen nog engels. Maar ik heb het hele jaar niks gedaan. Dat komt nog wel. Daarna wil ik mis schien ook het VWO nog doen. Maar ik schaats nu, dus voorlo pig lukt dat niet." Net zo weinig als Thomas in '94 in haar studieboeken dook, kwam ze nog in haar geboorte dorp Nijetrijne. „Ik ben veel in Den Haag bij de ouders van Bart. Nijetrijne en Den Haag. Da's wel een verschil. Als ik bij hen de deur uit ga, loop ik zo overal naar toe. De bakker, de slager. Alle winkels binnen handbereik. Dat vind ik nog het mooiste van zo'n grote stad. En het strand niet te vergeten. Dat is nog geen vijf minuten fietsen. Heerlijk vind ik dat. Leuker dan in de polder tegen de wind in. Ik ben dan ook van plan om in Den Haag te gaan wonen." Daar viert ze vanavond ook oud en nieuw. Maar niet zoals vorig jaar. „Toen stond ik om twaalf uur 's nachts in Den Haag allemaal van die strijkers met carbid af te ste ken. Vreselijke klappen gaf dat. De familie van Bart had alleen maar siervuurwerk. Die stonden toch raar te kijken. Maar ik was dat gewend van thuis. In Nijetrij ne stoppen we carbid ook nog in van die lege melkbussen. Dit keer houd ik Htet ook maar bij pijlen."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 11