'Na de Oorlog': periode '45-'69 in 20 delen De kermis in het klein voor jonge mannen Een escort-bureau DE STEM Terugblik op geluk en rampspoed in '94 De 'Gijsbrecht' is terug in Amsterdam Televisieserie over de groei van schaarste tot welvaartstaat Modellen kermis-attracties te zien in museum Oud-Oosterhout Van onze verslaggever De Portugees Fernando (22) en de Duitser Oliver (24) verdienen in Amsterdam de kost als prostitué. Zij hebben hun nering uitgebouwd tot escort-bureau, dat is onderge bracht in een fraai appartement. Yoy schildert vanavond een eerlijk portret van het duo in de aflevering Hoeren- jongens. Fernando en Oliver zijn twee van de naar schatting twee tot zeshonderd jongens tussen de 16 en 26 jaar die de hoer spelen voor mannelijke klan ten. Zonder een blad voor de mond te nemen, vertellen de twee over hun persoonlijke achtergronden. Onder meer hoe ze ertoe zijn gekomen in het vak te stappen. „Het begon in de sauna. Ie mand wou wel sex met me hebben. Voor de grap zei ik: duizend Mark", vertelt Oliver. „Ik werd een prostitué maar ik heb nooit besloten er een te worden. Je kunt er snel veel geld mee verdienen." „Ik leid een avontuurlijk le ven", zegt Fernando in krak kemikkig Engels. „Ik heb twintig landen gezien en spreek vier talen. Ik zie het gewoon als een baan. Het is wel een onzeker bestaan. Dat zit me soms dwars, niet weten of je morgen de huur kunt betalen." Met een multomap op schoot en een draagbare telefoon in de hand maakt Oliver een af spraak voor een van zijn jon gens. „Dat komt op tweehon derd gulden per uur." Het tweetal maakt zich druk over de opkomende concur rentie van Oost-Europeanen, die de markt verpesten. (Nederland 1,18.57 uur) Van onze verslaggever Gids DINSDAG 27 DECEMBER 1994 DEEL Het Ruilhartenkoor treedt op in 'Voorspoedig '94' foto rtl Van onze verslaggever Vijfentwintig jaar geleden viel een van de weinige toneeltradi ties van Nederland in duigen. De 'Actie Tomaat' van jonge opstandige toneelspelers maakte toen een einde aan de eeuwenlange Gijsbrecht-traditie in Amsterdam. Nu, ter gele genheid van zijn eeuwfeest presenteert de Amsterdamse Stadsschouwburg een nieuwe reeks uitvoeringen van de beroemde tragedie. Vondel schreef de Gijsbrecht voor de opening van de eerste Amsterdamse schouwburg in ja nuari 1638. Tijdens Vondels le ven werd het stuk 116 keer op gevoerd. Sinds die tijd groeide de traditie om de Gijsbrecht in de eerste week van januari te spelen in Amsterdam. Totdat de tomaten van de actiegroep in 1969 daar een einde aan maakten. Vondel beschrijft een actueel on derwerp: de belegering van een stad. Niet Sarajevo, Bihac of Grozny, maar Amsterdam. Bele gerd door de Kennemers en Wa terlanders en verdedigd door Gijsbrecht, de heer van Aemstel. Den Haag De afgelopen 25 jaar is de Gijs brecht nog maar vier keer opge voerd in Amsterdam. Bij de jaar wisseling '74/'75 door het Pu- bliekstheater met Hans Boswin kel en Sigrid Koetse, in '81/'82 in een gastvoorstelling van Carel Briels, in '88/'89 door nota bene het Nationaal Toneel uit Den Haag in de regie van Hans Croiset en voor het laatst in '90/'91, sterk bewerkt door Rieks Swarte voor Toneelgroep Am sterdam. De nieuwe produktie van de Amsterdamse schouwburg staat onder regie van Margrith Vrene- goor. Ze presenteert een eigen tijdse enscenering met 25 voor namelijk jonge acteurs en actri ces en 12 kinderen. Ellie van Dooren heeft een tekstbewerking gemaakt, met meer dialogen, maar met behoud van de rijmen de verzen. De componist Boude- wijn Tarenskeen levert de mu ziek, met de nodige oorlogsgelui den, die wordt uitgevoerd door een orkest van zeven musici. De voorstellingen in de Amster damse Stadsschouwburg zijn op 30 en 31 december, 1, 2, 3, 4, 8, 9, 11, 12 en 13 januari. Alle voorstellingen beginnen om 20.15 uur, uitgezonderd op 31 januari (14 uur). In de foyer van de schouwburg is een expositie van Badeloch-kostuums. Met 'Voorspoedig '94' blikt Viola Holt vanavond alvast terug op het bijna afgelopen jaar. Ze ontmoet mensen voor wie 1994 een voorspoedig verloop kende. Het was voor hen een jaar vol geluk of een jaar dat rampzalig begon maar toch nog mooi eindigt. foto de stem/johan van gurp lucht en de smaak van kaneel stokken moet de bezoeker er zelf bij fantaseren. Hij is momenteel bezig met de 'U-boot', een draaiende schijf met daarop on derzeeboten. Het hart van de schijf draait in de tegengestelde richting waardoor de suggestie ontstaat dat je eens zo hard ronddraait. „Het grootste probleem bij de miniatuurbouw vormen de mo tortjes die je nodig hebt. Dat zijn er meestal van mecano of van een oude pick-up maar die zijn eigenlijk te zwak. Grotere ma ken meteen een hoop herrie en dat mag ook weer niet". „Mijn ultieme wens is om nog eens een échte draaimolen te kopen. Er worden regelmatig op knappers aangeboden voor zo'n 25 mille maar ik heb er nog geen tijd voor. Over twee jaar ga ik in de VUT en ik hoop dat het er dan een keer van komt." De openingstijden van de minia tuurkermis in museum Oud-Oos- terhout zijn van 11.00 tot 17.00 uur. In negen reportages passeert 1994 de revue. Zo zien we het echtpaar Boerma, beiden in de zeventig, pas getrouwd. Bij de groente-afdeling van de super markt 'vonden' ze elkaar. Ab Damstra, bedrijfsleider op een camping, brak in maart zijn nek'. Hij vloog met zijn auto uit de bocht. De 28-jarige Damstra is weer aan het werk; hij zaagt bomen op de camping. Opmerkelijk is ook het relaas van Rob Melker uit Gouda, die nooit goed afscheid heeft kun nen nemen van zijn vader toen deze overleed. Hij kwam in het reine met zichzelf door met een groep vrienden de hele Chinese muur, duizend kilometer lang, af te lopen. Dit jaar stampte (toen nog) Avro-coryfee Gerrit den Braber een koor van Nederlanders met een ruilhart uit 'de grond. Het begon als een geintje bij het afscheid van zijn collega Chris van Hoorn. Het koortje werd een fanatieke bezigheid. Viola Holt praat met de amateurzangers, die natuurlijk ook enkele liedjes ten gehore brengén: zoals I lost my heart in San Francisco en Du bist mein ganzes Herz. (RTL4, 20.30 uur) De klanten wilde geen vlees meer van de walvis. Walvisjacht De eerste plannen voor de walvisjacht dateerden van de hongerwinter. Een aantal Amsterdamse reders overwoog opnieuw olie te gaan winnen uit wal- visspek, een toen al lang in onbruik geraakte methode. Vlak na de oorlog vinden mensen dat een briljant idee. In een uur slachtten de jagers er drie. Dat is zestig walvissen op een dag. Eén walvis leverde vijf ton vet op. Achtdui zend liter bloed. „Het bloed liep de spuigaten uit. De Willem Barentsz had een heel rood spoor achter zich', herin nert een vaarder zich. Nederland zocht naar een symbool dat het weer zelfstandig verder kan. Dat symbool is de eerste tocht van de Willem Barentsz. Het kabinet stak geen geld in de walvisvaart, maar stelde zich wel garant voor eventuele verliezen. Die waren er niet. Albert Heijn, die als kruidenier geen vlees mocht verkopen, verwerkte het walvis vlees in blik en plaatste het in de schappen. Het was een van de eerste levensmiddelen die niet onder de dis tributie vielen. De Willem Barentsz heeft tot 1964 gevaren. Toen loonde de exploitatie niet meer. Soja-olie was niet alleen gezonder, maar ook goedkoper te krij gen in de Derde Wereld. Bovendien komt de Internationale Walvisvaart Commissie met de eerste beperkende regels die later een totaalverbod op de walvisjacht uitmonden. Harry Sandig: 'Mijn inspiratiebronnen drogen uit' ormatie 076-236911 Hilversum (anp) - Eerst at Neder land bloembollen, daarna walvis vlees. Het broodje walvis gold in de eerste jaren na de Tweede We reldoorlog als een smakelijke hap. De jonge kruidenier Albert Heijn had het zelfs voor rosbief aange zien. Dat blijkt uit de eerste aflevering van Na de Oorlog, een serie documentaires over de periode 1946-1969. De reeks bestaat uit twintig afleveringen met elk een eigen thema en opent met 'Van schaarste tot overvloed'. De uitzendingen zijn wekelijks te zien op dinsdagavond om 20.25 uur op ederland 3. De eerste uitzending is 3 januari, de laatste op 16 mei. Thema's zijn bijvoorbeeld landbouw, de verzor gingsstaat, vakantie, seks, orde en ge zag, sport en communisme. Binnen elk nema lichten de programmamakers oen gebeurtenis speciaal toe. Dat zijn eine lotgevallen, die een omwente- lng brachten of inluidden en daarom een bijzonder licht werpen op de na oorlogse verhoudingen. Weggezakt De Nederlandse Programma Stichting zette zes onderzoekers en acht regis seurs aan het werk. Het project, dat pas begin 1994 is gestart, staat onder eindredactie van Ton van Brussel. °o!n.15 voor de beperking van de eerste 25 jaar na de oorlog. Die periode is weggezakt in de herinnering." Ei) de NPS spreken de mensen van een bijna militaire operatie. De vertellende stem is van Hanneke Groenteman. Van een presentator is afgezien. De opzet verschilt sterk van de serie De Bezetting, die een bijdrage leverde aan de geschiedschrijving van de- oorlogs jaren. Na de Oorlog is een niet-offi- ciële beschrijving van de geschiedenis. Elke aflevering staat op zich. De serie wil inzicht te geven in de kleinere gebeurtenissen die bepalend zijn voor de sfeer van de na-oorlogse jaren en die tot op de dag van vandaag door werken. interviews met mensen die er bij waren wisselen af met archiefmate riaal. Veel is gebruikgemaakt van re clame- en bedrijfsfilms. Ook putten de programmamakers uit privé-collecties. Margarine Het programma koppelt het thema schaarste aan de hervatting van de walvisvaart in 1946. Walvisvaarders, ondernemers en huisvrouwen vertellen hoe Nederland het wat beter kreeg. Het ging eigenlijk om de walvistraan. Dat was nodig bij de fabricage van olie, margarine en zeep. Van alles was te kort. „Ik heb altijd een hele voor raad zeep", zegt een vrouw. „Zeep is voor mij een vorm van welvaart." De eerste tocht van de Willem Ba rentsz naar de Zuidpool was dagen voor-paginanieuws. Het bioscoopjour naal, dat een filmploeg meestuurt, doet bij de behouden terugkeer verslag van het succes. De vangst is goed voor tienduizenden pakjes margarine, 120.000 kilo walvislever, long, hart en kermis kon nog geplaatst wor den Draaiende tonnen, Nougat- kraam en Somnambule. Om het 'wereldberoemde fenomeen' van de 'siameesche tweeling Chang en Eng' te kunnen aanschouwen betaalde een volwassene voor de eerste rang 49 cents en kinderen 25 cents. De schouwburg van Tilburg pre senteerde tijdens de kermis in 1938 de Sleeswijk-revue van Snip en Snap. De entree bedroeg twee gulden. Harry Sandig (57) uit Dongen bewaart alles wat met kermissen te maken heeft en bouwt in zijn schuur minutieus de oude attracties na. Een loopbaan in botsauto's en draaimolens was voor Harry Sandig niet weggelegd. Hij kreeg, met een vader als bakker, niet eens de kans om na te denken over wat hij later moest worden. „Maar de herinnering aan dat lege marktplein dat dan in een keer volstond met de prachtigste dingen en de bedrij vigheid die daar dan heerste zijn nooit van mijn netvlies verdwe nen", zegt hij. Dus werden het de miniaturen van oude draaimolens en stijle- wanden waarmee hij ongeveer zes keer per jaar een expositie inricht. „Meer kan niet in ver band met mijn werk, maar als ik wil kan ik zeker elke twee weken wel ergens terecht. Ik kies echter altijd voor plaatsen waar ik meerdere dagen achter elkaar kan blijven staan, ook vanwege de kwetsbaarheid van de minia turen." Sandig begon al in 1947 met het nabouwen van circussen. „Des tijds hoorden het circus en de kermis gewoon bij elkaar. Waar het een was, was ook het ander. Later kwamen daar ook nog de danstenten bij. Naast het circus begon ik met het bouwen van de wagens die daar altijd bij hoor den. Mijn eerste wagens bouwde ik van houten rozijnenkistjes uit de bakkerij. Later ben ik overge schakeld op de bouw van kermi sattracties. En zo goedkoop mo gelijk natuurlijk. De 'hooggaatie' (het reuzenrad - red.) moest na tuurlijk bakjes hebben en daar voor hebben we enkele weken leverpastei gegeten want die blikjes konden zo hun nieuwe bestemming krijgen." Sandig bouwt alles secuur na en gaat op de echte kermissen kij ken hoe een en ander in zijn werk gaat. Ook foto's en prent briefkaarten gebruikt hij. „Ik kan echter altijd nog nieuw foto materiaal gebruiken want ik maak ongeveer één attractie per jaar en mijn inspiratie-bronnen drogen langzaam uit. Het moe ten dan wel attracties zijn uit de periode 1945-1950." In Sandigs atelier draalt alles en uit iedere attractie komt de muziek die daarbij hoort. In de miniaturen is kerstboom verlichting verwerkt. Oliebollen vlees. „Dertien miljoenen gulden be spaard aan deviezen", meldde het journaal trots. Het broodje walvis smaakte aanvanke lijk best. Het was een goedkoop ver vangingsmiddel voor het schaarse rund- en varkensvlees. Het vrouwen blad Libelle leverde een recept van walvisgoulash. Na een jaar deden geur en smaak te veel denken aan schaarste. Door Emile van Rooij Oosterhout - Voor mensen die nu eens niet misselijk wil len worden van het draaien in de mallemolen en toch naar de kermis willen is er van 27 tot en met 29 decem ber in museum Oud-Ooster hout aan de Bredaseweg een miniatuurkermis te bewonde ren die bestaat uit een twaalftal attracties van rond 1950 en een stoomcarrousel. Het fenomeen kermis is al zeer oud, de keuze om de modellen in een historisch museum te laten zien is dus toepasselijk en smaakvol. De eerste tocht van de walvisvaarder Willem Barentsz naar de Zuidpool was vlak na de oorlog dagenlang voorpaginanieuws. foto de stem Kermisfanaat en modelbouwer Harry Sandig uit Dongen berrzit een oud tijdschrift, waarin een advertentie met de kop 'Amster dam Herleeft'. Leest hier over het Luna-Park. Het zal pracht zijn. Aeroplaan, Renpaarden- bon veauté, Vischvermaak en Hoofden van Jut. Op diezelfde

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 19