a De keerzijde van China's welvaart Boeiende tentoonstelling in Brussel over Tweede Wereldoorlog Jonkheer Reuchlin grossiert in tin, wijn, platen, boeken en ideeën Kalenderperikelen Jubileum- Voordeelkrant aat BUITENLAND ir Verkeersborden roesten weg onder de handen van de schilders Toilet 1 DECEMBER 1994 /6 1.00 .00 70,50 46,20 6,20 1,50 36,20 69,50 52,20 37,80 19,50 29,10 4,50 36,60 57,60 33.90 31,50 30,80 7,80 12,00 25,00 51,70 5,10 41,80 47,50 61,50 Toshiba Corp. Union Carbide Union Pacific Unisys USX Marathon S US West Westinghouse Woolworth Xerox Corp. Wall Street allied signal amer.brands amer.tei.tei amoco corp asarco inc. bethl. steel boeing co can pacific chevron chiquita Chrysler Citicorp cons edison digit equipm dupont nemours eastman kodak exxon corp ford motor gen electric gen. motors goodyear hewlett-pack. int. bus.mach int. tel tel. klm airlines mcdonnell merck co. mobil oil omega financ. philips royal dutch sears roebuck sfe-south.pac texaco inc. travelers united techn. westinghouse whitman corp woolworth 705,00 30,50 30j 47,30 47j 8,90 8j 16,80 16; 36,20 36; 12.20 12; 14,00 14; 97,00 97; 19/12 20/12 34 33ft 35ft 36'/. 51'/. 50ft 61ft 61ft 27ft 28 18 18 47ft 48ft 15 14 44ft 44ft 13ft 13ft 46 46ft 43 43ft 25ft 26 34ft 34 55ft 54 46 45ft 61ft 61ft 26'/. 26ft 50 49ft 38 38 33ft 32 95ft 97ft 71ft 70ft 81ft 82ft 25ft 24ft 141 142ft 38'/. 38ft 84ft 84ft 25 24ft 29ft 29ft 106 106ft 44ft 44 17ft 17ft 61ft 61ft 32ft 32ft 61ft 61'/. 12ft 12 16ft 16ft 14ft 14ft vk vonge koers sk slotkoers gisteren a laten d ex cfaim gedaan/bieden ex dividend f gedaan/laten g bieden en ex dividend h laten en dividend k gedaan en laten ex dividend I gedaan en bieden ex dividend 55,00 293 3,50 3,70 57,50 288 1,50 1,70 62,50 290 0,60 0,60 55,00 100 0,10 0,10 57,50 130 0,20 0,40 110,00 123 6,20 6,40 a 90.00 102 24,50 24,80 47,50 103 5,70 5,50 50,00 206 3,40 3,20 52,50 118 1,50 1,50 175,00 158 2,20 2,05 140,00" 101 6,60 6,50 135,00 106 3,10 3,00 410,00 519 7,80 7,30 a 4)5,00 249 5,10 4,50 420,00 337 3,10 2,90 a 390,00 1070 0,60 0,60 395.00 160 1,00 0,80 400,00 407 1,70 a 1,50 405,00 1037 2,50 2,50 410,00 835 4,30 4,00 4)5,00 118 6.50 6,30 12,50 177 1.10 1,00 12,50 115 1,50 1,50 70,00 104 5,70 6,70 75,00 178 2,80 3,30 80,00 174 1,00 1,20 85,00 221 0,30 0,40 90,00 138 0,30 a 0,10 75,00 267 6,20 6,40 45,00 229 1,20 1,30 40,00 117 10,10 10,40 50,00 131 2,30 a 2,00 95,00 402 1,90 1,90 200,00 103 0,30 0.40 200,00 103 3,20 3,00 190,00 1011 8,50 8,70 190,00 155 3,50 3,80 195,00 222 7,00 6,80 190,00 1014 8,80 8,60 160,00 118 4,00 4,00 52,50 341 1,50 1,30 55,00 136 0,50 0,50 55,00 158 2,10 2,20 30,00 105 23,50 23,60 52,50 620 1,80 1,80 210,00 166 0,60 0,50 160,00 101 50,00 49.00 a 200,00 129 3,20 3,60 190,00 300 2,00 2,30 3'ng, affiti- iwen 3n en lijvend z.g.s.t. 2500,- De nieuwe Vervat is uit. 32 Pag. met alles over caravans, vouwwa gens, occasions, caravan- voortenten-luifels, kam- peertenten, rugzakken. Honderden aanbiedingen uit de kampeersupermarkt voordeelcheques enz. enz. Haal 'm af of vraag 'm aan. Vervat, Stadionweg 31, R'dam tel. 010-4321455/ fax 010-4793164. InenomdetuijU Grote bonte AGAVE vb- plant, 50,-. Tel. 01651- 43194. ,nc U TELEVISIE te koop zw./w groot beeld, prime s'a WOENSDAG 21 DECEMBER 1994 '83 i.g.s.t ita- uldens tent, ststof vans, luwe BERG ƒ40,-, 01172-3110. ENGELS-T urks-Engelse woordenboeken '-9-5 50,-, 01640-66134. T.K. zwart/wit Doka n» vergrotingsapp. bak,K enz 50.-. 01620-22765. HALF-VRIJSTAAND W® Wagenstraat 2 Wagenberg- Vrpr. 145.000 k-K' Tel.01693-4692. Uit de hand te koop 2 gerestaureerde Mono mentenpanden, Stadh 2-3-4 Dordrecht. Ges? voor wonen/winkel/kantoor of comb. Te bezichtigen zaterdag van 11-00-15.W uur. Tel: 01626-86136. Poor onze correspondent Bert Schampers Brussel - Foto's en vitrine kastje alleen volstaan niet meer om publiek te lokken naar een tentoonstelling over de Tweede Wereldoorlog. Het moet grootser en het moet vooral echt lijken. Zo'n expositie is 'Ik was twintig in '45', die momenteel in Brussel te zien is. Op een oppervlakte van 6600 vierkante meter in het Konink lijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis in het Brus selse Jubelpark, moet de bezoe ker een traject van 2,2 kilometer afleggen. Hij ziet op zijn twee uur durende wandeling 3000 voorwerpen, video's, hoort au thentieke geluiden en loopt door vijftien driedimensionele decors. 'Ik was twintig in '45' is opgezet volgens het beproefde recept van mega-exposities rond de stripte kenaar Hergé en het werk van Georges Simenon, die eerder in Welkenraedt en Luik te zien wa ren. Het nieuwe project rond de Tweede Wereldoorlog is evenwel nog ambitieuzer en werd samen gesteld onder toezicht van een ethisch en wetenschappelijk co mité. De tentoonstelling begint op 28 juni in 1914, als in Sarajevo aartshertog Franz Ferdinand van Oostenrijk wordt vermoord. Het incident wordt gezien als het startsein van de Eerste Wereld oorlog. In een vitrine is het uniform van Franz Ferdinand opgehangen met in een hoek het moordwa pen, zoals dat door de Belgische wapenfabrikant FN is nage maakt. De bezoeker stapt ver volgens in een tot in de puntjes gereconstrueerde loopgraaf uit de Eerste Wereldoorlog. Zelfs de geur van de Westvlaamse IJzer- vlakte hangt er. De overgang naar de jaren '20 en '30 - de periode tussen de twee wereldoorlogen - wordt uitge legd met kranten en foto's. Er weerklinken liedjes van Marlène Dietrich, maar haar zwoele chansons maken plaats voor on rust op de beurzen, de economi sche crisis en de opkomst van Adolf Hitler in Duitsland. De reconstructie van een joods cabaret in het Berlijn van de jaren dertig moet duidelijk ma ken wie het eerste slachtoffer werd van het oprukkende nazis me. De muren zijn beklad met anti-semitische leuzen. Op de ta feltjes staan half gevulde glazen bier. Er zijn sporen van geweld. Er is een Belgisch schooltje uit 1940 nagebouwd en een Londen- se metro, compleet met treinstel. De metropijpen deden dienst als schuilkelder tijdens de Duitse bombardementen op Londen. Er is ook een bunker van de Atlantik-wal gereconstrueerd. Door een ventilator wordt koude zeelucht naar binnen geblazen. En er is de Berlijnse bunker, waarin Hitier zijn laatste dagen sleet. Hier liggen zijn politieke testament en agenda. Het grootste decor is een hele straat in Edingen, een dorp op de taalgrens in België. De straat 'vertelt' eigenlijk de ontwikke lingen van het begin tot het einde van de oorlog. 'Ik was twintig in '45' wil meer zijn dan alleen een historisch pretpark. Daartoe zijn tal van authentieke stukken, attributen en documenten geleend van be kende en minder bekende musea uit de hele wereld. Er zijn per soonlijke bezittingen van Hitier, Churchill, Eisenhower en andere politieke en militaire kopstuk ken. Er is ook het Verdrag van Versailles dat aan de basis ligt van de Duitse weerwraak. De expositie toont de verslagen van de Wannseeconferentie waar het besluit over de uitroeiing van de joden werd genomen. De bezoe ker loopt langs de muren van een concentratiekamp met geheime tekeningen van joodse gevange nen. Er zijn ook nog uniformen van Rommel en Montgommery te zien en nog veel meer van dit alles. De expositie in Brussel vergt een behoorlijke inspanning van de bezoeker. De foto's en decors vertellen een stuk geschiedenis, dat nooit vergeten mag worden. De vorm is anders dit keer, maar daarom niet minder boeiend. 'Ik was twintig in '45', Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, Jubelpark Brussel, nog te zien tot 14 mei 1995, dagelijks van 10 tot 19 uur, gesloten op maandag. Door onze correspondent Jan van der Made Beijing - Acht uur 's ochtends. Een zwarte grauwsluier, veroorzaakt door miljoenen schoorsteenpijpjes van gebogen plaatijzer ontneemt de zon haar ochtendlicht. Xie Yuan, een bebrilde veertiger, stapt op de fiets om naar zijn werk te gaan, een marteltocht die hem 45 minuten kost. Hij heeft een katoenen lapje voor zijn mond bevestigd als filter tegen de koolstofdampen. „In de winter is de vervuiling het ergst", aldus Xie. Op straat, in de dagelijks weer kerende strijd met de files, wordt de kolendamp nog eens vermengd met de uitlaatgassen van honderdduizenden taxi's, driewiel-brommers, zware vrachtwagens en de enorme ge lede bussen die zich in een blau we walm hullen na iedere meter die ze optrekken. „Over vijf jaar ziet Beijing er uit als Bangkok," schrijft een com mentator in de Hongkongse South China Morning Post. Daar is de luchtvervuiling zo ernstig dat tijdens het spitsuur de over kant van de straat niet te zien is. Als Xie eindelijk op zijn werk arriveert is hij bedekt met een laagje fijn, zwart stof, en on danks zijn mondlapje is het noodzakelijk zijn keel rochelend te legen in een emaillen kwispe door die naast zijn bureau op de grond staat. Permanente rookwolk Milieu-verontreiniging vormt de onvermijdelijke keerzijde van China's economische hervormin gen. Drie van de zeven meest vervuilde steden ter wereld, Be ijing, Shenyang en Shanghai, liggen in China. De staalstad Benxi in de provin cie Liaoning is, getuige Ameri kaanse satellietfoto's, twaalf maanden per jaar gehuld in een permanente rookwolk. Zure re gen in de stad Chongqing in Centraal China is letterlijk zwart en zorgt ervoor dat meta len verkeersborden zo snel ver roesten dat ze ieder half jaar een nieuwe verfbeurt nodig hebben. Van het water in de steden is 86 proeent ondrinkbaar en miljoe nen koelkasten (op dit moment 31 miljoen, binnen twintig jaar meer dan tien keer zoveel) met cfk's vormen een direkte bedrei ging voor de ozonlaag. China's pijlsnelle industriële groei (afgelopen jaar 17 procent) stemt niet optimistisch. Op dit moment dumpen fabrieken van de havenstad Shanghai alleen al dagelijks vijf miljoen ton afval en de stad staat nog maar aan het begin van de verwezenlijking van plannen om Azië's grootste industriële en financiële centrum van de 21e eeuw te worden. Negatieve gevolgen De auto-industrie probeert een betaalbare gezinswagen op de markt te brengen en China's acht grote autofabrieken hopen in 1995 samen een miljoen per sonenauto's te produceren. „Je kunt wel zeggen dat ze moe ten leren van de negatieve gevol gen voor het milieu in het Wes ten," aldus Robert Williams, woordvoerder van de United Na tions Industrial Development Organisation (UNIDO) in Beij ing. „Maar iets als het hebben van een auto wordt gezien als het summum van materiële wel vaart. Ze zien dat gezinnen in het Westen allemaal een of twee auto's hebben, dus denken ze, waarom wij niet?" Maatregelen om milieu-veront reiniging tegen te gaan bestaan, op papier althans, wel degelijk. China was het eerste Derde-We reldland dat, in april dit jaar, met een uitgewerkt voorstel voor, haar eigen 'Agenda '21' kwam, een voortvloeisel van de wereld milieutop die in Rio de Janeiro werd gehouden. Het Chinese mi lieu-witboek omvat 63 projecten die moeten zorgen voor een schoner milieu. --- Een door paarden getrokken kar rijdt voor een cementfabriek. Niet alleen de industrie veroorzaakt ernstige milieu-verontreiniging in China, maar ook de huishoudens zijn grote vervuilers. Met name in de wintermaanden neemt de luchtvervuiling toe doordat er veel kolen gestookt worden om de huizen te verwarmen, foto epa Schone energie In 1992 tekende Beijing ook het Protocol van Montreal tegen 'substanties die de ozonlaag uit putten', met name cfk's in koel kasten en freongas. Discussies hierover duurden twee jaar waarbij Chinese afgevaardigden zich op het standpunt stelden dat 'het niet eerlijk was om Chi nese burgers koelkasten te ont zeggen omdat het China aan de technologie ontbreekt om een vervanging te vinden voor de cfk's. - j In plaats daarvan zouden de geïndustrialiseerde landen met de benodigde technologie en fi nanciële bronnen moeten opdra ven om voor substituten te zor gen. Uiteindelijk werd overeen gekomen dat er een fonds van 581 miljoen dollars zou komen om ontwikkelingslanden te hel pen bij het maken van de tech nologische overstap. Unido helpt met een tiental pro jecten; zo werd er afgelopen maand een begin gemaakt met de bouw van een 150 megawatt energiecentrale die als 'demon stratiemodel' moet dienen en waarin 'schone' kool zal worden gebrand. Technologie hiervoor zal worden onderwezen aan een onderzoeksinstituut van de Zuid-Oost universiteit in Nanj ing. Druppel Maar hulp en internationale fondsen lijken een druppel op een gloeiende plaat. Volgens China's Bureau voor Milieudefensieeen staatsorgaan, is maar liefst 420 miljard gulden nodig om het land een goede schoonmaakbeurt te geven. En behalve de milieu-verontreini ging die de toenemende indus- trialisatiegolf met zich mee brengt kampt het land ook nog eens met een rampzalige ontbos sing en oprukkende woestijnen. Xie Zhenhua, directeur van Chi na's Milieudefensie Bureau, om schrijft China's milieu-proble men dan ook als 'alarmerend'. Ondanks een 'groene' politiek die herbebossingsprojecten in het leven riep, gaat de algehele kwaliteit van de omgeving om laag. „Twintig milieu-wetten in vijf tien jaar hebben niet kunnen verhinderen dat fabrieken door gaan met het lozen van afval. „Beboeten helpt niet veel. De meeste fabrieken zijn staatsbe drijven. Worden die beboet door de staat, dan beboet de staat zichzelf. Het kan ze niets sche len." Groepen als Greenpeace maken geen kans in China. „De Chinese regering houdt niet van onaf hankelijke organisaties die actie gaan voeren en de regering voor schut kunnen zetten," aldus een Westerse diplomaat in Beijing. Toch bestaat er een: een groepje intellectuelen dat zich heeft ver zameld onder de naam 'Vriend van de Natuur'. Directeur is Liang Congjie, die enige faam geniet omdat hij de kleinzoon is van de befaamde 19e-eeuwse hervormer Liang Qi- chao. In april van dit jaar kreeg hij officiële toestemming om China's eerste onafhankelijke milieu-groep op te richten. Het doel van het groepje (op dit moment zijn er zo'n zestig leden) is om het publiek bewuster te maken van de milieu-problema tiek. Onwetendheid Maar omdat het geen staatsorga nisatie is ontvangt Liang geen subsidies en beperken de activi teiten zich tot twee of drie ge spreksbijeenkomsten per jaar. „Chinezen zijn zich nauwelijks bewust van de ernst van de mi lieu-vervuiling. Ze hebben niet door dat ze er zelf aan bijdragen. En wanneer ze het slachtoffer worden van ernstige vervuiling weten ze niet wat ze eraan moe ten doen." Het bewijs voor die onwetend heid wordt geleverd door vier viskwekers in het district Shuid- uihu in Oost-Beijing. Ze hebben een huisje opgetrokken van bordkarton en lappen stof op een miniatuureilandje temidden van hun viskwekerij. Maar de vijver vormt het middelpunt van een van Beijing's ontelbare vuilnis belten en staat in open verbin ding met een rivier waar een belendende chemische fabriek haar afval in laat klokken. „Er zitten veel vissen hier. Natuur lijk kun je ze eten," merken ze vrolijk op. „Er is vraag naar, dus waar zouden we ons druk om maken?" Door Tom Smeets Sinds een jaartje doet hij in tin. De Tielse tinindustrie Rio is de uitvalsbasis van waaruit de meest uiteenlopende en meestal ook wonderlijke ideeën worden gelanceerd. Wijn speelt daarbij meestal een rol. Hij noemt zichzelf niet voor niets een vinocolist. Zo'n sjieke term hoort bij een sjieke heer. Want dat is jonkheer mr. J. G. Reuchlin, George voor zijn vrienden. We ontmoeten elkaar in Gent, waar hij op een grote horeca- beurs niet alleen Tielse tin, maar ook topwijnen uit Franken aan de man probeert te brengen. Hoe komt een Rotterdamse jonk heer in Tiel terecht? Voor mr. George Reuchlin is die stap hele maal niet zo wonderlijk. „Ik had een bureau voor interim mana gement. Zeg maar fysiothera peut of begrafenisondernemer voor het bedrijfsleven. Enkele vrienden wilden leuke projecten kopen. Zij zorgden voor het geld, ik zou het management voeren. Tijdens hun zoektocht liepen ze tegen de Tielse tinindustrie Rio op." Rio is volgens hem 'een leuk klein bedrijf met een leuke po tentie'. De onderhandelingen tot overname duurden een jaar. „Dat is te lang. Zo'n onderhan deling is net als kauwgum. Het smaakt eerst lekker, maar als je het te lang in de mond houdt, dan gaat de smaak eraf en wor den de spieren vermoeid. Dan spuug je het uit. Dat is met een overname-onderhandeling ook. Als dat niet binnen drie maan den rond is, wordt het niks." Door alle gesprekken had hij een persoonlijke band opgebouwd met de eigenaren. Toen de on derhandelingen werden afgebro ken, vroegen ze hem dan ook of hij zelf geen zin had in een directiefunctie. „Ik vond het zo'n leuke uitda ging. Het sluit ook aan op mijn karakter: creatief, maar ook ge structureerd organisatorisch. Ik heb 'ja' gezegd en sinds 1 januari 1994 zit ik in het tin." Hij heeft nooit eerder iets met tin te maken gehad. „Absoluut niet. Het is een materiaal dat ik alleen van naam kende. Ik had me nooit gerealiseerd dat er zo veel potentie in zit. Ik probeer tin uit de sfeer van het siervoor werp te halen en er een ge bruiksvoorwerp van te maken. Zoals wijnkoelers, omdat tin een prima isolerend materiaal is." Tiel was ooit een echte tinstad. Jonkheer Reuchlin: „Het was in de Middeleeuwen al de haven stad waar het tin uit Engeland overgeladen werd naar het Duit se achterland. In zo'n overslag plaats vestigt zich automatisch een stukje industrie. Tiel was dè tinstad van Nederland, maar al die bedrijven zijn of gestopt of ter ziele gegaan. Tingieten is in Nederland geen rendabele bezig heid meer." Rio is de laatste tinfabriek van Nederland en is alleen rendabel Jonkheer Reuchlin FOTO ARCHIEF DE STEM in combinatie met het toeris tische aspect. „We trekken per jaar zo'n 88.000 bezoekers. Het dure loon van Nederland wordt gecompenseerd door de dollars van de Amerikaanse toeristen die komen kijken hoe men het vroeger deed. Dat betekent ook dat we een lage graad van auto matisering hebben. Als men bij ons komt, wil men het ambacht zien." De jonkheer legt het accent steeds meer op de relatie- en promotiegeschenken. „Tin heeft een blijvende waarde. Krijg je iets van tin, dan bewaar je dat. Dat gooi je niet weg. Een fles wijn wordt opgedronken en be landt in de vuilnisbak. Dan is de attentiewaarde weg. Niet bij tin waarop de gulle gever z'n naam of logo zet. Dat blijft ergens staan en behoudt z'n attentie- waarde." George Reuchlin houdt zich ech ter niet alleen met tin bezig. Hij heeft ook hobby's. 'Te veel' zelfs, menen sommigen. „Ik ben een keer getest toen ik directeur van Ahoy was. De psycholoog zei 'wat u doet kan niet in 24 uur'. Waarop ik zei: 'Als je echt wil kan er toch een heleboel'." Zijn belangrijkste hobby is wijn. „Maar ik ben geen wijnkenner, ik ben wijngenieter. Ik zeg ook altijd: ik ben geen alcoholist, ik ben vinocolist. Dat vind ik wat sjieker." De hobby wijn blijkt heel goed hand in hand te gaan met de commercie tin. „Als ik onderne mers zeg kom eens naar mijn tinfabriek kijken, dan krijg je niet veel respons. Maar wel als ik een wijnproeverij organiseer onder het motto 'tin en wijn'." Hij drinkt niet alleen wijn, hij handelt er ook in. Reuchlin is gespecialiseerd in wijn uit het Duitse Franken. De belangstelling voor Franken heeft een verrassende oorzaak. „Op de middelbare school waren talen niet mijn sterke punt. Ik had voor Engels een 3, voor Frans een 2 en voor Duits een 2*4. Mijn ouders hadden het ge voel dat ik daarmee niet mijn eindexamen zou halen. Ze beslo ten me tijdens de grote vakantie steeds naar de binnenlanden van deze taalgebieden te sturen." Toen Duitsland aan de beurt was, was hij vijftien. „Ik werd door mijn ouders naar Fr'öhs- tockheim verbannen, zo voelde ik dat toen. Het ligt niet ver van Würtzburg. Ik ben terecht geko men op een mooi kasteel. Ik was nog nauwelijks binnen of ik werd smoorverliefd op de doch ter van de baron. Ik maakte bovendien kennis met de wijn." Met de dochter is het nooit wat geworden, met de wijn des te meer. „Frankenwijn is een klein gebied, maar is van hoge klasse. Er wordt nauwelijks geëxpor teerd, omdat de Duitse gastrono mie vrijwel alles zelf opdrinkt." In Nederland is de Frankenwijn alleen bij de echte kenners be kend. Reuchlin: „De Duitse wijnbouw heeft de Nederlandse markt helemaal verpest door naar kwantiteit te zoeken. An ders dan de Fransen die de kwa liteit hebben gepromoot. Ze zijn weggezakt als een super marktwijn. De image dat ook Duitsland hele goeie wijnen kan maken is verloren gegaan." Een leven zonder wijn kan hij zich nauwelijks voorstellen. Maar hij heeft desondanks ook nog andere hobby's. Hij schrijft veel, zoals een misdaadroman over het Moerdijk milieu-schan daal. Hij is bezig met een tweede boek, een sleutelroman over de ondergang van een Rotterdamse redersfamilie. Een andere hobby van de jonk heer is het uitbrengen van gram mofoonplaten met Nederlandse militaire marsmuziek. „Niet om dat ik zo'n militair was, maar juist omdat ik het niet was. Ik heb twee jaar mijn dienstplicht bij de cavalerie volbracht. Als student met een bierbuik zag ik daar als een huis tegenop. Uit eindelijk heb ik twee fantas tische jaren gehad. Ook al omdat ik het boeiend vond om twee jaar lang iets te doen wat ik absoluut niet wilde." Na zijn diensttijd vond hij het leuk de muziek te hebben waar mee hij al die tijd geconfron teerd was. Maar in de platen zaak vond hij alleen 'Alte Kame raden', niets Nederlands. Philips was niet geïnteresseerd. 'Er zijn maar twee idioten die zo'n piaat zouden kopen', zei een woordvoerster. Waarop de jonk heer antwoordde: „Mevrouw, dan feliciteer ik u, want dan hebt u voor het eerst van uw leven de helft van de markt aan de telefoon." Op eigen kosten heeft hij toch doorgezet. Er werden uiteinde lijk 10.000 lp's verkocht. De se rie, die inmiddels zestien platen telt, zou hij graag nog uitbreiden met muziek van schutterijen plus operettemuziek die een mi litaire binding heeft. Jonkheer Reuchlin bij het af scheid: „Het belangrijkste voor mij is het creatief zijn. Ik vind het heerlijk om dingen te creë ren. Ik ben niet zozeer carrière- gericht danwel projectgericht. Als ik iets moois kan maken dan moet ik mezelf vaak afremmnen om het niet te mooi te maken, anders is het niet meer commer cieel. Dat is een zwakte van me." Weet u waar ik op mijn eeuwige zoektocht naar het wezen van de Amerikaan se ziel soms ineens het ver moeden krijg dat ik warm ben? Op een Amerikaans toi let. Amerikaanse toiletten vooral openbare maar ook wel particuliere zijn meest al nogal onthutsende voorzie ningen, waarin zich, dunkt me, iets van de essentie van dit volk moet weerspiegelen. De wc's in private Ameri kaanse woningen zijn dikwijls geen aparte hokjes, doch uit sluitend gesitueerd in de di verse badkamers die elk huis rijk is. Zo is het ook gekomen dat de wc in Amerika niet 'the toilet' of zoiets heet, maar 'the bathroom'. Als je hier bij vrienden of kennissen naar het toilet gaat, ben je dus pardoes doorge drongen tot de vertrouwelijk heid van hun badkamer. Dan zit ik ga even uit van de zitvariant je met zicht op tanden- en haarborstels, me dicijnen of nog intiemere at tributen van het plaatselijke huwelijksleven te wachten op de dingen die komen gaan. Dat is een lichtelijk bedrem- melende confrontatie, waar ik dan ook nooit helemaal aan gewend ben geraakt. Maar het is als ervaring niets verge leken met de sensatie van een bezoek in Amerika aan een openbaar gemak, in een res taurant, kantoorgebouw of stadion of zo. Als lid van het mannelijk ge slacht kan ik alleen met auto riteit over de Heren spreken, maar ik heb gehoord dat de situatie bij de Dames voor een deel dezelfde is. Niet na tuurlijk voor wat betreft het bij de tegenpartij onbestaande deel urinoir, een faciliteit die in haar Amerikaanse versie doorgaans een door mij toch nogal gewaardeerd facet ont beert: tussenschotjes. Dat gebrek aan scheidswand jes brengt 'n schuchter Euro pees mens telkens wel heel erg dicht bij de anonieme Amerikaanse medeman. En dat is temeer daar een hele ondervinding waar Ameri kaanse toiletten in massale behoeften moeten voorzien en derhalve reusachtige ruim ten zijn, zoals in de benzine stations langs de highways. Daar staan wij soms met wel veertig heren op 'n rij. Met dus onbelemmerde uitkijk naar weerszijden! Niet dat ik er speciale belangstelling voor heb, maar het oog is soms eigenzinnig en overziet dan dat bizarre Amerikaanse landschap, dat in zekere zin niet minder adembenemend is dan pakweg Death Valley. Op andere momenten geeft Sieg- mund Freud me de illusie dat ik daar toch, zoals het hoort, in m'n eentje sta en dat de ooghoeken slechts in zo'n re- peteerspiegel kijken waarin je jezelf tot in het oneindige her haald ziet. Een even buitengewone bele venis in een Amerikaans openbaar privaat is de afleve ring van de grote boodschap. Daartoe begeeft men zich in een van de, vaak eveneens in lange rijen aangebrachte, ca bines. Cabine is niet het goe- Door Mare de Koninck de woord, want dat veronder-" stelt een besloten ruimte en er is weinig beslotens aan de Amerikaanse latrine. Het is meer een los verband van schotjes die eigenlijk te smal en te kort zijn om op elkaar en op de vloer en het plafond aan te sluiten. Het zijn kortom net zoveel, om in de sfeer te blijven, spleten en reten dan dat het bescher mende panelen zijn. Het gaat vermoedelijk om een opzette lijk design, dat controle van het zeer zichtbaar geoccu peerde interieur door zeden- bewakers mogelijk maakt. Over de akoestische aspecten van de transparante wc-archi- tectuur wil ik niet eens uitwei den. Laat ik het erop houden dat ieder kan genieten van een assortiment intieme gelui den dat misschien nog het raakst kan worden aangeduid met het begrip kakofonie. Wat leert dit alles ons nu over de ware aard der Amerika nen? Ik ben er niet zeker van. Maar er kan een verband lig gen tussen het doorsnee wc- ontwerp en de veelgeroemde openheid van de Amerikaan se samenleving. Mogelijk ook is er een relatie met de alge hele Amerikaanse vrees voor seksualiteit en belendende onoirbaarheden, in de bestrij ding waarvan het lagere goed van de discretie tijdens de secretie moet sneuvelen. Ge lukkig krijg ik nog ampel ge legenheid tot nader onder zoek bij elke visite in dit land aan wat hier wei heel terecht het openbaar toilet heet. Door Martijn Hover Dat het bijna Nieuwjaar is, weten we doordat er kalen ders zijn. De kalender is een prachtige uitvinding, maar helaas kleven er nogal wat problemen aan. Zoals het feit dat de astronomische verschijnselen waarop onze tijdre kening gebaseerd is, weinig rekening houden met de menselijke voorliefde voor mooie, ronde getallen. Aanvankelijk ging men ervan uit dat het 'zonnejaar' 365 dagen telde. In werkelijkheid is het echter iets langer, zodat na verloop van tijd de seizoe nen begonnen te verschuiven. Zeker vroeger was dat lastig, want de kalender was oor spronkelijk vooral bedoeld om de aanvang der jaargetijden met enige mate van nauwkeu righeid te voorspellen. Neem het jaar 1582. De lente begon in dat jaar al op 11 maart. Dat werd te dol, vond paus Gregorius XHI. Hij be sloot de dag na 4 oktober 15 oktober te noemen, zodat het jaar 1582 slechts 355 dagen telde. Bovendien werd het aantal schrikkeljaren teruggebracht door van 'eeuwjaren' die niet deelbaar zijn door 400, 'ge wone' jaren te maken. Zo is het jaar 2000 een schrikkel jaar en was 1900 dat niet. Desondanks blijft onze kalen der een merkwaardige kar bonkel op het zitvlak van de tijd, vol merkwaardige tegen strijdigheden. De aanvangsda ta van de jaargetijden zijn bijvoorbeeld nog altijd tame lijk willekeurig in de kalender ingepast. Klimatologen waren daar reeds lange tijd (allang) ach ter. Zij houden zich beroeps halve onder meer bezig met het bestuderen van seizoens- wisselingen. Voor hen is het uitermate lastig dat de seizoe nen niet keurig in de kalender passen. Daarom hebben zij jaren gele den al besloten het begrip 'meteorologisch jaargetijde' in te voeren. De meteorologische seizoenen beginnen keurig op de eerste van de maand: de 'meteorologische winter' be gint op 1 december, drie we ken voor het begin van dè 'astronomische winter'. Wie daar even goed over na denkt, komt al gauw tot de slotsom dat een simpele aan passing van de kalender aller lei problemen uit de wereld zou helpen. Een simpele ver schuiving zou volstaan: noem de datum die nu nog '21 de cember' heet voortaan '1 de cember' en astronomische en meteorologische seizoenen vallen keurig samen. Weliswaar zou dat kleine pro blemen opleveren omdat de data tussen de eerste en de eenentwintigste december twee maal zouden voorkomen. Maar dat zou slechts een een malig fenomeen zijn waar we gemakkelijk overheen kunnen stappen. Tenslotte is het ge mopper over de tien 'verdwe nen' dagen in 1582 ook vrij snel verstomd. Als we dan toch bezig zijn, kunnen we misschien tegelij kertijd iets doen aan de bela chelijke manier waarop onze maanden zijn opgebouwd. Met name februari, dat zielige overblijfsel van de Romeinse kalender, is met zijn 28 dagen natuurlijk een vreemde eend in de bijt. Omdat het jaar om en nabij 365 dagen telt, zou het keurig zijn onder te verdelen in zeven maanden van 30 dagen en vijf van 31 dagen. In schrikkelja ren zou een van de korte maanden een dag extra kun nen krijgen, zodat het schrik keljaar zes maanden van 30 en zes maanden van 31 dagen zou tellen. Helaas hebben dergelijke voorstellen het in het verleden niet gehaald en ziet het er niet naar uit dat dat in de nabije toekomst wel het geval zal zijn. Voorlopig zullen we ons moeten behelpen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 7