.ger nac-ajax A& ZONDAG 17.45 UUR. 06-8350 ïiimnev DE STEM Tennisseizoen vol leed opent ogen Oremans Ton Lokhoff, de routinier, hij ziet een kansje voor NAC tegen Ajax NEEM NU EEN JAARABONNEMENT OP FILMNET EN KIJK TOT EIND 1994 GRATIS! Jacobs Breda Electronics B JïiflEY DE ÈKEUJKSE VOORBESCHOUWING DOOR JOHAN CRUYFF EN WEDSTRIJDCOMMENTAAR DOOR WIM KIEFT. OP 2e KERSTDAG DE TOPPER: MANCHESTER CITY - BLACKBURN ROVERS Maandag 26 -12 om 22.00 uur in..!i..:j a. rnmmiiniritio cvclnmpn aas» I is dat hiermee het (W| it dat is ontstaan nadat if I langebracht. begbreedten. Pas- of bor een hulpmiddel, m;.,| Sf stukjes hardboard en niet alleen de functie 01 bhillen tussen de tegels ot gen. Ze dien ook om t, Be ondergrond en het totale I bmpenseren. kfwerken van de voegen |o-1 etmaal) kan kant en klats I gebruikt. Een andere moge-1 voegspecie te maken, &f| olumedeel cement op és land. Voor voegen bred Ir is de verhouding een opl haakte voegspecie kan eenl Ken toegevoegd. Voor wittel I cement gebruikt. Igen het tegeloppervlak natl ])ons en was een paar uurna| nentsluier' weg. en irijf, tien "ig: finet is an de tot 21.00 uur 7.45 uur tot 16.00 uur rein van vanOpstal og marketing b v 15 - 40% korting op plankmodellen en restanten I iesbosstraat 14 Breda/Princenhage Tel. 076 21 28 81 Sport ZATERDAG 17 DECEMBER 1994 DEEL 4De Grote Rondo' dreigt Door Chris van Nijnatten Breda - Dat kansje waarop Ton Lokhoff doelt, ligt morgen opgesloten in on derschatting bij de tegen stander. Wellicht is daar enige sprake van in het doorgaans niet zo beschei den Amsterdamse kamp. De Ajacieden hadden het afgelopen week over De Grote Rondo, die ze voor het enige rendabele grote theater van Breda in petto hebben. Voor wie het niet weet; het rond- ootje is de favoriete opwarming bij voetballers. Ze maken een kring, plaatsen er een of twee col lega's midden in en proberen el kaar de bal toe te spelen, zonder dat de figuren in het midden aan de bal komen. Wie de bal aan de 'jagers' verliest, is af en kan in de cirkel gaan staan. Bij Ajax heb ben ze een variant bedacht. Ze nemen het hele veld aan de Bea- trixstraat als rondo-terrein, vor men een keten en de spelers van NAC mogen proberen de bal af te pakken. „Lukt ze nooit", denken ze in De Meer. Maar Louis van Gaal is niet gek, hij houdt alles in de gaten. Van Gaai 'stond woensdagavond een meter van Pierre van Hooijdonk vandaan, toen hij in de nieuwe krochten van de Kuip op zijn ei gen olijke wijze reageerde. Er werd hem gevraagd of hij zondag een beetje voorzichtig aan wilde j doen met de collega's van Pierre. In Breda gaat het toch allemaal al zo moeizaam, terwijl ze vorig jaar, nog wel in topvorm, twee keer met 5-0 op hun donder heb ben gekregen van de Godenzoon- tjes. „Ik zal je wat anders vertellen", zei Van Gaal. „Grote rondo's; ts- ss, ik ga ze scherp zetten. En ver tel ze trouwens in Breda maar, dat ik al weet dat ze dinsdag avond het tweede elftal het Jioofdveld in Breda kapot hebben laten trappen. Misschien gooien ze er wel weer zand op." Hij lach te een beetje. Een dag later lachte Lokhoff ook een beetje. „Laat ze ons maar on derschatten. Maar ik geloof er niet in hoor. Als ze hier het veld opstappen, staan er dik tiendui zend mensen te gillen. Zijn ze ge lijk wakker." Ajax, tja. Leuk, I maar moet NAC van die club de I punten pakken? „Nee." Dat weet j Lokhoff ook wel. „Het is een wedstrijd op zich. Mooi en spe ciaal om tegen Ajax te kunnen spelen. Dat geldt voor ons alle maal. Maar verder? Ik weet echt met wie er bij NAC in de defensie komt te staan, zoveel geblesseer den zijn er. Wat moeten we nou? Ik hoop dat het interland-debuut NAC begint morgen aan het eind van de middag aan een tame lijk kansloze operatie. De meedogenloze wervelwinden van Ajax doen in hun glo rieuze rondtour door Europa eventjes Bre da aan. De abonnee zender die op deze pagina zo uitbundig adverteert, brengt het duel op de kabel, dus in alle uithoeken kan er van de slachtpartij meegenoten worden. Nou ja, slachtpartij, je wéét het dikwijls niet. „We hebben een erg kleine kans, maar als sportman moet je er rekening mee houden, dat alles kan gebeu ren. Zo naief moet je zijn," zegt Ton Lok hoff. Hij kan het we ten. Want het valt misschien niet meteen op, maar hij is een sportman. De aan voerder, jeugdtrainer, spelbepaler en sup porter van NAC, zijn club. Daar moet ie dereen vanaf blijven, ook de discipelen van Louis van Gaal. van Pierre zijn uitwerking heeft. Toen Vreijsen (de aanstaande al gemeen directeur van NAC, CvN) in 1980 mee naar het EK in Italië mocht, heb ik hem daarna het hemd van zijn lijf gevraagd. Ik wilde alles weten, besefte ineens dat een NAC-speler ook geselec teerd kan worden. Ik hoop dat er nu bij de jonge jongens een zelfde reactie komt. Het kan motive ren." Lokhoff beleeft een moeilijk sei zoen. Door een virus-infectie was zijn start belabberd. Zelfs tegen clubs als Baronie en RBC had hij meer energie voor zichzelf nodig dan-ie aan het team kon geven. En dat team kan zo moeilijk zon der de bijna 35-jarige. „Niet overdrijven, hoor." De tegenstan ders weten dat. „Ik krijg constant mandekking." Soms proberen ze hem de wedstrijd uit te schoppen. „Ja, zoals die Schreuder van RKC. Ik houd er mijn mond maar over tegen de scheidsrechters." Hij zou na dit seizoen stoppen, maar „gevoelsmatig denk ik nog een seizoen van betekenis te kun nen zijn." En dat terwijl ze op zijn dertigste bij Feyenoord dachten, dat hij rijp was voor de vervroegde uittreding. Bij die club stond hij precies vier jaar geleden voor het laatst reserve. Daarna dus nooit meer. „Ik ge loof dat ik vorig jaar een van mijn beste seizoenen heb gespeeld." Hij speelt nu misschien iets min der, hij blijft de onbetwistbare leider. Van Wonderen moet zijn opvolger worden. „Hij moet nog iets dwingender aanwezig zijn, maar hij heeft de mogelijkheden om de kar te trekken. Van Burik ook, die is nog jong en heeft die Ajax-mentaliteit. Brood kan ook de leider worden, evenals Pierre, vanwege zijn uitstraling." Maar waarom NAC nou minder speelt dan een jaar terug? „De vorm misschien?" Dat is zo ge makkelijk, wat is vorm? „Maar wat dan? De waterdragers heb ben het weieens laten afweten. Maar dat hebben de leidende spe lers ook gedaan. Ik dacht even dat we door die slechte fase heen waren, maar RKC uit; drama." Voor de trainer breekt-ie een lans. „Ik geef het je te doen hoor, als je op vrijdag niet weet hoe je gaat spelen. Door blessures en een paar schorsingen kan hij niet schuiven, prikkelen, een ander systeem uitproberen. Spelbos is blij als hij genoeg man heeft. Dat kan toch niet." Van die blessures bij NAC wordt een gewoon mens moe. Hoe kan dat? Wordt er zomaar wat ge schopt op de training, gaat men' de duels twijfelend in of zijn het gewoon zeikerdjes? Volgens hem is het van alles wat. „Gesthuizen heeft zijn kuitbeen gebroken, daar kun je niks aan doen." Hij klopt het af: „Ik ben weinig ge blesseerd. Ik voel ook niet zo snel wat. Als het slecht gaat wil ik er bij blijven. Ik verzuip liever mee. Ik vind het nog steeds kloten als ik ook maar een training door eén blessure moet missen. De trainer praat veel over dit aspect, elke dag. Het is verschrikkelijk moei lijk, alleen de sterken blijven over. Wie geblesseerd is, telt even niet meer mee. Aan die gasten heb je geen klote, of ik het nu zelf ben of Jan Lui. Geblesseerden mogen ook niet mee de bus in, hun voorbereiding is anders, ja." De analyse van de terugval gaat verder dan de blessures. Hij geeft toe dat de vleugels niet lekker draaien. Remie heeft mogelijk de beste voorzet van de eredivisie. Van Hooijdonk moest daar woensdag ongetwijfeld nog aan denken, toen hij de ballen van Overmars vaker achter dan voor het doel zag belanden. Maar dit jaar worden de spitsen van NAC zowel vanaf als links als van rechts te weinig bediend. „Dat heeft echt met de tegenstander te maken. Remie proberen ze uit te schakelen. Op zo'n moment moet Remie van zijn plaats komen en naar het midden gaan. Kijken of dat linksbackie met hem mee loopt. Dan krijg je ruimte. Zulke oplossingen moet je in de wedstrijd bedenken. Daar is voetbal-inteligentie voor nodig en vaardigheid en lef. „Het is het lef waaraan het bij ons ontbreekt. Het echt opeisen van een bal, desnoods op een vreemde plaats, het vragen zon der dat iemand die bal kan wei geren te spelen. Dat is het, ik zie het te weinig bij ons." Volgens Lokhoff lopen er in NAC 1 rond, die negentig minuten helemaal niks zeggen. „Geeft niet, die jon gens moet je helpen. Maar we moeten als team wel wat dwin gender gaan spelen. Domineren, dicteren." Hij lijkt Van Gaal wel. Maar had Spelbos de alternatie ven van deze Van Gaal maar voorhanden. „Ja, dan wist ik het ook wel. Een trainer moet keuzes kunnen maken, dat kan onze trainer niet." Dan had NAC maar voor meer gelijkwaardige spelers moeten zorgen. Niet alleen kopen, maar ook opleiden. „Dat lukt niet zo maar, aan die opleiding wordt gewerkt." Dat is zo, maar NAC kocht zich suf afgelopen zomer. „En zal toch weer moeten gaan investeren. Misschien vertrekt er eens een speler of er worden er een paar te oud. En dan? Toen Vreijsen en ik in 1982 weg gingen, dachten ze dat ook even op te kunnen van gen. Ze degradeerden onmiddel lijk, kwamen terug, en gingen vervolgens voor acht jaar naar de eerste divisie. Dat wil toch nie mand meer hier." Kopen dus, maar daar wordt wel- ADVERTENTIE •ONDER VOORBEHOUD EN ALLEEN VOOR KABELABONNEES Ton Lokhoff: 'NAC moet dwingender spelen. FOTO JOHAN VAN GURP eens om gelachen elders in voet balland. Van Burik, Gesthuizen, Van Wonderen, Gaasbeek, Jan sen, Abdellaoui, wat je zelf niet hebt, dat moet je halen. Ajax koopt ook wel, maar leidt erg veel zelf op. En de eigen kweek speelt de sterren van de hemel. „Ja, en ze zijn zelfs het Europese niveau ontstegen. Allemaal waar, maar laten we nou niet overdre ven over Ajax gaan doen. Ze zijn goed bezig, maar worden er wel erg hautain van, zeg. Als Davids een balletje breed legt op Litma- nen, waardoor die gewoon door zijn poot uit te steken scoort, noemt Van Gaal dat fantastisch. Nou, sorry hoor, mag het iets minder?" Hij geeft wel toe dat hij ervan ge niet. „Die Oulida, die speelt linkshalf of-ie er al vijftien jaar staat. Als jonge speler schuif je er gemakkelijker in bij Ajax. Daar ben je gewoon in de hele oplei ding op voorbereid. Daar is bij NAC heel lang helemaal niks aan gedaan. Remie, Koumans, Smitje en ik, dat zijn de laatste spelers uit de eigen kweek hier. De rest is gehaald. Ik ben bang dat het Bre dase publiek zich over een jaar of vier niet meer herkent in NAC. Er loopt dan niemand meer uit de ei gen omgeving. Over op zijn snelst drie jaar zie ik weer eens een jon ge jongen uit de eigen opleiding doorbreken, afgezien van de mo gelijkheid op een enkele snelle goudvink, maar daar mag je niet vanuit gaan. Het is lullig om te zeggen, maar elk jaar moet je als jeugdopleiding toch een speler door laten stromen naar het eer ste?" Wat hem stoort, is dat de Bredase talentvolle jeugd nu ook bij RBC, Willem II en RKC loopt te voet ballen. „Dat mag toch verdorie niet!" Nee, maar de feiten liggen zo wel. Zoals het ook vast staat, dat NAC het morgen moeilijk krijgt en er vervolgens tegen min dere ploegen punten gepakt moe ten worden om uit de degradatie zone te blijven. Heeft NAC een ploeg om degradatievoetbal te spelen? „Ik ga er niet vanuit, dat we tegen degradatie zullen moe ten knokken. Maar als het moet, dan zullen we het kunnen. Wat moet, dat moet. Maar vraag me niet waarop ik dat gevoel baseer. Ik heb nog steeds veel vertrou wen in de spelersgroep, als ieder een maar fit is." Het vertrouwen van de aanvoer der is aandoenlijk. Als iedereen maar fit is. Morgen is wéér niet iedereen fit. Hoe verhoudt de ge middelde kwaliteit van NAC zich nu eigenlijk tot de modale eredi visieclub? Dat weten we dus als iedereen aan de Beatrixstraat weer fit is. Misschien dat daarom in de korte winterstop een trai ningskamp in Lourdes enige aan beveling verdient. Amsterdam - Een enkele uitschieter daargelaten, was het afgelopen tennis seizoen voor haar een rampjaar. Een hardnekkige bovenbeenblessure deed haar pijn. Lichamelijk en bovenal mentaal. Er was een vrije val op de 'heilige' wereldranglijst. Bij een auto ongeval werd haar Mitsubishi, die ze vorig jaar als kampioene aan de natio nale Masters overhield, aan diggelen gereden. Zelf kwam ze met de schrik vrij. Een leedjaar, maar een 'leerzaam jaar', vindt Miriam Oremans, de 22-ja- rige Berlicumse. Op de indoorbanen van Amstelpark is het een drukte van jewelste. Miriam Oremans, die sinds oktober 1989 met tennissen haar boterham met beleg verdient, hanteert het racket zichtbaar ontspannen. Een serieuze blik in haar ogen. Heel af en toe een gein tje, een glimlach Oremans leeft volgens een strak schema. s'Morgens om zes uur gaat de wekker in Berlicum. Opstaan, ontbijt maken en snel de krant doornemen. Een uur later stapt ze in haar auto en rijdt naar Amsterdam. Om negen uur begint de training, 's Avonds om een uur of zeven meldt ze zich weer in hui ze Oremans. Eten, wat tv kijken en om tien uur, uiterlijk half elf naar bed. Zo gaat dat viermaal per week. Dat kan al leen als je een ijzeren discipline hebt. Wan neer je gelooft in jezelf. Zondag is een rust dag. De overige twee dagen zoekt Oremans haar heil dichter bij huis. Dan gaat ze aan de slag in Veghei. Bij Mike Martin, de man die haar kent als geen ander kent. Ekker is de coach die ook tijdens de toernooien voor de begeleiding tekent. Ekker en Martin hebben regelmatig contact. Wisselen dan de nodige gegevens uit. Het afgelopen jaar staken beide tennisin- structeurs de hoofden wat frekwenter bij elkaar dan voorheen. Hun pupil kende een zwakke seizoenstart mede door een spier- scheuring in het bovenbeen. Steeds die pijn. En toch maar blijven trai nen. Wedstrijden afwerken. Toernooi na toernooi de eerste ronde eruit. „Ik werd er knettergek van. Echt waar. Tijdens de trai ningen ging het perfect. Maar eenmaal- in de wedstrijd lukte het van geen kanten. Dat gaat aan je knagen. Dan word je men taal gekraakt." Op Roland Garros, eind mei, beleefde Ore mans de eerste opsteker van het seizoen. Ze versloeg, nota bene op gravel zeker niet haar favoriete baansoort haar idool en levende tennislegende, Martina Navratilo- va. Een bekroning voor haar ontembare doorzettingsvermogen en ijzeren wils kracht. Daar, in Parijs aan Boulevard de Porte D' Auteuil, haakte ze in de derde ronde af. Opnieuw een tegenvaller, want er had beslist meer ingezeten. Vlak voor haar partij in die derde ronde hoorde Oremans dat een goede kennis van haar in Neder land bij een auto-ongeluk is omgekomen, „Daar ben je dan meer mee bezig dan met een tennispartij. Ik heb daar.destijds niets van gezegd, omdat dat voor mijn gevoel niet het juiste moment was. Bovendien denkt men dan al gauw dat je naar excuses zoekt." Op de graszoden van Eastbourne, waar ze in '93 nog de finale haalde, liep het vervol gens niet lekker. Een week later op het snelle gras van Wimbledon, waar ze het jaar daarvoor de vierde ronde bereikte, ging het ook direct mis. En weer brak een moeilijke periode aan. Oremans heeft er van geleerd. Zal zich geen twee keer aan Miriam Oremans: „Die pijn, daar werd ik knettergek van. FOTO EPA dezelfde steen stoten. „Ondanks die bles sure heb ik toch 22 toernooien gespeeld. Om optimaal te kunnen presteren dien je eerst helemaal blessurevrij zijn. Lichaam en gezondheid zijn belangrijker dan de sport. Dat heb ik inmiddels wel geleerd. Harder trainen helpt dan ook niet." „Gezondheid staat voorop. Niet alleen voor mezelf. Zo hebben mijn broer en ik mijn vader over de streep getrokken om de slagerszaak in Berlicum te verkopen. Hij zelf stoeide al eerder met dat plan, maar'er kwam maar niets van. Mijn broer en zijn vrouw hebben een dansschool in Breda en ik verdien een aardige cent met tennissen. Kijk, zeiden we tegen ons pa, voor ons hoef je het niet meer te werken. Dat heb je al je hele leven gedaan. Nu willen wij iets terug doen. Je bent nu 55 jaar en nog gezond. Straks misschien niet meer. Verkoop die zaak nou maar." Wanneer je, zoals Miriam Oremans, bij de vijftig sterkste tennisspeelsters hoort, houd je daar een aardige cent aan over. Niet dat ze al met plannen rondloopt een appartement in Monte Carlo te betrekken, maar tevreden is ze wel. Eigenlijk meer dan content. „Als je erover nadenkt, wor den tennissers belachelijk dik betaald. Echt, het staat in geen verhouding. Maar je accepteert het. Hoor je Sampras of Becker klagen dat er in München ruim tien mil joen gulden in de pot zit? Ja, bij de mannen is het nog erger dan bij de vrouwen. En het prijzengeld stijgt nog steeds." „Of ik wel eens geld schenk? Ja, natuurlijk. Voor een goed doel of zo. Dat doe ik regel matig. Dat doet toch iedereen. Laatst moest ik op een foto, reclame voor een ten- nisballenmachine. Het geld wat ik daaraan overhoud, geef ik aan het rolstoeltennis. Als ik meer verdien, zal ik heus meer weg geven. Ik ben niet de persoon die alleen aan zichzelf denkt."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 9