Bra De (exclusieve) life-style van Pot DESTEM ZEELAND ZATERDAG 17 DECEMBER 1994 C5 Er is niemand die hier toevallig voorbijrijdt en denkt; hé leuk, Pot, daar ga ik eens naar binnen In Breda zijn nog altijd installatie in april, moet het anti-racistische doeleinden. NA de verkiezingen in maart zaten opeens vee: tien Centrumdemocratej in de Brabantse gemeen teraden. Nadat ze de eral ste paniek te boven wa ren, bepaalden de ander partijen hun strategie. Ij de meeste steden komt dat er op neer dat de CD'ers ergens zielig in hun hoekje zitten, slecht sporadisch een hand kri; gen en worden aangeval len als ze onzin uitkra men. „Je moet duidelijk maken dat ze er een be paald soort crimineel denken op na houden." Van onze verslaggever IN Breda zijn nog altijd tv van de drie raadszetels onbeze] In Tilburg stapte de tweekopp fractie over naar de Burgerp: tij- In Eindhoven viel de partij vol namelijk op door onderling j kissebis en de dure telefoont van raadslid Blonk naar z vriendin op Curasao. In Den Bosch beperken de d raadsleden zich voornamelijk zwijgen. In Bergen op Zoom 'vergat' fractie haar algemene bescho wingen op de begroting in dienen. In Roosendaal zegden de dj raadsleden hun lidmaatschap en richtten de Burgerpartij derland op. Ruim een half jaar na hun stallatie hebben de Braban: CD-stemmers bitter weinig den om tevreden te zijn 'hun' vertegenwoordigers in diverse gemeenteraden. Rodi en achterklap, 'een minieme in de discussies, heftige ruzii de Brabantse CD-vertegenwoi digers sluiten keurig aan bij algehele beeld van Janma« partij. Strategie De intrede van de Centrumc mocraten in de gemeenterad betekende voor Brabant e nieuw fenomeen. Nadat de f vestigde partijen de ergste r niek te boven waren, werden I koppen bij elkaar gestoken, cisten in de gemeenteraad, ga je daarmee om? Ruim een half jaar later bli dat de zes Brabantse steden grote lijnen dezelfde stratej volgen: de CD wordt niet doe gezwegen, maar, waar mogeli aangepakt. Alleen is dat v domd lastig, want ze zeggen weinig. Zeeuws-Vlaanderen heeft twee meubelzaken met grensoverschrijden de bekendheid: Morres Meubel in Hulst, abso luut de grootste, en Pot in Axel. Waar Morres de massa verleidt met dub beldikke meubelboeken, communiceert Pot ver fijnd via NRC Handels blad en glossy woonma- gazines. Een kwestie van cultuur. Morres is nu eenmaal van het volk en Pot flirt graag met de chic. Nu minister Weijers de winkeliers meer speel ruimte wil geven, wil Pot op zondag open. Omzet ten gelden ook voor Pot. Het bedrijf leeft niet bij design alleen. Een por tret. De meubelzaak van Pot j„ Axel valt op door de enomt afmetingen. opvolger. Pot laat bij tijden van zich spre ken via fraaie woonmagazines, maar de Zeeuws-Vlaamse bevol king krijgt die nooit te zien. Dat is volgens De Kind commercieel ook niet zo interessant. „We hebben hier een naamsbekend heid van 98 procent. Het heeft geen zin om daar geld aan uit te geven. We geven onze magazines het liefst aan mensen die ons nog niet kennen en die aan de hand van dat boek bereid zijn hier te komen." „Bovendien is het te kostbaar om het in het hele gebied huis aan huis te verspreiden. Dat doen we selectief." In het woon- magazine van Pot staan geen prijzen zoals gebruikelijk in ca talogi. Ook dat past niet bij Pot. Geensen: „Het Pot Woonmagazi- ne is er om ons imago en onze stijl te laten zien." Pratend over omzetcijfers, koop- en kijkgedrag van bezoekers en verkooptechnieken verliest het gesprek iets aan spontaniteit. Die houding is begrijpelijk. Het is een klein wereldje. De concur rent kijkt mee. Die ga je toch niet wijs maken hoe je het alle- *Oe entree van meubelzaak Pot in Axel. foto's wim koouman maal doet en vertellen wie je liever wel en niet in je zaak hebt Hij laat zich ook niet verleiden tot vergelijkingen met andere meubelzaken. Geensen blijft every inch a gentleman. „Het koopgedrag van mensen is veranderd," houdt hij het alge meen, „De meesten kijken eerst rond in vier of vijf zaken. Als je vroeger een klant had, begon die met een deurmat en eindigde met een slaapkamergordijn. Die kocht gewoon alles bij je. Nu kopen ze bij ons een bankstel en slaapkamer en bij een ander dat leuke salontafeltje waarvoor ze bij ons niet konden slagen. De smaak is ook veranderd. Nog niet zo lang geleden kochten kinderen wat er bij hun ouders in huis ook stond. Was dat klas siek, dan kochten zij ook klas siek. Nu zijn mensen beter opge leid, staan steeds meer op eigen benen en weten precies wat ze willen." De geïsoleerde ligging van Axel ten opzichte van de grote steden ervaart Geensen geenszins als een handicap voor de verkoop cijfers. „Wij zitten hier in Axel zo slecht nog niet. Mensen moe ten sowieso een heel stuk rijden om hier naar toe te komen dus de mensen die komen, zijn alle maal echt geïnteresseerd in meu belen. Er is niemand die hier toevallig voorbijrijdt en denkt: hé leuk, Pot, daar ga ik eens naar binnen. Als verkoper heb je dan eigenlijk altijd een goed ge sprek. En als de verkoper de klant goed aanvoelt, heb je voor de helft verkocht." Als er sprake is van een achter standsituatie dan is die dichter bij huis. Pot moet al jaren m» gekromde tenen toezien dat mensen op zondag in Axel voor een gesloten deur staan. Geensen kan ervan getuigen. Hij werkt wel eens wat administratie weg op zondag en ziet dan telkens weer mensen tevergeefs naar de deur grijpen. Recente wijzigin gen in de winkelsluitingswet bieden nieuwe kansen voor Pot maar dan moet de politiek Axel wel mee. „Wij willen dolgraag zondag open. We zitten in een dienstver lenende sector. Je moet er zip als mensen willen komen. De zondag wordt voor steeds mee' mensen gezien als winkeldag Mensen beleven het weekend te genwoordig anders dan vroeget Ze gaan niet meer op zaterdag naar feestjes, maar op vrijdag- Wassen de auto op zaterdag, werken wat in de tuim, koke wat en dan is de zaterdag voor bij. Zondag is de dag voor het gezin. Gaan ze samen wat doen. Bovendien is er nu een schev verhouding in de regio. Door een of andere rare wetgeving zij» j de enige meubelzaak die op tot dag gesloten is. Je kunt zond5 in Axel wel een video huren,1 café gaan, of uit eten, maar kunt niet gaan winkelen. krijgen niet dezelfde kansen onze concurrenten. We voet ons als een bokser die m vechten met een hand op de gebonden." Van onze verslaggever Frank Deij Axel - De entree bevestigt de beeldvorming. Leolux, Cassina, deSede, Gelder land, Philippe Starck, Pas toe, Le Corbusier. Een hele chique benedenvloer vol beroemde ontwerpen waar prijskaartjes met vier en vijf cijfers aan hangen. Kom daar maar eens aan met een modaal salaris. Wie rondvraagt naar Pot hoort dan ook steevast dezelfde reac ties: kwaliteit, klasse, niet voor iedereen, duur, chic maar toch ook onpersoonlijk, kil. Of, ge frustreerd: „Als je maar 2000 gulden op zak hebt, nemen ze je niet serieus." Directeur Adrie Geensen (52) kent de verhalen ook, maar ver zet zich, alsof onheus bejegend, tegen dat eenzijdige imago. Met name de laatste opmerking zet zijn afweermechanisme in wer king. „Dat is natuurlijk niet waar," zegt hij vol overtuiging. „Het is waar dat we een dure uitstraling hebben. Dat komt door onze keus van meubels op de begane grond. Dat beeld blijft hangen. Maar we kiezen er bewust voor om ons zo te profileren. Wij zijn door onze begane grond interna tionaal bekend geworden," zegt hij zelfverzekerd. Hoe groot de aantrekkings kracht van Pot is, bleek toen Pot een paar zondagen open mocht zijn. „De eerste zondag stond er om half elf al een meneer uit Leeuwarden aan de deur. Men sen doen de moeite om die meu bels te zien. Die komen niet voor de meubels op de eerste verdie ping, want die kunnen ze in principe overal vinden. Maar we hebben natuurlijk wel bankstel letjes van 1998. Van Montel hebben we er honderd staan. Dan praat je over een prijsklasse van 2000 tot 4000 gulden." „En wat is duur. Absoluut duur of relatief. Een bankstel van 2000 dat ze overal hebben, kost bij ons geen 2200 gulden, eerder 1800," stuurt Ronald de Kind, hoofd financiën, bij. „Het is een gekleurd beeld. Mensen doen ons onrecht aan om Pot duur te noemen." Geensen kan zich echter wel wat voorstellen bij de geluiden van de straat. „Onze stijl trekt men sen aan en stoot mensen af. Maar ik denk dat de balans aardig in evenwicht is. Duur kun je negatief uitleggen maar ook positief. We verkopen tijdloze duurzame dingen. Mensen die relatief goedkope meubels kopen en die om de vijf jaar vervangen, zijn in principe net zo duur uit." De dure uitstraling uit zich ook in het advertentiegedrag. Daar zit een bedrijfsfilosofie achter. De Kind: „Je probeert je te pro fileren zoals je als bedrijf eruit ziet. Niet alleen in de reclame, ook in je vervoer en service. Het zou heel kortzichtig zijn om het alleen in de winkel op die ma nier te doen. Want daar komen de mensen natuurlijk snel achter op het moment dat het afgele verd wordt." De basis voor Pot wordt gelegd in 1907. Grondlegger Bastiaan Hendrik Pot komt vanuit Gorin- chem naar Axel en opent in de Kerkdreef een winkeltje in kop pen en schotels, bijbels, potten en pannen. Na verloop van tijd gaat Bastiaan ook meubeltjes verkopen. Hij sterft echter jong en de in middels fors uitgegroeide zaak wordt in 1944 voortgezet door ma met de oudste dochter Cor- rie. Later komen Lenie en Nina, en de jongens Bram en Leendert ook in de zaak. Pot heeft op dat moment winkels in de Kerkdreef en de West- straat. Maar vanwege het grote succes blijkt uitbreiding niet lang uit. In 1963 opent Pot een zaak aan de Oranjestraat. Het ruimtegebruik doet Pot verkas sen naar de Nieuwendijk waar in 1973 aan de rand van de stad een expeditieruimte verrijst. In 1978 gaat daar ook de winkel naar toe. Bij de beslissing uit de binnenstad te vertrekken, gaat Pot niet over een nacht ijs. Er is serieus gekeken naar nieuwbouw op het huidige Hofplein en een locatie achter huisarts Hoefman die met een tunnel aan het pand aan de Oranjestraat zou worden geklonken. Pot had de grond al aangekocht maar de plannen bleken uiteindelijk te duur. „Bovendien kregen we te weinig vierkante meter. Daar zijn we nu nog elke dag blij mee. Daar was natuurlijk met de beperkte aan- en afvoerruimte in de binnen stad hoopjes ellende van geko men." In 1989 volgt een nieuwe uitbreiding. De meubelzaak be schikt nu over 20.000 vierkante meter verkoopruimte. Hoewel de naam Pot nog steeds aan de zaak vast zit, is het bedrijf al enige tijd niet meer in handen van Pot. De familie-aan delen gaan in 1991 voor 100 procent over aan Macintosh, hol ding van o.a. Superconfex en Kwantum, Klerkx, Halfords, Tonton Tapis. Adrie Geensen heeft de groei van Pot van dichtbij meegemaakt. „Ik ben 31 jaar geleden als ma nusje van alles begonnen. Ik werd aangenomen als verkoper. Ik was de eerste mannelijke ver koper. Dat was vreemd in die tijd omdat het 'eigenlijk een vrouwenwereldje was. Ik pakte van alles aan. Hoe ging dat in die tijd. Als er een uur geen klant te zien, waste ik de auto. Ik heb ook nog op de vrachtwa gens gereden." Als Bram Pot op jonge leeftijd (36) overlijdt, krijgt Geensen de kans hem op te volgen. Hij krijgt alle vrijheid om in te kopen en is daardoor voor een groot deel bepalend geweest voor het ima go van Pot. In zijn kantoorruim te aan de Nieuwendijk stelt Geensen bescheiden dat beeld bij. „Ik ben mede-bepalend geweest. Ik heb alle vertrouwen gekregen en dat is vrij uniek, want je speelt toch met geld van de zaak." Daarbij kwam dat het hart van Leendert niet echt bij dé inkoopkant lag. „Anders had ik die functie nooit gekregen. Je moet ook een beetje geluk heb ben." Pot heeft altijd affiniteit met moderne meubels gehad en gaf van meet af aan de presentatie hoge prioriteit. „Dertig jaar ge leden al kregen we via contacten met de stichting Goed Wonen de modernste spullen in huis. In de Weststraat hebben we altijd mo derne meubelen verkocht. Bij de meerderheid van het personeel ging daar het hart ook naar uit en dat is zo gebleven. En door dat je het op een goede manier neerzet en presenteert, krijg je alle merken in huis. Een zaak wordt gemaakt door de spullen die er in staan, maar vooral ook hoe het er staat. Toen we pas begonnen, hadden we weinig kaas gegeten van etaleren. We hebben alle meubels in die tijd wel honderd keer verplaatst. Nu doen we het heel anders. We maken eerst een plattegrond, dan een maquette. Er wordt over nagedacht." Geensen grijpt terug naar het begin. „We hadden meubeltjes gekocht voor een etalage waar de hele dag de zon opstond.' We wilden die etalage aankleden met een metalen wandsysteem, Pilastro. Dat verkleurde niet. Die meubelen kwamen uit Hol land en werden gebracht door een etaleur uit Haarlem, Jaap van de Veldt. Die kwam binnen, keek eens rond en zei dat het in een uurtje gepiept zou zijn." „Wij keken onze ogen uit, want wij waren al weken bezig er iets fatsoenlijks van te maken, maar het lukte maar steeds niet. Die man moeten we hebben, zeiden we tegen elkaar. Hij woonde in Haarlem en wilde trouwen, maar in die tijd kon je daar niet aan een huis komen. Daar hebben we hier voor gezorgd. Het was zo geregeld. Dat was ook weer een vooruitziende blik van Pot. Zo'n etaleur bepaalt natuurlijk mede de uitstraling van onze zaak. En De Veldt had goede ideeën, was heel creatief. Hij verzon de meest gekke etalages die we om de twee maanden vernieuwden. Daar kwam heel Zeeuws-Vlaan deren naar kijken." ,Toen van De Veldt een kwart eeuw geleden de overstap naar een ander bedrijf maakte, volgde zijn assistent Jan Beeldens hem op. Beeldens blijkt een waardig

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 22