4Ik kreeg een Roemeense culturele hersenspoeling' Blik op circusliefde van Louis Weijts Verkikkerd op een Afrikaanse stad :R EN iboek ten van Bo Jan Wolkers ontwerpt beeld voor Oegstgeest GROTE GIDS Yolanda Mergler brengt Festival van Zeeuwsch-Vlaanderen in Oosteuropese sfeer La Petite Parade IN BEELD Het afscheid Expositie belicht Dj enne in Mali [cEMBER 1994 D2 tcheelt al gauw in het be- kerrit Kouwenaars regels: |b nooit naar iets anders pht dan dit \cht maken van stenen t Komrij: Ib nooit naar iets anders pht dan dit onophoudelijk overeind ld lid feest geparodieerde dichters het Nederlands taalgebied kn te zijn: Vondel, Van Alp. RCezelle en Kloos. De mees- Irodisten zijn Nico Scheep- |r, Drs P., Kees Stip, Ivo de Ijohn O'Mill en Michel van Plas, maar dat wisten we |lijk al. Ook Henk Spaan en van Kooten gooien hoge Imet hun Carmiggelt-pasti- 1 En echt lachen kun je om (wordende parodie van de toeken van C. Buddingh' Iw. F. Hermans - een paro- lie naar verluidt Buddingh' Etijdig heeft geknakt en zijn Iswil heeft gebroken. Zo ver liet gaan. (parodieënboek geeft eerst ruim overzicht van de Ne- Indse literatuur in engere met alle verbastermgen. |op volgt hetzelfde op het ld van volks-, kinder- en lretliedjes. En dan nog een licht van alle mogelijke p- len per genre: bijbelverhaal, let, sprookje, legende, meis- |ek, voorwoord, etc. naai achterin het boek is de kenners een lijst van ^mde boektitels opgenomen, i Het zwaailicht van Willem |:hot, Klaag niet om Agnes /larnix Gijsen, Ik heb altijd van W. F. Hermans, Krui- bitter van Marga Minco en baak 47/11 van Harry Mu- Inlijk is hier sprake van een, Ithodoxe geschiedenis van de erlandse letterkunde. Voor [eerst is een, zij het niet pleet, overzicht gemaakt van peta-literatuur, dat wil zeg- literatuur over literatuur, voor uren bladerplezier. ben geboren in zonnegloren, pt parodieënboek' is samen- pld door Rody Chamuleau en Dautzenberg (uitg. Nijgh iDitmar, prijs 49,50). is en een beetje ordinair. Ze nogal eens winden en kijkt g naar mannen. Die twee en elkaar niet - 'lazer op me ouwehoer' - maar hun ver- enheid vindt uiteindelijk slag in een nacht waarin Bo broertje niet is. Hun ge- :k, de ochtend daarna, is bij- Om de schaamte te onder ken, om vast te stellen dat niets voorstelt en tegelijker- de grenzen te trekken. 'Heie geen bos', riep ik, 'een jevol dunne bomen.' 'Had ik :an een bos beloofd?' vroeg ,e Door nors. tante Door gaat Bo op zoek Thea's vader die zij nooit :nd heeft. Zij heeft kortgele- zijn adres in handen gekre- Waarschijnlijk is hij slager, maal in de winkel gaat |a's beeld dat ze altijd van vader had, volledig verlo- Die confrontatie wordt tterend en laconiek beschre- Later op de dag wordt Bo in ar geslagen, omdat hij voor o wordt aangezien. Hij be- ,gt zichzelf niet, hij had het iers zelf uitgelokt, ik doodgegaan of niet? Jagt hij aan Thea. 'Doe wat je t laten kunt', zegt ze. De ktocht wordt uiteindelijk een illusie. Wat het verhaal extra mdig maakt, zijn de sterke logen. Bo is soms wrang, is jaloers en maar zelden lief, tom een echte puber, maar die eerlijk is ten opzichte zichzelf en anderen. Zo is ve Claire een ontroerend en nnend zelfportret. Van mij g er een heel mooi lijstje om. eter van Gestel: 'Lieve Claire, litg. Fontein, prijs 27,50, vanat 3 jaar. Door Jeanette Vergouwen Yolanda Mergler is volop be zig met de voorbereidingen voor het Festival van Zeeuw sch-Vlaanderen 1995, dat als thema krijgt 'Tussen Donau en Karpaten'. De directrice van het Zuidlandtheater in Terneuzen ging vijf dagen naar Roemenië om alles te weten te komen over de volksmuziek. De Hongaarse en Roemeense cultuur en de wederzijdse in vloeden moeten in het festival 1995 breed uitgemeten worden. Het festival zorgt in de periode van 8 september tot 1 oktober voor muzikale evenementen en de stichting Mediator in Aarden burg stelt zich garant voor een randprogramma met exposities, films, diavertoningen en Roe meense hapjes en wijnen. Media tor is een stichting die de zake lijke en culturele relaties tussen Nederland en Roemenië behar tigt. In het voorjaar van '95 wordt het huis, naast het stad huis in Aardenburg, van waaruit de stichting gaat opereren, geo pend. Yolanda Mergler werd in Roe menië geleid door het echtpaar Ionita van Mediator dat er goed de weg kent. Tussendoor werden afspraken gemaakt voor de Zee land Cultuurmaand met poppen spelers. In de Zeeland Cultuur Maand 1995 wordt voor het eerst aandacht besteed aan deze thea- tertak. „Het was een droomreis, ik kreeg in vijf dagen een Roe meense culturele hersenspoeling, maar ik ben er heel geïnspireerd uit tevoorschijn gekomen," ver telt Yolanda Mergler. „Geslapen heb ik bijna niet, mijn hoofd barst van allerlei melodieën. Ik ging op zoek naar de folklore- en zigeunermuziek en de invloed van de volksmuziek in de klas sieke composities. Ik ben verrijkt teruggekomen, de volksmuziek is boeiend en meeslepend. Bi] het kiezen van een dergelijk thema neem je een risico, de muziek moet het publiek boeien en bij volksmuziek kun je dit niet met zekerheid weten. Ik ben terugge komen zonder kater, ik weet zeker dat het Zeeuws-Vlaamse publiek zal genieten van deze muziek." „Ik ging naar Roemenië met het romantische idee dat de folklore bestond uit zigeunermuziek met veel viool. Dat is helemaal niet waar, zang is het voornaamste en voor de begeleiding zorgen verschillende instrumenten waaronder de viool en de niet weg te denken accordeon", zegt Yolanda Mergler enthousiast. „De overheid maakte me meteen duidelijk dat zigeuners niet re presentatief zijn voor Roemenië en de zigeunermuziek zeker niet. Zij weigerden zelfs medewerking als ik een specifieke zigeuner- groep zou uitnodigen. Naast de zigeunergroepen zijn er de folk- loregroepen, waarin ook zigeu ners meespelen. In de restau rants komen deze groepen 's avonds en 's nachts spontaan spelen. Iedereen zingt mee, de melodie is bekend en als het alcoholgehalte stijgt, is de broe derschap en saamhorigheid ook groter. Deze sfeer is niet over te planten naar Zeeuws-Vlaande- ren, maar ik wil toch proberen er ook hier een happening van te maken." Verhalend Zij onderstreept haar betoog met brede gebaren en legt uit dat de zigeunermuziek vrij eenvoudig is. Ballades met banale onder werpen, verhalend en soms zelfs moraliserend. Ze geeft toe dat ze gewoon genoten heeft van de spontane voordrachten. „De folkloremuziek heeft een grote diepgang. Ik vertrok be vooroordeeld. Ik dacht dat het oppervlakkige muziek was, maar dat is dus niet waar. De muziek is erg dynamisch en er wordt heerlijk gevarieerd op bekende thema's en melodieën. Deze stijl is vooral instrumentaal en tij dens het spelen wordt aan de violist of de panfluitist volop gelegenheid gegeven om te im proviseren. De meeste groepen zijn spontaan ontstaan, maar er is ook een professioneel orkest. Beide zullen vertegenwoordigd zijn op het Festival. De Nacht van de Karpaten op 22 septem ber in Sas van Gent wordt een Roemeense happening met alles erop en eraan. We krijgen dan ook de hulp van de stichting Sasse Folklore Week en wij zor gen voor een bonte waaier van muziek en Mediator voor culi naire hoogstandjes.1' Panfluit Het Filharmonisch Orkest van Timisoara, Banatul, verzorgt een klassiek programma met Dvorak, en Mendelssohn en Roemeense composities. Een klassiek en semble is al gecontracteerd, evenals de Taragotspeler Cipa- riu. Dit instrument klinkt als een schalmei en heeft een meer open klank dan de klarinet, waar het uiterlijk op lijkt. De panfluitist Georges Zamphir staat op het verlanglijstje van Yolanda Mer gler. „Ik heb een ideaal-plaatje ge maakt waarbij ik rekening hou met de cultuur van Hongarije en Roemenië en waarin ik de klin- .kende namen die het publiek graag ziet, ook niet vergeet. Maar dit ideaal kost geld en ik heb 150.000 gulden sponsorgeld nodig om dit te realiseren. Het bedrijfsleven bepaalt deze keer Yolanda Mergler: „De folkloremuziek heeft een grote diepgang. Ik vertrok bevooroordeeld. Ik dacht dat het oppervlakkige muziek was, maar dat is dus niet waar.foto wim kooyman de grootheid van het festival. Als het bedrag minder is, moet ik gewoon schrappen. Het is een warm thema en de samenwerking met Mediator maakt het geheel aantrekkelijk en publieksvriendelijk. Het pu bliek kan rekenen op een bijdra ge van een symfonie-orkest, een klassiek ensemble, folkloregroe- pen, een groot koor en virtuose solisten uit Roemenië en Honga rije. Natuurlijk worden Oosteu ropese componisten gespeeld, ik Een Roemeens folklore-ensemble speelt voor de Nederlandse gasten. foto archief de stem zou persoonlijk graag een werk van George Enescu laten vertol ken. Naast de Oosteuropeanen zijn er bijdragen vanuit Neder land en België. De banden met het Festival van Vlaanderen zijn weer nauwer aangetrokken," stelt de directrice. Immerseel Dit jaar, na het niet echt ge slaagde avontuur met het Bra bants Orkest, zijn er weer Vlaamse orkesten en koren van de partij. Jos van Immerseel wordt een oude bekende. Hij leidt zijn eigen orkest Anima Eterna. Het Collegium Vocale uit Gent wordt gedirigeerd door Ivan Fisher die een opvallende Matthaus Passion van Bach neerzette in Aardenburg dit jaar en het Koor van de BRTN en het Filharmonisch Orkest van Vlaanderen verzorgen de slot- concerten. Het Orkest brengt Christos van Liszt een niet vaak uitgevoerd werk met solisten en het Praags Filharmonisch koor. Er komt een liedrecital met Roe meense en Hongaarse liederen. Er zijn onderhandelingen met Wout Oosterkamp en Miranda van Kralingen. Als grote naam. komt ook Viktor Liberman op het affiche. Yolanda Mergler loopt over van enthousiasme als ze over het land en de mensen vertelt. „Ik verwachtte een grote grijze mas sa. De gevolgen van de revolutie zijn nog overal zichtbaar en voelbaar. Maar men is bezig aan de heropbouw, overal wordt ge werkt en je ziet de raarste tegen stellingen. Je kunt stellen dat men er 25 jaar achter loopt. De ossekar, de gewone rammeltype machine, de schapenkudde....het is er allemaal. Een nieuwe auto heb ik niet gezien. De moderne kunst is onderge bracht in het voormalige pom peuze paleis. Het is tegenstrijdig, maar er wordt keihard gewerkt. De mensen staan niet meer in de rij voor een boterham en genie ten van het feit dat ze zich nu kunnen verwarmen. Ze stoken zo geweldig dat het zweet je uit breekt. Het woord energiever spilling kennen ze niet." De mensen zijn er volgens Yo landa Mergler, die een VIP-be- handeling genoot, erg gastvrij en spontaan. „Ze schenken je de vrijheid om jezelf te kunnen zijn. Ik heb me geen moment 'opge prikt' gevoeld." Na vijf dagen non-stop muziek beluisteren en afspraken maken, zit Yolanda Mergler weer achter haar bureau en begint nu aan de klus om voldoende geld bijeen te krijgen. Het programma krijgt al vorm, de laatste regelingen moe ten getroffen worden. De tele foon rammelt regelmatig en de computer slikt braaf alle op drachten. Van onze verslaggever Bergen op Zoom - De nu 89-jarige schilder Louis Weijts is vooral bekend van de prinsenwagens en carnavalsver sieringen die hij sinds 1945 ontwierp voor de feestvierders in Bergen op Zoom. Maar ook met het circus heeft Weijts zich intensief beziggehouden en de resultaten daarvan zijn vanaf zater dag te zien in galerie Stu Art aan de Zuidzijde Haven in Bergen op Zoom. Olifant in conté-krijt uit 1948 van Louis Weijts In 1948 kwam Louis Weijts in contact met het destijds vermaarde Circus Mikkenie. Voor de grote tent, met plaats voor 3500 bezoekers, mocht hij een fapade ontwerpen. Hij zette een bonte rij circusattracties neer op de boog met een lengte van 46 meter. Op de tentoonstelling zijn de ontwerpteke ningen voor deze en andere fapades (in kleur) te zien, naast grote tekeningen in krijt en olieverf van olifanten, leeuwen, apen, paarden en clowns. Verder zijn er potloodte keningen en studies van verschillende die ren. Het is duidelijk dat Weijts' voorkeur uitging naar paarden. Hij maakte veel werk van de circuspaarden van Vibeke Mikkenie en Frank Jackson. Ook de tijgers van bejubelde Gilbert Houcke inspireerden hem zeer. Voor 9mslag van 'Lieve Claire ekend door ter van Straaten Tien jaar geleden, in december 1984, nam Edy de Wilde met groots vlagvertoon afscheid als directeur van het Stedelijk Mu seum in Amsterdam. Een in drukwekkend overzicht van het werk dat onder zijn autoriteit was verworven, de tentoonstel ling La Grande Parade, mar keerde het einde van een perio de. Niet alleen van zijn direc teurschap maar ook van de vooraanstaande plaats die het Stedelijk op de internationale kaart in de jaren zestig (nog onder directeur Sandberg) en zeventig had ingenomen. De ontwikkelingen sindsdien in het kunstklimaat hebben er voor gezorgd dat de toon elders gezet wordt, in Amerika met name, en zeker niet meer in het Stedelijk. Grote overzichtsten toonstellingen gaan nu aan de Amsterdamse deur voorbij om dat het met de naar buiten landse maatstaven keutelige budgetten waarmee Nederland se musea moeten woekeren, al lang niet meer te betalen valt. Alleen al de premies waartegen topstukken verzekerd worden, beslaan een bedrag dat de jaar lijkse begroting te boven gaat. Dat er toch spraakmakende tentoonstellingen georgani seerd werden en nog worden, zegt iets over de wervings kracht, de vindingrijkheid en vooral de autoriteit en reputa- Door Frits de Coninck tie van De Wilde en van de huidige directeur Rudi Fuchs. Hun vriendschappen met beel dende kunstenaars, en niet met de geringsten, hebben de col lectie van het Stedelijk tegen prix d'amis verrijkt. Naast La Grande Parade werd hem als afscheidscadeau een uit vier delen bestaand liber amicorum aangeboden, een vriendenboek ter huldiging van de vereerde De Wilde. De 125 kunstenaarsbijdragen die er deel van uitmaken, worden tot half maart getoond in de wol hokken van De Pont in Tilburg, waar zijn vroegere adjunct-di recteur Hendrik Driessen de scepter zwaait. Onder toeziend oog van de nu 75-jarige meester die zitting heeft in het stich tingsbestuur. De 125 bladen zijn gelijk van klein formaat: 30 bij 30 cm. Ze zijn de artistieke getuigenis van een leven, maar ze brengen ook het deel van de internationale kunstwereld in beeld waarin dit museum van De Wilde ope reerde. Elk museum heeft een eigen context die veel groter is dan de tentoonstellingen laten zien. Die context wordt hier zichtbaar. Er zijn prachtige werkjes bij. Drie blauwe lijnen van Franfois Morellet: haast niks en toch heel spannend, zeker op dit kleine formaat, een sensueel .vrouwelijk naakt van Willem de Kooning, de inge pakte Pont Neuf van Christo, een dreigend zwarte potloodte kening van Enzo Cucchi, het handschrift van Richard Tuttle, een van de reeksen van Hanne Darboven. Altijd mooi zijn de bijdragen van beeldhouwers. Omdat ze zoeken naar de krachtlijnen van het beeld, naar dat wat een beeld echt tot beeld maakt zo als volume, massa, ruimte, heb ben ze aan een klein schetsje soms al genoeg om die abstrac te kwaliteiten zichtbaar te ma ken. Op hetzelfde kleine for maat zien we de losse schetsjes voor een monumentaal hardste nen beeld van Ulrich Rückriem, een massa zwart die als een muur op het blad staat van Richard Serra en Eduardo Chillida die een compact vlak laat uitwaaieren tot ruimtelijke vormen. Er zijn verder opval lende bijdragen van Antonio Saura, Lucebert, Robert Man- gold, Roger Raveel, Emo Ver kerk, Frank Vanden Broeck. En nog zoveel meer. Een grote pa rade op klein formaat. Wat hier te zien is, is een spectrum van stijlen, opvattin gen, motieven, overal vandaan en door elkaar heen. Een onbe doeld en ongeordend (althans in wetenschappelijke zin), spontaan en onvolledig over zicht van de kunst na de oorlog. Met een ex-directeur alsiddelpunt. Een kunstge schiedenis in beelden, en wel licht daarom zo mooi. In de schaduw van De Wilde heeft zijn vrouw Nono Rein- hold een eigen artistiek bestaan geleid. Ze is als graficus opge leid in Amsterdam, Parijs en New York. Haar kleuretsen worden samen met het liber amicorum in de wolhokken ge toond. Haar ervaringen van landschap, water en lucht, of gewoon een trappenhuis, heeft ze getransformeerd tot vormen die in kleur verglijden. Door opponerende kleuren tegen el kaar te gebruiken krijgt elke vorm zijn tegenvorm. Dat soort abstractie stelt het probleem van vlakverdeling en ordening. Maar bij haar gebeurt dat ner gens op een droge, rationele manier. Haar werk is behalve heel zorgvuldig, vooral ook/ warm en intiem. De Pont, Wilhelminapark 1, Til burg, t/m 12 maart Galerie Liesbeth Lips gaat ver dwijnen uit Breda en dat is jammer. Een paar jaar geleden streek ze na omzwervingen langs o.a. Delft en Amsterdam neer in Breda, aan de Acade miesingel. In die jaren ervoor had ze een reputatie opge bouwd van een galeriehoudster die oog heeft voor beeldende kunst die conventies door breekt en daardoor voortdu rend verrast. Van die galeristen zijn er altijd te weinig. Het is een kunst om onafhankelijk in die wereld te opereren en trouw te zijn aan je kijk op kunst. Om een houding ten opzichte van beeldende kunst uit te dragen door de keuze van het werk dat je ten toon wil stellen. En dat kan nogal eens een keuze betekenen die commercieel en op de korte termijn gezien niet de meest voor de hand liggende is. Hoe klein haar galerie aan de Aca demiesingel ook was, en met een beperkte tijd van opening, je kwam er altijd kunst tegen die af durfde te wijken, die je dwong te kijken en een stand punt in te nemen. Niks van wat zij op die plek toonde was van- zelfsprekend. Met haar vertrek is Breda een bijzondere plek kwijt. En de stad is toch al niet bedeeld met publieke expositieruimtes die het avontuur zoeken. Hoe graag de stad ook bijzonder wil zijn, uit het niveau van artistieke klimaat blijkt dat niet. De aan wezigheid van een kunstacade mie als St.-Joost, waar toch ook opvallende talenten van daan komen, ten spijt. De men sen die in Breda staan voor het exposeren van beeldende kunst van kwaliteit, voeren een taai gevecht. En van dat podium gaat een opvallende galerie nu verdwijnen. Liesbeth Lips zet haar galerie om overigens per soonlijke redenen, voort in Rot terdam in het gebied dat omge doopt is tot een museumpark, het gebied rond Boymans-van Beuningen, het Architektuur- museum en de Kunsthal. Dat is ongetwijfeld een voor de beel dende kunst vruchtbaarder bo dem. Tot einde december is er een afscheidstentoonstelling in de galerie aan de Academiesingel. Ze toont daar werk uit de eigen collectie. Zo is er een vierluik, aangevuld met zeven nieuwe werken, van Arie de Groot, over wie ik kort geleden schreef en die momenteel een tentoon stelling heeft in Galerie Tegen- bosch in Heusden. Verder zijn er met de hand ingekleurde etsen te zien van Norbert Pran- genberg; werk op doek en pa pier van Herbert Egl, litho's van Armando en diepdrukken van de Spaanse beeldhouwer Eduardo Chillida. I Galerie Liesbeth Lips, Acade miesingel 36, Breda: open op afspraak (telefoon 076-205736) VRIJDAG 16 DECEMBER 1994 Door Ben Ackermans Ooit was Djenné het middelpunt van de Trans-Saharahandel, tegenwoordig stelt de stad in het Westafrikaanse Mali econo misch weinig voor. Maar het uiterlijk en de sfeer bekoren veel mensen. Het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden be licht Djenné in een expositie, en een Nederlands initiatief moet ervoor zorgen dat de unieke lemen bouwwerken ge spaard blijven voor verval. re Maas. „Het is een stad die organisch gegroeid is, en waar de samenhang tussen de afzon derlijke gebouwen en de stad als geheel bewaard is gebleven." Maas promoveerde op 12 decem ber aan de Technische Universi teit van Eindhoven op architec tuur-onderzoek dat hij in de ja ren '80 en '90 in Djenné deed. Hij is verkikkerd op de stad, onder meer omdat het daar vol gens hem nog 'klikt' tussen de gebouwen en hun gebruikers. „De structuur van de stad is heel zuiver, de functies zijn duidelijk afleesbaar." Westerse architecten, ook in Ne derland, heeft dat altijd geboeid. Iemand als Aldo van Eyck reisde daarvoor destijds af naar Mali, en vanuit de Eindhovense TU is er de laatste decennia een leven dig verkeer naar Djenné blijven bestaan. Maas is één van de mensen die er meerdere malen vertoefden. De Bredanaar is niet behept met gevoelens van nostalgie over Djenné. „Het is een moderne Afrikaanse stad en bepaald geen idyllische samenleving. De inwo ners moeten in harde omstandig heden leven." Droogte, armoede en sociale ver anderingen zorgen ervoor dat de stad begint te veranderen. Djen- nesé metselaars trekken in toe nemende mate weg om elders werk te vinden. De kwetsbare leemarchitectuur raakt hier en daar in verval, materialen als golfplaat en cement dringen steeds meer binnen. Na elke re gentijd moeten de metselaars aan de slag om de lemen muren opnieuw aan te smeren, maar het geld daarvoor ontbreekt steeds vaker. „Djenné is geen museumstad, en hoeft dat ook niet worden", zegt Maas. Maar om te voorkomen dat de architectuur te gronde gaat is actie wel nodig. Conser vator Bedaux van het Leidse museum heeft het initiatief ge nomen voor een restauratiefo nds, dat samen met de Malinese overheid wordt opgezet. 'Djenné, mooiste stad van Afrika' in het Rijksmuseum voor Volken kunde in Leiden tot en met 27 augustus 1995. Di t/m vr 10-17 uur, za/zo en feestdagen 12-17 uur. En tree 5 gulden. Het museum in Leiden maakt tot augustus volgend jaar ruimte voor een blik op verleden, heden en toekomst van Djenné. Bevol king, religie, ambachten en ar chitectuur komen onder meer aan bod. Het is een kleine, sfeer volle expositie die smaakt naar meer. Een prachtige catalogus, met de dit keer wel droog-feite- lijke titel Djenné, beeld van een Afrikaanse stad, komt daaraan tegemoet. Dr. Roger Bedaux, conservator Afrika van het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden, zegt: „In de vroege middeleeu wen, toen wij hier nog in hutten zaten, waren er in Afrika al prachtige steden. Djenné was er één van. Een grote handelsstad, het middelpunt van de Trans- Saharahandel waarbij goud, ko lanoten, slaven en ivoor uit het zuiden werden ingewisseld voor zout, sieraden, tapijten en dadels uit het noorden. Al het goud dat toentertijd Europa binnenkwam was afkomstig uit Afrika en kwam via Djenné." Djenné heeft nooit zo'n mythi sche naam gekregen als het 300 kilometer noordelijker gelegen en ondergeschikte Tombouctou. Dat lag aan het feit dat de karavanen niet verder gingen dan die laatste stad. De aan- en afvoer van en naar Djenné ging per boot over de Niger en de zijrivier Bani. Toen andere handelsroutes naar de kustgebieden van West-Afri- ka in zwang kwamen, nam het belang van Djenné snel af. Ook de Franse kolonisatoren, die er in 1893 neerstreken, kenden de stad weinig belang toe. Dat Djenné toch ook nu nog wereldvermaard is, komt door het uiterlijk en de sfeer van de stad, die veel mensen weten te bekoren. De opvallend gaaf ge bleven leemarchitectuur, met de in 1917 gebouwde moskee als grootste blikvanger, kent zijn gelijke niet. De barey-ton, een nog altijd bestaand gilde van metselaars, was voor deze bouw stijl verantwoordelijk. De Unesco plakte de hele stad het etiket van monument op. Niet voor niets. „Djenné heeft echt een bijzondere kwaliteit", meent de Bredase architect Pier- het Circus Suecia, dat opereerde onder de paraplu van Busch-Strassburger, schilderde Weijts in 1949 wildwest-scènes met cowboys en Indianen. De expositie 'Circus in beeld' loopt van 17 december tot en met 28 januari. Ter gelegen heid van de opening, zaterdagmiddag van 13 tot 17 uur, staat op het plein voor de galerie een tent, waar een deel van het werk is opgehangen. Op zondag 15 januari is Louis Weijts vanaf 15 uur aanwezig op een circus middag in café Het Zwijnshoofd aan de Moeregrebstraat in Bergen op Zoom. Andere gasten zijn de Bergse tentenbouwer L. Ribbens en circuskenner Frits van Dix- hoorn. De heren vertellen over het circus in de eerste na-oorlogse jaren en er worden boeken en folders tentoongesteld. Moskee in Djenné. „De structuur van de stad is heel zuiver." foto archief de stem Oegstgeest (anp) - Jan Wolkers gaat terug naar Oegstgeest. De schrijver-beeldend kunstenaar is met de gemeente waar hij werd geboren in gesprek over een kunstwerk. Het moet worden geplaatst in de Overveerpolder, een wijk in aanbouw. Het thema zal zijn: vrouwen en verzet. De schrijver verwierf grote bekendheid met het autobiografische boek Terug naar Oegstgeest. Hij werd in 1925 in de Zuidhollandse gemeente geboren in een gereformeerd gezin met tien kinderen. In het boek zet hij zich sterk tegen zijn jeugd af. Voor zover bekend is het de eerste keer dat de op Texel wonende Wolkers een opdracht van zijn geboorteplaats krijgt. Het is niet de bedoeling dat het kunstwerk de vrouwen in de Tweede Wereldoorlog herdenkt; Oegstgeest beschikt al over oorlogsmonu ment. Als de gemeente de opdracht verstrekt, zal het nog geruime tijd duren voordat het kunstwerk kan worden onthuld. Wolkers heeft laten weten dat hij het zeer druk heeft.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 17