4Ik kreeg een
Roemeense culturele
hersenspoeling'
Blik op circusliefde van Louis Weijts
Verkikkerd op een
Afrikaanse stad
:R
EN
iboek
ten van Bo
Jan Wolkers ontwerpt
beeld voor Oegstgeest
GROTE GIDS
Yolanda Mergler brengt Festival van Zeeuwsch-Vlaanderen in Oosteuropese sfeer
La Petite Parade
IN BEELD
Het afscheid
Expositie belicht Dj enne in Mali
[cEMBER 1994 D2
tcheelt al gauw in het be-
kerrit Kouwenaars regels:
|b nooit naar iets anders
pht dan dit
\cht maken van stenen
t Komrij:
Ib nooit naar iets anders
pht dan dit
onophoudelijk overeind
ld lid
feest geparodieerde dichters
het Nederlands taalgebied
kn te zijn: Vondel, Van Alp.
RCezelle en Kloos. De mees-
Irodisten zijn Nico Scheep-
|r, Drs P., Kees Stip, Ivo de
Ijohn O'Mill en Michel van
Plas, maar dat wisten we
|lijk al. Ook Henk Spaan en
van Kooten gooien hoge
Imet hun Carmiggelt-pasti-
1 En echt lachen kun je om
(wordende parodie van de
toeken van C. Buddingh'
Iw. F. Hermans - een paro-
lie naar verluidt Buddingh'
Etijdig heeft geknakt en zijn
Iswil heeft gebroken. Zo ver
liet gaan.
(parodieënboek geeft eerst
ruim overzicht van de Ne-
Indse literatuur in engere
met alle verbastermgen.
|op volgt hetzelfde op het
ld van volks-, kinder- en
lretliedjes. En dan nog een
licht van alle mogelijke p-
len per genre: bijbelverhaal,
let, sprookje, legende, meis-
|ek, voorwoord, etc.
naai achterin het boek is
de kenners een lijst van
^mde boektitels opgenomen,
i Het zwaailicht van Willem
|:hot, Klaag niet om Agnes
/larnix Gijsen, Ik heb altijd
van W. F. Hermans, Krui-
bitter van Marga Minco en
baak 47/11 van Harry Mu-
Inlijk is hier sprake van een,
Ithodoxe geschiedenis van de
erlandse letterkunde. Voor
[eerst is een, zij het niet
pleet, overzicht gemaakt van
peta-literatuur, dat wil zeg-
literatuur over literatuur,
voor uren bladerplezier.
ben geboren in zonnegloren,
pt parodieënboek' is samen-
pld door Rody Chamuleau en
Dautzenberg (uitg. Nijgh
iDitmar, prijs 49,50).
is en een beetje ordinair. Ze
nogal eens winden en kijkt
g naar mannen. Die twee
en elkaar niet - 'lazer op me
ouwehoer' - maar hun ver-
enheid vindt uiteindelijk
slag in een nacht waarin Bo
broertje niet is. Hun ge-
:k, de ochtend daarna, is bij-
Om de schaamte te onder
ken, om vast te stellen dat
niets voorstelt en tegelijker-
de grenzen te trekken. 'Heie
geen bos', riep ik, 'een
jevol dunne bomen.' 'Had ik
:an een bos beloofd?' vroeg
,e Door nors.
tante Door gaat Bo op zoek
Thea's vader die zij nooit
:nd heeft. Zij heeft kortgele-
zijn adres in handen gekre-
Waarschijnlijk is hij slager,
maal in de winkel gaat
|a's beeld dat ze altijd van
vader had, volledig verlo-
Die confrontatie wordt
tterend en laconiek beschre-
Later op de dag wordt Bo in
ar geslagen, omdat hij voor
o wordt aangezien. Hij be-
,gt zichzelf niet, hij had het
iers zelf uitgelokt,
ik doodgegaan of niet?
Jagt hij aan Thea. 'Doe wat je
t laten kunt', zegt ze. De
ktocht wordt uiteindelijk een
illusie. Wat het verhaal extra
mdig maakt, zijn de sterke
logen. Bo is soms wrang,
is jaloers en maar zelden lief,
tom een echte puber, maar
die eerlijk is ten opzichte
zichzelf en anderen. Zo is
ve Claire een ontroerend en
nnend zelfportret. Van mij
g er een heel mooi lijstje om.
eter van Gestel: 'Lieve Claire,
litg. Fontein, prijs 27,50, vanat
3 jaar.
Door Jeanette Vergouwen
Yolanda Mergler is volop be
zig met de voorbereidingen
voor het Festival van Zeeuw
sch-Vlaanderen 1995, dat als
thema krijgt 'Tussen Donau
en Karpaten'. De directrice
van het Zuidlandtheater in
Terneuzen ging vijf dagen
naar Roemenië om alles te
weten te komen over de
volksmuziek.
De Hongaarse en Roemeense
cultuur en de wederzijdse in
vloeden moeten in het festival
1995 breed uitgemeten worden.
Het festival zorgt in de periode
van 8 september tot 1 oktober
voor muzikale evenementen en
de stichting Mediator in Aarden
burg stelt zich garant voor een
randprogramma met exposities,
films, diavertoningen en Roe
meense hapjes en wijnen. Media
tor is een stichting die de zake
lijke en culturele relaties tussen
Nederland en Roemenië behar
tigt. In het voorjaar van '95
wordt het huis, naast het stad
huis in Aardenburg, van waaruit
de stichting gaat opereren, geo
pend.
Yolanda Mergler werd in Roe
menië geleid door het echtpaar
Ionita van Mediator dat er goed
de weg kent. Tussendoor werden
afspraken gemaakt voor de Zee
land Cultuurmaand met poppen
spelers. In de Zeeland Cultuur
Maand 1995 wordt voor het eerst
aandacht besteed aan deze thea-
tertak.
„Het was een droomreis, ik
kreeg in vijf dagen een Roe
meense culturele hersenspoeling,
maar ik ben er heel geïnspireerd
uit tevoorschijn gekomen," ver
telt Yolanda Mergler. „Geslapen
heb ik bijna niet, mijn hoofd
barst van allerlei melodieën. Ik
ging op zoek naar de folklore- en
zigeunermuziek en de invloed
van de volksmuziek in de klas
sieke composities. Ik ben verrijkt
teruggekomen, de volksmuziek is
boeiend en meeslepend. Bi] het
kiezen van een dergelijk thema
neem je een risico, de muziek
moet het publiek boeien en bij
volksmuziek kun je dit niet met
zekerheid weten. Ik ben terugge
komen zonder kater, ik weet
zeker dat het Zeeuws-Vlaamse
publiek zal genieten van deze
muziek."
„Ik ging naar Roemenië met het
romantische idee dat de folklore
bestond uit zigeunermuziek met
veel viool. Dat is helemaal niet
waar, zang is het voornaamste
en voor de begeleiding zorgen
verschillende instrumenten
waaronder de viool en de niet
weg te denken accordeon", zegt
Yolanda Mergler enthousiast.
„De overheid maakte me meteen
duidelijk dat zigeuners niet re
presentatief zijn voor Roemenië
en de zigeunermuziek zeker niet.
Zij weigerden zelfs medewerking
als ik een specifieke zigeuner-
groep zou uitnodigen. Naast de
zigeunergroepen zijn er de folk-
loregroepen, waarin ook zigeu
ners meespelen. In de restau
rants komen deze groepen 's
avonds en 's nachts spontaan
spelen. Iedereen zingt mee, de
melodie is bekend en als het
alcoholgehalte stijgt, is de broe
derschap en saamhorigheid ook
groter. Deze sfeer is niet over te
planten naar Zeeuws-Vlaande-
ren, maar ik wil toch proberen er
ook hier een happening van te
maken."
Verhalend
Zij onderstreept haar betoog met
brede gebaren en legt uit dat de
zigeunermuziek vrij eenvoudig
is. Ballades met banale onder
werpen, verhalend en soms zelfs
moraliserend. Ze geeft toe dat ze
gewoon genoten heeft van de
spontane voordrachten.
„De folkloremuziek heeft een
grote diepgang. Ik vertrok be
vooroordeeld. Ik dacht dat het
oppervlakkige muziek was, maar
dat is dus niet waar. De muziek
is erg dynamisch en er wordt
heerlijk gevarieerd op bekende
thema's en melodieën. Deze stijl
is vooral instrumentaal en tij
dens het spelen wordt aan de
violist of de panfluitist volop
gelegenheid gegeven om te im
proviseren. De meeste groepen
zijn spontaan ontstaan, maar er
is ook een professioneel orkest.
Beide zullen vertegenwoordigd
zijn op het Festival. De Nacht
van de Karpaten op 22 septem
ber in Sas van Gent wordt een
Roemeense happening met alles
erop en eraan. We krijgen dan
ook de hulp van de stichting
Sasse Folklore Week en wij zor
gen voor een bonte waaier van
muziek en Mediator voor culi
naire hoogstandjes.1'
Panfluit
Het Filharmonisch Orkest van
Timisoara, Banatul, verzorgt een
klassiek programma met Dvorak,
en Mendelssohn en Roemeense
composities. Een klassiek en
semble is al gecontracteerd,
evenals de Taragotspeler Cipa-
riu. Dit instrument klinkt als een
schalmei en heeft een meer open
klank dan de klarinet, waar het
uiterlijk op lijkt. De panfluitist
Georges Zamphir staat op het
verlanglijstje van Yolanda Mer
gler.
„Ik heb een ideaal-plaatje ge
maakt waarbij ik rekening hou
met de cultuur van Hongarije en
Roemenië en waarin ik de klin-
.kende namen die het publiek
graag ziet, ook niet vergeet.
Maar dit ideaal kost geld en ik
heb 150.000 gulden sponsorgeld
nodig om dit te realiseren. Het
bedrijfsleven bepaalt deze keer
Yolanda Mergler: „De folkloremuziek heeft een grote diepgang.
Ik vertrok bevooroordeeld. Ik dacht dat het oppervlakkige
muziek was, maar dat is dus niet waar.foto wim kooyman
de grootheid van het festival. Als
het bedrag minder is, moet ik
gewoon schrappen.
Het is een warm thema en de
samenwerking met Mediator
maakt het geheel aantrekkelijk
en publieksvriendelijk. Het pu
bliek kan rekenen op een bijdra
ge van een symfonie-orkest, een
klassiek ensemble, folkloregroe-
pen, een groot koor en virtuose
solisten uit Roemenië en Honga
rije. Natuurlijk worden Oosteu
ropese componisten gespeeld, ik
Een Roemeens folklore-ensemble speelt voor de Nederlandse gasten.
foto archief de stem
zou persoonlijk graag een werk
van George Enescu laten vertol
ken. Naast de Oosteuropeanen
zijn er bijdragen vanuit Neder
land en België. De banden met
het Festival van Vlaanderen zijn
weer nauwer aangetrokken,"
stelt de directrice.
Immerseel
Dit jaar, na het niet echt ge
slaagde avontuur met het Bra
bants Orkest, zijn er weer
Vlaamse orkesten en koren van
de partij. Jos van Immerseel
wordt een oude bekende. Hij
leidt zijn eigen orkest Anima
Eterna. Het Collegium Vocale uit
Gent wordt gedirigeerd door
Ivan Fisher die een opvallende
Matthaus Passion van Bach
neerzette in Aardenburg dit jaar
en het Koor van de BRTN en het
Filharmonisch Orkest van
Vlaanderen verzorgen de slot-
concerten. Het Orkest brengt
Christos van Liszt een niet vaak
uitgevoerd werk met solisten en
het Praags Filharmonisch koor.
Er komt een liedrecital met Roe
meense en Hongaarse liederen.
Er zijn onderhandelingen met
Wout Oosterkamp en Miranda
van Kralingen. Als grote naam.
komt ook Viktor Liberman op
het affiche.
Yolanda Mergler loopt over van
enthousiasme als ze over het
land en de mensen vertelt. „Ik
verwachtte een grote grijze mas
sa. De gevolgen van de revolutie
zijn nog overal zichtbaar en
voelbaar. Maar men is bezig aan
de heropbouw, overal wordt ge
werkt en je ziet de raarste tegen
stellingen. Je kunt stellen dat
men er 25 jaar achter loopt. De
ossekar, de gewone rammeltype
machine, de schapenkudde....het
is er allemaal. Een nieuwe auto
heb ik niet gezien.
De moderne kunst is onderge
bracht in het voormalige pom
peuze paleis. Het is tegenstrijdig,
maar er wordt keihard gewerkt.
De mensen staan niet meer in de
rij voor een boterham en genie
ten van het feit dat ze zich nu
kunnen verwarmen. Ze stoken zo
geweldig dat het zweet je uit
breekt. Het woord energiever
spilling kennen ze niet."
De mensen zijn er volgens Yo
landa Mergler, die een VIP-be-
handeling genoot, erg gastvrij en
spontaan. „Ze schenken je de
vrijheid om jezelf te kunnen zijn.
Ik heb me geen moment 'opge
prikt' gevoeld."
Na vijf dagen non-stop muziek
beluisteren en afspraken maken,
zit Yolanda Mergler weer achter
haar bureau en begint nu aan de
klus om voldoende geld bijeen te
krijgen. Het programma krijgt al
vorm, de laatste regelingen moe
ten getroffen worden. De tele
foon rammelt regelmatig en de
computer slikt braaf alle op
drachten.
Van onze verslaggever
Bergen op Zoom - De nu 89-jarige
schilder Louis Weijts is vooral bekend
van de prinsenwagens en carnavalsver
sieringen die hij sinds 1945 ontwierp
voor de feestvierders in Bergen op
Zoom. Maar ook met het circus heeft
Weijts zich intensief beziggehouden en
de resultaten daarvan zijn vanaf zater
dag te zien in galerie Stu Art aan de
Zuidzijde Haven in Bergen op Zoom.
Olifant in conté-krijt uit 1948 van Louis
Weijts
In 1948 kwam Louis Weijts in contact met
het destijds vermaarde Circus Mikkenie.
Voor de grote tent, met plaats voor 3500
bezoekers, mocht hij een fapade ontwerpen.
Hij zette een bonte rij circusattracties neer
op de boog met een lengte van 46 meter.
Op de tentoonstelling zijn de ontwerpteke
ningen voor deze en andere fapades (in
kleur) te zien, naast grote tekeningen in krijt
en olieverf van olifanten, leeuwen, apen,
paarden en clowns. Verder zijn er potloodte
keningen en studies van verschillende die
ren.
Het is duidelijk dat Weijts' voorkeur uitging
naar paarden. Hij maakte veel werk van de
circuspaarden van Vibeke Mikkenie en
Frank Jackson. Ook de tijgers van bejubelde
Gilbert Houcke inspireerden hem zeer. Voor
9mslag van 'Lieve Claire
ekend door
ter van Straaten
Tien jaar geleden, in december
1984, nam Edy de Wilde met
groots vlagvertoon afscheid als
directeur van het Stedelijk Mu
seum in Amsterdam. Een in
drukwekkend overzicht van het
werk dat onder zijn autoriteit
was verworven, de tentoonstel
ling La Grande Parade, mar
keerde het einde van een perio
de. Niet alleen van zijn direc
teurschap maar ook van de
vooraanstaande plaats die het
Stedelijk op de internationale
kaart in de jaren zestig (nog
onder directeur Sandberg) en
zeventig had ingenomen.
De ontwikkelingen sindsdien in
het kunstklimaat hebben er
voor gezorgd dat de toon elders
gezet wordt, in Amerika met
name, en zeker niet meer in het
Stedelijk. Grote overzichtsten
toonstellingen gaan nu aan de
Amsterdamse deur voorbij om
dat het met de naar buiten
landse maatstaven keutelige
budgetten waarmee Nederland
se musea moeten woekeren, al
lang niet meer te betalen valt.
Alleen al de premies waartegen
topstukken verzekerd worden,
beslaan een bedrag dat de jaar
lijkse begroting te boven gaat.
Dat er toch spraakmakende
tentoonstellingen georgani
seerd werden en nog worden,
zegt iets over de wervings
kracht, de vindingrijkheid en
vooral de autoriteit en reputa-
Door Frits de Coninck
tie van De Wilde en van de
huidige directeur Rudi Fuchs.
Hun vriendschappen met beel
dende kunstenaars, en niet met
de geringsten, hebben de col
lectie van het Stedelijk tegen
prix d'amis verrijkt.
Naast La Grande Parade werd
hem als afscheidscadeau een
uit vier delen bestaand liber
amicorum aangeboden, een
vriendenboek ter huldiging van
de vereerde De Wilde. De 125
kunstenaarsbijdragen die er
deel van uitmaken, worden tot
half maart getoond in de wol
hokken van De Pont in Tilburg,
waar zijn vroegere adjunct-di
recteur Hendrik Driessen de
scepter zwaait. Onder toeziend
oog van de nu 75-jarige meester
die zitting heeft in het stich
tingsbestuur.
De 125 bladen zijn gelijk van
klein formaat: 30 bij 30 cm. Ze
zijn de artistieke getuigenis van
een leven, maar ze brengen ook
het deel van de internationale
kunstwereld in beeld waarin
dit museum van De Wilde ope
reerde. Elk museum heeft een
eigen context die veel groter is
dan de tentoonstellingen laten
zien. Die context wordt hier
zichtbaar. Er zijn prachtige
werkjes bij. Drie blauwe lijnen
van Franfois Morellet: haast
niks en toch heel spannend,
zeker op dit kleine formaat, een
sensueel .vrouwelijk naakt van
Willem de Kooning, de inge
pakte Pont Neuf van Christo,
een dreigend zwarte potloodte
kening van Enzo Cucchi, het
handschrift van Richard Tuttle,
een van de reeksen van Hanne
Darboven.
Altijd mooi zijn de bijdragen
van beeldhouwers. Omdat ze
zoeken naar de krachtlijnen
van het beeld, naar dat wat een
beeld echt tot beeld maakt zo
als volume, massa, ruimte, heb
ben ze aan een klein schetsje
soms al genoeg om die abstrac
te kwaliteiten zichtbaar te ma
ken. Op hetzelfde kleine for
maat zien we de losse schetsjes
voor een monumentaal hardste
nen beeld van Ulrich Rückriem,
een massa zwart die als een
muur op het blad staat van
Richard Serra en Eduardo
Chillida die een compact vlak
laat uitwaaieren tot ruimtelijke
vormen. Er zijn verder opval
lende bijdragen van Antonio
Saura, Lucebert, Robert Man-
gold, Roger Raveel, Emo Ver
kerk, Frank Vanden Broeck. En
nog zoveel meer. Een grote pa
rade op klein formaat.
Wat hier te zien is, is een
spectrum van stijlen, opvattin
gen, motieven, overal vandaan
en door elkaar heen. Een onbe
doeld en ongeordend (althans
in wetenschappelijke zin),
spontaan en onvolledig over
zicht van de kunst na de oorlog.
Met een ex-directeur
alsiddelpunt. Een kunstge
schiedenis in beelden, en wel
licht daarom zo mooi.
In de schaduw van De Wilde
heeft zijn vrouw Nono Rein-
hold een eigen artistiek bestaan
geleid. Ze is als graficus opge
leid in Amsterdam, Parijs en
New York. Haar kleuretsen
worden samen met het liber
amicorum in de wolhokken ge
toond. Haar ervaringen van
landschap, water en lucht, of
gewoon een trappenhuis, heeft
ze getransformeerd tot vormen
die in kleur verglijden. Door
opponerende kleuren tegen el
kaar te gebruiken krijgt elke
vorm zijn tegenvorm. Dat soort
abstractie stelt het probleem
van vlakverdeling en ordening.
Maar bij haar gebeurt dat ner
gens op een droge, rationele
manier. Haar werk is behalve
heel zorgvuldig, vooral ook/
warm en intiem.
De Pont, Wilhelminapark 1, Til
burg, t/m 12 maart
Galerie Liesbeth Lips gaat ver
dwijnen uit Breda en dat is
jammer. Een paar jaar geleden
streek ze na omzwervingen
langs o.a. Delft en Amsterdam
neer in Breda, aan de Acade
miesingel. In die jaren ervoor
had ze een reputatie opge
bouwd van een galeriehoudster
die oog heeft voor beeldende
kunst die conventies door
breekt en daardoor voortdu
rend verrast.
Van die galeristen zijn er altijd
te weinig. Het is een kunst om
onafhankelijk in die wereld te
opereren en trouw te zijn aan je
kijk op kunst. Om een houding
ten opzichte van beeldende
kunst uit te dragen door de
keuze van het werk dat je ten
toon wil stellen. En dat kan
nogal eens een keuze betekenen
die commercieel en op de korte
termijn gezien niet de meest
voor de hand liggende is. Hoe
klein haar galerie aan de Aca
demiesingel ook was, en met
een beperkte tijd van opening,
je kwam er altijd kunst tegen
die af durfde te wijken, die je
dwong te kijken en een stand
punt in te nemen. Niks van wat
zij op die plek toonde was van-
zelfsprekend.
Met haar vertrek is Breda een
bijzondere plek kwijt. En de
stad is toch al niet bedeeld met
publieke expositieruimtes die
het avontuur zoeken. Hoe graag
de stad ook bijzonder wil zijn,
uit het niveau van artistieke
klimaat blijkt dat niet. De aan
wezigheid van een kunstacade
mie als St.-Joost, waar toch
ook opvallende talenten van
daan komen, ten spijt. De men
sen die in Breda staan voor het
exposeren van beeldende kunst
van kwaliteit, voeren een taai
gevecht. En van dat podium
gaat een opvallende galerie nu
verdwijnen. Liesbeth Lips zet
haar galerie om overigens per
soonlijke redenen, voort in Rot
terdam in het gebied dat omge
doopt is tot een museumpark,
het gebied rond Boymans-van
Beuningen, het Architektuur-
museum en de Kunsthal. Dat is
ongetwijfeld een voor de beel
dende kunst vruchtbaarder bo
dem.
Tot einde december is er een
afscheidstentoonstelling in de
galerie aan de Academiesingel.
Ze toont daar werk uit de eigen
collectie. Zo is er een vierluik,
aangevuld met zeven nieuwe
werken, van Arie de Groot,
over wie ik kort geleden schreef
en die momenteel een tentoon
stelling heeft in Galerie Tegen-
bosch in Heusden. Verder zijn
er met de hand ingekleurde
etsen te zien van Norbert Pran-
genberg; werk op doek en pa
pier van Herbert Egl, litho's
van Armando en diepdrukken
van de Spaanse beeldhouwer
Eduardo Chillida.
I Galerie Liesbeth Lips, Acade
miesingel 36, Breda: open op
afspraak (telefoon 076-205736)
VRIJDAG 16 DECEMBER 1994
Door Ben Ackermans
Ooit was Djenné het middelpunt van de Trans-Saharahandel,
tegenwoordig stelt de stad in het Westafrikaanse Mali econo
misch weinig voor. Maar het uiterlijk en de sfeer bekoren veel
mensen. Het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden be
licht Djenné in een expositie, en een Nederlands initiatief
moet ervoor zorgen dat de unieke lemen bouwwerken ge
spaard blijven voor verval.
re Maas. „Het is een stad die
organisch gegroeid is, en waar
de samenhang tussen de afzon
derlijke gebouwen en de stad als
geheel bewaard is gebleven."
Maas promoveerde op 12 decem
ber aan de Technische Universi
teit van Eindhoven op architec
tuur-onderzoek dat hij in de ja
ren '80 en '90 in Djenné deed.
Hij is verkikkerd op de stad,
onder meer omdat het daar vol
gens hem nog 'klikt' tussen de
gebouwen en hun gebruikers.
„De structuur van de stad is heel
zuiver, de functies zijn duidelijk
afleesbaar."
Westerse architecten, ook in Ne
derland, heeft dat altijd geboeid.
Iemand als Aldo van Eyck reisde
daarvoor destijds af naar Mali,
en vanuit de Eindhovense TU is
er de laatste decennia een leven
dig verkeer naar Djenné blijven
bestaan. Maas is één van de
mensen die er meerdere malen
vertoefden.
De Bredanaar is niet behept met
gevoelens van nostalgie over
Djenné. „Het is een moderne
Afrikaanse stad en bepaald geen
idyllische samenleving. De inwo
ners moeten in harde omstandig
heden leven."
Droogte, armoede en sociale ver
anderingen zorgen ervoor dat de
stad begint te veranderen. Djen-
nesé metselaars trekken in toe
nemende mate weg om elders
werk te vinden. De kwetsbare
leemarchitectuur raakt hier en
daar in verval, materialen als
golfplaat en cement dringen
steeds meer binnen. Na elke re
gentijd moeten de metselaars
aan de slag om de lemen muren
opnieuw aan te smeren, maar
het geld daarvoor ontbreekt
steeds vaker.
„Djenné is geen museumstad, en
hoeft dat ook niet worden", zegt
Maas. Maar om te voorkomen
dat de architectuur te gronde
gaat is actie wel nodig. Conser
vator Bedaux van het Leidse
museum heeft het initiatief ge
nomen voor een restauratiefo
nds, dat samen met de Malinese
overheid wordt opgezet.
'Djenné, mooiste stad van Afrika'
in het Rijksmuseum voor Volken
kunde in Leiden tot en met 27
augustus 1995. Di t/m vr 10-17 uur,
za/zo en feestdagen 12-17 uur. En
tree 5 gulden.
Het museum in Leiden maakt tot
augustus volgend jaar ruimte
voor een blik op verleden, heden
en toekomst van Djenné. Bevol
king, religie, ambachten en ar
chitectuur komen onder meer
aan bod. Het is een kleine, sfeer
volle expositie die smaakt naar
meer. Een prachtige catalogus,
met de dit keer wel droog-feite-
lijke titel Djenné, beeld van een
Afrikaanse stad, komt daaraan
tegemoet.
Dr. Roger Bedaux, conservator
Afrika van het Rijksmuseum
voor Volkenkunde in Leiden,
zegt: „In de vroege middeleeu
wen, toen wij hier nog in hutten
zaten, waren er in Afrika al
prachtige steden. Djenné was er
één van. Een grote handelsstad,
het middelpunt van de Trans-
Saharahandel waarbij goud, ko
lanoten, slaven en ivoor uit het
zuiden werden ingewisseld voor
zout, sieraden, tapijten en dadels
uit het noorden. Al het goud dat
toentertijd Europa binnenkwam
was afkomstig uit Afrika en
kwam via Djenné."
Djenné heeft nooit zo'n mythi
sche naam gekregen als het 300
kilometer noordelijker gelegen
en ondergeschikte Tombouctou.
Dat lag aan het feit dat de
karavanen niet verder gingen
dan die laatste stad. De aan- en
afvoer van en naar Djenné ging
per boot over de Niger en de
zijrivier Bani.
Toen andere handelsroutes naar
de kustgebieden van West-Afri-
ka in zwang kwamen, nam het
belang van Djenné snel af. Ook
de Franse kolonisatoren, die er
in 1893 neerstreken, kenden de
stad weinig belang toe.
Dat Djenné toch ook nu nog
wereldvermaard is, komt door
het uiterlijk en de sfeer van de
stad, die veel mensen weten te
bekoren. De opvallend gaaf ge
bleven leemarchitectuur, met de
in 1917 gebouwde moskee als
grootste blikvanger, kent zijn
gelijke niet. De barey-ton, een
nog altijd bestaand gilde van
metselaars, was voor deze bouw
stijl verantwoordelijk.
De Unesco plakte de hele stad
het etiket van monument op.
Niet voor niets. „Djenné heeft
echt een bijzondere kwaliteit",
meent de Bredase architect Pier-
het Circus Suecia, dat opereerde onder de
paraplu van Busch-Strassburger, schilderde
Weijts in 1949 wildwest-scènes met cowboys
en Indianen.
De expositie 'Circus in beeld' loopt van 17
december tot en met 28 januari. Ter gelegen
heid van de opening, zaterdagmiddag van 13
tot 17 uur, staat op het plein voor de galerie
een tent, waar een deel van het werk is
opgehangen. Op zondag 15 januari is Louis
Weijts vanaf 15 uur aanwezig op een circus
middag in café Het Zwijnshoofd aan de
Moeregrebstraat in Bergen op Zoom.
Andere gasten zijn de Bergse tentenbouwer
L. Ribbens en circuskenner Frits van Dix-
hoorn. De heren vertellen over het circus in
de eerste na-oorlogse jaren en er worden
boeken en folders tentoongesteld.
Moskee in Djenné. „De structuur van de stad is heel zuiver."
foto archief de stem
Oegstgeest (anp) - Jan Wolkers gaat terug naar Oegstgeest. De
schrijver-beeldend kunstenaar is met de gemeente waar hij
werd geboren in gesprek over een kunstwerk. Het moet
worden geplaatst in de Overveerpolder, een wijk in aanbouw.
Het thema zal zijn: vrouwen en verzet.
De schrijver verwierf grote bekendheid met het autobiografische
boek Terug naar Oegstgeest. Hij werd in 1925 in de Zuidhollandse
gemeente geboren in een gereformeerd gezin met tien kinderen. In
het boek zet hij zich sterk tegen zijn jeugd af. Voor zover bekend is
het de eerste keer dat de op Texel wonende Wolkers een opdracht
van zijn geboorteplaats krijgt.
Het is niet de bedoeling dat het kunstwerk de vrouwen in de Tweede
Wereldoorlog herdenkt; Oegstgeest beschikt al over oorlogsmonu
ment. Als de gemeente de opdracht verstrekt, zal het nog geruime
tijd duren voordat het kunstwerk kan worden onthuld. Wolkers heeft
laten weten dat hij het zeer druk heeft.