Weekend Mens moet leren omgaan met genetische techniek DE STEM E4 Klinisch geneticus prof. dr. J. Geraedts van de Rijksuniversiteit Limburg geeft in enkele woorden aan wat de bijdrage van de Nederlandse wetenschap is aan de wereldwijde race om de totale erfelijke code van de mens te ontcijferen. „De DNA-onderzoekers van Nederland houden zich vooral bezig met de ontrafeling van ziekte veroorzakende genen." Nederlandse specialisten concentreren zich op ziekte-genen Nu het menselijke genoom zo goed als in kaart is gebracht zullen de mogelijkheden van genetische manipulatie alleen nog maar toenemen. De ethische problemen en dilemma's die daarmee samenhangen zullen ongetwijfeld volgen. Een kleine greep uit wat al is en wat nog kan komen. Elke nieuwe techniek lijkt nieuwe vragen met zich mee te brengen ZATERDAG 3 DECEMBER 1994 De DM-code is een Sinterklaassurprise De Nederlandse keuze is vooral ingegeven door de financiële moge lijkheden. Nog maar vier jaar geleden kwam ongeveer zes miljoen beschikbaar voor DNA-on- derzoek in Nederland. Een com missie onder leiding van voorzitter prof dr. Buys aan de Rijksuniversi teit Groningen, waarvan Geraedts ook lid is, mocht uitmaken naar welke projecten het geld ging. „Sinds 1991 hebben we ongeveer 6,4 miljoen verdeeld, de pot is nu helemaal op, terwijl we nog jaren vooruit zouden kunnen met stapels goede projecten. Zeker drie keer zoveel als er nu zijn uitgevoerd," zegt Geraedts. Door Laur Crouzen Zes miljoen is natuurlijk 'peanuts' vergeleken met de honderden mil joenen dollars, die in de VS aan DNA-onderzoek worden gespen deerd, maar toch hoeft Nederland zich bepaald niet te schamen voor zijn resultaten. Geraedts: „Met ongeveer honderd duizend genen in de kernen van cellen kan iets misgaan." In een helikoptervlucht van enkele minu ten, begeleid in een elftal zinnen, legt Geraedts uit hoe het DNA-on derzoek in Nederland eruit ziet. Hij wijst in een boek naar een lijst van 87 erfelijke aandoeningen. Voor zien van de meest ingewikkelde namen en aanduidingen in afkor- tingsvorm, met daarachter in cij fercode welke universiteiten welk onderzoek doet en op welke ter mijn het resultaat wordt verwacht. Nagenoeg elke universiteit met een medische faculteit doet DNA-on derzoek. Elk onderzoekscentrum heeft het fragiele X-syndroom op het programma en er zijn nog en kele andere aandoeningen, die zeer goed gecoverd zijn. Een van de mooiste DNA-succes- sen in Maastricht is de ontrafeling van de erfelijke achtergrond van de myotone spierdistrofie, een ernsti ge vorm van spierzwakte, die ge paard kan gaan met een mentale achterstand bij kinderen. De onderzoekers ontdekten dat het ziektebeeld van deze erfelijke aan doening bij elke volgende generatie zich op steeds vroegere leeftijd openbaart en steeds ernstiger ver loopt. Dat verschijnsel werd antici patie genoemd, maar de befaamde Britse geneticus Penrose trok het optreden van anticipatie sterk in twijfel. Dertig jaar lang durfde niemand hem tegen te spreken, totdat aan de RL in Maastricht de Rotterdamse neuroloog dr. C. J. Höweler een uitgebreid onderzoek deed. Hij vond dat in elke opeen volgende generatie het DNA-ge- bied, dat aan de afwijking gerela teerd is, groter werd. Het betreft een forse uitbreiding van steeds dezelfde CTG-codermg in het DNA. Een dergelijk onderzoek is type rend voor Nederland, zegt prof. dr. G.J.B. van Ommen, hoogleraar hu mane genetica aan de Rijksuniver siteit van Leiden. Hij kan een hele reeks erfelijke aandoeningen op sommen, waaraan in Nederland en meer in het bijzonder in Leiden met succes onderzoek is gedaan. Bijvoorbeeld: verschillende soorten van spierdystrofie, het fragiele x- syndroom, vochtblazen in de nieren -de cyste-nieren - de ziekte van Huntington, borst- en darmkanker, waarvan de afwijkende DNA- plaatsen op verschillende chromo somen te vinden zijn. Van Ommen: „Leiden heeft aan die onderzoeken een internationaal steeds meer gewaarderde onder zoeksmethode bijgedragen, de zo geheten fluorescente in situ hybri disatie. Die methode komt erop neer dat aan uitgestrekte stukken DNA-streng op chemische wijze maximaal twaalf kleuren gegeven kunnen worden, waardoor de ge zochte stukken DNA heel gemak kelijk te vinden zijn, zondar dat daar meteen een elektronenmicro scoop aan te pas hoeft te komen." „Een simpele vergroting van enkele honderden keren kan dan al vol staan. Op die manier kan het DNA van enkele cellen al heel gericht afgezocht worden. In 1987 lukte het in Leiden ook om aan gemani puleerde broodgistcellen een acht tiende chromosoom toe te voegen met specifieke veelgevraagde stuk jes DNA. Op die manier is in Leiden een hele gistcel-DNA-bibli- otheek ingericht, waarvan de pro bes in kleine plastic buisjes met probes de hele wereld over gaan op bestellling." Prof. van Ommen is van mening, dat het zeker nog tot 2005 zal duren voordat de hele menselijke DNA-bibliotheek in ACTG-letters van de basencode ontcijferd zal zijn. Wel komen de omtrekken van de 46 menselijke chromosomen - 'De DNA-worstjes in de celker nen' - langzaam helemaal in beeld. Volgens prof. dr. J. Geraedts zal het Nederlandse DNA-onderzoek, als er voldoende geld beschikbaar komt, twee wegen inslaan. In de eerste plaats zal de aandacht van onderzoekers zich gaan richten op niet zo simpel overervende ziektes, zoals diabetes en de aanleg voor hart- en vaatziektes. De DNA-wor- tels van dit soort medische proble men blijken zeer gecompliceerd te zijn, niet alleen omdat het om veel verschillende plekken op de chro mosomen gaat, maar ook omdat invloed van omgevingsfactoren en leef- en eetgewoonten ook meege wogen moeten worden. De tweede benadering van het DNA-onderzoek zal zich richten op de vraag hoe een bepaald gen, dat verantwoordelijk is voor een erfe lijke ziekte in het lichaam tot ex pressie komt. Dat wil zeggen, dat onderzoekers willen nagaan voor welke stoffen dat gen codeert, wel ke rol die stoffen spelen in het functioneren van bepaalde organen en wat het uiteindelijke totale ef fect van het defecte gen is. Voor dit soort onderzoek gebruikt men over het algemeen transgene muizen, waarin door recombinant-techniek het defecte gen wordt ingebracht. Zo beschikt de medische faculteit in Rotterdam al over een fragiele X-muis. De vraag of via het DNA-onder zoek ooit alle erfelijke ziektes uit gebannen kunnen worden, is een moeilijke voor Geraerdts. „Mutaties, kleine veranderingen in de DNA-codes zullen zich steeds blijven voordoen, zo zit het leven in elkaar. Je weet nooit welke afwij kingen er weer opduiken. En bo vendien gaat het goed afschrijven van DNA met het ouder worden Prof.dr. J. Geraedts: „Mutaties, kleine veranderingen in de DNA-codes zullen zich steeds blijven voordoen, zo zit het leven in elkaar. Je weet nooit welke afwijkingen er weer opduiken.f0t0 paul mellaart ook steeds moeizamer. Dood gaan zullen we tenslotte allemaal: wat dat betreft is het DNA te vergelij ken met de wolfraamdraad in de gloeilamp. Eens brandt hij door," aldus Geraedts. Prof. van Ommen voegt daar nog aan toe: „Mensen denken wel eens, dat met het ontrafelen van de gehe le DNA-code het geheim van het leven bloot ligt. Zo is het dus echt niet, want behalve de genen is er nog veel meer DNA in de celkern, waarvan wij de functie nog niet kunnen doorgronden. De DNA-co de zal een sinterklaas-surpise blij ken te zijn, die steeds weer nieuwe vragen oproept." Waarom mogen zwar te of gekleurde vrouwen geen blan ke kinderen krijgen, als ze daar zelf om vragen? Door de bank genomen blijken blanke kin deren een betere toekomst te heb ben. Ze worden niet om hun huids kleur gediscrimineerd en hebben een grotere kans op een baan en huisvesting. Een zwarte moeder geeft haar kind dus de beste per spectieven door het een lichte, blanke huidskleur mee te geven. Wanneer artsen geen gehoor geven aan zo'n verzoek zijn ze discrimi nerend bezig. Of niet? Het bovenstaande probleem is geen science-fiction verhaal, maar heeft zich een tijdje geleden werkelijk Door Pieter Lomans afgespeeld. Het is overigens niet het enige voorbeeld waarbij ethische problemen opduiken als gevolg van de sterk toegenomen mogelijkheden in de 'gentechnolo gie'. Mogen ouders zelf het geslacht van hun kind bepalen? Is een abor tus acceptabel wanneer blijkt dat het ongeboren kind een hazelip heeft? Mag een vrouw het ingevro ren zaad van haar al jaren overle den man opeisen, om alsnog een kind van hem te krijgen? Waarschijnlijk zijn dit soort vragen nog maar het begin van een einde loze reeks die nog zal volgen. Zeker nu we de menselijke genen bijna in kaart hebben gebracht staat ons een revolutie te wachten, waarvan we de praktische en ethische con sequenties nog maar nauwelijks kunnen overzien. Op het gebied van de reageerbuis bevruchting (1 op de 10 kinderen die nu in Nederland worden gebo ren heeft al met de reageerbuis te maken gehad) hebben zich inmid dels al interessante dilemma's af gespeeld. In 1983 zorgde het schat rijke echtpaar Mario en Elsa Rios bijvoorbeeld voor grote ethische en juridische problemen. Mario en El- sa kwamen in dat jaar om het leven bij een vliegtuigongeluk in Chili. Bij de testamentaire afhandeling bleken er in een ziekenhuisdiep vries in Australië echter nog twee embryo's van het echtpaar te lig gen. Moesten die embryo's worden beschouwd als wettelijke erfgena men, of behoorden ze gewoon bij de nalatenschap die onder de ande re erfgenamen kon worden ver deeld? Hadden de embryo's recht om alsnog mens te worden, waren het mensen of dingen? Elke nieuwe techniek lijkt nieuwe vragen met zich mee te brengen. Nadat het klonen van dieren met succes was toegepast, is de tech niek inmiddels ook op menselijke embryo's uitgeprobeerd. De Ameri kaan Jerry Hall maakten zijn suc cesvolle resultaten in oktober '93 publiekelijk bekend. Arthur Ca- plan, directeur van het Centrum voor Bio-ethiek van de universiteit van Minnesota trok meteen fel van leer. Volgens hem wordt het op die ma nier mogelijk een soort 'proef- kindje' op de wereld te zetten, om te kijken of dat kind bevalt. Zo ja, dan neem je daarna nog een gene tisch identieke kloon uit de diep vries. Zo niet, dan ga je aan de slag met ander genetisch materiaal dat beter aan je wensen tegemoet komt. In de verte doemt zelfs de mogelijkheid op om een extra kind in het leven te roepen als orgaan donor voor het eerste kind. Ethici gruwen alleen al bij het idee. Momenteel vindt vooral in Groot- Brittannië een discussie plaats over het gebruik van vrouwelijke eicel len. In principe kunnen volwaardi ge eicellen worden 'geoogst' uit geaborteerde foetussen en overle den vrouwen. Waarom ook niet, menen sommigen. In een tijd waar in de vraag naar eicellen groter is dan het aanbod, zouden onvrucht bare vrouwen daar mooi mee ge holpen zijn. Anderen wijzen die mogelijkheid, onder andere op ethische gronden, sterk af. Hoe vertel je je kind in hemelsnaam dat het afkomstig is van de eicel van een geaborteerde foetus, dat het een genetische moeder heeft die in feite nooit is geboren? De DNA-diagnostiek en de ontra feling van het menselijke genoom hebben ook op andere gebieden vergaande consequenties. Mensen die bijvoorbeeld lijden aan de ziek te van Huntington (een ziekte van het zenuwstelsel die op middelbare leeftijd begint en zich kenmerkt door onwillekeurige bewegingen en uitval van geestelijke functies) of erfelijk meer vatbaar zijn voor be paalde vormen van kanker, lopen de kans dat ze worden buitengeslo ten van bepaalde werkzaamheden of verzekeringen. In 'Mag ik uw genenpaspoort?' wij zen de ethici M. de Wachter en G. de Wert erop dat een vergaande genetische selectie inderdaad kan uitdraaien op genetische discrimi natie: 'Het lijkt er dan ook op dat de verdergaande differentiatie bij de toegang tot verzekeringen voor al vragen rond rechtvaardigheid oproept, omdat deze kan leiden tot een duurzame (definitieve) tweede ling in de samenleving tussen men sen bij wie een ernstig genetisch risico is aangetoond en mensen die ofwel minder ernstige ofwel onbe kende genetische risico's met zich meedragen.' Een ander aspect dat direct met de genetische 'screening' samenhangt, 'is de vraag of mensen het recht hebben om niet te weten. Als we bepaalde erfelijke aandoeningen bij onszelf en onze kinderen in principe kunnen voorkomen of op sporen, moeten we daar dan ook werkelijk gebruik van maken of kunnen we die mogelijkheid ge woon naast ons neerleggen? De theoloog en ethicus H. Kuitert beschrijft in zijn boek 'Mag alles wat kan?' dat de argumenten daar voor na verloop van tijd niet alleen kunnen veranderen, maar ook dwingender kunnen worden: „Wat wel gebeurt is dat gehandicapte kindertjes naar vermogen zullen worden voorkomen, geheel vrijwil lig, zonder dat er verplichte testen aan te pas komen. Aanvankelijk door de zuigkracht die er van de zegeningen van de moderne tech niek uitgaat. Welke ouders zullen opteren voor een gehandicapt kindje als ze ook een gezond kindje kunnen krijgen? Wellicht later ook door maatschappelijke druk: geen mens wil graag de enige in de straat zijn die blijkbaar van erfe lijkheid niets wist. En nog weer later door financiële pressie: voor gehandicapte kinderen geeft het ziekenfonds slechts gedeeltelijke tegemoetkomingen in de ziektekos ten." Kortom: wat aanvankelijk als een individuele vrije keuze begint, kan gemakkelijk tot een sociaal-politie ke of financiële regel uitgroeien. Veel van de ethische dilemma's die voortkomen uit de nieuwe geneti sche mogelijkheden zijn preventief: niet voor een kind kiezen of het aborteren als het genetische 'man kementen' vertoont. Nu het mense lijke genoom in kaart is gebracht zal er steeds vaker actief worden ingegrepen. Gentherapie staat op het punt om door te breken. Daar mee kunnen niet alleen genetische defecten worden hersteld, maar het wordt ook steeds meer mogelijk om nuttige genen in te bouwen die een mens of dier van huis uit niet heeft. Genen van een krop sla, een mus kiet, een denneboom of een mens gehoorzamen allemaal aan dezelfde DNA-code. Wanneer de mens voor deel zou kunnen hebben van een bepaald gen van een krop sla, dan kan dat gen in principe bij de mens worden ingebouwd. Nu al lopen dieren met menselijke en plantaar dige genen rond. Mensen met dier lijke en plantaardige genen zijn Er ligt een enorme toekomst in de genen verborgen. Het is aan ons, om te bepalen hoe die toekomst er gaai uitzien. ook mogelijk. Maar durven we daar wel aan? Botsen we daar niet op sterke ethische grenzen? Als het gaat om het manipuleren van dieren zijn we in elk geval minder terughoudend. Stier Her man is misschien wel het bekendste voorbeeld van een transgeen dier, een dier met genen van een ander organisme. Een van de meest re cente voorbeelden is het varken, dat menselijke genen kreeg inge bracht om zijn afweersysteem meer 'menselijk' te maken. Doel van dit alles is het produceren van donorharten en andere donor organen die niet meer door de mens worden afgestoten. Het eerste suc cesje is al geboekt. Nog geen half jaar geleden werd het eerste met menselijke genen gemanipuleerde varkenshart in een baviaan ge plaatst. In vergelijking met eerdere varkensharttransplantaties, bleef de baviaan bijna twintig keer lan-; gerleven. Er ligt een enorme toekomst in de: genen verborgen. Het is aan ons,' om te bepalen hoe die toekomst er! gaat uitzien. Dit is de laatste aflevering in een reeksi over de stand van zaken in DNA-onderzoek. De eerdere afleveringen stonden in de weekend-bijlagen van 12,19 en 26 november.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 33